Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 10 april 2003
gepubliceerd op 13 juni 2003

Besluit van de Waalse Regering betreffende de openbare dienstverplichtingen op de elektriciteitsmarkt

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2003027421
pub.
13/06/2003
prom.
10/04/2003
ELI
eli/besluit/2003/04/10/2003027421/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 APRIL 2003. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de openbare dienstverplichtingen op de elektriciteitsmarkt


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt, inzonderheid op de artikelen 9, 33, 34 en 63;

Gelet op het decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt, inzonderheid op artikel 37;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de algemene tariefstructuur en de basisprincipes en procedures inzake de tarieven voor de aansluiting op de distributienetten en het gebruik ervan, de ondersteunende diensten geleverd door de beheerders van deze netten en inzake de boekhouding van de beheerders van de distributienetten voor elektriciteit;

Overwegende dat de kosten van de openbare dienstverplichtingen die aan de distributienetbeheerders opgelegd worden, opgenomen zijn in de facturering van de tarieven, overeenkomstig artikel 7, § 1, 1°, van bovenvermeld koninklijk besluit;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 november 2002;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 9 december 2002;

Gelet op het advies van de Hoge Raad van Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest, uitgebracht op 19 december 2002;

Gelet op het advies van de Waalse Energiecommissie, uitgebracht op 14 januari 2003;

Gelet op het advies van de "Conseil économique et social de la Région wallonne" (Sociaal-economische Raad van het Waalse Gewest), uitgebracht op 10 februari 2003;

Gelet op de beraadslaging van de Regering over het verzoek om adviesverlening door de Raad van State binnen hoogstens een maand;

Gelet op het advies 34.753/4 van de Raad van State, uitgebracht op 5 maart 2003, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Begripsbepalingen

Artikel 1.§ 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "decreet" : het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt;2° "Minister" : de Minister bevoegd voor Energie;3° "CWaPE" : de Waalse Energiecommissie, ingesteld bij artikel 43 van het decreet;4° "budgetmeter" : elektriciteitsmeter die de facturering en de betaling van het elektriciteitsverbruik via een oplaadbare kaart mogelijk maakt;5° "residentiële afnemer" : afnemer wiens elektriciteitsverbruik voornamelijk voor huishoudelijk gebruik dient;6° "commissie" : plaatselijke adviescommissie inzake de onderbreking van de minimale elektriciteitslevering, ingesteld bij artikel 46 van het decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt;7° "schuldbemiddelaar" : de instellingen erkend krachtens het decreet van 7 juli 1994 betreffende de erkenning van instellingen voor schuldbemiddeling en de schuldbemiddelaars bedoeld in artikel 1675/17 van het Gerechtelijk Wetboek;8° "administratie" de Afdeling Energie van het Directoraat-generaal Technologieën, Onderzoek en Energie. § 2. De begripsbepalingen vermeld in artikel 2 van het "elektriciteitsdecreet" zijn toepasselijk krachtens dit besluit. HOOFDSTUK II. - Openbare dienstverplichtingen voor leveranciers Afdeling I. - Regelmaat, kwaliteit en facturering van de leveringen

Art. 2.De leverancier koopt de nodige hoeveelheid elektriciteit die overeenstemt met het verbruik van zijn eindafnemers, overeenkomstig de bepalingen van het technisch reglement bedoeld in artikel 13 van het decreet.

Art. 3.§ 1. De facturen vermelden hoe dan ook de volgende gegevens : 1° de prijs/kWh;2° de periode waarop de afrekening slaat;3° het globale bedrag van de factuur;4° de betalingstermijn en de vervaldatum ervan;5° de kosten van de administratieve procedure in geval van laattijdige betaling, alsook de bevoegde dienst;6° het telefoonnummer van de dienst waarmee elk ogenblik contact kan worden opgenomen in geval van onderbreking te wijten aan een technisch probleem op het netwerk;7° het telefoonnummer van de dienst geschillen. Afdeling 2. - Voorlichting en bewustmaking inzake rationeel

energiegebruik en hernieuwbare energiebronnen

Art. 4.§ 1. Voor elke eindafnemer wordt minstens één keer per jaar een factuurbalans opgemaakt door de leverancier.

Voor afnemers met een jaarlijkse meteraflezing wordt de factuurbalans opgemaakt binnen de maand na de aflezing. Die vermeldt het verbruik van de 12 maanden vóór de aflezing.

