Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 06 juli 2017
gepubliceerd op 20 september 2017

Besluit van de Waalse Regering betreffende de indeling van runder- en varkenskarkassen

bron
waalse overheidsdienst
numac
2017031186
pub.
20/09/2017
prom.
06/07/2017
ELI
eli/besluit/2017/07/06/2017031186/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 JULI 2017. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de indeling van runder- en varkenskarkassen


De Waalse Regering, Gelet op Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot opheffing van Verordening nr. 820/97 van de Raad;

Gelet op Verordening (EG) nr. 1249/2008 van de Commissie van 10 december 2008 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de communautaire indelingsschema's voor runder-, varkens- en schapenkarkassen en voor de mededeling van de prijzen daarvan;

Gelet op Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad;

Gelet op het Waals Landbouwwetboek, artikelen D.5, D.164, lid 1, 7°, en D.170;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 1 april 2004 houdende vaststelling van het schema en de toepassingsmodaliteiten voor de indeling van geslachte volwassen runderen en varkens, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 29 oktober 2009 en bij het ministerieel besluit van 13 maart 2014;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 29 oktober 2009 tot vaststelling van de rechten te betalen inzake de indeling van geslachte volwassen runderen en varkens, tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 1 april 2004 houdende vaststelling van het schema en de toepassingsmodaliteiten voor de indeling van geslachte volwassen runderen en varkens en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 19 april 2007 betreffende de Raad van het Begrotingsfonds voor de kwaliteit van dierlijke en plantaardige producten;

Gelet op het het ministerieel besluit van 22 januari 1992 tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten voor de indeling van geslachte volwassen runderen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 december 2016;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 9 maart 2017;

Gelet op het overleg tussen de gewestelijke Regeringen en de Federale Overheid van 16 maart 2017;

Gelet op het rapport van 9 maart 2017, opgemaakt overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op advies 61.602/4 van de Raad van State, gegeven op 26 juni 2017 overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijvingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° het Wetboek : het Waalse Landbouwwetboek; 2° het Fonds : begrotingsfonds voor de kwaliteit van de dierlijke en plantaardige producten, ingevoerd bij artikel D.189; 3° de leverancier : de natuurlijke of rechtspersoon die zorgt voor de slachthandelingen; 4° de controle-instelling : elke instelling die door de Minister erkend is om de handelingen m.b.t. het aanbieden en het indelen van karkassen te controleren; 5° de producent : hetzij de verantwoordelijke van de laatste kudde waarin het rund werd gehouden, in de zin van artikel 1,12°, 14°, 18°, van het koninklijk besluit van 23 maart 2011 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen, hetzij de verantwoordelijke van de laatste kudde waarin het varken werd gehouden, in de zin van artikel 2, 11°, 36°, 41°, van het koninklijk besluit van 1 februari 2014 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor varkens en tot vaststelling van de toelatingsvoorwaarden voor varkensbedrijven;6° Verordening nr.1760/2000 : Verordening nr. 1760/2000 (EG) van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot opheffing van verordening nr. 820/97 van de Raad; 7° Verordening nr.1249/2008 : Verordening (EG) nr. 1249/2008 van de Commissie van 10 december 2008 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de communautaire indelingsschema's voor runder-, varkens- en schapenkarkassen en voor de mededeling van de prijzen daarvan; 8° Verordening nr.1308/2013 : Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad; 9° de Dienst : de Directie Kwaliteit van de Administratie in de zin van artikel D.D.3, 3°, van het Wetboek; 10° de inspecteur-generaal : de inspecteur-generaal van het Departement Ontwikkeling van de Administratie in de zin van artikel D.3, 3°, van het Wetboek. HOOFDSTUK II. - Indeling, merking en aanbieding van karkassen van volwassen runderen

Art. 2.§ 1. Alle slachthuizen die op jaarbasis gemiddeld minder dan 75 volwassen runderen per week slachten zijn vrijgesteld van de verplichting om de karkassen van die runderen in te delen.

De in § 1 bedoelde slachthuizen mogen echter de karkassen indelen op voorwaarde dat zij de Europese bepalingen en die van dit besluit naleven en hiervan de Dienst vooraf schriftelijk op de hoogte brengen. § 2. De slachthuizen die krachtens paragraaf 1, lid 1, niet tot de indeling van de karkassen overgaan, mogen daarop geen tekens aanbrengen die kunnen worden verward met de merktekens van de categorieën en klassen van bijlage IV, A., van Verordening nr. 1308/2013.

Art. 3.Een vrouwelijk rund van dertig maanden en ouder behoort tot categorie D zoals omschreven in bijlage IV, A., II., van Verordening nr. 1308/2013, behalve indien blijkt dat het nooit gekalfd heeft.

Art. 4.Overeenkomstig artikel 4 van Verordening nr. 1249/2008 wordt bevleesdheidsklasse S, zoals omschreven in bijlage IV, A., III van Verordening nr. 1308/2013 gebruikt.

Elke bevleesdheids- en vetklasse, bepaald in bijlage IV, A., III, van Verordening nr. 1308/2013, wordt in drie subklassen onderverdeeld, welke al naar gelang de stijgende graad van bevleesdheid en vetheid, aangeduid worden met de tekens "-", "=" of "+". De subklasse wordt onmiddellijk na de letter of het cijfer van de betrokken klasse aangegeven.

Art. 5.§ 1. Het karkas moet voor de indeling, merking en weging in één van de vormen, omschreven in bijlage 1, worden aangeboden.

De Minister kan bijlage 1 wijzigen om andere karkasaanbiedingen toe te staan en de toepassingsmodaliteiten daarvan vast te leggen. § 2. Het gewicht van het runderkarkas wordt tot op de kilogram bepaald.

Het verwijderen van vet wordt toegelaten overeenkomstig bijlage IV, A., V, lid 2, van Verordening nr. 1308/2013 op voorwaarde dat het spierweefsel op de plaatsen waar de vetlaag ontnomen wordt, nooit bloot komt te liggen.

Art. 6.§ 1. Overeenkomstig artikel 6, paragraaf 4, van Verordening nr. 1249/2008 wordt het merken van het karkas vervangen door een etikettering.

De etiketten, verplicht gemaakt bij de verplichte etiketteringsregeling voor rundvlees overeenkomstig artikel 13 van Verordening nr. 1760/2000 kunnen voor de etikettering, bepaald in lid 1, gebruikt worden. § 2. Naast de gegevens bepaald in paragraaf 1, vermelde, de etiketten : 1° de geboortedatum van het dier;2° het erkenningsnummer van de classificateur;3° het codenummer dat overeenstemt met de aanbieding, toegepast op het karkas, voorafgegaan door de lettertekens "Fp :". HOOFDSTUK III. - Indeling, merking en aanbieding van varkenskarkassen

Art. 7.§ 1. De slachthuizen die op jaarbasis gemiddeld minder dan 200 varkens per week slachten, zijn vrijgesteld van de verplichting om de indeling uit te voeren volgens het geraamde aandeel mager vlees.

De in § 1 bedoelde slachthuizen mogen echter de karkassen volgens het geraamde aandeel mager vlees indelen op voorwaarde dat zij de Europese bepalingen en die van dit besluit naleven en de Dienst vooraf schriftelijk daarover inlichten. § 2. De slachthuizen die krachtens paragraaf 1, lid 1, niet tot de indeling van de karkassen overgaan, mogen daarop geen tekens aanbrengen die kunnen worden verward met de merktekens van het geraamd aandeel mager vlees of bevleesdheid.

Art. 8.§ 1. Voor de indeling van de varkenskarkassen volgens het geraamd aandeel mager vlees mag door de slachthuizen enkel gebruik worden gemaakt van één van in bijlage 3 bedoelde indelingsmethoden. § 2. De slachthuizen die de karkassen indelen volgens het geraamde aandeel mager vlees, mogen een indeling uitvoeren volgens de bevleesdheid op voorwaarde dat zij de bepalingen van dit besluit naleven en hiervan de Dienst vooraf schriftelijk op de hoogte brengen.

