Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 08 juni 2017
gepubliceerd op 24 juli 2017

Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het kaderakkoord tot samenwerking betreffende de alternerende opleiding, gesloten te Brussel op 24 oktober 2008 tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie

bron
waalse overheidsdienst
numac
2017203881
pub.
24/07/2017
prom.
08/06/2017
ELI
eli/besluit/2017/06/08/2017203881/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 JUNI 2017. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het kaderakkoord tot samenwerking betreffende de alternerende opleiding, gesloten te Brussel op 24 oktober 2008 tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie


De Waalse Regering, Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980;

Gelet op het kaderakkoord tot samenwerking van 24 oktober 2008 betreffende de alternerende opleiding, gesloten te Brussel op 24 oktober 2008 tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, artikel 2, § 6, ingevoegd bij het decreet van 27 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2014 pub. 05/06/2014 numac 2014027151 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het Waalse Landbouwwetboek sluiten, artikel 2bis, § 5, ingevoegd bij het decreet van 27 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2014 pub. 05/06/2014 numac 2014027151 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het Waalse Landbouwwetboek sluiten, artikel 3, § 1 et § 2, en artikel 5, leden 5 en 6, ingevoegd door het decreet van 27 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2014 pub. 05/06/2014 numac 2014027151 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het Waalse Landbouwwetboek sluiten;

Gelet op het rapport van 27 april 2016, opgesteld overeenkomstig artikel 4, 2°, van het decreet van 3 maart 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/03/2016 pub. 14/03/2016 numac 2016201315 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen, voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen, voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet;

Gelet op het advies van het beheerscomité van het "Institut wallon de formation en alternance et des indépendants et petites et moyennes entreprises" (Waals instituut voor alternerende opleiding zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen), gegeven op 13 mei 2016;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van de "Office francophone de la Formation en alternance"(Franstalige dienst alternerende opleiding), gegeven op 17 mei 2016;

Gelet op het advies van de "Conseil économique et social de la Région wallonne" (Sociaal-economische raad van Wallonië), gegeven op 23 mei 2016;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 april 2016;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 28 april 2016;

Overwegende dat de Waalse Regering het voornemen heeft wat betreft de artikelen 3, 4, 5 en 6 § 4, van dit besluit om, overeenkomstig artikel 20 van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, een beroep te doen op de algemene uitvoeringsbevoegdheid waarop haar bevoegdheid berust om, wat betreft dit project, de bepalingen aan te nemen i.v.m wat volgt: - 1° de erkennings- en bemiddelingscommissie - 2° de sectorale coach; - 3° het feit om aan de jongeren de gelegenheid te geven hun opleiding bij het "IFAPME" of de "SFPME" voort te zetten terwijl ze bij het Onderwijs zijn gestart en omgekeerd.

Overwegende dat de Waalse Regering, overeenkomstig artikel 20 van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980 het voornemen heeft om zijn algemene uitvoeringsbevoegdheid te gebruiken om het gebrek aan een wettelijke grondslag van het voornoemde kaderakkoord tot samenwerking van 24 oktober 2008 op te vullen;

Overwegende dat de Regering van de Franse Gemeenschap en het College van de Franse Gemeenschapscommissie ook het voornemen hebben om hun algemene uitvoeringsbevoegdheid te gebruiken aangezien het hier gaat om een gezamenlijk besluit;

Overwegende dat de bepalingen van uitvoering van het kaderakkoord tot samenwerking betreffende de alternerende opleiding dwingend in werking moeten treden aan het begin van het opleidingsjaar 2016-2017;

Overwegende dat dit besluit terugwerkende kracht op 1 september 2016 moet krijgen;

Dat de terugwerkende kracht van de bestuurshandelingen wordt toegelaten voor zover ze noodzakelijk is voor de continuïteit van de overheidsdienst en voor de regularisatie van een rechtstoestand of een feitelijke toestand, voor zover ze de eisen inzake rechtszekerheid en de individuele rechten in aanmerking neemt;

