Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 03 juni 2009
gepubliceerd op 02 juli 2009

Besluit van de Waalse Regering tot verlening van de erkenning en toekenning van subsidies aan de verenigingen zonder winstoogmerk en aan de vennootschappen met een maatschappelijk doel die actief zijn in de sector van het hergebruik

bron
waalse overheidsdienst
numac
2009202795
pub.
02/07/2009
prom.
03/06/2009
ELI
eli/besluit/2009/06/03/2009202795/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 JUNI 2009. - Besluit van de Waalse Regering tot verlening van de erkenning en toekenning van subsidies aan de verenigingen zonder winstoogmerk en aan de vennootschappen met een maatschappelijk doel die actief zijn in de sector van het hergebruik


De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 20;

Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, inzonderheid op de artikelen 6, § 5, 36, 2°, 3°, en 37;

Gelet op het advies van de Afvalstoffencommissie, gegeven op 16 januari 2009;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 december 2008;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 5 december 2008;

Gelet op het advies nr. 46.533/2 van de Raad van State, gegeven op 25 mei 2009, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de hiërarchie van de prioriteiten inzake het afvalstoffenbeheer, beginnend bij de preventie en het hergebruik;

Gelet op de doelstelling erkenning, professionalisering en gestage verbetering van het hergebruik door de sociale economiesector;

Overwegende dat die doelstelling dankzij het erkenningsmechanisme nagestreefd kan worden; dat het een facultatieve erkenning betreft, die voor iedere belanghebbende toegankelijk is;

Overwegende dat het ter ondersteuning en ontwikkeling van de hergebruiksactiviteit, waarbij in hoge mate weinig gekwalificeerd personeel ingezet wordt, tussenbeide te komen in de loonkosten van de kringloopbedrijven en in het kader van een proces van gestage verbetering;

Gelet op het advies nr. A.964 van de "Conseil économique et social de la Région wallonne" (Sociaal-Economische Raad van het Waalse Gewest), gegeven op 9 februari 2009;

Gelet op het advies van de "Conseil wallon de l'Economie sociale marchande" (Waalse Raad voor Sociale Markteconomie), gegeven op 13 maart 2007;

Op de gezamenlijke voordracht van de Minister van Economie, Tewerkstelling, Buitenlandse Handel en Patrimonium en de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1° decreet : het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;2° Minister : de Minister van Leefmilieu.3° dienst : "Office wallon des déchets" (Waalse dienst voor afvalstoffen), zoals bedoeld in artikel 2, 23°, van het decreet;4° Directie : de Directie Sociale Economie van het Departement Economische Ontwikkeling van het Operationele Directoraat-generaal Economie, Tewerkstelling en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst;5° hergebruik : elke verrichting zoals omschreven in artikel 2 en in artikel 11bis van het decreet;6° recyclage : elke verrichting zoals omschreven in artikel 2, 11°, van het decreet;7° kringloopwinkels : de verenigingen zonder winstoogmerk of de vennootschappen met een maatschappelijk doel die in het hergebruik actief zijn, met inbegrip van de inzameling en de sortering met het oog op het hergebruik.

Art. 2.De kringloopwinkels die een permanente hergebruiksactiviteit uitoefenen, kunnen erkend worden.

De kringloopwinkels die de opname van weinig gekwalificeerde werkzoekenden in het arbeidscircuit begunstigen, kunnen een werkgelegenheidssubsidie krijgen overeenkomstig hoofdstuk III. De overeenkomstig het eerste lid erkende kringloopwinkels die investeringen verrichten om zich te schikken naar een kwaliteitseisenbundel in het kader van artikel 3, lid 1, 6°, kunnen een subsidie krijgen overeenkomstig hoofdstuk IV. HOOFDSTUK II. - Erkenning van de kringloopwinkels

