Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 10 juni 1999
gepubliceerd op 01 september 1999

Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een premie voor de aanpassing van woningen ten behoeve van gehandicapte personen

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
1999027657
pub.
01/09/1999
prom.
10/06/1999
ELI
eli/besluit/1999/06/10/1999027657/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 JUNI 1999. - Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een premie voor de aanpassing van woningen ten behoeve van gehandicapte personen


De Waalse Regering, Gelet op de Waalse Huisvestingscode, inzonderheid op de artikelen 18, 24 en 28, § 1;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 6 april 1999;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van 1 april 1999 over het aangevraagde advies dat de Raad van State zal uitbrengen binnen een termijn van één maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, uitgebracht op 31 mei 1999 krachtens artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° gehandicapte persoon : a) hetzij de persoon die getroffen is door ten minste 66 % ontoereikendheid of vermindering van lichamelijke of geestelijke geschiktheid;b) hetzij de persoon van wie het verdienvermogen krachtens de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten beperkt is tot één derde of minder van wat een valide persoon in staat is te verdienen op de algemene arbeidsmarkt;c) hetzij de persoon van wie het gebrek aan zelfredzaamheid krachtens dezelfde wet op ten minste negen punten vastgesteld is.2° ongeboren kind : het op de datum van het indienen van de aanvraag sinds ten minste negentig dagen verwekte kind, waarbij een medisch attest als bewijsstuk geldt;3° inkomsten : de globaal belastbare inkomsten van de aanvrager en zijn samenwonende echtgenote of van de persoon met wie hij ongehuwd samenwoont op de datum van de aanvraag.Deze inkomsten hebben betrekking op het voorlaatste jaar dat aan het jaar van de aanvraag voorafgaat.

De bovenvermelde inkomsten worden verminderd met 75 000 BEF per kind ten laste of ongeboren kind.

In geval van scheiding van de aanvrager tussen het basisjaar voor de inkomsten en het indienen van de aanvraag wordt geen rekening gehouden met de eventuele toepassing van het huwelijksquotiënt voor de in aanmerking genomen inkomsten.

De aanvragers die wedden, lonen of emolumenten ontvangen die vrij zijn van rijksbelastingen, moeten een attest van de schuldenaar van de inkomsten voorleggen met vermelding van het totale bedrag van de ontvangen wedden, lonen of emolumenten om de grondslag van de belasting te kunnen vaststellen, zoals dat het geval is wanneer bovenvermelde inkomsten onder het stelsel van het gemene recht aan de belasting onderworpen zijn.

Art. 2.§ 1. Komen voor de aanpassingspremie in aanmerking : 1° de inrichtingen van de toegang tot de woning zodat de doorgangsweg mogelijk is vanaf de weg tot de gemeenschappelijke installaties en tot de woning d.m.v. : a) hellende vlakken;b) de aanpassing van de doorgangsbreedte in de gangen;c) de aanpassing van de hallen;d) de aanpassing van de overlopen;e) de aanpassing van de vloerbekleding. 2° de inrichtingen van de woning zodat doorgangsmogelijkheden onbelemmerd zijn en alle functies van de woning gebruikt kunnen worden d.m.v. : a) de doorgangsbreedte in de gangen, de breedte van de binnen- en buitendeuren;b) de vloerbekleding;c) de draaioppervlakte in de hal, de woonkamer, de slaapkamers, de badkamer, de WC en de garage;d) de versterking van de muren die bestemd zijn voor het vasthechten van voorzieningen;e) specifiek timmerwerk vereist voor de handicap;f) de elektrische installaties zoals schakelaars, stopcontacten, elektrische bedieningen, toegankelijke parlofonen;g) de toegang tot balkons en terrassen. § 2. Voor iedere premie moeten de in aanmerking genomen werken voor een minimumbedrag van 60 000 BEF exclusief B.T.W. bewezen worden door facturen van in de bouwsector geregistreerde aannemers. § 3. De aanvrager kan tegelijk aanpraak maken op andere tegemoetkomingen die krachtens de regelgeving van het Waalse Gewest of de Duitstalige Gemeenschap worden toegekend inzake het gehandicaptenbeleid.