Dat de aanneming in casu van een besluit met terugwerkende kracht tot gevolg heeft de versterking van de rechtszekerheid ten gunste van de ondernemingen en de vormingsoperatoren die een aanvraag ingediend hebben vanaf 1 september 2016, waarbij een rechtsbasis aan hun aanvraag wordt verstrekt;

Dat bij gebrek aan een dergelijke wettelijke grondslag overwogen zou moeten worden dat alle aanvragen ingediend vanaf 1 september 2016 tot de aanneming van de samenvallende besluiten opnieuw ingediend zouden moeten worden Dat de terugwerkende kracht in het voordeel van belanghebbenden is en, in die zin, verantwoord is;

Gelet op de adviezen nr. 59.830/2/2V en 60.748/2 van de Raad van State, respectievelijk gegeven op 29 augustus 2016 en 23 januari 2017, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Vorming, Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Inleidende bepaling en begripsomschrijvingen

Artikel 1.Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 127, § 1, ervan.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° het kaderakkoord tot samenwerking van 24 oktober 2008: het kaderakkoord tot samenwerking betreffende de alternerende opleiding, gesloten te Brussel op 24 oktober 2008 tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie;2° de Minister: De Minister bevoegd voor Vorming en het Lid van het College bevoegd voor de Beroepsopleiding; 3° de "O.F.F.A". : de "Office francophone de la Formation en alternance"(Franstalige dienst alternerende opleiding), bedoeld in artikel 4 van het kaderakkoord tot samenwerking van 24 oktober 2008; 4° de operator in de alternerende opleiding, ofwel: a) een "Centre d'Education et de Formation en Alternance" (Centrum voor Alternerend Onderwijs en Opleiding), afgekort "C.E.F.A.", bedoeld in het decreet van de Franse Gemeenschap van 3 juli 1991 tot regeling van het alternerend secundair onderwijs en elke inrichtingen van het onderwijs voor sociale promotie waaronder de deelnemende inrichtingen met de C.E.F.A; b) het "Institut wallon de formation en alternance et des indépendants et petites et moyennes entreprises, afgekort I.F.A.P.M.E. (Waals instituut voor alternerende opleiding, zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen), bedoeld in artikel 1, § 1, 2°, b), van het kaderakkoord tot samenwerking van 24 oktober 2008; c) de "S.F.P.M.E.": de "Service formation petites et moyenne entreprises", afgekort "S.F.P.M.E." (Dienst opleiding kleine en middelgrote ondernemingen), bedoeld in artikel 1, § 1, 2°, b), van het kaderakkoord tot samenwerking van 24 oktober 2008; 5° de mentor: de mentor bedoeld in artikel 1, § 1, 6°, van het kaderakkoord tot samenwerking van 24 oktober 2008;6° de leerling: de jongere bedoeld in artikel 1, § 1, 3°, van het kaderakkoord tot samenwerking van 24 oktober 2008, die een alternerende overeenkomst heeft gesloten;7° de alternerende overeenkomst: de overeenkomst bedoeld in artikel 1, § 1, 7°, van het kaderakkoord tot samenwerking van 24 oktober 2008;8° de Administratie: de Directie Overkoepelend Beleid Gewest-Gemeenschap van het Departement Werk en Beroepsopleiding van het Operationeel Directoraat-generaal Economie, Werk en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst of het equivalent binnen de diensten van de Administratie van de Franse Gemeenschapscommissie;9° het opleidingsjaar: de periode die op 1 