Art. 9.Voor de indeling van de varkenskarkassen volgens het geraamd aandeel bevleesdheid mag door de slachthuizen enkel gebruik worden gemaakt van één van in bijlage 4 bedoelde indelingsmethoden.

De Minister kan bijlage 4 wijzigen of aanvullen om een nieuwe indelingsmethode volgens de bevleesdheid goed te keuren.

Art. 10.Om een nieuwe methoden voor de indeling volgens het geraamd aandeel mager vlees, volgens de bevleesdheid of wijzigingen aan reeds erkende methoden te laten goedkeuren, dient de aanvrager een dossier voor te leggen aan de Minister met de volgende gegevens : 1° een technische beschrijving van de voorgestelde indelingsmethode met in voorkomend geval een beschrijving van de punten waarvoor de in artikel 8 of 9 bedoelde methode gewijzigd werd;2° een beschrijving van de locatie(s) waar de proeven kunnen worden uitgevoerd;3° de testperiode;4° een omstandige omschrijving van de tests die met het oog op de goedkeuring van de methode uitgevoerd dienen te worden. Als het dossier volledig is, verleent de Directeur van de Dienst een afwijking van de bepalingen van artikelen 8 en 9 voor de karkassen waarop de tests worden uitgevoerd en deelt de Europese Commissie het testdossier voor de nieuwe indelingsmethode volgens het geraamde gehalte mager vlees mee.

Art. 11.De Dienst verricht de tests met betrekking tot : 1° nieuwe methoden voor de indeling volgens het geraamd aandeel mager vlees en aanpassingen van reeds erkende indelingsmethoden omschreven in bijlage 3;2° nieuwe methoden voor de indeling volgens de bevleesdheid en aanpassingen aan reeds erkende methoden, omschreven in bijlage 4, overeenkomstig de procedure bepaald in bijlage 5. De Dienst zamelt de gegevens in bepaald in bijlage 5. Enkel de dossiers voor gunstig geteste methoden worden in een protocol aan de Minister voor erkenning voorgelegd.

Art. 12.De tests bedoeld in artikel 11 kunnen gedeeltelijk of geheel gedelegeerd worden aan een door de Minister aangewezen natuurlijke of rechtspersoon die voor het uitvoeren van de tests bevoegd is.

Art. 13.De voor de indeling gebruikte apparatuur is conform de technische fiche, verstrekt door de fabrikant, en betrouwbaar. Het wordt conform en betrouwbaar geacht als het slachthuis de Dienst een afschrift bezorgt van een contract waaruit blijkt dat het materieel door een gespecialiseerde firma onderhouden wordt.

De firma bedoeld in lid 1 verstrekt het slachthuis jaarlijks een certificaat waaruit de ijking van het materieel blijkt.

Het slachthuis neemt deel aan de testprocedure, georganiseerd door de Dienst. Als de testprocedure geslaagd wordt geacht, verstrekt de Directeur van de Dienst of diens gemachtigde het slachthuis een attest.

Art. 14.Het gewicht van het varkenskarkas wordt op tweehonderd gram na bepaald.

Art. 15.De karkassen worden gemerkt overeenkomstig artikel 21 van Verordening nr. 1249/2008. De Minister kan een ander merkingsprocédé toelaten.

Als de indeling naar bevleesdheid gebruikt wordt, worden halve karkassen gemerkt op het zwoerd van de achterschenkel of de ham. De type-index wordt gescheiden van de vermelding voor het geraamd aandeel mager vlees door een liggend streepje. HOOFDSTUK IV. - Opleiding, bijscholing, beoordeling en erkenning van de classificateurs

Art. 16.De indeling wordt verricht door classificateurs die erkend zijn door de Directeur van de Dienst of diens gemachtigde. Deze werken onder de verantwoordelijkheid van de uitbater van het slachthuis.

De erkenningsaanvraag moet aan de Dienst worden gericht door de uitbater van het slachthuis.

De erkenning blijft één jaar geldig. De erkenning is persoonlijk en niet vatbaar voor overdracht. Zij vermeldt de identiteit van de houder, zijn erkenningsnummer en de geldigheidsduur van de erkenning.

Art. 17.De toekenning van de erkenning wordt beperkt tot de natuurlijke personen die de opleiding of de bijscholing hebben gevolgd en die een gunstige evaluatie, bedoeld in artikel 19, hebben gekregen.

Art. 18.De opleiding, de bijscholing en de beoordeling worden door de Dienst uitgevoerd. Het geheel of een gedeelte van die opdracht kan opgedragen worden aan een door de Minister aangewezen natuurlijke of rechtspersoon die bevoegd is om die taken uit te voeren.

De opleiding omvat : 1° een theoretisch gedeelte over de reglementering en de technieken voor karkasindeling;2° een praktisch gedeelte;wat betreft runderkarkassen, minimum drie indelingssessies in verschillende slachthuizen.

De bijscholing omvat de deelname, in het slachthuis van de betrokken kandidaat classificateur, aan een indelingszitting waarin veertig runderkarkassen worden behandeld.

Art. 19.De evaluatie, met als inhoud de materies bedoeld in artikel 18, lid 2, wordt verzekerd door de Dienst en vindt plaats in het door de kandidaat-classificateur gekozen slachthuis.

Art. 20.Het behoud van de erkenning is voor de classificateur onderworpen aan volgende voorwaarden : 1° alle reglementaire bepalingen inzake de indeling in acht nemen;2° zich onderwerpen aan de controles van het controle-orgaan en dienst en hun instructies opvolgen. De erkenning kan door de Directeur van de Dienst of diens gemachtigde worden ingetrokken wanneer de in lid 1 bedoelde voorwaarden niet in acht worden genomen. Indien het om kleine tekortkomingen gaat, kan het behoud van de erkenning worden onderworpen aan de voorwaarde tot het volgen van een bijkomende opleiding.

De classificateur kan bij de Inspecteur-generaal het beroep indienen, waarvan sprake in artikel D.17 van het Wetboek en dit, binnen een termijn van vijfenveertig dagen te rekenen vanaf de ontvangstdatum van het schrijven waarbij de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld hem wordt ter kennis gebracht.

Na onderzoek van de verweermiddelen van de betrokkene, kan de Inspecteur-generaal laatstgenoemde oproepen om hem te horen. Andere interveniënten kunnen erom verzocht worden aan het gesprek deel te nemen.

Binnen een termijn van zestig dagen te rekenen van de datum van ontvangst van het schrijven waarbij hij over de aanvraag tot beroepsindiening wordt ingelicht, treft de Inspecteur-generaal een beslissing die hij overmaakt aan de Directeur van de Dienst en, bij aangetekend schrijven, aan betrokkene. HOOFDSTUK V. - Registratie, mededeling en beheer van de resultaten van de indeling

Art. 21.De registratie van de indelingsgegevens vermeldt het resultaat van de indeling en het slachthuis treft alle noodzakelijke maatregelen om te zorgen voor een volledige traceerbaarheid van de gegevens m.b.t. de identificatie, het wegen en het indelen van de karkassen. Het erkenningsnummer van de classificateur die de karkassen heeft ingedeeld wordt aangegeven.

De gegevens omschreven in lid 1 worden, ten minste tot op het einde van het jaar volgend op het lopend jaar, op een digitale informatiedrager bewaard.

Art. 22.§ 1. De resultaten van de indeling worden schriftelijk aan de leverancier medegedeeld binnen de acht dagen volgend op het slachten.

Deze mededeling kan evenwel ook elektronisch verricht worden als dit vooraf door de bestemmeling is aangevraagd. In dit laatste geval worden de resultaten van de indeling binnen de vierentwintig uur aan de leverancier medegedeeld. § 2. Wat runderen betreft, moet het slachthuis, naast het resultaat van de indeling die moet worden meegedeeld in de vorm bedoeld in artikel 7, 2°, van Verordening (EEG) nr 1249/2008, ten minste de volgende gegevens meedelen aan de leveranciers : 1° het identificatienummer van het dier;2° de slachtdatum;3° het warme karkasgewicht;4° de vermelding van de aanbiedingsvorm, de subklassen van bevleesdheid en van vetheid. § 3. Voor de varkens deelt het slachthuis de leverancier van de op basis van het geslachte gewicht verkochte varkens mee : 1° de slachtdatum;2° het warme karkasgewicht;3° het geraamd aandeel mager vlees;4° het type-getal, indien de indeling volgens de bevleesdheid wordt uitgevoerd. § 4. De leveranciers leggen op verzoek de resultaten van de indeling van de verrichte slachtingen, alsook alle andere informatie over de geslachte runderen en de desbetreffende prijzen, voorl aan de administratie in de zin van artikel D.3, 3°.

