Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 10 juni 1999
gepubliceerd op 31 augustus 1999

Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een tegemoetkoming voor de renovatie en verfraaiing van de buitenkant van woongebouwen, ter vervanging van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 23 november 1989, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 10 september 1992 en bij het besluit van de Waalse Regering van 7 juli 1994, houdende instelling van een tegemoetkoming voor de buitenvernieuwing en -verfraaiing van woongebouwen

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
1999027655
pub.
31/08/1999
prom.
10/06/1999
ELI
eli/besluit/1999/06/10/1999027655/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 JUNI 1999. - Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een tegemoetkoming voor de renovatie en verfraaiing van de buitenkant van woongebouwen, ter vervanging van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 23 november 1989, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 10 september 1992 en bij het besluit van de Waalse Regering van 7 juli 1994, houdende instelling van een tegemoetkoming voor de buitenvernieuwing en -verfraaiing van woongebouwen


De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 1;

Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, gewijzigd bij de decreten van 27 november 1997 en 23 juli 1998, inzonderheid op artikel 184;

Gelet op het gunstig advies van de Inspectie van Financiën, uitgebracht op 27 april 1999;

Gelet op het akkoord van de minister van Begroting, gegeven op 29 april 1999;

Gelet op het advies nr. 21/1999 over het ontwerp van besluit tot invoering van een tegemoetkoming voor de vernieuwing en verfraaiing van de buitenkant van woongebouwen, van de "Conseil supérieur des villes, communes et provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad voor Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), uitgebracht op 2 juni 1999;

Gelet op de hoogdringende noodzakelijkheid die bijzonder gegrond is op de inwerkingtreding van de nieuwe Huisvestingscode op 1 maart 1999, waarbij de harmonisatie van de huidige regelgeving inzake bepaalde punten vereist is, en op de inwerkingtreding van het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999 tot invoering van een premie voor de renovatie van verbeterbare woningen, waarbij de aanpassingen van de bestaande regelgeving vereist zijn om te voorkomen dat beide premiesystemen elkaar overlappen;

Op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Minister : de Minister bevoegd voor Ruimtelijke Ordening;2° bestuur : het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium van het Ministerie van het Waalse Gewest;3° afgevaardigden van de Minister : de door de Minister binnen het bestuur aangewezen personen die belast zijn met de controle op de naleving van de bij dit besluit opgelegde verplichtingen;4° aanvrager : a) ofwel de natuurlijke persoon, de publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersoon of een rechtspersoon van openbaar nut, die drager is van een zakelijk recht op het gebouw;b) ofwel de persoon die daartoe gemachtigd wordt door alle personen die een zakelijk recht op het woongebouw hebben;5° woongebouw : op de datum van de aanvraag moet het gebouw dat hoofdzakelijk voor bewoning bestemd is, ten minste vijftien jaar vóór 1 januari van het jaar van de tegemoetkomingsaanvraag voor het eerst bewoond zijn;6° werken : de renovatie- en verfraaiingswerken die in bijlage II bij dit besluit opgenomen zijn en betrekking hebben op buitengedeelten van het woongebouw;7° in de bouwsector geregistreerde aannemer : degene die op de bestek-, bestellings- of factureringsdatum van de werken : a) voldoet aan de voorwaarden bepaald in het koninklijk besluit van 5 oktober 1978 houdende uitvoering van de artikelen 299bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen, en van de artikelen 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.Deze eerste voorwaarde geldt niet voor aannemers die een wettelijk monopolie hebben voor de uitvoering van bepaalde soorten werk; b) door middel van het getuigschrift afgeleverd door het wetenschappelijke en technische centrum voor het bouwbedrijf, erkend bij het koninklijk besluit van 23 september 1959, het bewijs levert van zijn inschrijving bij voornoemd centrum of bij het centrum van zijn sector, opgericht krachtens de besluitwet van 30 januari 1947 tot vaststelling van het statuut inzake oprichting en werking van centra die ermee worden belast de vooruitgang van de techniek in de verschillende vakken van de Rijkseconomie door het wetenschappelijke onderzoek te bevorderen en te ontwikkelen, voor zover die inschrijving verplicht is;8° Wetboek : het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium.