Art. 3.Om erkend te worden, dienen de kringloopwinkels te voldoen aan volgende voorwaarden : 1° onder hun bestuurders, zaakvoerders of personen met bevoegdheid om de vennootschap of de vereniging te binden enkel personen tellen die hun burger- en politieke rechten genieten en die niet veroordeeld zijn in de laatste vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag bij een in kracht van gewijsde getreden vonnis voor een inbreuk : a) wegens titel 1 van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming;b) op de in het Waalse Gewest geldende leefmilieuwet- en regelgeving;c) op elke andere gelijkwaardige regelgeving van een lidstaat van de Europese Unie;2° voldoen aan de voorwaarden bedoeld in artikel 1 van het decreet van 20 november 2008 betreffende de sociale economie;3° de volgende kenmerken bezitten : a) minstens één bedrijfszetel in het Waalse Gewest hebben die bestemd is voor het beheer van afvalstoffen of tweedehandsgoederen die ingezameld zijn op het grondgebied van het Waalse Gewest en waarvan de totale oppervlakte van de ruimtes voor sorteren, herstellen, verwerken, verkopen en opslaan, parkeerplaatsen uitgezonderd, minstens 400 m2 telt;b) een systeem gebruiken voor de meting van de stroom inkomende en uitgaande stoffen;c) over financiële waarborgen beschikken en over technische en menselijke middelen beschikken of zich ertoe verbinden erover te beschikken, waardoor de uitvoering mogelijk wordt van de activiteiten waarvoor de erkenning aangevraagd wordt overeenkomstig de bepalingen van het decreet en diens uitvoeringsbepalingen;d) een boekhouding voeren die overeenstemt met diens rechtspersoonlijkheid;e) zich ertoe verbinden een verzekeringscontract te sluiten ter dekking van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid voortvloeiend uit de activiteiten waarvoor de erkenning wordt aangevraagd en er een afschrift van aan de Dienst overmaken vóór iedere uitvoering van de erkenningsbeslissing;f) de eventuele winkel(s) bereikbaar maken gedurende minstens twaalf uur per week, te verspreiden over minstens drie dagen en minstens één dag tot 20 uur van maandag tot vrijdag of minstens drie uur de zaterdag of de zondag, voor zover de te koop aangeboden producten voor het grote publiek bestemd zijn;g) zijn activiteit uitvoeren minstens vijfendertig uur per week en de inzamelingen organiseren die op een in de tijd vaste en regelmatige wijze de winkel bevoorraden, onverminderd de bevoegdheden van de gemeente terzake;5° als maatschappelijk doel de vrijwaring van het leefmilieu vervolgen via een maximaal hergebruik van de ingezamelde goederen of afvalstoffen en een hergebruiksactiviteit ontwikkelen in het Waalse Gewest;6° ingebed zijn in of op erewoord verklaren zich binnen één jaar na de erkenning te laten inbedden in een vooruitgangsproces inzake kwaliteit, bekrachtigd door een onafhankelijke instantie die geaccrediteerd en erkend is door de Dienst en die een diagnose- en opvolgingsinstrument verstrekt ten behoeve van het kringloopproject;7° zich ertoe verbonden hebben of zich binnen de twee jaar na de erkenning ertoe verbinden een analytische boekhouding in te voeren voor de kringloopactiviteit. De Minister kan afwijkingen toestaan voor de uren vastgesteld in punt f) van lid 1 en specifieke criteria en doelstellingen vastleggen voor het hergebruik per stroom.

Art. 4.De erkenningsaanvraag wordt in twee exemplaren ingediend. Hij wordt bij ter post aangetekend schrijven aan de Dienst gericht of tegen ontvangstbewijs overgemaakt. In geval van hernieuwing van de erkenning wordt de erkenningsaanvraag vijf maanden vóór de vervaldatum van de lopende erkenning verstuurd.

