Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 10 februari 2011
gepubliceerd op 21 maart 2011

Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 22 juni 2006 tot opstelling van de lijst van de installaties en activiteiten die gespecificeerde broeikasgassen uitstoten en tot bepaling van de gespecificeerde broeikasgassen bedoeld in het decreet van 10 november 2004 tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een "Fonds wallon Kyoto" en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto

bron
waalse overheidsdienst
numac
2011201301
pub.
21/03/2011
prom.
10/02/2011
ELI
eli/besluit/2011/02/10/2011201301/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 FEBRUARI 2011. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 22 juni 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 22/06/2006 pub. 12/07/2006 numac 2006202146 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot opstelling van de lijst van de installaties en activiteiten die gespecificeerde broeikasgassen uitstoten en tot bepaling van de gespecificeerde broeikasgassen bedoeld in het decreet van 10 november 2004 tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een "Fonds wallon Kyoto" en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto sluiten tot opstelling van de lijst van de installaties en activiteiten die gespecificeerde broeikasgassen uitstoten en tot bepaling van de gespecificeerde broeikasgassen bedoeld in het decreet van 10 november 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/11/2004 pub. 02/12/2004 numac 2004203609 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een « Fonds wallon Kyoto » en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto (1) sluiten tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een "Fonds wallon Kyoto" (Waals Kyotofonds) en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 10 november 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/11/2004 pub. 02/12/2004 numac 2004203609 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een « Fonds wallon Kyoto » en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto (1) sluiten tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een " Fonds wallon Kyoto " (Waals Kyotofonds) en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto, artikelen 2, 3°, en 12/1, ingevoegd bij het decreet van 6 oktober 2010;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 22 juni 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 22/06/2006 pub. 12/07/2006 numac 2006202146 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot opstelling van de lijst van de installaties en activiteiten die gespecificeerde broeikasgassen uitstoten en tot bepaling van de gespecificeerde broeikasgassen bedoeld in het decreet van 10 november 2004 tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een "Fonds wallon Kyoto" en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto sluiten tot opstelling van de lijst van de installaties en activiteiten die gespecificeerde broeikasgassen uitstoten en tot bepaling van de gespecificeerde broeikasgassen bedoeld in het decreet van 10 november 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/11/2004 pub. 02/12/2004 numac 2004203609 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een « Fonds wallon Kyoto » en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto (1) sluiten tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een "Fonds wallon Kyoto" (Waals Kyotofonds) en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto;

Gelet op het advies nr. 49.011/4 van de Raad van State, gegeven op 5 januari 2011, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 22 juni 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 22/06/2006 pub. 12/07/2006 numac 2006202146 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot opstelling van de lijst van de installaties en activiteiten die gespecificeerde broeikasgassen uitstoten en tot bepaling van de gespecificeerde broeikasgassen bedoeld in het decreet van 10 november 2004 tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een "Fonds wallon Kyoto" en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto sluiten tot opstelling van de lijst van de installaties en activiteiten die gespecificeerde broeikasgassen uitstoten en tot bepaling van de gespecificeerde broeikasgassen bedoeld in het decreet van 2006 november 10 tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een "Fonds wallon Kyoto" (Waals Kyotofonds) en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto wordt tussen het eerste en het tweede lid volgend lid ingevoegd : "De luchtvaartactiviteiten bedoeld in artikel 12/1 van hetzelfde decreet worden opgesomd in bijlage I/1."

Art. 2.Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een bijlage I/1 die bij dit besluit gevoegd wordt.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 december 2009.

