Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 10 december 1998
gepubliceerd op 26 januari 1999

Besluit van de Waalse Regering tot toekenning van toelagen voor de restauratie, de renovatie, de valorisatie en de opwaardering van het klein volkspatrimonium van Wallonië

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
1999027032
pub.
26/01/1999
prom.
10/12/1998
ELI
eli/besluit/1998/12/10/1999027032/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 DECEMBER 1998. - Besluit van de Waalse Regering tot toekenning van toelagen voor de restauratie, de renovatie, de valorisatie en de opwaardering van het klein volkspatrimonium van Wallonië


De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988, inzonderheid op artikel 6;

Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, inzonderheid op artikel 235;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 5 van 18 april 1967 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van toelagen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 en gewijzigd bij de wet van 9 augustus 1980, inzonderheid op artikel 3, § 1;

Overwegende dat zo spoedig mogelijk alles in het werk moet worden gesteld om een nieuwe campagne op te starten en te organiseren in het kader van de restauratie, de renovatie, de valorisatie en de opwaardering van het klein volkspatrimonium van Wallonië, Besluit :

Artikel 1.De Minister van Patrimonium kan binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten een toelage van maximum 250 000 BEF verlenen voor onderhouds-, herstel-, restauratie- en inrichtingswerken aan het klein volkspatrimonium van Wallonië bedoeld in bijlage 1. Deze werken kunnen al dan niet gepaard gaan met maatregelen voor het behoud van een merkwaardige boom.

Er wordt een toelage van maximum 100 000 BEF verleend voor elke gezamenlijke actie tot opwaardering en bevordering van het klein volkspatrimonium van Wallonië (fototentoonstellingen, voettochten, wandelroutes, rondleidingen, bebakende trajecten, uitgaven van pedagogische dossiers, wandelkaarten, folders, brochures met illustraties en beschrijvende aantekeningen,...).

Er wordt geen toelage verleend voor de oprichting van een bestanddeel van voormeld klein patrimonium.

Art. 2.Na advies van de in artikel 3 bedoelde commissie kan de toelage verleend worden aan elke privaat- of publiekrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon op grond van een opwaarderingsdossier dat de volgende stukken bevat : a) een situatie van het patrimoniaal bestanddeel, waarbij met name aangegeven wordt of het voor iedereen toegankelijk of goed zichtbaar is vanaf het openbaar domein;b) een beschrijving van het bestanddeel, waarbij ten minste twee recente foto's en dia's gevoegd zijn;c) een uitvoerige en gekwantificeerde opgave van de handelingen en werken of van de bevorderingsacties aan de hand van nauwkeurige kostenramingen;d) alle gegevens over het statuut van het bestanddeel (eigendom en beheers- of onderhoudswijze);als de aanvrager van de toelage noch eigenaar noch houder is van zakelijke rechten, dient zijn machtiging bij het dossier te worden gevoegd indien de aangevraagde toelage handelingen en werken betreft.

De aanvraag om toelage wordt niet in aanmerking genomen als het bestanddeel onzichtbaar of ontoegankelijk is voor het publiek.

Art. 3.Op de voordracht van de Minister van Patrimonium stelt de Waalse Regering een commissie in, die advies moet uitbrengen over ieder dossier betreffende een aanvraag om toelage.

De commissie bestaat uit zes stemgerechtigde leden : - twee afgevaardigden van de Waalse Regering, onder wie een vertegenwoordiger van de Minister van Patrimonium, die het voorzitterschap van de commissie waarneemt; - twee afgevaardigden van de Koninklijke Commissie van Monumenten, Landschappen en Opgravingen; - de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium of zijn afgevaardigde; - de inspecteur-generaal van de Afdeling Patrimonium van het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium of zijn afgevaardigde.

Het secretariaat van de commissie wordt waargenomen door een ambtenaar van het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium.

Art. 4.De volledige dossiers, die aan het Bestuur worden gericht, worden doorgestuurd naar de in artikel 3 van dit besluit bedoelde commissie, die advies moet uitbrengen over elk project. De commissie vergadert één keer per maand.

Een subsidiëringsbesluit wordt vervolgens aan de aanvrager meegedeeld; de werken kunnen pas aanvangen na ontvangst van dit besluit en moeten uitgevoerd worden binnen een termijn van twaalf maanden. In voorkomend geval wordt de vereiste stedenbouwkundige vergunning samen met de aanvraag om toelage ingediend. De helft van de toelage wordt uitbetaald bij de bekendmaking van dit besluit. Zodra het project uitgevoerd is, moet de aanvrager de facturen overmaken, samen met ten minste twee foto's.