Voor afnemers met een maandelijkse meteraflezing wordt de factuur jaarlijks vóór 31 maart opgemaakt. Ze vermeldt het verbruik voor het afgelopen kalenderjaar. § 2. De factuurbalans vermeldt, naast de verplichtingen bedoeld in artikel 3 : 1° de verbruiken alsook de prijs per kWh van de drie voorafgaande jaren, voor zover bedoelde leverancier werkelijk geleverd heeft aan de afnemer, of als het gaat om de standaardleverancier bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 21 maart 2002 betreffende de in aanmerking komende klanten en het toezicht op de voorwaarden om in aanmerking te komen;2° voor de afnemers die aangesloten zijn op het laagspanningsnetwerk, het gemiddelde verbruik van een standaardafnemer dat overeenstemt met een specifieke retributiekromme, berekend overeenkomstig de bepalingen van het technisch reglement, of, bij gebreke daarvan, dezelfde verbruikskenmerken;3° de primaire energiebronnen, op jaarbasis, voor de productie van de geleverde elektriciteit, weergegeven in de vorm van grafieken of percentages. § 3. Het gemiddelde verbruik van standaardafnemers dat overeenstemt met de specifieke retributiekrommen wordt door de "CWaPE" vastgelegd. § 4. De leverancier vermeldt de primaire energiebronnen vanaf 1 februari van bedoeld jaar aan de hand van de contracten gesloten tussen de leverancier en de producent(en) voor de elektriciteitsvoorziening van zijn eindafnemers in de loop van het afgelopen kalenderjaar.

Als het contract niet op een bepaalde installatie slaat, worden de primaire energiebronnen vastgelegd op grond van het globale productiepark van de betrokken producent.

Als de leverancier zich van elektriciteit voorziet bij één of meerdere tussenpersonen, bij gebrek aan contracten die specifiek betrekking hebben op sommige installaties, wordt rekening gehouden met het gemiddelde van de primaire energiebronnen die gebruikt worden om de door de tussenpersoon afgenomen elektriciteit te produceren.

Als de leverancier zich van elektriciteit voorziet bij een elektriciteitsbeurs, bij gebrek aan een specifiek contract met de producent, wordt rekening gehouden met het gemiddelde van de primaire energiebronnen die gebruikt worden voor de productie van elektriciteit die het voorwerp is van transacties op de elektriciteitsmarkt.

De primaire energiebronnen worden ingedeeld in de volgende categorieën : 1° hernieuwbare energiebronnen (hydraulisch, windenergie, biomassa, andere);2° natuurgas;3° andere fossiele brandstoffen;4° kernenergie;5° bronnen van onbekende herkomst. Behoudens uitdrukkelijke goedkeuring van de "CWaPE", mag het percentage van bronnen van onbekende herkomst niet hoger zijn dan 5 %.

De leveranciers bezorgen de "CWaPE" jaarlijks vóór 1 februari een verslag over de primaire energiebronnen die gebruikt worden voor de productie van de elektriciteit geleverd in de loop van het afgelopen kalenderjaar. § 5. De heffingen die door de gezamenlijke overheden geïnd worden op de factuur vermeld en in de volgende categorieën ingedeeld : 1° sociale overlasten;2° milieu-overlasten; 3° overlasten i.v.m. de werking van de reguleringsorganen; 4° wegenheffing bestemd voor de gemeenten. Om het aandeel van elke van de vier bovenbedoelde categorieën te kunnen vaststellen, wordt de aansluitingsretributie bedoeld in de artikelen 40 en 41 van het decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt, verdeeld volgens een sleutel die vastligt in het actieprogramma bedoeld in artikel 37 van bovenvermeld decreet.

Art. 5.Na advies van de "CWaPE" bepaalt de Minister de bijkomende gegevens die vermeld moeten worden op de facturen bedoeld in de artikelen 3 en 4.

Art. 6.Wat betreft de in aanmerking komende residentiële afnemers, moet de leverancier een prijs voorstellen die uitsluitend op grond van de verbruikte hoeveelheid berekend wordt, met uitsluiting van elk forfaitair bedrag. Die prijs kan al naar gelang de verbruiksperioden verschillen.

In afwijking van het eerste lid, kan de leverancier de in het eerste lid bedoelde afnemer een minimale factuur opleggen die hem in staat stelt hoogstens zijn vaste kosten te dekken, met name de kosten m.b.t. de toegang tot en het gebruik van de vervoer- en distributienetwerken, met inbegrip van de kosten m.b.t. de terbeschikkingstelling van de meetuitrusting, alsook de administratieve kosten voor het beheer van het dossier.