Art. 4.De Minister van Leefmilieu en de Minister die voor het Luchthavenbeheer bevoegd is zijn samen belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 10 februari 2011.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY

Bijlage Bijlage 1/1 bij het besluit van de Waalse Regering van 22 juni 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 22/06/2006 pub. 12/07/2006 numac 2006202146 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot opstelling van de lijst van de installaties en activiteiten die gespecificeerde broeikasgassen uitstoten en tot bepaling van de gespecificeerde broeikasgassen bedoeld in het decreet van 10 november 2004 tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een "Fonds wallon Kyoto" en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto sluiten tot opstelling van de lijst van de installaties en activiteiten die gespecificeerde broeikasgassen uitstoten en tot bepaling van de gespecificeerde broeikasgassen bedoeld in het decreet van 10 november 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/11/2004 pub. 02/12/2004 numac 2004203609 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een « Fonds wallon Kyoto » en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto (1) sluiten tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een "Fonds wallon Kyoto" (Waals Kyotofonds) en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto Luchtvaartactiviteiten Vanaf 1 januari 2012 worden alle vluchten van de luchtvaartuigexploitanten gedekt die vertrekken van of aankomen op een luchtvaartterrein dat gelegen is op het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie en waarvoor het Gewest verantwoordelijk is.

Voor de toepassing van deze bijlage wordt verstaan onder : 1° "vlucht" : een vluchtsector, meer bepaald een vlucht of een reeks vluchten die begint en eindigt op de parkeerplaats van het luchtvaartuig;2° "luchthaventerrein" : een gebied op het land of op het water (gebouwen, installaties en uitrusting inbegrepen) bestemd om geheel of gedeeltelijk gebruikt te worden voor de aankomst, het vertrek en de grondbeweging van de luchtvaartuigen;3° "commerciële luchtvervoersonderneming" : een vliegtuigexploitant die voor het publiek tegen vergoeding geregelde of niet-geregelde luchtdiensten uitvoert voor het vervoer van passagiers, vracht of post. Luchtvaart

Vluchten vanaf of naar een luchthaven gelegen op het grondgebied van een lidstaat onderworpen aan de bepalingen van het Europese verdrag Deze bepaling geldt niet voor : a) vluchten die uitsluitend worden uitgevoerd voor het vervoer op een officiële dienstreis van een regerende vorst en zijn directe familie, staatshoofden, regeringsleiders en ministers van de regering van een ander land dan een lidstaat, als dat wordt bevestigd door een overeenkomstige statusindicator in het vluchtplan; b) militaire vluchten die worden uitgevoerd door militaire luchtvaartuigen en douane- en politievluchten;c) vluchten in verband met opsporing en redding, vluchten in het kader van brandbestrijding, humanitaire vluchten en medische noodvluchten waarvoor de bevoegde autoriteit toestemming heeft verleend; d) vluchten die uitsluitend worden uitgevoerd volgens zichtvliegvoorschriften als vermeld in bijlage 2 bij het Verdrag van Chicago; e) vluchten die eindigen op het luchtvaartterrein vanwaar het luchtvaartuig is opgestegen en tijdens welke geen tussenlanding is gemaakt; f) lesvluchten die uitsluitend worden uitgevoerd met als doel het behalen van een vliegbrevet of van een bevoegdverklaring in het geval van cockpitpersoneel, als dat wordt bevestigd door een overeenkomstige opmerking in het vluchtplan, met uitzondering van vluchten die dienen voor het vervoer van passagiers of lading en van veerdienstvluchten en positioneringvluchten; g) vluchten die uitsluitend worden uitgevoerd met als doel wetenschappelijk onderzoek of het controleren, testen of certificeren van luchtvaartuigen of van grond- of boordapparatuur; h) vluchten die worden uitgevoerd door luchtvaartuigen met een gecertificeerde maximale startmassa van minder dan 5 700 kg; i) vluchten, uitgevoerd in het kader van de openbare dienstverplichtingen die overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2408/92 worden opgelegd op routes in de ultraperifere gebieden, zoals vermeld in artikel 349 van het verdrag, of op routes waar deaangeboden capaciteit niet meer dan 30 000 zitplaatsen per jaar bedraagt; j) vluchten die zonder dit punt onder deze activiteit zouden vallen, uitgevoerd door commerciële luchtvervoersondernemingen die : - ofwel gedurende drie opeenvolgende periodes van vier maanden minder dan 243 vluchten per periode uitvoeren; - ofwel vluchten met een totale emissie van minder dan 10 000 ton per jaar uitvoeren. Vluchten die uitsluitend worden uitgevoerd voor het vervoer op een officiële dienstreis van een regerende vorst en zijn directe familie, staatshoofden, regeringsleiders en ministers van een regering van lidstaat, mogen krachtens dit punt niet worden uitgesloten.