Na een controle ter plaatse en na advies van de commissie zal het saldo gestort worden ten belope van het bedrag van de facturen.

In geval van ongeoorloofd gebruik van de toelage zal het bedrag van het voorschot ingevorderd worden en het recht op de toelage automatisch uitdoven.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Namen, 10 december 1998.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KM.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON

Bijlage Bestanddelen van het klein volkspatrimonium waarvoor een toelage kan worden aangevraagd in het kader van deze campagne : 1. Waterpunten 1.1. Fonteinen : bekkens of een kuipen waarin voortdurend water wordt toegevoerd. 1.2. Zuilenfonteinen : zuilenmonumenten met eromheen een soms in vakken opgedeeld bekken, die vaak versierd zijn met standbeelden, bas-reliëfs, motieven. 1.3. Pompen : vaak gietijzerzuilen of stenen constructies voorzien van een mechanisme om water d.m.v. een zuiger omhoog te halen. 1.4. Putten : tot op het peil van het grondwater gegraven caviteiten waarvan de wand gemetseld is en waarlangs het water omhoog wordt gehaald. 1.5. Lavatoria : constructies voor gemeenschappelijk gebruik, waar het wasgoed gewassen werd in één of meer bekkens die aangesloten waren op een bron of opwellend grondwater. 1.6. Drinkbakken : gemetselde, behouwde of aan elkaar vastgemaakte bakken die voor vee bestemd zijn. 1.7. Bronnen : plaatsen waar water ontspringt. Plaatsen waar grondwater aan de oppervlakte komt en waar al dan niet voorzien is in een tappunt. 1.8. Schoepenwielen : overblijfsels van een economische activiteit uit het verleden (molen, smidse,...). De maatregel betreft het schoepenwiel en niet het mechanisme dat door het wiel wordt aangedreven. 2. Klein heilig patrimonium 2.1. Kruisen : getuigenissen van de volksvroomheid (houten, metalen, stenen kruisen,...). 2.2. Calvaries : kruisen waarvan de iconografie het lijden van Christus herdenkt. Christus aan het Kruis in het gezelschap van Maria, van andere heiligen of omgeven van religieuze symbolen. 2.3. Kapelletjes : nissen die in een muur zijn gebouwd om het standbeeld van een heilige onder te brengen; ze zijn doorgaans afgeschermd met een rooster of een ruit en bevinden zich meestal boven een deur of op de hoek van een gebouw. Mutatis mutandis, elk houten kapelletje dat aan een muur of een boom bevestigd is. 2.4. Kapelletjes op een wegkruising : die benaming wordt gebruikt als de kapelletjes op een voetstuk staan. Het gaat dan om stenen of om metalen constructies die tegen een muur zijn aangebouwd of langs een straat of een weg gelegen zijn. 2.5. Vaste rustaltaren : kleine constructies die vroeger langs wegen werden geplaatst als rust- en gebedsplaats voor reizigers. Gebouwde bestanddelen (baksteen, breuksteen,...) waar thans standbeelden en diverse eredienstvoorwerpen worden ondergebracht. 2.6. Spijkerbomen : bomen voorzien van oude spijkers waarvan de kop aan de schorsoppervlakte te zien is. Het bespijkeren van bomen is een overblijfsel van oude volksgeloven en diende om bepaalde kwalen te genezen, vooral kiespijn en huidziektes. 3. Openingen 3.1. Deuren : openingen die speciaal zijn aangebracht in een muur van een gebouwd gedeelte om de doorgang mogelijk te maken. 3.2. Poorten : monumentale werken, wegens de afmetingen of de versiering ervan, die uit één of meer deuren bestaan. 3.3. Portieken : gelijkvloerse galerijen, gesteund door twee rijen zuilen of door een muur en een rij zuilen. 4. Signalisatie 4.1. Uithangborden : beschilderde of kunstig bewerkte voorwerpen uit terracotta, hout of metaal, die haaks op de gevel aan een schacht hangen. 4.2. Gevelstenen : halfverheven gebeeldhouwde motieven, meestal rechthoekig of vierkantig, al dan niet beschilderd en in het architecturaal geheel geïntegreerd. Gebeeldhouwde voorstellingen van het huis van een ambachtsman, een handelaar of een burger. 4.3. Aanplakzuilen : cilindrische zuilen waarop de programma's van schouwspelen, tentoonstellingen, enz. worden aangeplakt. 4.4. Verkeersborden : effen oppervlakken uit hout, metaal... waarop bestemmingen worden aangegeven. Oude wegwijzers waarop bestemmingen en richtingen worden aangegeven. 