Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 06 november 2003
gepubliceerd op 11 februari 2004

Besluit van de Waalse Regering betreffende de productiesteun verleend voor milieuvriendelijke elektriciteit en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bevordering van de milieuvriendelijke elektriciteit

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2004200286
pub.
11/02/2004
prom.
06/11/2003
ELI
eli/besluit/2003/11/06/2004200286/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 NOVEMBER 2003. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de productiesteun verleend voor milieuvriendelijke elektriciteit en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bevordering van de milieuvriendelijke elektriciteit


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt, inzonderheid op artikel 40;

Gelet op het decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bevordering van de milieuvriendelijke elektriciteit;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 22 mei 2001;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 31 mei 2001;

Gelet op het advies van de Hoge raad van de Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest, gegeven op 3 juli 2003;

Gelet op het advies van de Europese Commissie, gegeven op 18 september 2002;

Gelet op het advies CD-3c18-CWAPE-012 van de Waalse energiecommissie van 18 maart 2003;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van 23 januari 2003 over het verzoek om adviesverlening door de Raad van State binnen hoogstens één maand;

Gelet op het advies L 35.159/4 van de Raad van State, gegeven op 14 mei 2003, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1o, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op de aanbeveling van het Comité voor elektriciteits- en gascontrole van 6 november 2002 betreffende het overgangsstelsel inzake de steunverlening voor de ontwikkeling van hernieuwbare energieën;

Op de voordracht van de Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1o "decreet" : het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt; 2o "besluit" : het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bevordering van de milieuvriendelijke elektriciteit.

De bepalingen van artikel 2 van het decreet en van artikel 1 van het besluit zijn van toepassing overeenkomstig dit besluit. HOOFDSTUK II. - Productiesteun

Art. 2.§ 1. Om in aanmerking te komen voor productiesteun overeenkomstig artikel 3, kan de producent van groene elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen die houder is van groene certificaten, alle of een deel van de groene certificaten die hem krachtens het besluit toegekend werden voor een installatie die na 30 juni 2003 in dienst gesteld werd rechtstreeks aan de Minister afgeven. Na advies van de CWAPE sluit de Minister een overeenkomst met de producent van groene elektriciteit die erom verzoekt. Die overeenkomst vermeldt in maanden de periode waarover de productiesteun gewaarborgd wordt. Die periode bedraagt hoogstens 120 maanden, te rekenen van de maand na de indienststelling van de installatie. De Minister bepaalt de procedure en de modaliteiten voor de indiening van de aanvraag en voor de toekenning van de steun. § 2. Met de productiesteun die tijdens bedoelde periode gecumuleerd wordt, kunnen de meerkosten van de productie t.o.v. de marktprijs tijdens de duur van afschrijving van bedoelde installatie gecompenseerd worden, m.i.v. de vergoeding van het geïnvesteerde kapitaal.

Om de meerkosten van de productie te bepalen, wordt rekening gehouden met de investeringssteun die eventueel gestort werd voor de verwezenlijking van de installatie.

De marktprijs bedoeld in het eerste lid is de gemiddelde prijs over de twaalf maanden voorafgaande aan de datum van de aanvraag. Die gemiddelde prijs wordt door de CWAPE bepaald op grond van de prijzen van het platform voor elektronische elektriciteitshandel opgericht in België. Zolang de elektriciteitsbeurs niet in werking is getreden in België, wordt rekening gehouden met de prijzen toegepast door het platform voor elektriciteitshandel van Amsterdam (Amsterdam Power Exchange). § 3. De beslissing waarbij gekozen wordt voor het productiesteunmechanisme of voor de verkoop van groene certificaten op de markt van de groene certificaten wordt vastgelegd door de producent van groene elektriciteit telkens als hij zijn trimestriële telgegevens indient om nieuwe groene certificaten te verkrijgen overeenkomstig artikel 15 van het besluit.

Art. 3.De productiesteun verleend door de Minister in ruil voor de groene certificaten bedraagt 65 euro per certificaat.

Al naar gelang de technologie, kan de overeenkomst voorzien in een hoger bedrag, waarbij de aldus verleende steun niet hoger mag zijn dan de meerkosten van de productie van groene elektriciteit t.o.v. de marktprijs.

De productiesteun mag evenwel niet hoger zijn dan het bedrag van de boete bedoeld in artikel 24 van het besluit.

Art. 4.De groene certificaten waarover het Waalse Gewest beschikt, zijn het voorwerp van een verzoek tot vernietiging bij de CWAPE opdat ze verwijderd kunnen worden uit de databank bedoeld in artikel 17 van het besluit.

Art. 5.De productiesteun wordt gefinancierd door het Energiefonds overeenkomstig artikel 37, 6o, van het decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt. HOOFDSTUK III. - Wijzigingsbepalingen

Art. 6.In artikel 9 van het besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1o in het eerste lid, wordt het woord "minimum" geschrapt; 2o het tweede lid wordt opgeheven. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 8.De Minister van Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 6 november 2003.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS

^