Hij bevat de volgende elementen : 1° een afschrift van de oprichtingsakte, de statuten en de eventuele wijzigingen ervan;2° de opgave van de bedrijfszetel(s) in het Waalse Gewest, een afschrift van de daaraan verbonden milieuvergunningen, evenals het adres, het telefoon- en faxnummer van de maatschappelijke zetel;3° de lijst op naam van de bestuurders, zaakvoerders en personen met bevoegdheid om de kringloopwinkel te binden, samen met een afschrift van de akte waarbij die personen aangewezen worden;4° een uittreksel uit het strafregister voor de personen bedoeld in punt 3;5° het ondernemingsnummer;6° een nota waarin de preventie- en voorzorgsmaatregelen omschreven worden voor de gezondheid van mens en milieu, evenals een afschrift van de aangegane verzekeringscontracten;7° het ondernemingsplan, bevattende : a) een omschrijving van de aard en de hoeveelheden van de betrokken afvalstoffen, het bediende gebied, de organisatie van de inzameling en de verwerking, de reeds ingezamelde en/of hergebruikte tonnages, de nadere regels voor de meting van de ingezamelde en verwerkte stromen en de projecties in de toekomst;b) het aantal tewerkgestelde personen, hun statuut en het aantal vrijwillige personen, evenals hun kwalificatie;c) de openingsuren van de installaties;d) het financieel plan voor het betrokken en het komende boekjaar;8° de referentie van de vergunningen, erkenningen, registraties en attesten die de kringloopwinkel bezit op het vlak van leefmilieu en afvalstoffen, evenals alle andere documenten waaruit de inachtneming van de voorwaarden waarvan sprake in artikel 3 blijkt. De Dienst kan eisen dat ieder aanvullend document ingediend moet worden waaruit opgemaakt kan worden dat de aanvrager beschikt over of zich ertoe verbindt te beschikken over voldoende financiële, technische en menselijke middelen om zijn kringloopactiviteit uit te oefenen.

Art. 5.§ 1. De Dienst bericht ontvangst van de aanvraag binnen de tien dagen en richt in dezelfde termijn een exemplaar van het dossier aan de Directie om na te laten gaan of het criterium inherent aan de sociale economie, bedoeld in artikel 3, lid 1, 2°, in acht wordt genomen.

De Directie beschikt over twintig dagen om haar advies aan de Dienst over te maken. Indien er geen antwoord is na afloop van deze termijn, wordt de procedure voortgezet.

De Dienst geeft kennis van zijn beslissing over de volledigheid van het dossier bij ter post aangetekend schrijven binnen een termijn van dertig dagen te rekenen van de ontvangst van de aanvraag. Als het dossier onvolledig is, worden de te verstrekken inlichtingen en stukken in de kennisgeving opgegeven. De Regering geeft kennis van haar beslissing over de vervollediging van het dossier binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op de datum van ontvangst van vervolledigende gegevens.

De Dienst behandelt het dossier en richt zijn verslag aan de Minister binnen een termijn van twee maanden te rekenen van de kennisgeving van de beslissing over de volledigheid van de aanvraag. § 2. De Minister spreekt zich over de erkenningsaanvraag uit en stelt er de voorwaarden van vast overeenkomstig de artikelen 3 en 7. Hij richt zijn beslissing aan de aanvrager bij ter post aangetekend schrijven, binnen een termijn van drie maanden te rekenen van de kennisgeving van de beslissing over de volledigheid van de aanvraag. § 3. Als de Dienst de beslissing waarvan sprake in paragraaf 1, derde lid, niet aan de aanvrager gericht heeft, wordt het dossier volledig geacht en kan de procedure voortgezet worden.

De beslissing van de Minister bedoeld in paragraaf 1, lid 5, wordt in dat geval verstuurd binnen een termijn van drie maanden te rekenen van het verstrijken van de termijn van dertig dagen te rekenen van de ontvangst van de aanvraag. § 4. De erkenning wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

Art. 6.Er staat voor de aanvrager een beroepsmogelijkheid bij de Regering open tegen elke beslissing tot weigering van de aanvraag en tegen het uitblijven van de beslissing van de Minister bij verstrijken van de termijnen bedoeld in artikel 5, § 2 en § 3, lid 2. Dat beroep is niet opschortend.