5. Afbakening 5.1. Grenspalen : in de grond bevestigde stenen, met doorgaans een aanduiding erop die wijst op een grensscheiding tussen Vorstendommen, Hertogdommen of Staten. 5.2. Grensstenen : stenen die een eigendom, een domein, een heerlijkheid, een parochie, een terrein,... afbakenen en die vaak versierd zijn met een wapenschild of beginletters. 5.3. Topografische merktekens : tekens die het reliëf van een plaats, een terrein, een gedeelte van een gebied of een staat aangeven. Ze zijn onontbeerlijk voor de cartografie, voor het opmaken van plannen van terreinen, voor de bepaling van de hoogtecijfers. 5.4. Geodetische merktekens : merken die de aarde opdelen om haar afmetingen en vorm te bepalen. 5.5. Staande brievenbussen : rode constructies op trottoirs, waarop de posthoorn voorkomt en die bestemd zijn om brieven te verzenden. 5.6. Grens- en merkbomen : grensbomen dienen als mijlpaal in grensgebieden (heerlijkheden, parochies, rechtsgebieden, privaat eigendommen,...). Merkbomen dienen wegens hun imponerende afmetingen en hun overheersende positie, met name op de horizonlijn. 6. Verlichting 6.1. Lantarens : toestellen voor de verlichting van de openbare weg. 6.2. Kandelabers : kunstig bewerkte metalen zuilen met een apparatuur voor de openbare verlichting, zoals een grote kandelaar met verschillende armen en lichtbronnen. 6.3. Consoles : aan een muur bevestigde vooruitspringende delen die een openbaar verlichtingstoestel met één of meer lichtbronnen ondersteunen. 7. Tijd- en ruimtemeting 7.1. Uurwerken : tijdmeters die aan de gevel van gemeentehuizen, stations, belforten, kerken,...zijn bevestigd. 7.2. Zonnewijzers : vierkantige of cirkelvormige tijdmeters waarvan de wijzerplaat gegraveerd of getekend is op de gevel van een gebouw. 7.3. Oriëntatietafels : cirkelvormige stenen tafels waarop de windstreken en de voornaamste topografische kenmerken worden aangegeven. 8. Justitie en vrijheden 8.1. Perrons : stenen zuilen op een voetstuk met verschillende treden, die de vrijheden symboliseren. 8.2. Rechtskruisen : kruisen op plaatsen waar rechtgesproken werd en waar vonnissen werden geveld. 8.3. Kaken : pijlers, zuilen, palen of kleine masten waaraan veroordeelden gekluisterd werden om tentoongesteld te worden aan de algemene verontwaardiging. Soms voorzien van een wiel waaraan misdadigers werden vastgebonden en gefolterd. 8.4. Galgbomen : bomen waaraan misdadigers werden opgehangen. 9. Rust 9.1. Openbare banken : houten, metalen of stenen zitplaatsen die ter beschikking worden gesteld van de gemeenschap in een voor iedereen toegankelijke ruimte. 10. Ijzeren ornamenten 10.1. Kunstig bewerkte versterkings-, ondersteunings- en rotatiestukken : ankers (metalen houvasten voor de versterking van een muur), hengsels (metalen beslagen die aan deurvleugels bevestigd zijn), ijzerbeslagen (metalen verbindingsstukken). 10.2. Kunstig bewerkte beschermingsstukken : balkonleuningen en ramen (voorzieningen op leunhoogte die voor de leegte beschutten), roosters (latwerken om de toegang tot een plaats af te schermen of te verbieden), roosters van trapleuningen, luifels (afdaken boven een open ruimte aan een muuropening of een gevel), windwijzers (metalen platen die de windrichting aanwijzen door te draaien om een stang die op een dak is opgesteld). 10.3. Kunstig bewerkte veiligheidsstukken : sloten, hengsels, deurkloppers, deurkettingen. 11. Herdenking 11.1. Monumenten voor de gesneuvelden van beide wereldoorlogen : monumenten ter ere van de gesneuvelden van de oorlog 14-18 en/of de oorlog 40-45. Stenen gebouwen, gedenkplaten,|PO 11.2. Getuigen van gebeurtenissen uit het verleden : monumenten, standbeelden of gedenkplaten betreffende een beroemd figuur, een cultureel of een historisch gebeurtenis. 11.3. Gedenkbomen : bomen gepland ter gelegenheid van een gedenkwaardig gebeurtenis (honderd jaar Belgische onafhankelijkheid) of ter herinnering aan een historisch feit (« arbre Napoléon »,|PO).

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 10 december 1998 tot toekenning van toelagen voor de restauratie, de renovatie, de valorisatie en de opwaardering van het klein volkspatrimonium van Wallonië.

Namen, 10 december 1998.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON

^