Art. 23.Het slachthuis dient het controle-orgaan elektronisch, uiterlijk de werkdag volgend op het slachten, het resultaat van de indeling van de karkassen mee, samen met volgende gegevens : 1° voor de runderen : a) de datum van het slachten;b) het volgnummer dat aan het slachthuis eigen is;c) de productiemethode;d) het erkenningsnummer van de classificateur;e) het identificatienummer van het rund;f) het nummer van de kudde van herkomst;g) de ISO-code van het land van de kudde van herkomst;h) de geboortedatum van het rund;i) de ISO-code van het land van de geboortekudde;j) het warme gewicht van het karkas;k) de categorie van het karkas;l) de bevleesdheid met subklassen;m) de vetmestingstaat met subklassen;n) de aanbieding van het karkas;2° voor de varkens : a) de datum van het slachten;b) het volgnummer dat aan het slachthuis eigen is;c) de tarawaarde;d) het erkenningsnummer van de classificateur;e) de code van de klophamerstempel;f) de ISO-code van het land van de kudde van herkomst;g) het geslacht van het dier, wanneer dat gegeven beschikbaar is;j) het warme gewicht van het karkas;c) de spekdikte, wanneer dat gegeven beschikbaar is;c) de spierdikte, wanneer dat gegeven beschikbaar is;k) het geraamd aandeel mager vlees;l) de hoek van de ham, indien de indeling volgens de bevleesdheid wordt uitgevoerd;l) de hoek van de ham, indien de indeling volgens de bevleesdheid wordt uitgevoerd;n) het type-getal, indien de indeling volgens de bevleesdheid wordt uitgevoerd.

Art. 24.§ 1. Via zijn website of uiterlijk de werkdag volgend op de ontvangst ervan, worden volgende gegevens door het controle-orgaan ter beschikking van de producenten gesteld : 1° voor de runderen : a) de datum van het slachten;b) het identificatienummer van het rund;c) het nummer van de kudde van herkomst;d) het warme gewicht van het karkas;e) de categorie van het karkas;f) de bevleesdheid met subklassen;g) de vetmestingstaat met subklassen;h) de aanbieding van het karkas;2° voor de varkens : a) de datum van het slachten;b) het volgnummer dat aan het slachthuis eigen is;c) de code van de klophamerstempel;d) het warme gewicht van het karkas;c) de spekdikte, wanneer dat gegeven beschikbaar is;c) de spierdikte, wanneer dat gegeven beschikbaar is;g) het geraamd aandeel mager vlees;l) de hoek van de ham, indien de indeling volgens de bevleesdheid wordt uitgevoerd;l) de hoek van de ham, indien de indeling volgens de bevleesdheid wordt uitgevoerd;j) het type-getal, indien de indeling volgens de bevleesdheid wordt uitgevoerd. De gegevens die ter beschikking staan van de producenten, identificeren het slachthuis, waarin de slachthandelingen uitgevoerd zijn.

Elke producent heeft inzage in de gegevens met betrekking tot de karkassen van zijn eigen dieren. Daartoe richt de producent een aanvraag aan het controleorganisme, dat hem in ruil daarvoor een identificatiecode en een wachtwoord toekent voor de raadpleging van de gegevens. Als een producent zich niet in staat acht om de website van het controleorganisme te gebruiken, kan hij erom verzoeken dat de gegevens hem op een andere wijze worden verzonden, mits overname van de kosten voortvloeiend uit die verrichtingen. § 2. Wat de runderen betreft, wordt door het controle-orgaan, volgens de correctiefactoren vastgesteld in bijlage 3 van Verordening nr. 1249/2008 en onder aftrek van twee percent van het warm gewicht, een koud standaardgewicht in de aanbieding van code 0 van bijlage 1 ter beschikking van de producent gesteld.

Art. 25.Het slachthuis deelt het controle-orgaan uiterlijk de tiende van elke maand de statistieken van de in de voorgaande maand verrichte slachtingen per categorie en per indeling mee. Deze statistieken bevatten het resultaat van de indeling, het aantal dieren en het totaal warm gewicht per indeling. HOOFDSTUK VI. - Controle en autocontrole.

Art. 26.§ 1. De Minister kan een controle-orgaan erkennen met het oog op de uitvoering van de controle op de indeling van de karkassen en het toezicht op de door de slachthuizen ingestelde autocontrole overeenkomstig artikel 30. § 2. Om erkend te worden, moet het controle-orgaan voldoen aan volgende voorwaarden : 1° beschikken over statuten die de onafhankelijkheid, de autonomie, de besluitvormingscapaciteit en het niet-bestaan van belangenconflicten garanderen;2° beschikken over erkende controleurs en over het voor de controle noodzakelijke materiaal; 3° beschikken over protocollen die de uitoefening van de toegewezen taken garandeert op vlak van : a) de controleprocedure m.b.t. de indeling in slachthuizen; b) de minimale autocontroleprocedure die moet worden ingesteld binnen slachthuizen;c) de procedure waarbij het zelf zorgt voor haar eigen autocontrole;d) de terbeschikkingstelling van de indelingsresultaten aan de producenten;e) het beheer van de informatie in een databank, voorzien van een effectieve verbinding met de officiële databanken voor de identificatie van runderen en varkens; f) de instelling van een versterkt controlesysteem t.a.v. slachthuizen die hun verbintenissen niet nakomen.

Art. 27.Het controleorgaan stuurt de Dienst de gegevens die nodig zijn voor de vaststelling van de rechten die door de slachthuizen betaald moeten worden inzake de indeling van geslachte volwassen runderen en varkens.

Om erkend te worden, moet het controle-orgaan voldoen aan volgende voorwaarden : 1° de controle- en indelingsresultaten overmaken aan de Dienst volgens de voorgeschreven vorm en modaliteiten;2° zich onderwerpen aan de instructies van de Minister en aan de controle van de Dienst.

Art. 28.De opleiding van de toezichthouders wordt verzekerd door de Dienst. Het geheel of een gedeelte van die opdracht kan echter opgedragen worden aan een door de Minister aangewezen structuur.

De opleiding omvat : 1° een theoretisch gedeelte over de reglementering en de technieken voor karkasindeling;2° een praktisch gedeelte met minimum vijf indelingssessies in verschillende slachthuizen.

Art. 29.§ 1. De controleur wordt door de Directeur van de Dienst of diens gemachtigde erkend. De erkenning blijft één jaar geldig. De erkenning is persoonlijk en niet vatbaar voor overdracht. Zij vermeldt de identiteit van de houder, zijn erkenningsnummer en de geldigheidsduur van de erkenning.

De controleurs worden jaarlijks door de Dienst beoordeeld. § 2. De toekenning en het behoud van de erkenning is onderworpen aan volgende voorwaarden : 1° de controleur moet voldoen aan de evaluatie die door de Dienst wordt georganiseerd op grond van de resultaten verkregen bij de opleiding en bij de door de Dienst uitgevoerde controles;2° hij moet alle reglementaire bepalingen inzake de indeling in acht nemen;3° hij moet zich onderwerpen aan de controle door de Dienst en moet zijn onderrichtingen opvolgen. § 3. De erkenning kan door de Directeur van de Dienst of diens gemachtigde worden ingetrokken wanneer de in lid 2 bedoelde voorwaarden niet in acht worden genomen. Indien het om kleine tekortkomingen gaat, kan het behoud van de erkenning worden onderworpen aan de voorwaarde tot het volgen van een bijkomende opleiding.