Art. 7.De leveranciers moeten : 1° de in artikel 4 bedoelde facturen vergezeld laten gaan van elk document betreffende rationeel energiegebruik dat van de Minister uitgaat;2° elke premie toekennen met het oog op de bevordering van rationeel energiegebruik of het gebruik van hernieuwbare energieën, overeenkomstig het actieprogramma bedoeld in artikel 37 van het decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt. De Minister bepaalt de modaliteiten en de procedure voor de toekenning van de premie bedoeld in het eerste lid, 2°.

Art. 8.§ 1. In het kader van de toekenning van premies overeenkomstig artikel 7, 2°, kan de leverancier de administratie verzoeken om een voorschot waarvan het bedrag berekend wordt als volgt : 1° de leverancier bezorgt de administratie een lijst van het aantal afnemers ingedeeld in de door de minister bepaalde categorie afnemers die de premie genieten;2° het bedrag van het rollend fonds wordt vastgelegd op 30 % van het bedrag van bovenbedoelde premie, vermenigvuldigd met het aantal afnemers die in aanmerking komen voor de premie;dat aantal wordt beperkt tot 20 % van het totaalaantal klanten die de premie genieten, zoals bepaald in punt 1.

De administratie mag de leverancier om alle gegevens en documenten verzoeken die nodig zijn voor de behandeling van het dossier. Ze mag rechtstreeks controle uitvoeren bij de leveranciers.

De administratie betaalt het voorschot, waarvan het bedrag overeenkomstig § 1 berekend wordt, binnen vijftien dagen na ontvangst van de aanvraag of van de bijkomende informatie. § 2. De leverancier verschaft de administratie om de drie maanden een aangifte van schuldvordering, in drie exemplaren, samen met een uitgavenoverzicht en de bewijsstukken van de betaling van de premies.

De administratie analyseert de uitgavenlijst en de bijgevoegde bewijsstukken na ontvangst ervan. Zodra het bedrag van de toelaatbare uitgaven berekend is, wordt het door de administratie vereffend teneinde het in § 1 bedoelde voorschot opnieuw aan te leggen. § 3. De administratie handelt tot de voorlaatste uitgavenlijst op de wijze omschreven in § 2.

Na ontvangst en controle van de laatste uitgavenlijst, betaalt de administratie het saldo van de uitgaven rekening houdende met het lopende saldo van de voorschotten. § 4. De leverancier vermeldt het nummer van zijn financiële rekening in zijn aangifte van schuldvordering, waarin hij de melding "waar en oprecht verklaard bedrag" aanbrengt.

Art. 9.De terugbetaling van de premies, overeenkomstig de beslissing bedoeld in artikel 8, vierde lid, is voor rekening van het Energiefonds bedoeld in artikel 37 van het decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt. HOOFDSTUK III. - Openbare dienstverplichtingen van sociale aard Afdeling 1. - Aansluitingsplicht

Art. 10.De netbeheerder gaat binnen tien dagen in op elke aansluitingsaanvraag. Wat de residentiële afnemers betreft, deelt hij binnen de gestelde termijn de technische en financiële aansluitingsvoorwaarden mee, alsook de termijnen waarin de aansluiting vermoedelijk uitgevoerd wordt.

Wat de standaardaansluiting van een residentiële afnemer betreft, lopen de termijnen bedoeld in het vorige lid hoogstens dertig dagen als alle vergunningen en machtigingen toegekend worden. Afdeling 2. - Levering aan afnemers

Art. 11.Als de netbeheerder krachtens artikel 9 van het decreet elektriciteit tegen het sociaal tarief levert aan een beschermde afnemer, wordt hij beschouwd als zijn leverancier.

Art. 12.De leverancier gaat binnen tien dagen in op elke leveringsaanvraag ingediend door een afnemer, geeft hem kennis van de algemene leveringsvoorwaarden en, als het om een residentiële afnemer gaat, van alle voorschriften betreffende de beschermde afnemers, de budgetmeter, al dan niet met vermogensbegrenzer, en de procedure bij wanbetaling.

Elk stuk waarop de prijzen van de leverancier voorkomen, vermeldt de prijs per kWh en per uurschijf, alsook de jaarlijkse factuur van een standaardafnemer die overeenstemt met de specifieke belastingkrommen.

De leverancier van residentiële afnemers bezorgt hen kaarten die opgeladen kunnen worden d.m.v. het systeem bedoeld in artikel 21, alsook de bijgewerkte lijst van de punten waar die kaarten verkocht en opgeladen worden.

Art. 13.§ 1. Als de afnemer beschermd is, geeft hij de leverancier schriftelijk kennis daarvan, eventueel door bemiddeling van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

Na advies van de CWaPE bepaalt de Minister het model van het aan de leverancier over te maken document. § 2. Voor de categorieën personen bedoeld in artikel 33, 3°, van het decreet, wordt het document ingevuld door de instelling die de tegemoetkoming verleent en slechts één keer aan de leverancier overgemaakt.