september begint en die op 31 augustus eindigt;10° het sectorale opleidingsfonds: de opleidingsvereniging zonder winstoogmerk opgericht door of in verband met minstens één fonds voor bestaanszekerheid bedoeld in de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid; 11° de sectorale coach: de coach tewerkgesteld door een sectoraal opleidingsfonds die minstens tien jaar anciënniteit heeft in de sector of één van de betrokken sectoren en die, voor zover hij gemachtigd is door de betrokken sector(en) en erkend is door de minister, met de volgende opdrachten kan belast worden: a) in het kader van de erkenningsprocedure van de ondernemingen, op eigen initiatief of op basis van een aanvraag van een opleidingsoperator, de erkenningsaanvragen van de ondernemingen onderzoeken via minstens een bezoek ter plaatse, een advies uitbrengen over de erkenning van de ondernemingen en deelnemen aan de erkennings- en bemiddelingscommissie opgericht binnen de "O.F.F.A.".; b) in het kader van de procedure inzake de opschorting van de erkenning en de procedure inzake de intrekking van de erkenning, op eigen initiatief of op basis van een aanvraag van een opleidingsoperator, een advies uitbrengen over de opschorting van de erkenning of de intrekking van de erkenning en deelnemen aan de erkennings- en bemiddelingscommissie bedoeld in punt a); c) in het kader van de steun aan de partnerbedrijven in het kader van de alternerende opleiding, op initiatief of op verzoek van de opleidingenverstrekker of de "O.F.F.A", de bedrijven alsook, in voorkomend geval, de mentor, voor een raadgeving bezoeken; d) in het kader van de bevordering van de alternerende opleiding, de bedrijven sensibiliseren in de door hem gedekte sector(en) voor het sluiten van nieuwe alternerende overeenkomsten; 12° de sectorale vertegenwoordiger : de contactpersoon voor één of meerdere sectoren in het Brussels Hoofdstedelijke Gewest, voor zover hij gemachtigd is door de sector(en) na de Minister ingelicht te hebben of na door de minister erkend te zijn, en die met de volgende opdrachten wordt belast: a) in het kader van de erkenningsprocedure van de ondernemingen, op eigen initiatief of op basis van een aanvraag van een opleidingsoperator, de erkenningsaanvragen van de ondernemingen onderzoeken via minstens een bezoek ter plaatse, een advies uitbrengen over de erkenning van de ondernemingen en deelnemen aan de erkennings- en bemiddelingscommissie opgericht binnen de "O.F.F.A.".; b) in het kader van de procedure inzake de opschorting van de erkenning en de procedure inzake de intrekking van de erkenning, op eigen initiatief of op basis van een aanvraag van een opleidingsoperator, een advies uitbrengen over de opschorting van de erkenning of de intrekking van de erkenning en deelnemen aan de erkennings- en bemiddelingscommissie bedoeld in hierbovenvermeld punt a); c) in het kader van de steun aan de partnerbedrijven in het kader van de alternerende opleiding, op initiatief of op verzoek van de opleidingenverstrekker of de "O.F.F.A", de bedrijven alsook, in voorkomend geval, de mentor, voor een raadgeving bezoeken; d) in het kader van de bevordering van de alternerende opleiding, de bedrijven sensibiliseren in de door hem gedekte sector(en) voor het sluiten van nieuwe alternerende overeenkomsten. HOOFDSTUK II. - De procedure tot erkenning van bedrijven