De controleur kan bij de Inspecteur-generaal het beroep indienen, waarvan sprake in artikel D.17 van het Wetboek en dit, binnen een termijn van vijfenveertig dagen te rekenen vanaf de ontvangstdatum van het schrijven waarbij de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld hem wordt ter kennis gebracht.

Na onderzoek van de verweermiddelen van de betrokkene, kan de Inspecteur-generaal laatstgenoemde oproepen om hem te horen. Andere interveniënten kunnen erom verzocht worden aan het gesprek deel te nemen.

Binnen een termijn van zestig dagen te rekenen van de datum van ontvangst van het schrijven waarbij hij over de aanvraag tot beroepsindiening wordt ingelicht, treft de Inspecteur-generaal een beslissing die hij overmaakt aan de Directeur van de Dienst en, bij aangetekend schrijven, aan betrokkene.

Art. 30.Elk slachthuis dat overgaat tot de indeling van de karkassen, moet een autocontrolesysteem instellen, toepassen en behouden dat de indeling, het behouden van de resultaten en de mededeling ervan dekt, overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk 5.

Het autocontrolesysteem heeft betrekking tot : 1° de voldoende beschikbaarheid van erkende toezichthouders;2° de objectieve informatiegegevens die ter beschikking van de classificateur zijn gesteld met het oog op de bepaling van de categorie volgens de bepalingen van bijlage IV, II van Verordening nr. 1308/2013 en volgens de bepalingen bedoeld in artikel 3; 3° de aard van de gegevens die vermeld zijn op de etiketten, alsook de procedure voor de invoer van die gegevens;4° de overeenstemming tussen het dier en de gegevens voor de identificatie en de indeling van het karkas;5° de goede werking van het apparaat;6° het behouden van de individuele resultaten betreffende het wegen en het indelen van elk geslacht dier;7° de registratie en de bewaring van het oorspronkelijk gegeven en iedere later aangebrachte wijziging, evenals de identificatie van de classificateur die de wijziging heeft verricht;8° de registratie van het bevel van de officiële veearts om het litteken van de keizersnede om sanitaire redenen weg te nemen;9° de mededeling van de resultaten;10° de mededeling van de resultaten van de indeling aan de leverancier, de aard van de medegedeelde gegevens, evenals de frequentie en de wijze van mededelen;11° de beroepsprocedure die gevolgd moet worden bij klacht van de producent of de leverancier;12° de mededeling van de resultaten van de indeling aan het controle-orgaan, met het oog op terbeschikkingstelling ervan aan de producenten, de aard van de medegedeelde gegevens, de frequentie en de wijze van mededeling en, in voorkomend geval, de overeenkomst gesloten met het controle-orgaan voor de uitvoering van die opdracht;13° de maandelijkse mededeling van de resultaten van de indeling aan het controle-orgaan, de aard van de medegedeelde gegevens, de frequentie en de wijze van mededeling.

Art. 31.Het geheel van de ingevoerde procedures om te voldoen aan de bepalingen van artikel 30 worden omschreven in een document, "autocontroleprocedure" genaamd, dat de voorafgaande goedkeuring van de directeur van de Dienst of diens gemachtigde behoeft.

Om dat document op te stellen, mag het slachthuis gebruik maken van een door het controle-orgaan opgemaakt en door de Dienst goedgekeurd typedocument.

Elke wijziging van het goedgekeurde document behoeft ook de voorafgaande goedkeuring van de directeur van de Dienst of diens gemachtigde. HOOFDSTUK VII. - De vaststelling van de rechten

Art. 32.§ 1. Rechten die aan het Fonds betaald moeten worden, worden het slachthuis opgelegd voor de controle op de indeling van de geslachte runderen en varkens, voor het toezicht op de door de betrokken slachthuizen ingestelde autocontrole alsmede voor het beheer en de terbeschikkingstelling van de indelingsresultaten door het controle-orgaan.

Die rechten worden jaarlijks vastgesteld na afsluiten van de controles van het betrokken kalenderjaar. § 2. Rechten die aan het Fonds betaald moeten worden, worden het slachthuis opgelegd voor de uitvoering van de verscherpte controles bedoeld in artikel 26, § 2, 3°, f). § 3. Rechten die aan het Fonds betaald moeten worden, worden het slachthuis opgelegd voor de opleidingen, bijscholingen en de beoordelingen van de classificateurs van de slachthuizen bedoeld in artikel 16.

Die rechten worden uiterlijk op het ogenblik van de inschrijving van een classificateur voor de opleiding en de beoordeling door het slachthuis gestort.

Art. 33.De rechten bedoeld in artikel 32 worden overeenkomstig de bepalingen opgenomen in bijlage 2 vastgesteld.

De bedragen van die rechten worden met vijf percent verhoogd op 1 juli van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar in de loop waarvan de gezondheidsindex van één van de maanden toeneemt met een veelvoud van 5% t.o.v. de basisindex. De gezondheidsindex van maart 2016 wordt als referentie gebruikt.

Art. 34.De overeenkomstig dit hoofdstuk gefactureerde bedragen zijn verschuldigd binnen dertig dagen na verzending van de debetnota per gewone post, behalve als een andere termijn op de factuur vermeld wordt.

Als de factuur niet betaald is op de vervaldatum, wordt een eerste herinneringsbrief per gewone post toegestuurd.

Als het bedrag binnen dertig dagen na de eerste herinnering niet betaald wordt, wordt een tweede herinneringsbrief met aanmaning bij aangetekend schrijven of door elk ander middel dat de verzending bevestigt, toegestuurd. Het versturen van een tweede herinneringsschrijven houdt een verhoging van het oorspronkelijk verschuldigde bedrag met tien percent in. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen

Art. 35.De Minister kan secundaire technische wijzigingen of detailwijzigingen invoern in de bijlagen bij dit besluit om redenen van ontwikkeling van wetenschap en techniek en de Europese besluitvorming.

Art. 36.Het is de slachthuizen die de karkassen moeten indelen, verboden karkassen of stukken in de handel te brengen, aan te bieden, tentoon of te koop te stellen, voor de verkoop te vervoeren, te verkopen, te leveren of af te staan, uit te voeren, indien zij niet werden onderworpen aan de overeenkomstig dit besluit voorgeschreven indeling.

Art. 37.Het slachthuis, de classificateur en het erkende controle-orgaan zijn verplicht aan de door Dienst aangewezen personen de nodige bijstand te verlenen bij de uitoefening van hun controletaken.

Die bijstand kan erin bestaan, vrije toegang te verlenen tot de gezamenlijke installaties van het controle-orgaan, het slachthuis en de bijhorende koelkasten waarin de karkassen worden bewaarde en de documenten en informatie met betrekking tot de indeling voor te leggen.

Art. 38.Opgeheven worden : 1° het besluit van de Waalse Regering van 1 april 2004 houdende vaststelling van het schema en de toepassingsmodaliteiten voor de indeling van geslachte volwassen runderen en varkens, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 29 oktober 2009 en bij het ministerieel besluit van 13 maart 2014;2° het besluit van de Waalse Regering van 29 oktober 2009 tot vaststelling van de rechten te betalen inzake de indeling van geslachte volwassen runderen en varkens, tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 1 april 2004 houdende vaststelling van het schema en de toepassingsmodaliteiten voor de indeling van geslachte volwassen runderen en varkens en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 19 april 2007 betreffende de Raad van het Begrotingsfonds voor de kwaliteit van dierlijke en plantaardige producten;3° het ministerieel besluit van 19 juni 2007 tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten voor de indeling van geslachte volwassen runderen.

Art. 39.De Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 6 juli 2017.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Landbouw, Natuur, Landelijke Aangelegenheden, Toerismeen en Luchthavens, afgevaardigde voor de Vertegenwoordiging bij de Grote Regio, R. COLLIN

Bijlage 1 Toegelaten aanbieding van het runderkarkas bij de weging, de indeling en het merken en nadere toepassingsregels

Artikel 1.Het karkas wordt aangeboden 1° zonder het zakvet, het hartzakje en de vette nekaders;2° zonder ruggemerg.