Voor de andere categorieën personen bedoeld in artikel 33 van het decreet, wordt het document ingevuld hetzij door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, hetzij door de schuldbemiddelaar, en jaarlijks aan de leverancier overgemaakt.

Art. 14.§ 1. De leverancier levert elektriciteit onder niet-discriminerende voorwaarden aan elke residentiële afnemer die erom vraagt.

Elk verschil van behandeling dat niet redelijk gerechtvaardigd is, o.a. op grond het statuut, het inkomensniveau of de verblijfplaats, wordt als discriminerend beschouwd in de zin van het vorige lid.

In afwijking van het vorige lid, met uitzondering van een distributienetbeheerder, is een leverancier niet verplicht elektriciteit te leveren aan een beschermde afnemer die niet tot een akkoord is gekomen voor de betaling van de schuld die hij aangaat als gevolg van de gewaarborgde minimale levering. Die afwijking geldt niet voor de afnemers waarvan de schuld i.v.m. de gewaarborgde minimale levering vernietigd wordt door de commissie overeenkomstig het besluit ter uitvoering van artikel 46 van het decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt. § 2. De leverancier levert elektriciteit tegen het sociaal tarief aan elke beschermde afnemer die erom vraagt. § 3. Op aanvraag van de netbeheerder bestemt de leverancier maximum 20 % prijsverhoging van de verbruikte kWh voor de terugbetaling van de installatie van de budgetmeter en, in voorkomend geval, voor de terugbetaling van de kosten van de budgetmeter die de afnemer niet betaald heeft. De leverancier staat dat bedrag maandelijks af aan de netbeheerder tot hij volledig terugbetaald is. Afdeling 3. - Procedure van toepassing op residentiële afnemers bij

niet-betaling

Art. 15.Als de klant het bedrag van de factuur niet heeft betaald op de gestelde vervaldatum, stuurt de leverancier een herinneringsbrief waarin gewezen wordt op : 1° de nieuwe betalingstermijn die minstens tien dagen loopt, alsook het adres en verdere gegevens betreffende de dienst die bevoegd is om een betalingsplan op te maken;2° de mogelijkheid om een beroep te doen op het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of op een erkende schuldbemiddelaar, alsook het adres en verdere gegevens betreffende die instellingen;3° de mogelijkheid om de netbeheerder te verzoeken om de plaatsing van een budgetmeter, al dan niet met vermogensbegrenzer;4° de gevolgde procedure als de afnemer geen oplossing heeft voor de betaling van bedoelde factuur;die procedure voorziet in de mededeling van zijn naam aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, behoudens uitdrukkelijke weigering van de afnemer.

Art. 16.Als de afnemer op de vervaldatum die in de in artikel 15 bedoelde herinneringsbrief vastligt : 1° hetzij het bedrag van de factuur niet heeft betaald;2° hetzij geen betalingsplan is overeengekomen met de bevoegde dienst van de leverancier;3° hetzij de leverancier niet op de hoogte heeft gebracht, op grond van een attest van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of van de erkende dienst voor schuldbemiddeling, van de onderhandelingen gevoerd om een afbetalingsplan overeen te komen, stuurt de leverancier hem een aangetekende aanmaning.In dat schrijven wordt hij erop gewezen dat hij als wanbetaler zal worden beschouwd en dat van ambtswege een budgetmeter zal worden geplaatst als hij geen oplossing indient binnen vijftien dagen na verzending van de aanmaning. Afdeling 4. - Wanbetaling en plaatsing van een budgetmeter

Art. 17.Als een afnemer tot wanbetaler wordt verklaard, verzoekt de leverancier de netbeheerder bij aangetekend schrijven of per e-mail met ontvangbewijs om hem van een budgetmeter te voorzien. Als de afnemer beschermd is, voegt de leverancier de in artikel 13 bedoelde documenten bij.

Op dezelfde datum richt de leverancier een afschrift van het verzoek aan de afnemer en wijst hij hem erop dat zijn personalia overgemaakt zullen worden aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, behalve als hij de leverancier binnen vijf dagen kennis geeft van zijn verzet daartegen.

Art. 18.Behoudens verzet van de afnemer, maakt de leverancier diens personalia binnen vijf dagen na de aanvraag om plaatsing van de budgetmeter over aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

Art. 19.§ 1. De netbeheerder plaatst een budgetmeter bij de afnemer die erom verzoekt. § 2. Op verzoek van een leverancier, overeenkomstig artikel 17, plaatst de netbeheerder de budgetmeter binnen twintig dagen na de aanvraag.