Het beroep wordt, op straffe van onontvankelijkheid, bij ter post aangetekend schrijven aan de Regering gericht op het adres van de Dienst, binnen een termijn van twintig dagen, die ingaat op de datum van ontvangst van de beslissing of van het verstrijken van de termijnen bedoeld in artikel 5, § 2 en § 3, lid 2.

Het beroep wordt ondertekend en bevat minstens de volgende gegevens : 1° de benaming of firmanaam van de eiser, diens rechtsvorm, het adres van de bedrijfszetel en de naam, voornaam, het adres en de hoedanigheid van de persoon die gemachtigd is om het beroep in te dienen;2° de referenties, het voorwerp en de datum van de omstreden beslissing;3° de middelen die ingezet worden tegen de omstreden beslissing. Als de beslissing waarvan het beroep verband houdt met de bepalingen van artikel 1 van het decreet van 20 november 2008 betreffende de sociale economie, wint de Dienst, zodra het beroep is ontvangen, het advies in van de Minister bevoegd voor Sociale economie, die het advies kan inwinnen van de "Conseil wallon de l'Economie sociale" (Waalse Raad voor Sociale Economie). De Minister bevoegd voor Sociale Economie beschikt over een termijn van dertig dagen om zijn advies naar de Dienst te versturen; als die termijn eenmaal verstreken is, kan de procedure vervolgd worden.

De Dienst behandelt het beroep en richt zijn syntheseverslag aan de Regering samen met een voorstel tot beslissing, binnen een termijn van vijftig dagen te rekenen van de ontvangst van het beroep of, in het geval bedoeld in lid 3, binnen een termijn van zeventig dagen. De Regering richt zijn beslissing aan de aanvrager bij ter post aangetekend schrijven, binnen een termijn van negentig dagen te rekenen van de ontvangst van het beroep of, in het geval bedoeld in lid 3, binnen een termijn van honderd twintig dagen. Bij gebrek aan kennisgeving medegedeeld binnen bovenbedoelde termijn wordt het beroep afgewezen geacht.

Art. 7.§ 1. De erkenning wordt verleend voor een periode die de Minister of, bij beroep, de Regering bepaalt en die niet langer dan vijf jaar mag lopen. De erkenning mag niet aan een derde worden afgestaan. § 2. De erkenning voorziet in de ontwikkeling van het hergebruik, ofwel via een verhoging van de in het Waalse Gewest ingezamelde tonnages, waarbij minstens het globaal behaalde recyclage- en hergebruikcijfer in stand wordt gehouden, ofwel via een verhoging van het globale hergebruikcijfer in het Waalse Gewest, waarbij de ingezamelde tonnages in voorkomend geval constant blijven.

De vooruitgang wordt gecontroleerd door de Dienst op grond van de gegevens vervat in de mededeling van de statistieken en van de aangifte, beide bedoeld in artikel 10.

De bijzondere moeilijkheden in verband met de markt of de toegang tot de aanvoer die een vooruitgang in de weg staan, worden in een gemotiveerd verslag aan de Dienst medegedeeld. § 3. De erkenningshouder dient elke significante verandering van de gegevens verstrekt in zijn erkenningsaanvraagdossier aan de Dienst mede te delen binnen een termijn die niet langer mag duren dan drie maanden.

Hij licht de Dienst in over iedere stopzetting van de activiteit die het voorwerp uitmaakt van de erkenning, minstens tien dagen op voorhand, behalve overmacht. § 4. De Minister kan te allen tijde de voorwaarden van de erkenning aanvullen of wijzigen : 1° als hij vaststelt dat die voorwaarden zich er niet meer toe lenen om het hergebruik verder te ontwikkelen;2° om de inachtneming van doelstellingen per stromen te garanderen;3° indien de activiteit gevaar oplevert voor de menselijke gezondheid of hinderlijk is voor het milieu. Hij kan de erkenning opschorten of intrekken indien de activiteit een gevaar vormt voor de menselijke gezondheid of hinderlijk is voor het leefmilieu, bij niet-naleving van de geldende regelgeving of van dit besluit of indien de gegevens bedoeld in artikel 10 hem niet zijn medegedeeld binnen de opgelegde termijnen.

