Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 12 december 2013
gepubliceerd op 30 december 2013

Besluit van de Waalse Regering betreffende de sociale huisvestingsinstellingen

bron
waalse overheidsdienst
numac
2013207320
pub.
30/12/2013
prom.
12/12/2013
ELI
eli/besluit/2013/12/12/2013207320/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 DECEMBER 2013. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de sociale huisvestingsinstellingen


De Waalse Regering, Gelet op het Waals Wetboek van huisvesting en duurzaam wonen, artikelen 191, vervangen bij het decreet van 15 mei 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/05/2003 pub. 24/06/2003 numac 2003027462 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de buurtpreventie in de Waalse steden en gemeenten type decreet prom. 15/05/2003 pub. 11/06/2003 numac 2003027411 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende wijziging van het decreet van 11 september 1985 tot organisatie van de milieueffectbeoordeling in het Waalse Gewest, het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning sluiten, 192, 193, gewijzigd bij het decreet van 15 mei 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/05/2003 pub. 24/06/2003 numac 2003027462 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de buurtpreventie in de Waalse steden en gemeenten type decreet prom. 15/05/2003 pub. 11/06/2003 numac 2003027411 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende wijziging van het decreet van 11 september 1985 tot organisatie van de milieueffectbeoordeling in het Waalse Gewest, het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning sluiten, 194, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, 195, vervangen bij het decreet van 15 mei 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/05/2003 pub. 24/06/2003 numac 2003027462 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de buurtpreventie in de Waalse steden en gemeenten type decreet prom. 15/05/2003 pub. 11/06/2003 numac 2003027411 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende wijziging van het decreet van 11 september 1985 tot organisatie van de milieueffectbeoordeling in het Waalse Gewest, het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning sluiten en 198, gewijzigd bij het decreet van 15 mei 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/05/2003 pub. 24/06/2003 numac 2003027462 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de buurtpreventie in de Waalse steden en gemeenten type decreet prom. 15/05/2003 pub. 11/06/2003 numac 2003027411 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende wijziging van het decreet van 11 september 1985 tot organisatie van de milieueffectbeoordeling in het Waalse Gewest, het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning sluiten;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 23/09/2004 pub. 10/11/2004 numac 2004203315 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende de sociale huisvestingsinstellingen sluiten betreffende de sociale huisvestingsinstellingen, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 22 november 2007, 31 januari 2008 en 13 december 2012 betreffende de sociale huisvestingsinstellingen;

Gelet op het advies van het "Fonds du logement des Familles nombreuses de Wallonie" (Woningfonds van de Kroostrijke Gezinnen van Wallonië), uitgebracht op 23 juli 2012;

Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces" (Hoge raad van Steden, Gemeenten en Provincies), uitgebracht op 21 september 2012;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 18 juni 2012;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 28 juni 2012;

Gelet op het advies nr. 53968/4 van de Raad van State, gegeven op 25 september 2013, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het advies van de "Conseil supérieur du Logement" (Hoge Huisvestingsraad), uitgebracht op 18 juli 2012;

Op de voordracht van de Minister van Huisvesting;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijving

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "Wetboek" : 1° het Waalse wetboek van huisvesting en duurzaam wonen;2° "comité voor sociaal beleid" : orgaan opgericht bij het Fonds overeenkomstig artikel 184bis van het Wetboek;3° "aanvrager" : rechtspersoon die het statuut van vereniging zonder winstoogmerk heeft aangenomen in de zin van de wet van 27 juni 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1921 pub. 19/08/2013 numac 2013000498 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend, gewijzigd bij de wet van 2 mei 2002, en die verzoekt om de gewestelijke erkenning als agentschap voor sociale huisvesting, buurtregie of vereniging ter bevordering van de huisvesting;4° "Fonds" : het "Fonds du logement des Familles nombreuses de Wallonie";5° "Minister" : de Minister belast met Huisvesting;6° "sociale instelling", afgekort instelling" : rechtspersoon die de gewestelijke erkenning als agentschap voor sociale huisvesting, buurtregie of vereniging ter bevordering van de huisvesting heeft verkregen;7° "dienst voor burgeractiviteiten" : territoriale eenheid van een buurtregie, samengesteld uit stagiairs en uit een begeleidingsploeg en bestemd voor één of meer welbepaalde buurten;8° "stagiair" : werkzoekende of leefloongerechtigde, zonder kwalificatie die door een basisopleidingscontract aan de buurtregie gebonden is. HOOFDSTUK II. - Erkenningsaanvragen

Art. 2.Op voorstel van het Fonds kan de Minister, binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen, de erkenning door de Regering als agentschap voor sociale huisvesting, buurtregie of vereniging ter bevordering van de huisvesting aan elke aanvrager verlenen

Art. 3.§ 1. De erkenningsaanvraag wordt door de aanvrager bij ter post aangetekend schrijven aan het Fonds gericht d.m.v. van het door het Fonds opgemaakte typemodel.