Kooldioxide


Deze bijlage bevat de lijst van de types vlucht die vrijgesteld zijn van de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten betreffende de luchtvaartactiviteiten, bedoeld in hoofdstuk II/1 van het decreet van 10 november 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/11/2004 pub. 02/12/2004 numac 2004203609 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een « Fonds wallon Kyoto » en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto (1) sluiten tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een "Fonds wallon Kyoto" (Waals Kyotofonds) en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto. 1. Vrijstelling overeenkomstig punt a) 1.1. Deze uitzondering zal worden geïnterpreteerd aan de hand van het uitsluitende doel van de vlucht. 1.2. Directe familie omvat alleen de echtgenoot of echtgenote, elke partner, gelijkgesteld aan de echtgenoot of echtgenote, de kinderen en de ouders. 1.3. Ministers zijn de leden van de regering, zoals ze zijn opgelijst in het officiële publicatieblad van het land in kwestie. De vrijstelling bedoeld onder genoemd punt geldt niet voor de leden van de gewestelijke of plaatselijke regeringen van een land. 1.4. Een "officiële dienstreis" is een reis waarbij de betrokken persoon zich gedraagt in een officiële hoedanigheid. 1.5. Positioneringvluchten of veerdienstvluchten van het luchtvaartuig vallen niet onder deze uitzondering. 1.6. Vluchten die volgens de Centrale Routeheffingen Dienst van Eurocontrol in aanmerking kunnen komen voor de toepassing van de vrijstelling van de routeheffingen (hierna CRCO-uitzonderingscode genoemd) en met "S" aangeduid kunnen worden, worden verondersteld vluchten te zijn die uitsluitend worden uitgevoerd voor het vervoer op een officiële dienstreis van een regerende vorst en zijn directe familie, staatshoofden, regeringsleiders en ministers waar dat wordt bevestigd door een overeenkomstige statusindicator in het vluchtplan 2. Vrijstellingen overeenkomstig punt b) 2.1. Militaire vluchten 2.1.1. "Militaire vluchten" zijn vluchten die rechtstreeks verband houden met de uitoefening van militaire activiteiten. 2.1.2. Militaire vluchten uitgevoerd door burgerlijk geregistreerde luchtvaartuigen vallen niet onder deze uitzondering. Burgerlijke vluchten uitgevoerd door militaire luchtvaartuigen vallen ook niet onder de uitzonderingen bedoeld in b). 2.1.3. Vluchten met de CRCO-uitzonderingscode "M" of "X" worden geacht vrijgestelde militaire vluchten te zijn. 2.2. Vluchten uitgevoerd door de douane- en politiediensten 2.2.1. Douane- en politievluchten uitgevoerd door zowel burgerlijk geregistreerde als militaire luchtvaartuigen vormen een uitzondering. 2.2.2. Vluchten met een CRCO-uitzonderingscode "P" worden geacht vrijgestelde douane- en politievluchten te zijn. 3. Vrijstellingen overeenkomstig punt c) 3.1. In relatie tot de onderstaande categorieën van vluchten, vallen de positioneringvluchten of veerdienstvluchten van luchtvaartuigen en de vluchten die uitsluitend uitrusting en personeel dragen en rechtstreeks betrokken zijn in het verlenen van de gerelateerde diensten, onder deze uitzondering. Die uitzonderingen maken bovendien geen onderscheid tussen vluchten uitgevoerd door middel van publieke of private middelen. 