Elke beslissing getroffen krachtens vorige leden wordt aan betrokkene medegedeeld en kan het voorwerp uitmaken van een beroep overeenkomstig artikel 6. HOOFDSTUK III. - Werkgelegenheidssubsidies

Art. 8.§ 1. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten kan de erkende kringloopwinkel in aanmerking komen voor een jaarlijkse subsidie per loontrekkende werknemer voltijdsequivalent die in het Waalse Gewest ingezet wordt voor productieve taken in verband met het hergebruik, met inbegrip van de inzameling en de sortering met het oog op het hergebruik, uitgezonderd de staffuncties en de bestuurlijke functies.

De subsidie wordt vastgesteld op 2.000 euro per loontrekkende werknemer die in dienst genomen wordt door de kringloopwinkel voor 1 januari 2009 en die voldoet aan volgende voorwaarden : 1° niet beschikken over een hoger diploma dan het diploma hoger middelbaar onderwijs;2° hun werkgever komt voor die werknemer niet in aanmerking voor : a) de bepalingen van het decreet van 25 april 2002 betreffende de tegemoetkomingen ter bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden door de plaatselijke, gewestelijke en gemeenschapsoverheden, door bepaalde werkgevers in de niet-commerciële sector, het onderwijs en de commerciële sector krachtens artikel 3 ervan;b) de bepalingen van het decreet van 18 juli 1997 houdende creatie van een doorstromingsprogramma;c) de verminderingen van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid in het kader van de sociale MARIBEL;d) de bepalingen van artikel 60, § 7, van de wet van 8 juli 1976 tot organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. De subsidie betreffende de loontrekkende werknemers die in dienst genomen worden door de kringloopwinkel wordt beperkt tot een maximumbedrag van 60.000 euro per kringloopwinkel.

De subsidie wordt vastgesteld op 3.000 euro per loontrekkende werknemer die in dienst genomen wordt door de kringloopwinkel vanaf 1 januari 2009 en die voldoet aan volgende voorwaarden : 1° voor zijn indienstneming ingeschreven zijn als werkloze werkzoekende bij de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" (Waalse Dienst voor Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling);2° niet beschikken over een hoger diploma dan het diploma hoger middelbaar onderwijs;3° hun werknemer komt voor die werknemer niet in aanmerking voor : a) de bepalingen van het decreet van 25 april 2002 betreffende de tegemoetkomingen ter bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden door de plaatselijke, gewestelijke en gemeenschapsoverheden, door bepaalde werkgevers in de niet-commerciële sector, het onderwijs en de commerciële sector krachtens artikel 3 ervan;b) de bepalingen van het decreet van 18 juli 1997 houdende creatie van een doorstromingsprogramma;c) de verminderingen van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid in het kader van de sociale MARIBEL;d) de bepalingen van artikel 60, § 7, van de wet van 8 juli 1976 tot organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. § 2. De tegemoetkomingen die aan de kringloopwinkels toegekend worden overeenkomstig paragraaf 1 mogen, bij samenvoeging met andere geldende vormen van steun of lastenverlaging, het bedrag van de bruttoloonkost van die werknemer en de desbetreffende lasten niet overstijgen.

Het totaal van de tegemoetkomingen toegekend aan een kringloopwinkel overeenkomstig dit besluit mag de som van de kosten ontstaan uit de hergebruiksactiviteiten van de kringloopwinkel niet te boven gaan, na aftrek van de kosten overgenomen door de terugnameplichtigen overeenkomstig artikel 8bis van het decreet. § 3. De subsidies bedoeld in § 1 staan pas definitief vast als de kringloopwinkel de voorwaarden van zijn erkenning in acht neemt, en in het bijzonder aantoont dat alle middelen ingezet worden om vooruitgang te boeken op het vlak van het hergebruik.