Op voorstel van het Fonds kan de Minister bepalen welke aanvullende gegevens in de erkenningsaanvraag vermeld moeten worden naar gelang van het type gevraagd erkenning. §§ 2. Het Fonds bericht ontvangst van de volledige aanvraag binnen tien werkdagen na de datum van de aanvraag, namelijk die van de poststempel die op de verzending voorkomt.

Het maakt binnen dertig werkdagen na ontvangst van de volledige erkenningsaanvraag een voorstel van gemotiveerd besluit aan de Minister over. Het visum van het comité voor sociaal beleid wordt bij het voorstel gevoegd.

Binnen vijfenzeventig werkdagen na de datum van indiening van de volledige aanvraag betekent de Minister zijn besluit gelijktijdig aan het Fonds en aan de aanvrager bij ter post aangetekend schrijven.

Als de Minister zijn besluit niet binnen voornoemde termijn heeft betekend, wordt de erkenning geacht te zijn geweigerd.

Art. 4.Bij weigering van de erkenningsaanvraag kan de aanvrager een verzoek tot nietigverklaring van het besluit van de Minister bij de Regering indienen binnen vijftien werkdagen na de kennisgeving van het besluit of na afloop van de termijn bedoeld in artikel 3, § 2, derde lid.

Het beroep wordt bij ter post aangetekend schrijven bij het Fonds ingediend. Het is met redenen omkleed.

Het Fonds bericht ontvangst van het beroep binnen tien werkdagen na de datum van de indiening, namelijk de datum van de poststempel die op het schrijven voorkomt.

Het maakt de Regering door toedoen van de Minister binnen dertig werkdagen, te rekenen van de datum van het beroep, een voorstel van met redenen omkleed besluit aan de Regering over. De goedkeuring van het comité voor sociaal beleid wordt bij het voorstel gevoegd.

Binnen vijfenzeventig werkdagen na de datum van het beroep geeft de Minister het Fonds en de aanvrager bij ter post aangetekend schrijven kennis van het besluit van de Regering.

Na afloop van voornoemde termijn en bij gebrek aan ministeriële kennisgeving wordt de erkenning geacht aan de aanvrager te zijn verleend. HOOFDSTUK III. - Algemene voorwaarden tot verlening en behoud van de erkenning en tot storting van de toelage

Art. 5.§ 1. Naast de specifieke erkenningsvoorwaarden voldoet de vereniging aan de volgende algemene erkenningsvoorwaarden : 1° de statuten bepalen uitdrukkelijk dat : a) de vereniging de voorschriften van het Wetboek en van dit besluit naleeft;b) de maatschappelijke zetel van de vereniging gelegen moet zijn op het grondgebied van één van de gemeenten die deel uitmaken van haar territoriaal activiteitenveld;c) de vereniging het Fonds erom verzoekt een waarnemer naar elke vergadering van zijn beheers- en controleorganen af te vaardigen.Hij heeft zitting met raadgevende stem; d) in geval van ontbinding, de positieve netto-activa van de vereniging of van haar activiteit in verband met de erkenning met instemming van het Fonds toegewezen worden aan een sociale instelling, bij voorkeur van hetzelfde type, die daarmee instemt;2° de vereniging het Fonds zo spoedig mogelijk kennis geeft van elke wijziging van haar statuten of van de samenstelling van haar raad van bestuur;3° de vereniging zich houdt aan de door de Minister goedgekeurde boekhoudkundige richtlijnen van het Fonds en zich ertoe verbindt hem binnen de voorgeschreven termijnen en volgens de bepaalde modaliteiten kennis te geven van alle informatie waarom hij verzoekt;4° de vereniging voldoet aan de beheersnormen van het Fonds, uitgewerkt in overleg met de sociale instellingen en goedgekeurd door de Minister, en zich naar de desbetreffende aanbevelingen van het Fonds richt;5° de vereniging op alle akten, facturen, berichten, publicaties en andere documenten die van haar uitgaan de volgende melding achter haar firmanaam aanbrengt : "agréée par le Gouvernement wallon" ("erkend door de Waalse Regering";6° de vereniging beschikt over een elektronisch adres en er gebruik van maakt, met name voor een vlotte communicatie met het Fonds;7° de vereniging, wanneer ze een nieuwe werknemer in het kader van een contract voor onbepaalde duur werft, een oproep tot de kandidaten publiceert en een selectieproef organiseert. § 2. De overeenkomstig dit besluit toegekende toelage wordt jaarlijks door het Fonds gestort : voor het eerste jaar, na ontvangst van de kennisgeving van de erkenning; b) voor de volgende jaren, op grond van een sociaal verslag en een financieel verslag met betrekking tot het voorgaande jaar, opgesteld volgens de modellen bepaald door het Fonds, goedgekeurd door de Minister. Het financieel verslag, dat ook een evenwichtige jaarbegroting bevat, wordt bevestigd door een accountant aangewezen door de raad van bestuur en opgenomen op de tabel van de externe accountants van het Instituut van de Accountants of, als de wet eist dat de vereniging een commissaris aanwijst onder de leden van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, door een revisor. De Minister kan een vereniging vrijstellen van dat attest als haar jaaromzet of -opbrengst lager is dan honderdtwintigduizend euro. HOOFDSTUK IV. - Specifieke voorwaarden tot erkenning als agentschap voor sociale huisvesting