De netbeheerder neemt contact op met de afnemer binnen vijf dagen na de aanvraag om de dag en het uur voor de plaatsing van de budgetmeter overeen te komen. Bij weigering van de afnemer, geeft de netbeheerder het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn schriftelijk kennis daarvan. Het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn neemt vervolgens contact op met de afnemer met het oog op de plaatsing van de budgetmeter binnen de termijn bedoeld in het eerste lid.

Als de afnemer de toegang weigert aan de netbeheerder binnen de termijn bedoeld in het eerste lid, geeft laatstgenoemde de leverancier kennis van de weigering. Vanaf de datum van de kennisgeving mag de leverancier weigeren om betrokken afnemer van elektriciteit te voorzien zolang geen budgetmeter geplaatst is. Hij informeert zo spoedig mogelijk de afnemer en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

De netbeheerder geeft de leverancier kennis van de opmeting die uitgevoerd werd bij de plaatsing van de budgetmeter. § 3. Als de in de vorige leden bedoelde afnemer beschermd is, wordt de budgetmeter voorzien van een vermogensbegrenzer. § 4. De Minister bepaalt de gegevens waarover de afnemer moet beschikken, met name de punten waar oplaadbare kaarten verkocht en opgeladen worden, alsook de oplaadmodaliteiten.

Art. 20.§ 1. De kosten van de budgetmeter zijn voor rekening van de netbeheerder.

De plaatsingskosten zijn voor rekening van de afnemer. De afnemer kan kiezen tussen een contante betaling en een gespreide betaling gekoppeld aan latere verbruiken die volgen op de plaatsing van de budgetmeter.

Als de afnemer voor een gespreide betaling kiest, richt de netbeheerder bij aangetekend schrijven of per e-mail met ontvangbewijs een afschrift van de niet-betaalde factuur aan zijn leverancier en verzoekt hij hem om de terugbetaling uit te voeren overeenkomstig artikel 23. § 2. In afwijking van § 1, eerste lid, zijn de kosten van de budgetmeter voor de afnemer als de budgetmeter geplaatst wordt op aanvraag van een niet-beschermde afnemer wiens toestand niet beantwoordt aan die bedoeld in artikel 19, § 2, derde lid.

De afnemer kan kiezen tussen een contante betaling en gespreide betalingen gekoppeld aan latere verbruiken die volgen op de plaatsing van de budgetmeter.

Als de afnemer voor een gespreide betaling kiest, richt de netbeheerder bij aangetekend schrijven of per e-mail met ontvangbewijs een afschrift van de niet-betaalde factuur aan zijn leverancier en verzoekt hij hem om de terugbetaling uit te voeren overeenkomstig artikel 23. § 3. In afwijking van § 1, tweede lid, is de plaatsing van de budgetmeter voor rekening van de netbeheerder als de afnemer die niet betaald heeft, beschermd is.

Art. 21.§ 1. Zolang het in § 2 bedoelde systeem niet geïnstalleerd is, zorgt de netbeheerder ervoor dat elk kantoor dat toegankelijk is voor afnemers, over minstens één punt beschikt waar de kaart voor de bevoorrading van de budgetmeter opgeladen kan worden. § 2. De netbeheerders gebruiken, in overleg met de "CWaPE" en de leveranciers, een gemeenschappelijk systeem voor de bevoorrading van de budgetmeter. Dat systeem kan ingeschakeld worden op het gezamenlijke grondgebied en maakt de bevoorrading van budgetmeters mogelijk in elke gemeente vanaf 1 juli 2004.

Na evaluatie kan het in het tweede lid bedoelde systeem ter beschikking worden gesteld van elke fusiegemeente die op 31 december 1970 een afzonderlijke administratieve entiteit vormde.

Art. 22.De leverancier geeft de afnemer kennis van het juiste bedrag van de lopende schuld bij de plaatsing van de budgetmeter. De invordering van de schuld mag geenszins aangerekend worden op de betalingen gekoppeld aan het verbruik dat volgt op de plaatsing van de budgetmeter.

Art. 23.De leverancier die als gevolg van de in artikel 20 bedoelde procedure door de netbeheerder verzocht wordt om de terugbetaling van de kosten van de plaatsing van een budgetmeter bij een niet-beschermde afnemer en, in voorkomend geval, van de kosten van de budgetmeter, bestemt maximum 20 % verhoging van de prijs van de verbruikte kWh voor de terugbetaling van de budgetmeter en staat dat bedrag maandelijks af aan de netbeheerder tot hij volledig terugbetaald is. Afdeling 5. - Minimale levering gewaarborgd aan beschermde afnemers

Onderafdeling 1. - Wanbetaling

Art. 24.§ 1. Zolang de beschermde afnemer niet betaalt en zijn kaart niet bevoorraadt, komt hij in aanmerking voor de gewaarborgde minimale levering waarvan het vermogen vastgelegd is op 1 300 Watt. Dat vermogen wordt gewaarborgd gedurende 6 maanden vanaf de inschakeling van de vermogensbegrenzer.