Art. 3.Binnen de "O.F.F.A", wordt de erkennings- en bemiddelingscommissie, hierna "de commissie" genoemd, samengesteld als volgt: 1° vijf vertegenwoordigers van de raad van bestuur van de "O.F.F.A" waaronder twee vertegenwoordigers van de sociale partners, een vertegenwoordiger van het alternerend onderwijs, een vertegenwoordiger van de alternerende opleiding die onder de Franse Gemeenschapscommissie ressorteert en een vertegenwoordiger van de alternerende opleiding die onder het Waalse Gewest ressorteert; 2° een vertegenwoordiger van de operator in de alternerende opleiding betrokken bij het of de dossier(s) op de agenda van de commissie;3° in voorkomend geval, de sectorale coach of de sectorale vertegenwoordiger betrokken bij het of de dossier(s) op de agenda van de commissie; 4° een vertegenwoordiger aangewezen door de "O.F.F.A", die het secretariaat van de commissie waarneemt; 5° een vertegenwoordiger aangewezen door de Administratie. Voor elke gewone vertegenwoordiger wordt een plaatsvervangende vertegenwoordiger aangewezen.

Deze mandaten worden toegekend voor een hernieuwbare termijn van twee jaar.

Eén van de vertegenwoordigers bedoeld in het eerste lid, 1°, zal het voorzitterschap van de commissie waarnemen.

De vertegenwoordigers bedoeld in het eerste lid, 1°, zijn stemgerechtigd.

De samenstelling van de commissie wordt bekendgemaakt op de site van de "O.F.F.A".

De commissie vervult de volgende opdrachten: 1° overeenkomstig artikel 5, tweede lid, 15°, van het kaderakkoord tot samenwerking van 24 oktober 2008, een bemiddelingsprocedure voorzien op verzoek van het bedrijf wat betreft de toekenning, schorsing of intrekking van de erkenning en op verzoek van de operator in de alternerende opleiding wat betreft de problematiek i.v.m. de uitvoering van de alternerende overeenkomst; 2° een beslissing nemen, op verzoek van de opleidingsoperator, in geval van uiteenlopende mening tussen de opleidingsoperator en de sectorale coach of de sectorale vertegenwoordiger overeenkomstig de artikelen 4, § 3, en 5, § 2°; 3° aan de raad van bestuur van de de "O.F.F.A.", een beslissing voorstellen in geval van betwisting van een bedrijf inzake een beslissing hetzij andere dan pedagogisch, hetzij gebonden aan de erkenning, de opschorting van de erkenning of de intrekking van de erkenning, genomen door een opleidingsoperator of door de "O.F.F.A."; 4° aan de raad van bestuur van de "O.F.F.A.", een beslissing voorstellen in geval van betwisting van een leerling inzake een beslissing andere dan pedagogisch; 5° op eigen initiatief of op verzoek van de Minister of de "O.F.F.A.", aan de raad van bestuur van de "O.F.F.A." die ze zal overmaken aan de Regeringen en het College, voorstellen overleggen voor de optimisering van de procedures inzake de erkenning, de intrekking van de erkenning of de opschorting van de erkenning van de bedrijven; 6° jaarlijks aan de raad van bestuur van de "O.F.F.A." die het zal overmaken aan de Regeringen en het College, een analytisch verslag van de dossiers overleggen die ze tijdens het opleidingsjaar heeft behandeld.

De aanvragen en betwistingen bedoeld in het vierde lid, 1° tot 4°, worden schriftelijk aan de "O.F.F.A." gericht.

De commissie vergadert op voorstel van de leidend ambtenaar van de "O.F.F.A." of op verzoek van een operator in de alternerende opleiding, die, op hetzelfde ogenblik als het voorstel of verzoek tot vergadering, een dossier voorleggen waarin het voorwerp dat in de commissie besproken moet worden, wordt uitgelegd. De commissie vergadert en neemt een beslissing binnen dertig dagen van het verzoek tot vergadering ingediend door de operator in de alternerende opleiding.

Binnen de drie maanden na haar samenstelling, neemt de commissie haar huishoudelijk reglement aan, dat door de raad van bestuur van de "O.F.F.A." wordt goedgekeurd.

Art. 4.§ 1er. Binnen dertig dagen te rekenen van de indiening, door het bedrijf, van zijn erkenningsaanvraag, kent de operator in de alternerende opleiding de erkenning toe na verificatie van de naleving van de erkenningsvoorwaarden bedoeld in artikel 2bis, § 2, van het kaderakkoord tot samenwerking van 24 oktober 2008. De opleidingsoperator kan zich, in voorkomend geval, baseren op het advies van een sectorale coach gemachtigd door de betrokken sector(en) of van een sectorale vertegenwoordiger.

De namen en gegevens van de sectorale coaches of sectorale vertegenwoordigers gemachtigd door één of meerdere sectoren worden bekendgemaakt op de site van de "O.F.F.A." ten opzichte van de sector of de sectoren die zij vertegenwoordigen en van het grondgebied waarvoor zij bevoegd zijn.

Wanneer de sectorale coach of de sectorale vertegenwoordiger betrokken bij de erkenningsaanvraag van een bedrijf wordt gemachtigd door één of meerdere sectoren en erkend door de Minister, stuurt de opleidingsoperator hem systematisch de erkenningsaanvraag binnen acht dagen te rekenen van de datum van indiening ervan, door het bedrijf, en kent een voorlopige erkenning toe aan het bedrijf dat op erewoord verklaart dat het aan de erkenningsvoorwaarden voldoet.