Art. 6.Onder zijn leden telt het agentschap voor sociale huisvesting minstens : 1° elke gemeente en elk openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van het territoriale actieveld van de instelling;2° twee privaatrechtelijke partners, waaronder een vertegenwoordiger van het Algemeen eigenaars- en mede-eigenaars syndicaat en een vertegenwoordiger van het Waalse net voor armoedebestrijding.

Art. 7.De statuten van het agentschap voor sociale huisvesting bepalen dat de aanvrager het geheel van de volgende opdrachten vervult : 1° zoeken naar de optimale adequatie tussen het aanbod van beschikbare potentiële woningen en de plaatselijk vastgestelde sociale behoeften;2° overeenkomsten inzake beheer of verhuur van woningen sluiten met hun publieke en privé eigenaars;3° voornoemde goederen in het huurcircuit van gezonde woningen invoeren of opnieuw invoeren ten gunste van gezinnen in precaire toestand of met lage inkomens;4° optreden als bemiddelaar tussen de eigenaars-verhuurders en de huurders die dreigen uit de samenleving te worden uitgestoten. Art 8. De statuten van het agentschap bevatten ook de volgende elementen : 1° de garantie dat de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn binnen de beheersorganen vertegenwoordigd zijn;2° de instemming van de leden met de toetreding van een aangrenzende gemeente en van haar openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn die nog geen lid zijn van een agentschap voor sociale huisvesting zodra het territoriale toepassingsgebied van het agentschap meer dan tien gemeenten of meer dan 100 000 inwoners telt;3° de modaliteiten tot toetreding van de partners en tot vertegenwoordiging van de plaatselijke besturen, zoals vermeld in artikel 194 van het Wetboek.

Art. 9.Het agentschap voor sociale huisvesting legt haar territoriaal activiteitengebied vast in één of meer aangrenzende gemeenten van minstens vijftigduizend inwoners, waarbij elk gemeentelijk grondgebied door slechts één agentschap bediend mag worden.

Op voorstel van het Fonds kan de Minister afwijken van : 1° het belendende karakter voorzover het aldus gevormde activiteitengebied deel uitmaakt van een geografisch geheel dat door het comité voor sociaal beleid als coherent wordt beschouwd; 2° van de drempel van vijftigduizend inwoners indien de bevolkingsdichtheid in het gebied waarin bedoelde gemeenten liggen kleiner is dan 100 inw./km2.

Art. 10.§ 1. Het agentschap voor sociale huisvesting garandeert een regelmatige sociale begeleiding met het oog op de maatschappelijke herinschakeling van haar huurders.

Het agentschap voor sociale huisvesting ontwikkelt een woonpedagogie, waarbij gewezen wordt op de frequentie waarmee het huurgeld betaald moet worden en op het geschikte gebruik van de woning, met name op energetisch vlak, alsook op de inachtneming van de menselijke en natuurlijke omgeving.

Het agentschap voor sociale huisvesting stelt de huurder die uit zijn woning gezet wordt voor om hem bij te staan bij het zoeken naar een nieuwe woning. § 2. Het agentschap voor sociale huisvesting beschikt over minstens twee voltijdse arbeidskrachten, namelijk een gediplomeerd sociaal bemiddelaar of een sociaal bemiddelaar met ervaring op sociaal vlak, en een personeelslid belast met prospectie en het afsluiten van beheersovereenkomsten en huurcelen. Dat personeel kan bestaan in ter beschikking gestelde werknemers. Een groter aantal personeelsleden kan door het Fonds voorgedragen worden, naar gelang van het te beheren aantal woningen, het sociale profiel van de huurders en de financiële middelen van de instelling. § 3. Volgens de modaliteiten bepaald door het "Fonds wallon du Logement" en goedgekeurd door de Minister : a) bepaalt het agentschap voor sociale huisvesting een monografie met inachtneming van de omvang en de bijzonderheden van het agentschap;b) zorgt het agentschap voor de voortgezette vorming en de evaluatie van zijn personeel. § 4. De woning waarvan het in beheer of in huur nemen overwogen wordt, ligt binnen de territoriale grenzen van het bereik van het agentschap voor sociale huisvesting.