3.2. Vluchten in verband met opsporing en redding 3.2.1. "Vluchten in verband met opsporing en redding" zijn vluchten die opsporings- en reddingsdiensten aanbieden. "Opsporings- en reddingsdienst" is de uitvoering van noodbewaking, communicatie, coördinatie en opsporing en reddingfuncties, eerste medische hulp of medische evacuatie door middel van het gebruik van publieke en private middelen, met inbegrip van samenwerkende luchtvaartuigen, vaartuigen en andere toestellen en installaties. 3.2.2. Vluchten met een CRCO-uitzonderingscode "R" en vluchten, geïdentificeerd met STS/SAR in veld 18 van het vluchtplan, worden geacht vrijgestelde opsporings- en reddingsvluchten te zijn. 3.3. Vluchten in het kader van brandbestrijding 3.3.1. " Vluchten in het kader van brandbestrijding " zijn vluchten uitgevoerd uitsluitend voor het verlenen van brandbestrijdingsdiensten vanuit de lucht, wat het gebruik van luchtvaartuigen en andere middelen vanuit de lucht voor het bestrijden van branden inhoudt. 3.3.2. Vluchten geïdentificeerd met STS/FFR in veld 18 van het vluchtplan worden geacht vrijgestelde vluchten in het kader van brandbestrijding te zijn. 3.4.. Humanitaire vluchten 3.4.1. "Humanitaire vluchten" zijn vluchten uitgevoerd uitsluitend voor humanitaire doeleinden die hulppersoneel en hulpmiddelen, zoals voeding, kleding, beschutting, medische en andere middelen tijdens of na een noodgeval of ramp of die gebruikt worden om personen te evacueren van een plaats waar leven of gezondheid wordt bedreigd door een noodgeval of ramp naar een veilig toevluchtsoord in hetzelfde land of een ander land dat bereid is om die personen op te vangen. 3.4.2. Vluchten met een CRCO-uitzonderingscode "H" en vluchten, geïdentificeerd met STS/HUM in veld 18 van het vluchtplan, worden geacht vrijgestelde humanitaire vluchten te zijn. 3.5. Medische noodvluchten 3.5.1. "Medische noodvluchten" zijn vluchten met het uitsluitende doel het vergemakkelijken van medische noodhulp, als onmiddellijk en snel transport essentieel is, door het vervoeren van medisch personeel, medische hulpmiddelen, met inbegrip van uitrusting, bloed, organen, medicatie, of zieke of gewonde personen en andere direct betrokken personen. 3.5.2. Vluchten geïdentificeerd met STS/MEDEVAC of STS/HOSP in veld 18 van het vluchtplan worden geachtvrijgestelde medische noodvluchten te zijn. 4. Vrijstelling overeenkomstig punt f) Vluchten met de CRCO-uitzonderingscode "T" en vluchten, geïdentificeerd met RMK/lesvlucht in veld 18 van het vluchtplan worden geacht vrijgesteld te zijn overeenkomstig punt f. 5. Vrijstellingen overeenkomstig punt g) 5.1. In verband met onderstaande categorieën van vluchten, vallen positioneringvluchten of veerdienstvluchten van luchtvaartuigen niet onder deze uitzondering. 5.2. Vluchten met als enig doel het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek Vrijgestelde vluchten die uitsluitend worden uitgevoerd met als doel wetenschappelijk onderzoek vallen onder deze categorie. Deze uitzondering is alleen van toepassing als het wetenschappelijk onderzoek geheel of gedeeltelijk uitgevoerd wordt tijdens de vlucht.