In het tegenovergestelde geval wordt de subsidie teruggebracht in verhouding tot de niet-bereikte cijfers. § 4. De Minister en de Minister bevoegd voor Sociale Economie leggen samen de procedures voor de toekenning en de nadere regels voor de uitbetaling van de subsidies vast.

Zij worden bij besluit ertoe gemachtigd de perken bedoeld in paragraaf 1 samen te herzien, rekening houdend met de beschikbare begrotingskredieten, en de nadere regels vast te leggen voor de toepassing van paragraaf 3, lid 2.

Zij kunnen de betrekkingen nader bepalen die al dan niet voor subsidie in aanmerking komen overeenkomstig paragraaf 1. § 5. De bedragen bedoeld in dit artikel worden voor de helft toegekend door de Minister en voor de andere helft door de Minister bevoegd voor Sociale Economie. HOOFDSTUK IV. - Subsidies voor de inbouw van een vooruitgangsmethodologie

Art. 9.§ 1. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten kan de erkende kringloopwinkel in aanmerking komen voor een subsidie voor de invoering van een vooruitgangsmethodologie inzake kwaliteit, steunend op een kwaliteitseisenbundel erkend door de Dienst overeenkomstig artikel 3, lid 1, 6°.

De subsidie wordt vastgesteld op een maximumbedrag van 10.000 euro per verkooppunt van tweedehandsgoederen ingezameld en gesorteerd door de kringloopwinkel ter ondersteuning van de verantwoorde investeringen uitgevoerd in het Waalse Gewest ter conformering met met de kwaliteitseisenbundel.

De beslissing wordt door de Minister medegedeeld binnen de drie maanden volgend op de indiening van de aanvraag samen met de verantwoordingsstukken. § 2. De Minister kan de investeringen die voor subsidies in aanmerking komen, en de hoogte van de subsidie per categorie investering nader bepalen. HOOFDSTUK V - Statistieken en aangiften

Art. 10.§ 1. De erkende kringloopwinkel maakt elk kwartaal de statistieken bedoeld in punten 1° tot 6° over aan de Dienst, evenals een jaarlijkse aangifte betreffende de inlichtingen bedoeld in de punten 7° en 8° : 1° de referentieperiode vallend onder de aangifte;2° de aard en de hoeveelheid goederen en afvalstoffen die respectievelijk ingezameld, gesorteerd en opnieuw op de markt ingevoerd werden;3° de geografische zone die onder de inzameling valt;4° het hergebruikscijfer per type inzameling en per type afvalstoffen en goederen;5° de wijze waarop en de plaats waar de goederen opnieuw op de markt worden ingevoerd;6° de aard, de hoeveelheid en de bestemming van de niet-hergebruikte goederen;7° de balans van de uitvoering van de vooruitgangsmethodologie inzake kwaliteit bedoeld in artikel 3, lid 1, 6°;8° het aantal tewerkgestelde personen en de soorten contracten. Het statistiekenformulier en de aangifte worden opgesteld op grond van het model bepaald door de Dienst. § 2. De erkende kringloopwinkel maakt de Directie uiterlijk op 31 maart van elk jaar de lijst op naam over van de werknemers die het recht op de subsidie openen en die in het voorgaande jaar door de kringloopwinkel ingezet werden. HOOFDSTUK VI. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 11.In afwijking van artikel 9 kunnen de kringloopwinkels die hun erkenning aanvragen binnen het jaar volgend op de inwerkingtreding van dit besluit een subsidieaanvraag indienen voor de invoering van een vooruitgangsmethodologie inzake kwaliteit zonder de beslissing in verband met de erkenning af te wachten. Zij voegen bij hun subsidieaanvraag een afschrift van het bericht van ontvangst van hun erkenningsaanvraag.

De uitbetaling van de subsidie is verbonden aan de voorwaarde van het toekennen van de erkenning.

Art. 12.De Minister van Sociale Economie en de Minister van Leefmilieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 3 juni 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Economie, Tewerkstelling, Buitenlandse Handel en Patrimonium, J.-C. MARCOURT De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

^