Art. 2.Het slachthuis kiest voor elke karkas een passende aanbieding uit de lijst der toegelaten aanbiedingen in de tabel opgenomen in artikel 3 van deze bijlage. Elke aanbieding wordt door een bepaalde code vastgesteld.

Art. 3.De gekozen aanbieding wordt tot op de dag volgend op de dag van het slachten behouden.

Na de merking en weging mag geen vet van het karkas worden verwijderd tot het ogenblik dat de voor- en/of achtervoeten worden uitgebeend.

Code

Middenrif

Longhaas

Staart

Nieren

Niervet

Slotvet

Verwijdering overtollig dekvet

0

+

+

+

-

-

-

JA

1

-

-

-

-

-

-

JA

2

+

-

-

-

-

-

JA

5

+

+

-

-

-

-

JA

9

+

+

+

+

+

+

NEE


In de tabel hebben de tekens volgende betekenis : "-" : orgaan, lichaamsdeel waar het vet waarvan sprake verwijderd moet worden; orgaan, lichaamsdeel waar het vet waarvan sprake niet verwijderd mag worden; ja : het verwijderen van het overtollig dekvet is toegelaten;"nee" : het verwijderen van het overtollig dekvet is verboden.

Gezien om gevoegd te wordenbij het besluit van de Waalse Regering van 6 juli 2017 betreffende de indeling van runder- en varkenskarkassen.

Namen, 6 juli 2017.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Landbouw, Natuur, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme en Luchthavens, afgevaardigde voor de Vertegenwoordiging bij de Grote Regio, R. COLLIN

Bijlage 2 Vaststelling van de rechten

Artikel 1.In de rechten die aan het Fonds betaald moeten worden voor de controle op de indeling van de geslachte runderen en varkens, voor het toezicht op de door de betrokken slachthuizen ingestelde autocontrole alsmede voor het beheer en de terbeschikkingstelling van de indelingsresultaten zijn alle taksen inbegrepen.

Verschuldigd bedrag per geslacht volwassen rund 0,6325 euro.

Verschuldigd bedrag per geslacht varken 0,046 euro.

Art. 2.In de rechten die het Fonds verschuldigd zijn voor de uitvoering van de verscherpte controles zijn alle taksen inbegrepen.

Voor een eerste verscherpte controle verschuldigd bedrag : 60,00 euro.

Voor een tweede verscherpte controle verschuldigd bedrag : 215,00 euro.

Art. 3.In de rechten die het Fonds verschuldigd zijn voor de opleidingen, bijscholingen en beoordelingen van de classificateurs zijn alle taksen inbegrepen.

Het verschuldigd bedrag voor de opleiding en de beoordeling bedraagt 100,00 euro per ingeschreven persoon.

Het verschuldigd bedrag voor de bijscholing en de beoordelnng bedraagt 100,00 euro per ingeschreven slachthuis.

Gezien om gevoegd te wordenbij het besluit van de Waalse Regering van 6 juli 2017 betreffende de indeling van runder- en varkenskarkassen.

Namen, 6 juli 2017.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Landbouw, Natuur, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme en Luchthavens, afgevaardigde voor de Vertegenwoordiging bij de Grote Regio, R. COLLIN

Bijlage 3 Indelingsmethoden varkenskarkassen voor de raming van het aandeel mager vlees.

Deel A - "Capteur Gras/Maigre - Sydel (CGM)". 1° Beschrijving van het indelingstoestel. Dit apparaat is uitgerust met een Sydel-hogedefinitiesonde van 8 mm diameter met infraroodfotodiode (Honeywell) en twee fotodetectoren (Honeywell). Het meetbereik is begrepen tussen 0 en 105 mm.

De gemeten waarden worden door het toestel zelf omgerekend in een schatting van het mager-vleesaandeel. 2° Ramingsmethode voor het bepalen van het aandeel mager vlees. Het mager-vleesaandeel van een karkas wordt aan de hand van de onderstaande formule berekend : Y = 66,09149 - 0,82047 * X1 + 0,10762 * X2waarin : y = geschat aandeel mager vlees van het geslachte varken;

X1 = rugspekdikte (met inbegrip van het zwoerd) in millimeter, gemeten op 6 centimeter van de middellijn van het hele geslachte varken tussen de derde- en de vierde laatste rib;

X2= de rugspierdikte in millimeter, in één handeling en op dezelfde plaats en dezelfde wijze gemeten als X11.

De formule is geldig voor karkassen met een gewicht van 60 tot 130 kg. 3° Gebruiksaanwijzing. Bij aanvang van iedere slachtdag dient de meetsonde gecontroleerd te worden aan de hand van het testblokje. Dit testblokje stelt een vaste waarde van vet- en vleesdikte voor 20 mm vet en 60 mm vlees. Het resultaat van de test, de datum, het uur en het identificatienummer van de persoon die de indeling uitvoert worden afgedrukt op de listing.

Indien één van de testwaarden de toegelaten afwijking van 1 mm vetdikte of 1 mm vleesdikte overschrijdt, moet het slachthuis het indelingsapparaat onmiddellijk door de constructeur laten herijken.

Het karkas wordt met de meetsonde geprikt : a) in de linker slachthelft;b) een 1e maal tussen 2de en 3de laatste rib (referentiemeetplaats);c) een 2de maal tussen de 3de en 4de laatste rib (officiële meetplaats);d) horizontaal en evenwijdig aan het kliefvlak;e) 6 cm van het kliefvlak. Het mespunt van de meetsonde dient tot in de buikholte te worden doorgeprikt.

De twee prikplaatsen laten toe bepaalde prikfouten te achterhalen en te verbeteren.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deel B - Het Giralda Choirometer PG 200. 1° Beschrijving van het indelingstoestel. Het indelingstoestel is uitgerust met een sonde (Siemens KOM 2110) van 6 mm, met een fotodiode (LED Siemens F 28) en een fotodetector (Siemens F 232) en heeft een meetbereik van 0 tot 125 mm.

De gemeten waarden worden door het toestel zelf omgerekend in een schatting van het mager-vleesaandeel. 2° Ramingsmethode voor het bepalen van het aandeel mager vlees. Het mager-vleesaandeel van een karkas wordt aan de hand van de onderstaande formule berekend : Y = 70,09860 - 0,84616 * X1 + 0,091860 * X2waarin : y = geschat aandeel mager vlees van het geslachte varken;

X1 = de rugspekdikte (met inbegrip van het zwoerd) in millimeter, gemeten loodrecht op de rug van het geslachte varken (7 cm van de scheidingslijn aan de buitenkant en ongeveer 4 cm van de scheidingslijn aan de binnenkant) tussen de derde- en de vierdelaatste rib;

X2= de rugspierdikte in millimeter, in één handeling en op dezelfde plaats en dezelfde wijze gemeten als X11.

De formule is geldig voor karkassen met een gewicht van 60 tot 130 kg. 3° Gebruiksaanwijzing. Bij aanvang van iedere slachtdag dient de meetsonde gecontroleerd te worden aan de hand van het testblokje. Dit testblokje stelt een vaste waarde van vet- en vleesdikte voor 20 mm vet en 60 mm vlees. Het resultaat van de test, de datum, het uur en het identificatienummer van de persoon die de indeling uitvoert worden afgedrukt op de listing.

Indien één van de testwaarden de toegelaten afwijking van 1 mm vetdikte of 1 mm vleesdikte overschrijdt, moet het slachthuis het indelingsapparaat onmiddellijk door de constructeur laten herijken.

Het karkas wordt met de meetsonde geprikt : a) in de linker slachthelft;b) tussen de 3e en 4e laatste rib;c) horizontaal en loodrecht op het prikvlak;d) 7 cm van het kliefvlak. Het mespunt van de meetsonde dient tot in de buikholte te worden doorgeprikt.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deel C - VCS 2000 (systeem met 3 camera's) 1° Beschrijving van het indelingstoestel. Het VCS 2000-apparaat (systeem met 3 camera's) is een fotoverwerkingssysteem voor de automatische bepaling van de handelswaarde van halve geslachte varkens. Het apparaat wordt online gebruikt, waarbij de geslachte halve varkens automatisch door een camera worden gefilmd.