Art. 2.§ 1. Binnen de perken van de daartoe op de begroting van het Waalse Gewest uitgetrokken kredieten en onder de bij dit besluit gesteld voorwaarden kan de Minister een tegemoetkoming verlenen voor de renovatie en verfraaiing van de buitenkant van ieder woongebouw dat : 1° ofwel gelegen is in een omtrek van stadsheroplevingsoperaties bedoeld in artikel 172 van het Wetboek;2° ofwel gelegen is op een oppervlakte voor stadsvernieuwing bedoeld in artikel 173 van het Wetboek;3° ofwel gelegen is in een bevoorrecht initiatiefgebied bedoeld in artikel 174 van het Wetboek;4° ofwel gelegen is in een architectonisch geheel of in een landschap bedoeld in artikel 185 van het Wetboek;5° ofwel gelegen is in een beschermingsgebied bedoeld in artikel 187 van het Wetboek;6° ofwel opgenomen is in de inventaris van het patrimonium bedoeld in artikel 192 van het Wetboek;7° ofwel gelegen is op een toepassingsoppervlakte van het algemeen reglement op de bouwwerken dat van toepassing is op de beschermde gebieden van bepaalde gemeenten inzake stedenbouw, zoals bedoeld in hoofdstuk XVII van Boek IV van het Wetboek;8° ofwel gelegen is op een gemeentelijk grondgebied of grondgebiedgedeelte waarop het algemeen reglement op de bouwwerken in landelijke gebieden van toepassing is, zoals bedoeld in hoofdstuk XVIIquater van Boek IV van het Wetboek; § 2. De woning(en) in het woongebouw mag (mogen) geen ongezondheidsoorzaak vertonen zoals bepaald in het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999 tot invoering van een premie voor de renovatie van verbeterbare woningen en die aanleiding geven tot de in bijlage I bij dit besluit opgenomen saneringswerken, behalve de werken die binnen het gebouw betrekking hebben op buitengedeelten en gemeenschappelijke elementen voor verscheidene woningen. § 3. De in aanmerking genomen werken bedragen ten minste 50 000 BEF exclusief B.T.W. indien ze bewezen worden door facturen van in de bouwsector geregistreerde aannemers, behalve indien deze werken, geheel of gedeeltelijk, uitgevoerd worden met door de aanvrager aangekochte en voor het gebouw gebruikte bouwstoffen en waarvan de aankoop bewezen wordt door facturen die ten minste 25 000 BEF exclusief B.T.W. bedragen. § 4. Voor dezelfde werken kan de aanvrager niet tegelijk aanpraak maken op andere tegemoetkomingen die verleend worden krachtens : 1° boek III van het Wetboek;2° de Waalse Huisvestingscode.

Art. 3.§ 1. De aanvraag wordt bij ter post aangetekend schrijven aan het bestuur gericht d.m.v. het door de Minister opgemaakte formulier dat door het bestuur afgeleverd wordt.

Het bestuur zendt de aanvrager een ontvangbewijs van zijn aanvraag of wijst hem erop dat zijn dossier onvolledig is. § 2. Om als volledig te worden beschouwd dient de aanvraag de volgende documenten te bevatten : 1° de duidelijke identificatie van het gebouw, met inbegrip van de vermelding van het kadastraal nummer;2° het verslag van het bestuur waarbij verklaard wordt dat de woning(en) in het woongebouw geen ongezondheidsoorzaak vertoont (vertonen) in de zin van artikel 2, § 2 van dit besluit;3° het attest van het bevoegde bestuur van het Ministerie van Financiën omtrent de rechten die de aanvrager of de personen die hem machtigen, heeft (hebben) op het gebouw;4° het attest van het gemeentebestuur waarbij verklaard wordt dat het gebouw ten minste vijftien jaar vóór 1 januari van het jaar van de tegemoetkomingsaanvraag voor het eerst bewoond is;5° een bestek van de werken.

Art. 4.§ 1. De renovatie- en verfraaiingswerken worden in bijlage II bij dit besluit opgenomen. Zij kunnen betrekking hebben op alle buitengedeelten van het woongebouw.

Indien de buitengedeelten van een woongebouw met verscheidene woningen één of verscheidene ongezondheidsoorzaken vertonen in de zin van artikel 2, § 2, van dit besluit, bestaan de gemeenschappelijke werken voor de woningen bij voorkeur in saneringswerken die deze ongezondheidsoorzaken verhelpen. § 2. De werken mogen slechts na de datum van het ontvangbewijs van de tegemoetkomingsaanvraag worden aangevat.

De werken die onder toepassing van artikel 84 van het Wetboek vallen mogen niet vóór het verkrijgen van de vereiste stedenbouwkundige vergunning worden aangevat. § 3. De werken moeten binnen twee jaar na het het ontvangbewijs van de tegemoetkomingsaanvraag worden uitgevoerd.

De Minister kan deze termijn met zes maanden verlengen indien hij de verlengingsaanvraag gegrond acht wegens onvoorziene omstandigheden of overmacht, en indien de aanvraag naar het bestuur bij ter post aangetekend schrijven wordt gezonden vóór het verstrijken van de termijn van twee jaar.