Art. 3.Op de datum van de premieaanvraag moet de aanvrager : 1° meerderjarig zijn of ontvoogd minderjarig zijn;2° niet beschikken over inkomsten die meer dan 1 250 000 BEF bedragen als hij alleenstaande is of 1 500 000 BEF als het gezin uit verscheidene personen samengesteld is; 3° een zakelijk recht hebben op de woning waarvoor een aanvraag is ingediend, of een huurovereenkomst voor minstens negen jaar gesloten hebben m.b.t. de woning waarvoor een aanvraag is ingediend, en die de huurder met instemming van de verhuurder als hoofdverblijfplaats bewoont, waarbij de onder de punten 6° en 7° bedoelde verbintenissen kunnen worden aangegaan; 4° in voorkomend geval moet de huurder die om de premie verzoekt, de toestemming van de eigenaar verkrijgen alvorens de bij dit besluit bedoelde werken uit te voeren;5° toestemmen in de bezichtiging van de woning door personen, hierna afgevaardigden van de Minister genoemd, aangewezen door de Minister van Huisvesting, hierna de Minister genoemd, tot het einde van een periode van negen jaar;6° tijdens een ononderbroken periode van 8 jaar en 6 maanden die begint te lopen 6 maanden vanaf de datum waarop de werken voltooid worden verklaard moet de gehandicapte persoon voor wie de werken uitgevoerd zijn, de woning als hoofdverblijfplaats bewonen en de aanvankelijk voor bewoning bestemde vertrekken niet voor het uitoefenen van een beroep gebruiken, tenzij de gehandicapte persoon wegens de evolutie van zijn gezondheidstoestand verplicht is in een dienst erkend door het "Agence wallonne pour l'intégration des personnes handicapées" (Waals Agentschap voor de Integratie van Gehandicapte Personen) te verblijven.7° de woning niet vervreemden, hetzij geheel hetzij gedeeltelijk, wanneer de aanvrager de eigenaar is of een einde maken aan de huurovereenkomst wanneer de aanvrager de huurder is, tot het einde van een ononderbroken periode van 8 jaar en 6 maanden die begint te lopen 6 maanden vanaf de datum waarop de werken voltooid worden verklaard. De verbintenissen van de aanvrager krachtens het eerste lid, 6° en 7° worden ook aangegaan door zijn samenwonende echtgenote of de persoon met wie hij ongehuwd samenwoont wanneer deze persoon een zakelijk recht heeft op de woning.

De bepalingen van dit besluit die van toepassing zijn op de gehuwde aanvrager of op de ongehuwd samenwonende aanvrager gelden ook voor de alleenstaande aanvrager die zich ertoe verbindt de woning te betrekken indien deze verbintenis ook aangegaan wordt door zijn toekomstige echtgenote of de persoon met wie hij ongehuwd zal samenwonen.

Art. 4.De Minister bepaalt de technische voorwaarden die vervuld moeten worden voor de woningen waarvoor een premie wordt aangevraagd.

Deze voorwaarden hebben betrekking op : 1° de afmetingen en oppervlakten;2° de categorieën en het minimuaantal vertrekken of lokalen;3° de overeenstemming van deze vertrekken of lokalen met gehandicapte personen die de woning bewonen;4° de vereiste gezondheidsnormen.

Art. 5.§ 1. De premieaanvraag wordt d.m.v. het specifieke formulier bij het bestuur ingediend. § 2. Om als volledig te worden beschouwd dient de aanvraag de volgende documenten te bevatten : 1° de duidelijke identificatie van de te renoveren woning;2° het uittreksel uit het bevolkingsregister met de gezinssamenstelling van de aanvrager;3° een met redenen omkleed medisch advies waarbij bepaald wordt dat : a) hetzij één lid van het gezin van de aanvrager een rolstoel gebruikt of zal moeten gebruiken gezien de ontwikkeling van de pathologie waaraan hij lijdt;b) hetzij één lid van het gezin van de aanvrager aan stoornissen lijdt ten gevolge van een hartziekte, een vaatziekte of ademhalingsproblemen, dat hij motorisch gestoord is wegens een deficiëntie aan de wervelkolom of aan de onderste en/of bovenste ledematen en daardoor grote moeilijkheden ondervindt om zich te verplaatsen en hindernissen te nemen.Wat de cardiovasculaire en ademhalingsproblemen betreft, moet het maximaal zuurstofverbruik kleiner zijn dan of gelijk zijn aan een gemiddelde drempel van 16 ml/kg/minuut, gewogen op grond van de leeftijd, het geslacht en het gewicht, overeenkomstig de zogenaamde WEBER-classificatie voor personen met hart- en longproblemen. 4° een door de afgevaardigde van de Minister opgestelde omschrijving van het gebouw, met vermelding van de gezondheidsgraad alsmede de lijst van de voor de aanpassing nodige werken;5° het attest van het bevoegde bestuur van het Ministerie van Financiën omtrent de rechten die de aanvrager heeft op de woning of indien de koopakte nog niet getekend is, een afschrift van de koopbelofte of de huurovereenkomst;6° zo nodig, een door de afgevaardigde van de Minister voor eensluidend verklaard afschrift van de stedenbouwkundige vergunning voor de onder punt 4° bepaalde werken. § 3. Het in artikel 1, 6° bedoelde attest moet bij de aanvraag gevoegd worden. § 4. Als datum van de aanvraag geldt die van de poststempel die voorkomt op de verzending die alle vereiste documenten bevat of in voorkomend geval, de documenten die de aanvraag aanvullen.