De fotogegevens worden vervolgens verwerkt aan de hand van speciaal daarvoor bestemde software. De gemeten waarden worden door het toestel zelf omgerekend in een schatting van het mager-vleesaandeel. 2° Ramingsmethode voor het bepalen van het aandeel mager vlees. Het mager-vleesaandeel van een karkas wordt aan de hand van de onderstaande formule berekend : Y = 51,85549 + 0,013351 * TL1 + 0,020216 * TL4 + 0,012917 * TL6 - 0,0061754 * TL7 + 0,014479 * TL8 - 0,000020016 * HF13 - 0,0067020 * HL7 - 0,015821 * HL8 + 10,97550 * HV1 - 0,000010969 * HF26 - 0,00043912 * HF28 - 0,000021232 * HF31 - 0,000019406 * HF34 - 0,024227 * HL15 - 0,0099866 * HL17 - 0,0085447 * HL18 - 0,020238 * HL20 - 0,0086577 * 51,85549 - 0,013351 * TL1 - 0,020216 * TL4 + 0,012917 * TL6 - 0,0061754 * TL7 - 0,014479 * TL8 - 0,000020016 * 0,0067020 - HL7 * 0,015821 + HL8 * 10,97550 - HV1 * FBAR4 - 0010999 * KBAR4 - 0,018434 * FBAM4 - 0,017239 * SBAR5 + 0,072272 * VBAR5 - 0,0071030 * SBAM5 + 0,068737 * VBM5 - 3,68219 * TL2/TL8 - 1,17220 * TL5/TL8 - 3,19090 * TL7/TL8 + 4,49917 * TL1/TL5 + 9,13323 * TL4/TL5 + 4,82528 * TL6/TL5 - 6,62198 * HL15/HL7 - 2,36961 * HL17/HL7 - 1,75295 * HL18/HL7 - 5,58346 * HL20/HL7 - 1,66395 * HL23/HL7 + 2,85610 * HL30/HL7 + 0,0034487 * HL1/HL18 + 0,0036430 * HL4/HL18 + 0,0046569 * HL9/HL18 + 0,096880 * HL10/HL18 + 0,0051002 * HL12/HL18 + 0,076501 * HL13/HL18 + 0,0054646 * HL14/HL18 - 1,49515 * HL15/HL18 - 1,18547 * HL20/HL18 + 0,082962 * HL27/HL18 + 0,071890 * HL30/HL18 + 0,086655 * HL32/HL18 + 44,62296 * HF2/HF1 - 44,62325 * HF3/HF1 + 26,92160 * HF4/HF1 - 2,60469 * HF26/HF1 - 138,22300 * HF28/HF1 - 5,26517 * HF31/HF1 - 4,09877 * HF34/HF1 + 108,30840 * HF37/HF1 + 8,05099 * HF40/HF1 + 0,30959 * HF4/HF26 + 1,21963 * HF20/HF26 - 20,88758 * HF28/HF26 + 1,67606 * HF37/HF26 + 0,15193 * HF40/HF26 waarin : y = geschat aandeel mager vlees van het geslachte varken;

TL1, TL4, TL6, ... HF40/HF26 de door VCS HF40/HF26 (systeem met 2000 camera's) gemeten variabelen.

De formule is geldig voor karkassen met een gewicht van 60 tot 130 kg. 3° Gebruiksaanwijzing. Bij aanvang van iedere slachtdag wordt het beeldanalysesysteem gecontroleerd met behulp van een sjabloon goedgekeurd door de dienst.

Het resultaat van de test, de datum, het uur en het identificatienummer van de persoon die de indeling uitvoert worden afgedrukt op de listing.

De toegelaten afwijking tussen de tijdens de test gemeten waarde en de waarde van de sjabloon is : a) 2° voor de hoek van de ham;b) 2,5 voor elke van de andere metingen (zie Fig.1 en 2).

Indien één van de tijdens de test gemeten waarden de hierboven vermelde toegelaten afwijking overschrijdt, moet het slachthuis het indelingsapparaat onmiddellijk door de constructeur laten herijken.

Bovendien moet het slachthuis, als de door het apparaat gemeten helderheid niet inbegrepen is tussen 210 en 240 lux, het indelingsapparaat ook onmiddellijk door de constructeur laten herijken.

De metingen worden op de linker slachthelft uitgevoerd.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deel D - Hennessy Grading Probe (HGP4) 1° Beschrijving van het indelingstoestel. Het apparaat HGP4 is uitgerust met een sonde van HGP4 mm diameter (bij het mes aan de punt van de sonde 5,95 mm) met fotodiode en fotodetector en heeft een meetbereik van 6,3 tot 0 mm.

De gemeten waarden worden door de HGP4 zelf of met behulp van een daaraan gekoppelde computer omgezet in een geschat magervleesaandeel. 2° Ramingsmethode voor het bepalen van het aandeel mager vlees. Het mager-vleesaandeel van een karkas wordt aan de hand van de onderstaande formule berekend : Y = 70,37871 - 0,86986 * X1 + 0,080138 * X2waarin : y = geschat aandeel mager vlees van het geslachte varken;

X1 = rugspekdikte (met inbegrip van het zwoerd) in millimeter, gemeten op 6 centimeter van de middellijn van het hele geslachte varken tussen de derde- en de vierde laatste rib;

X2= de rugspierdikte in millimeter, in één handeling en op dezelfde plaats en dezelfde wijze gemeten als X11.

De formule is geldig voor karkassen met een gewicht van 60 tot 130 kg. 3° Gebruiksaanwijzing. Bij aanvang van iedere slachtdag dient de meetsonde gecontroleerd te worden aan de hand van het testblokje. Dit testblokje stelt een vaste waarde van spek- en spierdikte voor 20 mm spek en 48 mm spier. Het resultaat van de test, de datum, het uur en het identificatienummer van de persoon die de indeling uitvoert worden afgedrukt op de listing.

De toegelaten afwijking tussen de tijdens de test gemeten waarde en de waarde van het testblokje is 1 mm voor de spekdikte of voor de spierdikte.

Indien één van de tijdens de test gemeten waarden de hierboven vermelde toegelaten afwijking overschrijdt, moet het slachthuis het indelingsapparaat onmiddellijk door de constructeur laten herijken.

Het karkas wordt met de meetsonde geprikt : a) in de linker slachthelft;b) tussen de 3e en 4e laatste rib;c) horizontaal en evenwijdig aan het kliefvlak;d) 6 cm van het kliefvlak. Het mespunt van de meetsonde dient tot in de buikholte te worden doorgeprikt.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld DEEL E - OPTISCAN-TP 1° Beschrijving van het indelingstoestel. Dit apparaat is uitgerust met een digitale beeldvormer, waarmee een lichtfoto van de twee meetpunten op de geslachte varkens wordt gemaakt.

De beelden vormen de basis voor de berekening van de spek- en spierdikte volgens de tweepuntenmethode "Zwei-Punkte Messverfahren (ZP)".

De gemeten waarden worden door het Optiscan-TP-apparaat zelf omgezet in een schatting van het aandeel mager vlees. De foto's worden opgeslagen en kunnen later worden gecontroleerd. De geïntegreerde BluetoothR-interface maakt een gemakkelijke gegevensoverdracht mogelijk. 2° Ramingsmethode voor het bepalen van het aandeel mager vlees. Het mager-vleesaandeel van een karkas wordt aan de hand van de onderstaande formule berekend : Y = 58,81491 - 0,64150 * X1 + 0,16873 * X2waarin : Y = het geschatte aandeel mager vlees van het geslachte varken;

X1 = de kleinste spekdikte (met inbegrip van het zwoerd) over de musculus gluteus medius in millimeter;

X2 = de dikte van de lendenspier in millimeter, gemeten als de kortste afstand tussen het voorste (craniale) uiteinde van de musculus gluteus medius en het bovenste (dorsale) uiteinde van het wervelkanaal.