De sectorale coach of de sectorale vertegenwoordiger bericht ontvangst van de aanvraag die hem gericht wordt door de opleidingsoperator, binnen acht dagen na zijn ontvangst.

Binnen dertig dagen te rekenen van de aanvraag van de operator in de alternerende opleiding, onderzoekt de sectorale coach of de sectorale vertegenwoordiger de erkenningsaanvraag van het bedrijf en, hiertoe: 1° bezoekt hij het betrokken bedrijf om na te gaan of het bedrijf voldoet aan de erkenningsaanvragen bedoeld in artikel 2bis, § 2, van het kaderakkoord tot samenwerking van 24 oktober 2008;2° ontmoet hij de verantwoordelijke van het bedrijf of de persoon die gemachtigd is om het bedrijf te vertegenwoordigen alsook de mentor aangewezen om de toekomstige leerling(en) te begeleiden; 3° maakt hij tegelijkertijd aan de operator in de alternerende opleiding en aan de "O.F.F.A." zijn bezoekverslag over dat zijn advies en elke informatie bevat die nodig is om aan de operator in de alternerende opleiding de mogelijkheid te geven om de erkenning aan het bedrijf toe te kennen, te bevestigen of in te trekken.

Als het advies van de sectorale coach of van de sectorale vertegenwoordiger en het advies van de operator in de alternerende opleiding overeenstemmen, brengt de operator in de alternerende opleiding binnen vijftien dagen na ontvangst van het advies, de "O.F.F.A." en de sectorale coach of de sectorale vertegenwoordiger, tegelijkertijd met het bedrijf, op de hoogte van de genomen beslissing. § 2. In het kader van zijn opdracht van bevordering van de alternerende opleiding, kan de sectorale coach of de sectorale vertegenwoordiger op eigen initiatief de erkenningsaanvraag van een bedrijf onderzoeken en aan de "O.F.F.A." zijn advies meedelen i.v.m. deze erkenningsaanvraag. De erkenning wordt toegekend door de eerste operator in de alternerende opleiding door bemiddeling van wie een alternerende overeenkomst wordt gesloten. § 3. Om de erkenningsaanvraag van een bedrijf op eigen initiatief of op aanvraag van een opleidingsoperator te onderzoeken, gebruiken de sectorale coach en de sectorale vertegenwoordiger een vragenlijst en een bezoekverslag waarvan de modellen worden vastgelegd door de "O.F.F.A.". § 4. In het kader van de procedures bedoeld in de paragrafen 1 en 2, als de operator in de alternerende opleiding het niet eens is met het advies van de sectorale coach of van de sectorale vertegenwoordiger, maakt hij, binnen vijftien dagen na ontvangst van dat advies, ter beslissing, alle nuttige informatie in verband met de erkenningsaanvraag aan de commissie over.

Binnen dertig dagen van haar aanhangigmaking, neemt de commissie een beslissing en deelt deze beslissing mee aan de "O.F.F.A.".

De "O.F.F.A." geeft kennis, binnen acht dagen na ontvangst van de beslissing, van de beslissingen van de commissie, en de redenen die deze beslissingen ondersteunen, aan de betrokken bedrijven en operatoren in alternerende opleiding, met vermelding, in voorkomend geval, van de kennisgevingen gericht aan de bedrijven, de referenties van de operatoren in alternerende opleiding betrokken bij de dossiers behandeld door de commissie.

In afwijking van paragraaf 1, eerste lid, als de erkenningsvoorwaarden van het bedrijf niet nagezien konden worden binnen dertig dagen van de indiening van de erkenningsaanvraag door het bedrijf, kent de operator een voorlopige erkenning toe aan het bedrijf dat op erewoord verklaart dat het aan deze voorwaarden voldoet, en beschikt over zestig bijkomende dagen om een definitieve erkenning toe te kennen op grond van een verificatie van de naleving van deze voorwaarden via een bezoek in situ.