De leverancier van de beschermde afnemer staat in voor de gewaarborgde minimale levering. De afnemer moet zijn verbruik betalen. Het verbruik wordt hem door de leverancier gefactureerd. De factuur vermeldt het adres en verdere gegevens betreffende het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en van de erkende schuldbemiddelaars, alsook de mogelijkheid om een sociale begeleiding inzake energie aan te vragen. § 2. Als het maatschappelijk centrum voor maatschappelijk welzijn oordeelt dat de sociale toestand en de samenstelling van het gezin het rechtvaardigen, kan het de leverancier gelasten voor de gezamenlijke periode bedoeld in § 1 of voor een deel ervan te voorzien in een gewaarborgde minimale levering waarvan het vermogen minstens 1 300 en hoogstens 2 600 Watt bedraagt, voorzover het centrum de helft van de factuur van bedoelde afnemer voor zijn rekening neemt. § 3. De beschermde afnemer kan zijn leverancier verzoeken om de uitschakeling van de vermogensbegrenzer zodra hij de achterstallen i.v.m. de gewaarborgde minimale levering betaald heeft. § 4. Dit artikel is van toepassing op de openbare centra voor maatschappelijk welzijn waarvan de zetel in het Franse taalgebied gevestigd is.

Art. 25.Als de beschermde afnemer de gewaarborgde minimale levering slechts tijdens 6 maanden heeft genoten en de desbetreffende facturen niet heeft betaald, wordt hij tot recurrente wanbetaler verklaard.

De netbeheerder wordt door de leverancier bij aangetekend schrijven met ontvangbewijs of per e-mail met ontvangbewijs in kennis gesteld van die toestand en moet na ontvangst van de kennisgeving elektriciteit leveren aan de afnemer.

De leverancier maakt een afschrift van de in het vorige lid bedoelde kennisgeving over aan de afnemer en aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. Hij wijst de afnemer op de latere procedure, met name de aanhangigmaking bij de commissie en de desbetreffende gevolgen.

Onderafdeling 2. - Herhaalde wanbetaling

Art. 26.§ 1. In geval van herhaalde wanbetaling moet de netbeheerder ingevolge de in artikel 25 bedoelde kennisgeving elektriciteit leveren aan de beschermde afnemer die op zijn netwerk aangesloten is.

Zolang de beschermde afnemer zijn facturen niet betaalt, wordt de levering beperkt tot een minimum 1300 Watt. De netbeheerder richt de afnemer een factuur met de volgende gegevens : 1° de betalingstermijn, die minstens vijftien dagen bedraagt, alsook het adres en verdere gegevens betreffende de dienst die bevoegd is om een afbetalingsplan op te maken;2° de mogelijkheid om een beroep te doen op het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of op een erkende schuldbemiddelaar, alsook het adres en verdere gegevens betreffende die instellingen;3° de gevolgde procedure als de afnemer geen oplossing heeft voor de betaling van bedoelde factuur;die procedure voorziet in de mogelijkheid om beroep in te dienen bij de commissie. § 2. Als de afnemer geen overeenkomst vindt om de achterstallen i.v.m. de gewaarborgde minimale levering op de in § 1, tweede lid, 1°, bedoelde vervaldatum te betalen, richt de netbeheerder hem een aanmaning bij aangetekend schrijven. Daarin wordt hij erop gewezen dat het dossier aanhangig zal worden gemaakt bij de commissie bij gebrek aan een oplossing binnen vijftien dagen na verzending van de aanmaning.

De netbeheerder maakt een afschrift van het in het vorige lid bedoelde schrijven over aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. § 3. Als de afnemer geen oplossing vindt binnen vijftien dagen na de verzending van de aanmaning of als de beschermde afnemer zich niet houdt aan de overeenkomst voor de betaling van de achterstallen i.v.m. de gewaarborgde minimale levering, mag de netbeheerder bij de commissie een gemotiveerd verzoek indienen om de elektriciteit wegens manifeste slechte wil af te sluiten.