De formule is geldig voor karkassen met een gewicht van 60 tot 130 kg. 3° Gebruiksaanwijzing. Bij aanvang van iedere slachtdag dient de meetsonde gecontroleerd te worden aan de hand van het hierna uitgebeelde testblokje, waarvan de witte gedeelten (50, 30 en 10 mm) voor de bijwerking van de referentielijn en voor de controle op de meting van de spekdikte dienen, terwijl de zwarte gedeelten (60 en 90 mm) voor de controle op de meting van de spierdikte dienen. Het resultaat van de test, de datum, het uur en het identificatienummer van de persoon die de indeling uitvoert worden afgedrukt op de listing.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De toegelaten afwijking tussen de tijdens de test gemeten waarde en de waarde van het testblokje is 1 mm voor de spekdikte of voor de spierdikte.

Indien één van de tijdens de test gemeten waarden de hierboven vermelde toegelaten afwijking overschrijdt, moet het slachthuis het indelingsapparaat onmiddellijk door de constructeur laten herijken.

De metingen worden op de linker slachthelft uitgevoerd. Gemeten worden : - de afstand tussen de canalis vertebralis en het voorste uiteinde van de musculus gluteus medius; - de fijnste dikte van het rugspek dat de musculus gluteus medius zelf bedekt.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deel F - Fat-O-Meater (FOM II) 1° Beschrijving van het indelingstoestel. Dit toestel bestaat uit een optische sonde met een mes, een instrument voor dieptemeting met een werkbereik van 0 tot 125 mm en een systeem voor de verzameling en analyse van gegevens - Carometec Touch Panel i15 computer (Ingress Protection IP69K).

De meetwaarden worden door het FOM II-apparaat zelf omgezet in een schatting van het aandeel mager vlees. 2° Ramingsmethode voor het bepalen van het aandeel mager vlees. Het mager-vleesaandeel van een karkas wordt aan de hand van de onderstaande formule berekend : Y = 68,85997 - 0,94985 * X1 + 0,088314 * X2waarin : Y = het geschatte aandeel mager vlees van het geslachte varken;

X1 = de rugspekdikte (met inbegrip van het zwoerd) in millimeter, gemeten loodrecht op de rug van het geslachte varken (7 cm van de middellijn aan de buitenkant en ongeveer 4 cm van de scheidingslijn aan de binnenkant) tussen de tweede- en de derdelaatste rib;

X2= de rugspierdikte in millimeter, in één handeling en op dezelfde plaats en dezelfde wijze gemeten als X11.

De formule is geldig voor karkassen met een gewicht van 60 tot 130 kg. 3° Gebruiksaanwijzing. Bij aanvang van iedere slachtdag dient de meetsonde gecontroleerd te worden aan de hand van het testblokje. Dit testblokje stelt een vaste waarde van vet- en vleesdikte voor 24,5 mm vet en 50,8 mm vlees. Het resultaat van de test, de datum, het uur en het identificatienummer van de persoon die de indeling uitvoert worden afgedrukt op de listing.

Indien één van de testwaarden de toegelaten afwijking van 0,5 mm vetdikte of 0,5 mm vleesdikte overschrijdt, moet het slachthuis het indelingsapparaat onmiddellijk door de constructeur laten herijken.

Het karkas wordt met de meetsonde geprikt : a) in de linker slachthelft;b) tussen de 3e en 4e laatste rib;c) horizontaal en loodrecht op het prikvlak;d) 7 cm van het kliefvlak. Het mespunt van de meetsonde dient tot in de buikholte te worden doorgeprikt.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deel G - CSB Image Meater (CSB) 1° Beschrijving van het indelingstoestel. Het apparaat CSB-Image-Meater is een online-fotoverwerkingssysteem, waarbij de geslachte halve varkens automatisch door een camera worden gefilmd. De fotogegevens worden vervolgens verwerkt aan de hand van speciaal daarvoor bestemde software.

De variabelen van het systeem CSB-Image-Meater worden gemeten op de middellijn in de zone van de ham (rond de musculus gluteus medius).

De gemeten waarden worden door het toestel zelf omgerekend in een schatting van het mager-vleesaandeel. 2° Ramingsmethode voor het bepalen van het aandeel mager vlees. Het mager-vleesaandeel van een karkas wordt aan de hand van de onderstaande formule berekend : Y = 71,65733 - 0,22223 * S + 0,032383 * F - 0,20522 * MS + 0,053050 * MF - 0,13195 * WL - 0,16384 * WaS waarin : Y = het geschatte aandeel mager vlees van het geslachte varken;

S = de kleinste dikte van de ruggenspek (met inbegrip van het zwoerd) boven de musculus gluteus medius in millimeter;

F = de dikte van de lendenspier in millimeter, gemeten als de kortste afstand tussen het voorste (craniale) uiteinde van de musculus gluteus mediusen het bovenste (dorsale) uiteinde van het wervelkanaal.

MS = de gemiddelde dikte van de spek gelegen boven de musculus gluteus medius, uitgedrukt in millimeter, MF = de gemiddelde diepte van de spier gelegen onder de musculus gluteus medius, uitgedrukt in millimeter, WL = de gemiddelde lengte van de wervels, inclusief de ruggenwervelschijven, in millimeter, WaS = de gemiddelde dikte van de spek op de eerste gemeten wervel, in millimeter.

De formule is geldig voor karkassen met een gewicht van 60 tot 130 kg. 3° Gebruiksaanwijzing. Bij aanvang van iedere slachtdag wordt het regelen van de camera getest en gecontroleerd aan de hand van een door de fabrikant geleverd model. Met behulp van dit model worden vier lengten gecontroleerd (een diameter van 50,0mm, een horizontale afstand van 150,0 mm, een verticale afstand van 150,0 mm en een diagonale afstand van 160,1 mm).

Daarnaast wordt ook de correcte belichting nagegaan aan de hand van 11 grijswaarden : 245 (wit - limiet=40), 200 (400C - limiet=50), 190 (401C - limiet=50), 140 (403C - limiet=40), 100 (404C - limiet=30), 37 (zwart - limiet=15), 210 (162C - limiet=45), 155 (163C - limiet=40), 130 (164C - limiet=35), 120 (165C - limiet=35) en 60 (blauw - limiet=15).

Wanneer de testwaarden de toegestane afwijking van 0,5 mm voor de lengtematen en de limietwaarden voor de grijswaarden overschrijden, moet het slachthuis het apparaat onmiddellijk laten herijken door de constructeur.

Eveneens bij aanvang van iedere slachtdag wordt de beeldanalyse met behulp van testbeelden geverifieerd.

Het resultaat van de test, de datum, het uur en het identificatienummer van de persoon die de indeling uitvoert worden afgedrukt op de listing.

Deel H - AutoFOM III 1° Beschrijving van het indelingstoestel. Het apparaat is uitgerust met zestien ultrasoontransductoren van 2MHz (Carometee A/S), met een meetbereik van 25 mm tussen transductoren. De ultrasone gegevens omvatten de gemeten rugspek- en spierdikte en de desbetreffende parameters.

De verkregen meetwaarden worden met behulp van een computer omgezet in een geschat magervleesaandee. 2° Ramingsmethode voor het bepalen van het aandeel mager vlees. Het mager-vleesaandeel van een karkas wordt aan de hand van de onderstaande formule berekend : Y = 72,82182 - 0,055746 * R2P2 - 0,056757 * R2P3 - 0,054895 * R2P4 - 0,055823 * R2P6 - 0,056800 * R2P7 - 0,054876 * R2P8 - 0,056419 * R2P10 - 0,055541 * R2P11 - 0,022251 * R2P13 - 0,022702 * R2P14 - 0,051975 * R2P15 - 0,030301 * R2P16 + 0,011064 * R3P1 + 0,011312 * R3P3 + 0,011353 * R3P5 + 0,011789 * 72,82182 + 0,055746 * R2P2 + 0,056757 * R2P3 - 0,054895 * R2P4 - 0,055823 * R2P6 - 0,056800 * R2P7 - 0,054876 * R2P8 - 0,056419 * R2P10 - 0,055541 * R2P11 - 0,022251 * R4P13 - 0,064748 * R4P15 - 0,076343 * R4P16 waarin : y = geschat aandeel mager vlees van het geslachte varken;

R2P2, R2P3, R2P4, ... R4P16 de door AutoFOM III gemeten variabelen.