In afwijking van paragraaf 1, derde lid, als de sectorale coach of de sectorale vertegenwoordiger, de erkenningsaanvraag gericht door de operator in de alternerende opleiding niet binnen dertig dagen van het overmaken heeft onderzocht, kan laatstgenoemde in de plaats treden van de sectorale coach of de sectorale vertegenwoordiger voor de erkenningsprocedure.

Art. 5.§ 1er. De operator in de alternerende opleiding kan, op basis van geobjectiveerde vaststellingen en na de vertegenwoordiger(s) van het bedrijf te hebben gehoord, de erkenning van een bedrijf opschorten of intrekken als minstens één van de erkenningsvoorwaarden niet meer vervuld is of als het bedrijf op constante wijze niet in staat is om te voldoen aan de verplichtingen die in de alternerende overeenkomst worden bepaald.

Als het betrokken bedrijf onder een sector ressorteert die een sectorale coach of een sectorale vertegenwoordiger heeft gemachtigd, worden laatstgenoemden, als ze door de Minister worden erkend, systematisch, door de opleidingsoperator, betrokken bij de procedure inzake de opschorting of intrekking van de erkenning.

De operator in de alternerende opleiding brengt de "O.F.F.A." en, in voorkomend geval, de betrokken sectorale coach en sectorale vertegenwoordiger, tegelijkertijd met het bedrijf, op de hoogte van de genomen beslissing. § 2. Op eigen initiatief of binnen een maximumtermijn van twintig dagen te rekenen van de aanvraag van de operator in de alternerende opleiding, kan de sectorale coach of de sectorale vertegenwoordiger zich begeven naar een bedrijf van één van de sectoren waardoor hij gemachtigd is en, op basis van geobjectiveerde vaststellingen, aan de operator of aan de operatoren in de alternerende opleiding alsook aan de "O.F.F.A.", een advies inzake de opschorting van de erkenning of een advies inzake de intrekking van de erkenning overhandigen en dit, als tenminste één van de erkenningsvoorwaarden niet meer is vervuld of als het bedrijf op constante wijze niet in staat is om te voldoen aan de verplichtingen die in de alternerende overeenkomst worden bepaald.

Op basis van het advies van de sectorale coach of van de sectorale vertegenwoordiger en van elke andere relevante informatie beslist de operator in de alternerende opleiding na de vertegenwoordiger(s) van het bedrijf te hebben gehoord, om de erkenning van het bedrijf te behouden, te schorsen of in te trekken, volgens de ernst van de tekortkomingen. De betrokken sectorale coach of sectorale vertegenwoordiger neemt deel aan het verhoor van het bedrijf.

Als het advies van de sectorale coach of van de sectorale vertegenwoordiger en het advies van de operator in de alternerende opleiding overeenstemmen, brengt de operator in de alternerende opleiding de "O.F.F.A." en de sectorale coach of de sectorale vertegenwoordiger, tegelijkertijd met het bedrijf, op de hoogte van de genomen beslissing.

Als de aanvraag om de erkenning van een bedrijf te schorsen of in te trekken door een andere operator in de alternerende opleiding wordt geformuleerd die op hetzelfde ogenblik samenwerkt of op het punt staat om samen te werken met het betrokken bedrijf, dan betrekt de operator in de alternerende opleiding de andere betrokken operator in de alternerende opleiding bij de procedure.

De operator(en) in alternerende opleiding mogen de erkenning niet langer dan honderd tachtig dagen schorsen. Na afloop van die termijn, als het bedrijf niet heeft voldaan aan de voorwaarden bedoeld in de beslissing tot opschorting, trekken de operator(en) in alternerende opleiding de erkenning van het bedrijf in en brengen het bedrijf op de hoogte van de beslissing na de "O.F.F.A." ingelicht te hebben en, in voorkomend geval, de betrokken sectorale coach of sectorale vertegenwoordiger. § 3. In het kader van de procedures bedoeld in de paragrafen 1 en 2, als de operator in de alternerende opleiding het niet eens is met het advies van de sectorale coach of van de sectorale vertegenwoordiger gemachtigd door de betrokken sector en erkend door de Minister of als twee operatoren uiteenlopende meningen hebben, maakt de operator(en), binnen vijftien dagen na ontvangst van het advies van de sectorale coach of van de sectorale vertegenwoordiger of binnen vijftien dagen van de formulering van de uiteenlopende meningen, ter beslissing, alle nuttige informatie in verband met de aanvraag tot opschorting of intrekking van de erkenning aan de commissie over.

