Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 01 december 2005
gepubliceerd op 22 december 2005

Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de sectorale voorwaarden betreffende statische transformatoren van elektriciteit met een nominaal vermogen van 1 500 kVA of meer.

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2005203361
pub.
22/12/2005
prom.
01/12/2005
ELI
eli/besluit/2005/12/01/2005203361/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 DECEMBER 2005. - Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de sectorale voorwaarden betreffende statische transformatoren van elektriciteit met een nominaal vermogen van 1 500 kVA of meer.


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, inzonderheid op de artikelen 4, 5, 7, 8 en 9;

Gelet op de aanbeveling van de Europese Raad van 12 juli 1999 betreffende de beperking van blootstelling van de bevolking aan elektromagnetische velden van 0 Hz tot 300 GHz;

Gelet op het advies 37.459/2/V van de Raad van State, gegeven op 19 juli 2004, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en definities

Artikel 1.Onverminderd de bepalingen van het algemeen reglement op de elektrische installaties zijn deze sectorale voorwaarden van toepassing op statische transformatoren met een nominaal vermogen van 1 500 kVA of meer zoals bedoeld in de rubriek 40.10.01.01.02 van bijalge I bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten.

Art. 2.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : 1° bestaande inrichting : de inrichtingen die behoorlijk vergund zijn vóór de inwerkingtreding van dit besluit of waarvan de exploitatie gedekt is door een vergunning verleend naar aanleiding van een aanvraag ingediend vóór de inwerkingtreding van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning en de inrichtingen waarvan de vergunningsaanvragen ingediend worden tussen de inwerkingtreding van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning en de inwerkingtreding van dit besluit;2° permanente blootstelling : blootstelling aan elektromagnetische velden tijdens een continu periode van meer dan acht uur;3° f : frequentie uitgedrukt in hertz (Hz), zoals bepaald bij de Europese norm EN 50160 betreffende de spanningskarakteristieken in openbare elektriciteitsnetten, hetzij de gemeten gemiddelde waarde in een tijdsinterval van tien seconden, onder normale omstandigheden, van de herhalingsgraad van de fundamentele curve van de distributiespanning; 4° A.R.E.I. : het algemeen reglement op de elektrische installaties; 5° systeem voor het beheer van de belasting : controlesysteem per meting of per bescherming d.m.v. een voorziening gevoelig voor de thermische lading van de transformator die de mogelijkheid biedt de nodige maatregelen te nemen teneinde een overbelasting te beletten die schadelijk is voor personen en goederen; 6° transformator : statische transformator van elektriciteit met een nominaal vermogen van 1 500 kVA of meer;7° transformator in dienst : transformator waarop spanning wordt of werd toegepast op de datum van inwerkingtreding van dit besluit; 8° elektrische veiligheidszone : zone van de inrichting rondom de transformator(en) die, eventueel d.m.v. een omheining, ontoegankelijk is gemaakt voor het publiek en uitsluitend bestemd is voor de elektrische dienst in de zin van het A.R.E.I. HOOFDSTUK II. - Bouw

Art. 3.Onverminderd de artikelen R. 90 en R. 153 tot R. 173 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, en de bepalingen van het decreet van 6 december 2001 betreffende de instandhouding van de Natura 2000-gebieden, wordt elke transformator uitgerust met een vast systeem voor het beheer van de belasting.

Art. 4.Onverminderd de artikelen R. 90 en R. 153 tot R. 173 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, en de bepalingen van het decreet van 6 december 2001 betreffende de instandhouding van de Natura 2000-gebieden, wordt elke transformator met een vloeibare diëlektrische isolatie of elke inrichting die over dergelijke transformatoren beschikt, uitgerust met een voorziening voor de opvang van de diëlektrische vloeistof in geval van lekkage en met een systeem voor de recuperatie ervan om te voorkomen dat ze in de openbare riolen of in het milieu wegvloeit.

Als de gekozen opvangvoorziening uit een kuip bestaat, is deze vervaardigd uit materialen die dicht en scheikundig inert zijn t.o.v. de gebruikte diëlektrische vloeistof en beschikt ze over een nuttige opvangcapaciteit die minstens gelijk is aan de capaciteit van het grootste vat. HOOFDSTUK III. - Exploitatie

Art. 5.In de zones waar een permanente menselijke blootstelling te voorzien is buiten de elektrische veiligheidszone, moet de waarde van het niet-verstoorde elektrische veld die door de transformator gegenereerd wordt onder een niet-verstoord regime, lager zijn dan 5 kV/m (kilovolt per meter) als f = 50 Hz + 1 %, of dan 250/f kV/m als f niet gelijk is aan 50 Hz.

Art. 6.In de zones waar een permanente menselijke blootstelling te voorzien is buiten de elektrische veiligheidszone, moet de magnetische inductiewaarde die door de transformator gegenereerd wordt, lager zijn dan 100 |gmT (micro tesla) als f = 50 Hz + 1 %, of lager zijn dan 5 000/f |gmT als f niet gelijk is aan 50 Hz. HOOFDSTUK IV. - Ongevallen- en brandpreventie

Art. 7.Vóór de tenuitvoerlegging van het project en vóór elke wijziging van de bedrijfslocatie en/of -omstandigheden die aanleiding zouden kunnen geven tot een wijziging van het gevaar voor brand of brandverspreiding, wint de exploitant het advies in van de territoriaal bevoegde brandweerdienst i.v.m. de te treffen maatregelen en de inzake brand- en ontploffingspreventie en -bestrijding aan te brengen apparatuur, met inachtneming van de bescherming van publiek en milieu. HOOFDSTUK V. - Controle, autocontrole, zelftoezicht

Art. 8.De volgende gegevens worden door de exploitant meegedeeld op gewoon verzoek van de toezichthoudende ambtenaar : 1° het afschrift van het proces-verbaal van gelijkvormigheid vóór de indienstneming van de inrichting, overeenkomstig het A.R.E.I. opgesteld door een erkend controleorganisme; 2° het afschrift van het laatste proces-verbaal van de periodieke controle op de inrichting, overeenkomstig het A.R.E.I. opgesteld door een erkend controleorganisme; 3° de gegevens betreffende de transformatoren (lokalisatie, vermogen, aanwezigheid of niet van een opvangvoorziening of van een beschermingssysteem);4° de lijst van de geplande buitenspanningstellingen van de transformator van meer dan 4 uur doorgevoerd in de loop van de 12 maanden die voorafgaan aan de toekenning van de milieuvergunning;5° de interventieprocedure in geval van olielekkage en de lijst van de desbetreffende incidenten. HOOFDSTUK VI. - Bij de aanvraag te voegen documenten

Art. 9.Het algemeen formulier tot vergunningsaanvraag wordt aangevuld met de documenten bedoeld in artikel 8, indien beschikbaar. Als dit niet het geval is, vermeldt de exploitant de beschikbaarheidstermijn in zijn aanvraag. HOOFDSTUK VII. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 10.Dit besluit is van toepassing op de bestaande inrichtingen zodra het in werking treedt.

In afwijking van het eerste lid, is artikel 4 uiterlijk 31 december 2015 van toepassing op de bestaande inrichtingen.

Artikel 4 is evenwel van toepassing op elke op de datum van inwerkingtreding van dit besluit bestaande transformator met een vloeibare diëlektrische isolatie die in een preventiegebied in de nabijheid of op afstand van water gelegen is overeenkomstig de artikelen R. 153 tot R. 173 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt. Het wordt toegepast binnen twee jaar na de bekendmaking van de aanwijzing van het preventiegebied in het Belgisch Staatsblad.

Art. 11.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 1 december 2005.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

^