Art. 5.Het bedrag van de tegemoetkoming wordt vastgesteld op 50 % van het bedrag van de in aanmerking genomen facturen, exclusief B.T.W. Per woongebouw kan de Minister een tegemoetkoming verlenen met een maximumbedrag van BEF 200 000 BEF.

Art. 6.De aanvrager wordt in kennis gesteld van het bedrag van de tegemoetkoming nadat het bestuur de verklaring omtrent de voltooiing van de werken heeft ontvangen.

De tegemoetkoming wordt niet verleend voor werken of bouwstoffen die onder toepassing van artikel 84 van het Wetboek vallen, waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning werd afgeleverd.

Art. 7.Indien de afgevaardigden van de Minister vaststellen dat de bij dit besluit opgelegde verplichtingen niet worden nagekomen dient de aanvrager het bedrag van de tegemoetkoming onverwijld terug te betalen.

De invordering wordt op initiatief van het bestuur verricht door de Afdeling Thesaurie van het Ministerie van het Waalse Gewest.

Art. 8.Wanneer een tegemoetkoming voor een woongebouw verleend wordt, kan geen enkele nieuwe aanvraag met betrekking tot hetzelfde gebouw in aanmerking komen binnen vijf jaar na verzending van de verklaring omtrent de voltooiing van de werken.

Art. 9.Het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 23 november 1989, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 10 september 1992 en bij het besluit van de Waalse Regering van 7 juli 1994, houdende instelling van een tegemoetkoming voor de buitenvernieuwing en -verfraaiing van woongebouwen, wordt opgeheven.

Art. 10.De Minister van Ruimtelijke Ordening is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 10 juni 1999.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, M. LEBRUN

Bijlage I Saneringswerken in de woningen Dakwerk 1. Vervanging van de bekleding (minimum 50 % van de totale oppervlakte of een gehele dakhelling), met inbegrip van dakvensters, dakramen en gelijkgestelde elementen (volgens de onder nr.4 vastgestelde normen indien de dakverdieping niet in woonvertrek ingericht is). 2. Aanpassing van het gebinte.3. Vervanging van elk element of elke inrichting voor de verzameling en de afvoer van regenwater.4. Installatie van iedere inrichting die voor de natuurlijke verlichting en/of de verluchting van de niet in woonvertrek ingerichte dakverdieping zorgt (één vensteropening per helling indien de dakverdieping niet gedeeld is of per lokaal indien ze wel gedeeld is). Muren 5. Droogmaking van de muren.6. Versterking van de onstabiele muren of sloping en totale wederopbouw van die muren zonder 30 % van de oppervlakte van de buitenmuren (oppervlakte van vensteropeningen en gemeenschappelijke muren inbegrepen) te mogen overschrijden. 7. Vervanging van het timmerwerk buitenkant (deuren en raamwerk), met inbegrip van de beglazing onder voorbehoud dat aan de normen bepaald in artikel 2, 1°, c) van het ministerieel besluit van 22 februari 1999 wordt voldaan. Vloeren 8. Vervanging van de draagconstructies (gebinte, holle balken, .), en de vloeroppervlakte van één of verscheidene lokalen. 9. Vervanging van de vloeroppervlakte en de onderlagen van één of verscheidene lokalen, met inbegrip van de plinten. Natuurlijke verlichting en verluchting 10A. Natuurlijke verlichting en verluchting van de woonvertrekken met uitzondering van de keukens : conformiteit met de normen bepaald in artikel 2, 1°, c) van het ministerieel besluit van 22 februari 1999. 10B. Verluchting van de keukens en sanitaire ruimten : conformiteit met de normen bepaald in artikel 2, 1°, c) van het ministerieel besluit van 22 februari 1999.

Veiligheid 11. Aanpassing van de elektriciteits- en/of gasinstallatie, met uitzondering van de vervanging van verwarmingsapparaten of van toestellen voor de productie van warm water, en gedeelten van de installatie die niet noodzakelijk zijn voor een minimumcomfort (telefoon, kabeltelevisie, buitenverlichting, .). 12. Vervanging van de binnentrap, met inbegrip van de vereiste bijbehorende werken.13. Overtrekken van schachten van schoorstenen, met inbegrip van herstelling of wederopbouw van de schoorsteentoppen en aanvullende onderdelen. Hygiëne 14. Plaatsing van een tappunt voor drinkwater boven de gootsteen in de keuken.15. Plaatsing van een inrichting voor de afvoer van afvalwater of totale vervanging van de bestaande inrichting, overeenkomstig de ter zake geldende voorschriften. 16. Plaatsing van een eerste WC met spoelinrichting, die aangesloten is op de openbare riolering of op een afvoersysteem overeenkomstig de ter zake geldende voorschriften.De WC dient in een verlucht lokaal te staan dat enkel via een sas naar een dagvertrek doorloopt. 17. Plaatsing van een eerste badkamer. Overbewoning 18. Vergrotings- of verbouwingswerken om aan de normen bepaald in artikel 2, 2°, van het ministerieel besluit van 22 februari 1999 te voldoen zonder dat de daaruit voortvloeiende bewoonbare oppervlakte meer dan 30 % groter is dan de minimale bewoonbare oppervlakte, en voor zover de aanvankelijke bewoonbare oppervlakte meer bedraagt dan de helft van de minimale bewoonbare oppervlakte, zoals in dezelfde normen bepaald. In het verslag moet de schatter de geplande werken nader bepalen en aantonen dat de woning overbewoond is op grond van een onvoldoende bewoonbare oppervlakte en/of het gebrek aan onontbeerlijk geachte woonvertrekken.

