Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 06 november 1997
gepubliceerd op 03 december 1997

Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 18 juli 1997 betreffende de beroepsopleiding in het kader van het doorstromingsprogramma

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
1997027648
pub.
03/12/1997
prom.
06/11/1997
ELI
eli/besluit/1997/11/06/1997027648/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 NOVEMBER 1997. Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 18 juli 1997 betreffende de beroepsopleiding in het kader van het doorstromingsprogramma


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 18 juli 1997 betreffende de beroepsopleiding in het kader van het doorstromingsprogramma;

Gelet op het advies van de "Conseil économique et social de la Région wallonne" (Sociaal-Economische Raad van het Waalse Gewest), gegeven op 22 september 1997;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de "Office communautaire et régional de la Formation professionnelle et de l'Emploi" (Gemeenschaps- en Gewestdienst voor Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling), gegeven op 2 september 1997;

Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des villes, communes et provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad voor steden, gemeenten en provincies van het Waalse Gewest), gegeven op 9 september 1997;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 22 juli 1997;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 23 juli 1997;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat dit besluit essentieel is voor de indiening van de beroepsopleidingsaanvragen van de werknemers, door het feit dat het eveneens essentieel is voor de "Office communautaire et régional de la Formation professionnelle et de l'Emploi" die de nodige schikkingen moet treffen voor de organisatie van opleidingen en door het feit dat het uitstellen van de definitieve goedkeuring van het besluit negatieve gevolgen kan hebben op de wederinschakeling van de werkzoekenden aan het einde van hun tewerkstelling in het doorstromingsprogramma en op het beleid voor de bevordering van de werkgelegenheid en van de beroepsopleiding, dat de Waalse Regering als een prioriteit beschouwt;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 17 oktober 1997, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt, krachtens artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in artikel 127, § 1, van de Grondwet.

Het is van toepassing op het grondgebied van het Franse taalgebied.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° FOREM : de "Office communautaire et régional de la Formation professionnelle et de l'Emploi";2° subregionale directies voor arbeidsbemiddeling : de subregionale directies voor arbeidsbemiddeling van de FOREM.

Art. 3.Bij de goedkeuring van hun arbeidsovereenkomst worden de werknemers door de directeur van de subregionale directie voor arbeidsbemiddeling geïnformeerd dat ze de mogelijkheid hebben om een beroepsopleiding te volgen.

Zodoende worden ze erop attent gemaakt dat ze met het oog op hun inschakeling er belang bij hebben om over een bijkomende troef te beschikken.

De directeur van de subregionale directie voor arbeidsbemiddeling licht de werkgevers in over de aan de werknemers geboden mogelijkheid.

Art. 4.De werknemers die erom verzoeken, kunnen een beroepsopleiding volgen, waarvan de aard en de duur door de FOREM worden bepaald op grond van hun eigenschappen en van hun beroepsproject.

Art. 5.De beroepsopleiding wordt georganiseerd door de FOREM of door een andere operateur die daartoe een overeenkomst heeft gesloten met de FOREM. Ze vindt plaats binnen de tijd die de bij een deeltijdse arbeidsovereenkomst gebonden werknemers overblijft.

De werkgevers moeten het werkrooster van hun werknemers aanpassen gedurende het verloop van de activiteiten.

Art. 6.Gedurende de uitvoering van hun arbeidsovereenkomst biedt de FOREM een begeleiding aan de werknemers.

Deze begeleiding beoogt hun opvolging : 1° in de aanvangsfase van hun arbeidsovereenkomst om de beroepsopleiding te bepalen die hun geboden kan worden;2° halverwege de uitvoering van hun arbeidsovereenkomst om de door hen eventueel ondernomen acties te beoordelen;3° aan het einde van hun arbeidsovereenkomst : a) met het oog op de evaluatie van de weerslag van hun tewerkstelling in het doorstromingsprogramma en van de acties waarvoor ze eventueel in aanmerking zijn gekomen, op de problematiek van hun inschakeling;b) om op grond van deze evaluatie de voor hen meest geschikte inschakelingsmogelijkheden te bepalen. De directeur van de subregionale directie voor arbeidsbemiddeling stelt de werkgevers in kennis van de begeleiding die de werknemers krijgen.

Art. 7.De reiskosten m.b.t. de beroepsopleiding worden door de FOREM terugbetaald.

De reiskosten zijn de kosten voor een dagelijks traject (heen en terug) van minstens vijf kilometer tussen de woonplaats van de werknemer en de plaats waar hij zijn opleiding volgt.

Voor de terugbetaling van de kosten wordt alleen de prijs van het goedkoopste vervoermiddel in aanmerking genomen, ongeacht het gebruikte vervoermiddel.

De betrokkene moet de FOREM de stukken bezorgen waarbij bewezen is dat de aangevoerde kosten daadwerkelijk werden gemaakt.

Art. 8.De Minister van Tewerkstelling en Vorming laat de in artikel 14 van het decreet van 18 juli 1997 houdende creatie van een doorstromingsprogramma bedoelde jaarlijkse evaluatie van het doorstromingsprogramma uitvoeren.

Zodoende kan de kwaliteit van het doorstromingsprogramma ingeschat worden, met name wat betreft : 1° de weerslag ervan op de inschakeling in het arbeidsproces van de in het kader van het programma tewerkgestelde personen, rekening houdende met de bezigheid en de begeleiding alsmede, in voorkomend geval, met de beroepsopleiding;2° de weerslag op de gehele tewerkstelling in de betrokken sectoren;3° de weerslag ervan op de bevrediging van de betrokken collectieve behoeften;4° de voldaanheid van de werkgevers, de werknemers en de begunstigden van de activiteiten.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 10.De Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 6 november 1997.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE

^