De formule is geldig voor karkassen met een gewicht van 60 tot 130 kg. 3° Gebruiksaanwijzing. Bij aanvang van iedere slachtdag wordt het beeldanalysesysteem gecontroleerd met behulp van geregistreerde controlegolven. De sensoren moeten ook met behulp van een testblok gecontroleerd worden.

De testblok stelt een waarde van 50 mm voor. Het resultaat van de testen, de datum, het uur en het identificatienummer van de persoon die de indeling uitvoert worden afgedrukt op de listing.

Indien één van de waarden van de test de toegelaten afwijkingen van 0,9 mm overschrijdt, moet het slachthuis het indelingsapparaat onmiddellijk door de constructeur laten herijken." Gezien om gevoegd te wordenbij het besluit van de Waalse Regering van 6 juli 2017 betreffende de indeling van runder- en varkenskarkassen.

Namen, 6 juli 2017.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Landbouw, Natuur, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme en Luchthavens, afgevaardigde voor de Vertegenwoordiging bij de Grote Regio, R. COLLIN

Bijlage 4 Indelingsmethoden varkenskarkassen voor de raming van het aandeel bevleesdheid Bijlage 3.A - PIC 2000 - Indeling van varkenskarkassen door beeldanalyse. 1° Beschrijving van het indelingstoestel. Het systeem bestaat uit de volgende elementen : a) een camerablok. De camera zit in een beschermend omhulsel. De camera moet op een voldoende afstand van de slachtlijn worden geplaatst om het parallax-effect te beperken. Indien de plaats in de slachtlijn te beperkt is, zal ofwel tussen de camera en het karkas een toestel worden geplaatst dat het beeld 90° stuurt ofwel moet een ontdubbeling van de camera worden overwogen om de hoek van de beeldname te verkleinen; b) een lichtbak. Een waterdichte lichtbak wordt geïnstalleerd achter de slachtlijn ter hoogte van de passage van de karkassen. Door deze lichtbron contrasteert de omtrek van de karkassen met de achtergrond waardoor de camera het beeld nauwkeuriger kan waarnemen; c) een elektronische controle-eenheid. Een electronische controle-eenheid voor de beeldverwerking, de berekening van de meetgegevens, de serieverbinding (RS 232), het op scherm brengen van de resultaten;; d) een mechanisme voor het positioneren van de karkassen. Het positioneringsmechanisme, voor de linkerkarkashelft, bevindt zich ter hoogte van de beeldanalyse-controlepost.

Een pneumatisch of elektronisch toestel stuurt de horizontale staaf die zich een ogenblik plaatst tegen het kliefvlak van het halve karkas. De karkashelft die aan de slachthaak voortbeweegt, gaat dan op deze staaf leunen waardoor het kliefvlak zich oriënteert in de beeldas van de camera. Op dat moment wordt het beeld genomen. Het kliefvlak van het karkas staat dus loodrecht op de bewegingsrichting van de slachthaken op het moment van de beeldopname.

Afhankelijk van de configuratie van de slachtlijn wordt een bijkomende horizontale geleidingsstaaf geplaatst, net onder het niveau van de slachthaken. Deze staaf drukt op de poot waardoor het schommelen beperkt wordt en het karkas stabieler hangt; e) een sjabloon. Het meegeleverde sjabloon laat op elk moment toe het systeem te verifiëren. Deze sjabloon bestaat uit een uitgezaagd vlak dat toelaat de beeldanalyse te ijken op basis van een horizontale breedtemaat en een hoekmeting.

De sjabloon zal ofwel van het type zijn om te worden opgehangen aan de slachthaak ofwel van het type om op de grond te plaatsen. 2° Ramingsmethode voor het bepalen van de conformatie. De type-index van een karkas wordt berekend volgens de formule : Y = 7,023 - 0,02087 * X1 + 0,03123 * X2 - 0,03492 * X3waarin : y = type-index van het karkas;

X1 = maximale horizontaal gemeten breedte van de ham, uitgedrukt in millimeters;

X2 = hoek van de ham in graden, gemeten in afwijking van de horizontale lijn;

X3 = het geraamde aandeel mager vlees gemeten met een CGM- of een PG 200-apparaat.

De formule is geldig voor karkassen met een gewicht van 60 tot 120 kg. 3° Gebruiksaanwijzing. Bij aanvang van iedere slachtdag wordt het beeldanalysesysteem gecontroleerd met behulp van een sjabloon goedgekeurd door de dienst.

Het resultaat van de test, de datum, het uur en het identificatienummer van de persoon die de indeling uitvoert worden afgedrukt op de listing. Wanneer de testwaarden de toegestane afwijking van 2 mm voor de breedtemaat en 2° voor de hoek overschrijdt, moet het slachthuis het apparaat onmiddellijk laten herijken door de constructeur.

De metingen worden op de linker slachthelft uitgevoerd.

De identificatiecode van het karkas, het gewicht van het karkas en het geraamde aandeel mager vlees worden door het informaticasysteem van het slachthuis volledig en ongecorrigeerd doorgegeven aan de PIC 2000.

Gezien om gevoegd te wordenbij het besluit van de Waalse Regering van 6 juli 2017 betreffende de indeling van runder- en varkenskarkassen.

Namen, 6 juli 2017.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Landbouw, Natuur, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme en Luchthavens, afgevaardigde voor de Vertegenwoordiging bij de Grote Regio, R. COLLIN

Bijlage 5 Testen van methoden voor de Indeling volgens de bevleesdheid

Artikel 1.De methode voor de indeling van karkassen volgens de conformatie moet getoetst worden op een monster met grote spreiding in conformatie bestaande uit ten minste 500 geslachte dieren waarvan het aandeel mager vlees is vastgesteld met een erkende methode voor de indeling volgens het geraamde aandeel mager vlees, en de conformatie met de erkende referentiemethode voor de indeling volgens de conformatie.

Het testen van de methoden bestaat uit het controleren van de juistheid van een aantal karkasmaten, en het opstellen van een regressievergelijking met het typegetal berekend volgens een erkende methode als referentie.

De door de methode te meten karkasmaten zijn : a) de hoek van de ham uitgedrukt in graden, gemeten in afwijking van de horizontale lijn aan de binnenzijde van de ham.b) de maximale breedte van de ham, uitgedrukt in mm. Deze maten dienen genomen te worden op de linker karkashelft.

Art. 2.Het opstellen van een regressievergelijking gebeurt op basis van de meetresultaten van het erkende indelingsapparaat, de erkende referentiemethode voor de bepaling van de conformatie en de nog te erkennen methode voor de bepaling van de conformatie.

De juiste werking van de diverse onderdelen van de methode zal nagegaan worden door het meten van sjablonen die verschillende types varkenskarkassen nabootsen.

Art. 3.De proefopstelling.

De methode wordt getest op een volledig gemonteerde meetinstallatie.

Alle kosten ter voorbereiding van de uit te voeren metingen zijn ten laste van de geïnteresseerde die een methode wil laten testen.

Op een plan dat de installatie voorstelt, worden volgende punten vermeld voor wat de beeldanalysesystemen betreft : a) horizontale en verticale afstand van de camera tot het hakenspoor;b) plaats van de achtergrond en de belichtinginstallatie;c) plaats van de geleidingsstaaf ten opzichte van het hakenspoor;d) de positionering van het karkas ten opzichte van de camera (dorsaal of ventraal). Gezien om gevoegd te worde bij het besluit van de Waalse Regering van 6 juli 2017 betreffende de indeling van runder- en varkenskarkassen.

Namen, 6 juli 2017.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Landbouw, Natuur, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme en Luchthavens, afgevaardigde voor de Vertegenwoordiging bij de Grote Regio, R. COLLIN

^