Deze werken komen niet in aanmerking wanneer de aanvrager zich ertoe verbindt de woning te verhuren, behalve indien de woning niet aan de minimumvoorwaarde beantwoordt (32 m2) zoals bepaald in artikel 2, 2°, van het ministerieel besluit van 22 februari 1999 Opmerking : het betrekken van een slaapkamer door twee kinderen van hetzelfde geslacht, jonger dan 21 jaar, vormt krachtens artikel 2 geen ongezondheidoorzaak. Indien de aanvrager echter van mening is dat deze samenwoning o.m. wegens het leeftijdsverschil of de handicap van één van beiden het harmonisch leefklimaat van deze kinderen in het gedrang brengt, kan de inrichting van een bijkomende slaapkamer in aanmerking komen als afwijking die aan het bestuur ter beoordeling wordt voorgelegd en op grond van een met redenen omkleed verslag van de schatter.

Toegang 19. Aanleg van een toegang tot het openbaar wegennet, die van de winkelruimte gescheiden is. Huiszwam 20. Alle werken om de huiszwam of andere zwammen met gelijksoortige effecten weg te werken, door vervanging of behandeling van de aangetaste onroerende elementen. Radon 21. Plaatsing van elk toestel voor de ventilatie van kelders met buitenlucht en/of ventilatieholten (aanleg van kelderramen of plaatsing van een systeem voor gedwongen luchtverversing); Isolatie Opmerking : Isolatiewerken komen slechts in aanmerking indien zij betrekking hebben op één van bovenvermelde werken die voor een tegemoetkoming in aanmerking komen.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 10 juni 1999 tot invoering van een tegemoetkoming voor de buitenrenovatie en -verfraaiing van woongebouwen, ter vervanging van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 23 november 1989, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 10 september 1992 en bij het besluit van de Waalse Regering van 7 juli 1994, houdende instelling van een tegemoetkoming voor de buitenvernieuwing en -verfraaiing van woongebouwen.

Namen, 10 juni 1999.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, M. LEBRUN

Bijlage II Renovatie- en verfraaiingswerken aan de buitenkant van woongebouwen 1. Saneringswerken in de woningen opgenomen in bijlage I, voor zover ze gezamenlijk uitgevoerd worden in verscheidene woningen en betrekking hebben op buitengedeelten van het woongebouw.2. Renovatie of de vervanging van buitenraamwerken, -vensters en deuren die geen enkele van de ongezondheidoorzaken vertonen zoals bepaald krachtens de Waalse Huisvestingscode.3. Verbetering van de natuurlijke verlichting door openingen te boren of te vergroten, gekenmerkt door een overheersende verticaallijn, alsmede door de sloping van bijgebouwen die de bezonning schaden.4. Gevelreiniging (voorgevels en zijgevels) met verschillende technieken alsmede met het aanbrengen van verf, pleisterlaag of bepleistering.5. Opvoeging van de voorgevels en zijgevels.6. Hersamenstelling van penanten in het lood en de as van de oorspronkelijke penanten.7. In geval van winkelruimte op de benedenverdieping, een inspringend winkelraam aanbrengen.8. Bouw, renovatie of vervanging van afsluitingsmuren in de omtrekken, architectonische gehelen of gebieden waar ze kenmerkend zijn.9. Aanleggen of vervanging van uithangborden of reclamemethodes overeenkomstig de door de minister bepaalde kenmerken. Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 10 juni 1999 tot invoering van een tegemoetkoming voor de buitenrenovatie en -verfraaiing van woongebouwen, ter vervanging van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 23 november 1989, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 10 september 1992 en bij het besluit van de Waalse Regering van 7 juli 1994, houdende instelling van een tegemoetkoming voor de buitenvernieuwing en -verfraaiing van woongebouwen.

Namen, 10 juni 1999.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, M. LEBRUN

^