Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 09 april 1998
gepubliceerd op 06 mei 1998

Besluit van de Waalse Regering betreffende de financiering van het beheer en de bescherming van grondwater

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
1998027286
pub.
06/05/1998
prom.
09/04/1998
ELI
eli/besluit/1998/04/09/1998027286/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 APRIL 1998. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de financiering van het beheer en de bescherming van grondwater


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 30 april 1990 op de bescherming en de exploitatie van grondwater en van tot drinkwater verwerkbaar water, inzonderheid op artikel 5, § 3, gewijzigd bij de decreten van 23 december 1993, 7 maart 1996 en 17 december 1997;

Gelet op het advies van de Adviescommissie voor de bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging, gegeven op 26 november 1997;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 29 september 1997;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 18 december 1997;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van 18 december 1997 over de aanvraag om advies binnen een termijn van één maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 16 maart 1998 overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat de sinds 1 januari 1996 op de grondwaterwinplaatsen geheven belasting de financiering toelaat van de opdrachten die aan het waterbeschermingsfonds worden toegewezen overeenkomstig artikel 5, § 3, van het decreet van 30 april 1990;

Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "decreet" : het decreet van 30 april 1990 betreffende de bescherming en de exploitatie van grondwater en van tot drinkwater verwerkbaar water;2° "Minister" : de Minister tot wiens bevoegdheden het waterbeleid behoort;3° "Bestuur" : de Algemene Directie Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu, Afdeling Water, Directie Grondwater;4° "vergunninghouder" : de houder van een waterwinningsvergunning, krachtens artikel 2, § 1, van het decreet, die de belasting betaalt overeenkomstig artikel 4, § 2, van het decreet;5° "rekening" : bankrekening van de vergunninghouder waarop het waterbeschermingsfonds de toelagen stort die uitsluitend bestemd zijn voor de krachtens dit besluit subsidieerbare onderzoeken en werken.

Art. 2.§ 1. Elke vergunninghouder kan vragen dat de kosten van de handelingen die hij verricht in het kader van de opdrachten bedoeld in artikel 5, § 3, derde lid, 4°, 5°, 6°, 9°, van het decreet, door het waterbeschermingsfonds worden gedragen.

Te dien einde kan de Minister, binnen de perken van de beschikbare kredieten van het fonds, een toelage verlenen aan de vergunninghouder.

Daartoe draagt het waterbeschermingsfonds 50 % van de kosten van de onderzoeken en de gezamenlijke kosten van de werken, waarbij deze laatste kosten niet hoger mogen zijn dan vijfmaal het bedrag van de belasting die de vergunninghouder jaarlijks moet betalen. § 2. Wat de onderzoeken betreft, wordt binnen de maand na de betekening van de toekenning van de toelage een voorschot van 25 % op de rekening van de vergunninghouder gestort.

De overige 25 % worden betaald binnen de maand na afloop van het onderzoek en na de goedkeuring van de inhoud ervan, mits rechtvaardiging van al de geplande en gedane uitgaven, en op overlegging van de aangiften van schuldvordering en van al de aan het Bestuur gerichte bewijsstukken. § 3. Wat de werken betreft, wordt binnen de maand na de betekening van de toekenning van de toelage een voorschot van 50 % op de rekening van de vergunninghouder gestort. Dat voorschot mag niet hoger zijn dan 50 % van het in § 1, derde lid, bedoelde bedrag.

Het saldo wordt binnen de maand na afloop van de werken uitbetaald, mits rechtvaardiging van al de geplande en gedane uitgaven en op overlegging van de aangiften van schuldvordering en van al de aan het Bestuur gerichte bewijsstukken.

Art. 3.De vergunninghouder moet de toelage bij het Bestuur aanvragen en de volgende gegevens verstrekken : 1° zijn adres;2° het nummer van de huidige grondwaterwinplaats;3° de thans opgepompte waterhoeveelheid en het bedrag van de laatste belasting dat hij betaald heeft;4° het voorwerp van het onderzoek en/of van de geplande werken en de rechtvaardiging ervan;5° de geplande organisatie van de verschillende fasen van het onderzoek en/of van de geplande werken en de duur van hun uitvoering;6° de geraamde kosten van het onderzoek en/of van de geplande werken;7° zijn bankrekeningnummer.

Art. 4.De Minister betekent zijn beslissing binnen een termijn van vijftig dagen vanaf de ontvangst van de aanvraag.

Art. 5.De Minister tot wiens bevoegdheden het waterbeleid behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 9 april 1998.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, G. LUTGEN

^