Onderafdeling 3. - Invordering van de schuld i.v.m. de gewaarborgde minimale levering

Art. 27.De leverancier die een gewaarborgde minimale levering aan een beschermde afnemer heeft bezorgd, mag de prijs van de verbruikte kWh met maximum 20 % verhogen met het oog op de terugbetaling van de schuld i.v.m. de gewaarborgde minimale levering als de Commissie ze niet vernietigd heeft. Als de netbeheerder in voorkomend geval leverancier van de beschermde afnemer is, betaalt hij het ingevorderde bedrag maandelijks terug aan de betrokken leverancier. HOOFDSTUK IV. - Openbare dienstverplichtingen van de netbeheerders Afdeling 1. - Veiligheid, regelmaat en kwaliteit van de levering

Art. 28.Overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen waarborgt de netbeheerder de eindafnemers die aangesloten zijn op het netwerk dat hij beheert, een ononderbroken levering en een stabiel spanningsniveau, behalve overmacht.

In geval van geplande afsluiting, geeft de netbeheerder de betrokken afnemers kennis van de vermoedelijke duur en van het tijdstip van de afsluiting, waarbij een minimale opzegtermijn van 48 uur in acht wordt genomen.

Na elke afsluiting als gevolg van een technisch probleem op het netwerk wordt de voorziening binnen de kortste tijd hersteld. Te dien einde beschikt de netbeheerder over technische diensten die, behalve overmacht, binnen 2 uur kunnen optreden.

Behalve overmacht is de netbeheerder verantwoordelijk voor alle schade die door zijn schuld of een technisch gebrek zijnentwege veroorzaakt wordt aan de installaties van de afnemer wegens storing van de frequentie - voor zover ze instaan voor het beheer van de frequentie -, van het spanningsniveau of wegens ongewoon verlengde afsluiting t.a.v. het technisch reglement. De "CWaPE" kan verzocht worden om een gemotiveerd advies in geval van abnormaal lange afsluiting. De "CWaPE" brengt haar gemotiveerd advies uit nadat ze de betrokken partijen heeft gehoord. Afdeling 2. - Milieubescherming

Art. 29.In geval van aanvraag om aansluiting van wederzijds uitsluitende productie-installaties, met name om redenen van vermogensbegrenzing, geeft de netbeheerder de voorrang aan installaties voor de productie van milieuvriendelijke elektriciteit.

Art. 30.Om te voldoen aan zijn eigen verbruik of, in voorkomend geval, om de beschermde of gebonden afnemers die op zijn netwerk aangesloten zijn van elektriciteit te voorzien, moet de netbeheerder de overtollige productie van de producenten van milieuvriendelijke elektriciteit die op zijn netwerk aangesloten zijn, tegen de marktprijs kopen. De marktprijs wordt aangepast rekening houdende met het wisselvallige karakter van de productie en de verbintenissen aangegaan inzake evenwicht.

Onder "overtollige productie" wordt verstaan de productie van elektriciteit waarvoor de producent van milieuvriendelijke elektriciteit geen leveringscontract heeft gesloten met een netbeheerder, leverancier of tussenpersoon, of de productie van elektriciteit die niet door de producent zelf is verbruikt.

Art. 31.Bij de aansluiting verschaft de netbeheerder de afnemer elk door de minister voorgeschreven document betreffende de maatregelen ter bevordering van rationeel energiegebruik. Afdeling 3. - Inzameling van gegevens

Art. 32.De netbeheerder bezorgt de minister om de drie maanden de volgende gegevens : 1° het globale verbruik, respectievelijk op het hoog- en laagspanningsnetwerk, verdeeld per standaardafnemers die beantwoorden aan de specifieke belastingskrommen, zoals bepaald door de "CWaPE" en, voor elke exploitatiezetel, per activiteitensector die overeenstemt met de NACE-BEL-code met 4 cijfers;2° het aantal aansluitingen, respectievelijk hoog- en laagspanning, verdeeld per standaardafnemers die beantwoorden aan de specifieke belastingskrommen en per activiteitensector, zoals bepaald door de "CWaPE";3° de personalia van de nieuwe eindafnemers die aangesloten zijn op het hoogspanningsnetwerk, alsook hun activiteitensector die overeenstemt met de NACE-BEL-code met 4 cijfers;4° kWh geïnjecteerd op het netwerk door elke productieinstallatie die erop aangesloten is;5° kWh geïnjecteerd op en afgenomen van elk ander netwerk;6° het aantal afsluitingen, alsook de oorzaak en de duur ervan, respectievelijk op het hoog- en laagspanningsnetwerk. Onder "NACE-BEL-code" wordt verstaan de nomenclatuur van de activiteiten die het Nationaal Instituut voor de Statistiek (tweede opgave 1998) heeft opgemaakt in een geharmoniseerd Europees kader en die opgelegd is bij Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad van 9 oktober 1990 betreffende de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap, zoals gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 761/93 van de Commissie van 24 maart 1993.