Het vervoer van wetenschappers of onderzoeksmateriaal is op zichzelf niet voldoende om als uitzondering beschouwd te worden. 5.3. Vluchten die uitsluitend worden uitgevoerd met als doel het controleren, testen of certificeren van luchtvaartuigen of van grond- of boordapparatuur Vluchten met een CRCO-uitzonderingscode "N" en vluchten, geïdentificeerd met STS/FLTCK in veld 18 van het vluchtplan, worden geacht vrijgesteld te zijn overeenkomstig punt g). 6. Vrijstellingen overeenkomstig punt i) (vluchten uitgevoerd in het kader van de openbare dienstverplichtingen) De vrijstelling van de vluchten uitgevoerd in het kader van openbare dienstverplichtingen (OSP) in ultraperifere gebieden moet geïnterpreteerd worden als toepasbaar op de gebieden bedoeld in artikel 349 van het EG-verdrag en betreft uitsluitend de vluchten voor openbare dienstverplichtingen binnen één ultraperifeer gebied en vluchten tussen twee ultraperifere gebieden. 7. Vrijstellingen overeenkomstig punt j) ("de-minimis-regel") 7.1. Alle commerciële luchtvervoersondernemingen moeten een bewijs luchtvaartexploitant (AOC) in hun bezit hebben overeenkomstig deel I van bijlage 6 bij de Conventie van Chicago. Een vliegtuigexploitant zonder bewijs luchtvaartexploitant wordt niet beschouwd als zijnde een "commerciële luchtvervoersonderneming". 7.2. Voor de toepassing van de de-minimis-regel is de voorwaarde commercieel te zijn gekoppeld aan de vliegtuigexploitant en niet aan de vluchten in kwestie. Dat betekent in het bijzonder dat rekening wordt gehouden met de vluchten, uitgevoerd door een commerciële luchtvervoersonderneming om te beslissen of de vliegtuigexploitant boven of onder de uitzonderingsdrempels valt, zelfs als die vluchten niet tegen een vergoeding worden uitgevoerd. 7.3. Alleen vluchten die vertrekken van of aankomen in een luchtvaartterrein op het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie, komen in aanmerking om te beslissen of de vliegtuigexploitant boven of onder de uitzonderingsdrempels van de de - minimis - regel valt. Vluchten die worden uitgesloten op basis van punt a) tot punt j) zullen niet in beschouwing genomen worden voor dezelfde doeleinden. 7.4. Vluchten uitgevoerd door een commerciële vliegtuigexploitant die minder dan 243 vluchten gedurende drie opeenvolgende periodes van vier maanden uitvoert zijn uitgesloten. De perioden van vier maanden zijn : januari tot en met april; mei tot en met augustus; september tot en met december. De lokale tijd van vertrek van de vlucht bepaalt in welke periode van vier maanden de vlucht in rekening wordt genomen om te beslissen of de vliegtuigexploitant boven of onder de uitzonderingsdrempels van de de-minimis-regel valt. 7.5. Een commerciële vliegtuigexploitant die 243 vluchten per periode of meer uitvoert, valt onder het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem voor het volledige kalenderjaar waarin de drempel van 243 vluchten bereikt of overschreden wordt. 7.6. Een commerciële vliegtuigexploitant die vluchten uitvoert met jaarlijkse emissies gelijk aan of hoger dan 10 000 ton per jaar, valt onder het toepassingsgebied van het Europese emissiehandelssysteem voor het kalenderjaar waarin de drempel van 10 000 ton bereikt of overschreden wordt.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 10 februari 2011 tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 22 juni 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 22/06/2006 pub. 12/07/2006 numac 2006202146 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot opstelling van de lijst van de installaties en activiteiten die gespecificeerde broeikasgassen uitstoten en tot bepaling van de gespecificeerde broeikasgassen bedoeld in het decreet van 10 november 2004 tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een "Fonds wallon Kyoto" en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto sluiten tot opstelling van de lijst van de installaties en activiteiten die gespecificeerde broeikasgassen uitstoten en tot bepaling van de gespecificeerde broeikasgassen bedoeld in het decreet van 10 november 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/11/2004 pub. 02/12/2004 numac 2004203609 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een « Fonds wallon Kyoto » en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto (1) sluiten tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een "Fonds wallon Kyoto" (Waals Kyotofonds) en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto.

Namen, 10 februari 2011.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY

^