Art. 6.§ 1. De in artikel 2 bepaalde werken die reeds aangevat of uitgevoerd zijn op de datum waarop het verslag daarover door een afgevaardigde van de Minister werd opgemaakt, komen niet in aanmerking voor de berekening van het bedrag van de premie tenzij de afgevaardigde ondanks deze werken de oorspronkelijke staat van het gebouw nog kan inschatten. § 2. Wanneer de woning lokalen omvat die, zelfs gedeeltelijk, gebruikt worden of bestemd zijn voor het uitoefenen van een beroep, worden de werken uitgevoerd in gemeenschappelijke constructies van het woongedeelte en het beroepsgedeelte in de woning in aanmerking genomen naar rata van het woongedeelte.

De werken uitgevoerd in gemeenschappelijke constructies van verscheidene woningen of van één of verscheidene woningen en in een gebouwgedeelte dat voor het uitoefenen van een beroep is bestemd en dat geheel apart ligt van de woning(en) komen niet in aanmerking, tenzij het gehele gebouw aan dezelfde eigenaar toebehoort. In dit geval komen de gemeenschappelijke werken in aanmerking naar rata van de omvang van de woning waarvoor een aanvraag is ingediend. § 3. De werken moeten binnen drie jaar na kennisgeving van de beslissing over de toekenning van de premie worden uitgevoerd.

Het bestuur kan deze termijn met zes maanden verlengen indien een verlengingsaanvraag door het bestuur geacht wordt gegrond te zijn wegens onvoorziene omstandigheden of overmacht, en naar het bestuur wordt gezonden vóór het verstrijken van de termijn van drie jaar.

Art. 7.Het bedrag van de premie wordt vastgesteld op 2/3 van de kosten, exclusief B.T.W., van de in aanmerking genomen werken zonder 350 000 BEF te kunnen overschrijden.

Indien een gezinslid dat reeds om één of verscheidene premies krachtens dit besluit verzocht heeft, een nieuwe aanvraag indient vóór de kennisgeving van de toekenning van de vroeger aangevraagde premie(s) of tijdens de periode van vier jaar vanaf deze datum van kennisgeving, mag het bedrag van de premie waarop hij aanspraak kan maken, samen met het bedrag van bovenvermelde premie(s) niet meer bedragen dan twee derden van de kosten, exclusief B.T.W., van de in aanmerking genomen werken zonder 350 000 BEF te kunnen overschrijden.

Art. 8.§ 1. Om in aanmerking te komen voor de uitbetaling van de premie stuurt de aanvrager het bestuur een attest van een afgevaardigde van de Minister waarbij de werken voltooid worden verklaard, samen met een lijst van de facturen voor de werken die in aanmerking kunnen komen. Daarbij voegt hij alle documenten waarom het bestuur verzocht heeft en die onontbeerlijk zijn om te controleren of de uitgevoerde werken overeenstemmen met de werken waarmee vooraf werd ingestemd.

De facturen worden door de afgevaardigde van de Minister voor akkoord getekend en worden bij de verklaring omtrent de voltooiing van de werken gevoegd.

De facturen m.b.t. werken waarvoor een stedenbouwkundige vergunning vereist is krachtens het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, waarvoor de vergunning niet afgeleverd werd of niet in acht werd genomen, komen niet in aanmerking. § 2. Binnen drie maanden na de datum van verzending van de in § 1, eerste en tweede lid, bedoelde documenten naar het bestuur, geeft het bestuur kennis aan de aanvrager van zijn definitieve beslissing omtrent de toekenning, waarbij de berekening van het bedrag van de hem te storten premie uitvoerig wordt beschreven, of van de redenen waarom deze kennisgeving niet kan plaatsvinden.

Indien de beslissing niet binnen de in het eerste lid bedoelde termijn aan de aanvrager wordt medegedeeld, wordt ervan uitgegaan dat beslist is om de toekenning te weigeren. § 3. De aanvrager beschikt over een termijn van één maand vanaf de datum waarop de afwijzing bekendgemaakt wordt of waarop de in § 2 bedoelde termijn verstreken is om bij een aan het bestuur gericht aangetekend schrijven bij de Minister een beroep in te stellen. De Minister beslist binnen drie maanden na ontvangst van dit beroep. Als er geen antwoord is, moet ervan worden uitgegaan dat de aanvraag ingewilligd is.

Art. 9.Een afgevaardigde van de Minister kan voor zijn eigen premieaanvraag noch voor een bloed- of aanverwante tot en met de vierde graad in deze hoedanigheid optreden.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1999.

Art. 11.De Minister van Huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 10 juni 1999.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, W. TAMINIAUX

^