Binnen dertig dagen van haar aanhangigmaking, neemt de erkenningscommissie een beslissing en deelt deze beslissing mee aan de "O.F.F.A.". Om deze beslissing te nemen kan de commissie beslissen om het betrokken bedrijf opnieuw te horen.

De "O.F.F.A." geeft kennis van de beslissingen van de commissie, en de redenen die deze beslissingen ondersteunen, aan de betrokken bedrijven en operatoren in alternerende opleiding, met vermelding, in voorkomend geval, van de kennisgevingen gericht aan de bedrijven, de referenties van de operatoren in alternerende opleiding betrokken bij de dossiers behandeld door de commissie. § 4. Bij elk verhoor worden de vertegenwoordiger(s) van het bedrijf minstens twintig dagen vóór het verhoor op de hoogte gebracht van: 1° de datum van het verhoor en de gronden waarop ze berust;2° de mogelijkheid dat de vertegenwoordiger(s) van het bedrijf worden vertegenwoordigd door een mandataris;3° de mogelijkheid om toegang te krijgen tot het dossier in verband met dit verhoor. De termijnen bedoeld in de paragrafen 2 tot 4 kunnen worden bepaald of gewijzigd door de "O.F.F.A." in functie van de ernst van de vastgestelde tekortkomingen.

Als het bedrijf niet wenst om gehoord te worden, kan ze haar middelen schriftelijk laten gelden ten behoeve van de betrokken operator in de alternerende opleiding. HOOFDSTUK III. - Certificring

Art. 6.De leerling die slaagt voor zijn alternerende opleiding bij het "I.F.A.P.M.E." of de "S.F.P.M.E." krijgt, na de vaardigheden geïdentificeerd op de niveaus a, b en c van zijn opleidingsplan te hebben verworven, een leergetuigschrift, een kwalificatiecertificaat (CQ6 of CQ7), een specifiek kwalificatiecertificaat, een gelijkwaardige titel of een gelijkwaardig certificaat.

Met het oog op de vereenvoudiging, de automatie en de complementariteit tussen de operatoren, als dit leergetuigschrift, dit specifiek kwalificatiecertificaat of gelijkwaardige titel wordt verleend op basis van een opleidingsprofiel opgesteld door de "S.F.M.Q." of de "C.C.P.Q", bepaalt de Regering van de Franse Gemeenschap de modaliteiten volgens welke deze titels gelijkwaardig verklaard kunnen worden met het kwalificatiecertificaat van het secundair onderwijs met een volledig leerplan samen met het getuigschrift van het zesde jaar van het secundair beroepsonderwijs.

De leerlingen die een getuigschrift van het zesde jaar van het secundair beroepsonderwijs niet kunnen valoriseren volgens de modaliteiten bepaald in het tweede lid zullen de proeven kunnen afleggen voor het verkrijgen van dit getuigschrift via de examencommissie van de Franse Gemeenschap. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 7.De in dit besluit bedoelde termijnen worden in dagen berekend.

De dag van de akte die de aanvang van de termijn uitmaakt, is niet inbegrepen. De vervaldag wordt meegerekend in de termijn. Indien die dag evenwel een zater-, een zondag of een wettelijke feestdag is, wordt de vervaldag uitgesteld tot de eerstkomende werkdag.

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking op 1 september 2016, met uitzondering van artikel 5.

Art. 9.De Minister van Vorming is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 8 juni 2017.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Tewerkstelling en Vorming, E. TILLIEUX

^