Als elke activiteitensector die overeenstemt met de NACE-BEL-code met 4 cijfers slechts één onderneming betreft, mogen de gegevens betreffende die onderneming overeenkomstig het eerste lid, 1°, gehergroepeerd worden met de gegevens van een andere NACE-BEL-code. HOOFDSTUK V. - Controle van de "CWaPE"

Art. 33.De gegevens bedoeld in de artikelen 12 en 15 zijn didactisch, duidelijk, begrijpelijk en aangepast aan de residentiële afnemers.

De algemene standaardvoorwaarden bedoeld in artikel 12 en de type-herinneringsbrief bedoeld in artikel 15 behoeven de goedkeuring van de minister, die zich binnen 30 dagen na de aanvraag uitspreekt.

Art. 34.De "CWaPE" kan de leveranciers en netbeheerders om elk gegeven en document verzoeken die ze nodig heeft om na te gaan of zij hun openbare dienstverplichtingen nakomen. De "CWaPE" kan de controle ter plaatse uitvoeren.

Art. 35.§ 1. De leverancier bezorgt de CWaPE jaarlijks vóór 31 maart de volgende geaggregeerde gegevens : 1° het aantal afnemers die het sociaal tarief genieten;2° het aantal rappels;3° het aantal aanmaningen;4° het aantal wanbetalers, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen beschermde en niet-beschermde afnemers;5° het aantal aangenomen afbetalingsplannen en de gemiddelde maandelijkse betaling;6° het aantal afbetalingsplannen die niet opgevolgd worden; 7° het aantal dossiers overgemaakt aan de O.C.M.W.'s; 8° het aantal aanvragen tot plaatsing van een budgetmeter, al dan niet met vermogensbegrenzer, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen plaatsingen op aanvraag van de leverancier of van de afnemer, alsook het aantal effectieve plaatsingen;9° het bedrag van de gemiddelde schuld op het ogenblik van de plaatsing van de budgetmeter;10° het aantal beschermde afnemers die in aanmerking komen voor de gewaarborgde minimale levering, waarbij het maximumvermogen en de gemiddelde duur van de gewaarborgde minimale levering onderscheiden worden;11° de gemiddelde schuld van de beschermde afnemers die slechts voor het gewaarborgde minimale vermogen in aanmerking komen;12° het aantal intrekkingen van de gewaarborgde minimale levering, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen intrekkingen binnen 24 uur, 7 dagen, 8 dagen, 30 dagen en na meer dan 30 dagen;13° het aantal recurrente wanbetalers, het bedrag van de gemiddelde schuld van die afnemers op het ogenblik van de overdracht aan de netbeheerder;14° elk ander geaggregeerd gegeven bepaald door de "CWaPE". § 2. De netbeheerderóór bezorgt de "CWaPE" jaarlijks vóór 31 maart de volgende geaggregeerde gegevens : 1° het aantal afnemers die het sociaal tarief genieten;2° het aantal plaatsingen van budgetmeters, al dan niet met vermogensbegrenzer, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen plaatsingen op aanvraag van de leverancier of van de afnemer;3° het aantal beschermde afnemers aangemerkt als wanbetalers, het bedrag van de gemiddelde schuld van de beschermde afnemers die enkel in aanmerking komen voor de gewaarborgde minimale levering en de gemiddelde duur van die levering;4° het aantal aanhangigmakingen bij de commissie en het soort beslissingen die ze neemt, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de intrekking van de gewaarborgde minimale levering, de verlenging, de duur van de verlenging, het bedrag van de gemiddelde schuld op het ogenblik dat de commissie zich uitspreekt en het aantal eventuele kwijtscheldingen van schuld.

Art. 36.De "CWaPE" stelt een uitvoerig verslag op over de uitvoering van de aan de leveranciers en netbeheerders opgelegde openbare dienstverplichtingen, overeenkomstig artikel 43, § 3, van het decreet. HOOFDSTUK VI. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 37.Bij de inwerkingtreding van dit besluit geven de netbeheerders de Minister kennis van de personalia van de eindafnemers die op hun hoogspanningsnetwerk aangesloten zijn, alsook van hun activiteitensector die overeenstemt met de NACE-BEL-code met 4 cijfers.

Art. 38.In afwijking van de termijn bedoeld in artikel 19, § 2, eerste lid, plaatst de netbeheerder de budgetmeter zo spoedig mogelijk, hoe dan ook binnen het jaar na de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 39.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 40.De Minister van Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 10 april 2003.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS

^