De woningen die deel uitmaken van het vermogen van de door de "Société wallonne du Logement" erkende maatschappijen vallen niet onder het toepassingsveld van dit besluit.

De woningen van het agentschap voor sociale huisvesting voldoen uiterlijk bij de eerste bewoning aan de minimumgezondheidsnormen bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 30 augustus 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 30/08/2007 pub. 30/10/2007 numac 2007203235 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de minimale gezondheidsnormen, de overbevolkingsnormen en houdende de in artikel 1, 19° tot 22°bis van de Waalse Huisvestingscode bedoelde begripsomschrijvingen sluiten tot vaststelling van de minimale gezondheidsnormen, de overbevolkingsnormen en houdende de definities bedoeld in artikel 1, 19° tot 22°bis, van de Waalse huisvestingscode. § 5. Het agentschap voor sociale huisvesting zorgt ervoor dat elke woning waarvan het in beheer of in huur nemen overwogen wordt, door middel van een schriftelijke overeenkomst ter beschikking wordt gesteld. § 6. Het agentschap voor sociale huisvesting zorgt ervoor dat de huurprijs of de eventuele financiële tegenwaarde die het aan de eigenaar moet betalen, aangepast en herzien wordt, desgevallend naar gelang van de kosten van de werken die in de woning worden uitgevoerd. § 7. In geval van beheersmandaat onderhandelt het agentschap het verkrijgen van de indeplaatsstelling van de eigenaar wat betreft zijn rechten om elke door het gezin verschuldigde som in te vorderen, alsook wat betreft zijn rechten om de opzeg van de huurceel zoals bepaald bij het Burgerlijk Wetboek te eisen. § 8. De door het agentschap voor sociale huisvesting ontvangen jaarlijkse gemiddelde bemiddelingsmarge mag niet hoger zijn dan vijftien percent van de huurprijzen die bij contract door de huurders verschuldigd zijn. § 9. Het agentschap mag 10 % van de woningen die ze in beheer genomen heeft ter beschikking stellen van gezinnen met gemiddelde inkomens in de gemeenten met een fiscale druk opgenomen op de jaarlijks door het Gewest opgemaakte lijst en 5 % in de overige gemeenten.

Art. 11.§ 1. Onverminderd artikel 25, § 5, eerste lid, verleent de Minister aan de agentschappen voor sociale huisvesting een jaarlijkse toelage ter gehele of gedeeltelijke dekking van van : 1° de beheers- en personeelskosten;2° de huurverliezen en -schade;3° de kostprijs van kleinschalige werken voor woningen die in beheer of in huur worden genomen;4° de kosten voor de promotie van hun eigen activiteiten. § 2. De jaarlijkse toelage wordt bestemd volgens de in § 1 bedoelde prioriteitstelling. § 3. Elk agentschap geniet een jaarlijkse toelage van 101.519 euro voor de twee eerste werkingsjaren. § 4. Vanaf het derde jaar wordt de toelage aan de hand van volgende formule berekend : Sn = (33.442 euro) + (625 euro).Ln + (2.147 euro). (Ln-Ln-1) waarbij : - Sn = de toelage voor het betrokken jaar; - Ln = het aantal woningen dat in beheer of in huur wordt genomen op 1 januari van het betrokken jaar; - Ln-1 = het aantal woningen dat in beheer of in huur wordt genomen op 1 januari van het jaar vóór het betrokken jaar;

De derde term van de formule moet beschouwd worden als gelijk aan nul als de berekende waarde ervan negatief is (Ln

De verhoogde toelage die tijdens het jaar n is toegekend, mag niet kleiner zijn dan die welke tijdens het jaar n-1 is toegekend, waarbij dit mechanisme niet op twee opeenvolgende jaren mag worden toegepast. § 5. Het geheel van de termijnen die in aanmerking komen voor de berekening van het bedrag van de toelage, met inbegrip van de in de bijlage bepaalde tussenfasen, wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex; het resultaat wordt naar boven afgerond. § 6. Het voordeel van de toelage wordt niet toegekend voor het vierde werkingsjaar als het agentschap op 1 januari van het betrokken jaar niet beschikt over minstens dertig woningen. Hetzelfde geldt als het agentschap voor het vijfde werkingsjaar of voor een later jaar op 1 januari van het betrokken jaar niet beschikt over minstens veertig woningen. § 7. De Minister kan een bijkomende toelage aan het agentschap voor sociale huisvesting verlenen in het kader van het door de Waalse Regering aangenomen meerjarenplan betreffende de permanente woning in de toeristische uitrustingen. HOOFDSTUK V. - Specifieke voorwaarden tot erkenning als buurtregie

Art. 12.Met haar diensten voor burgeractiviteiten telt de buurtregie onder haar leden minstens de volgende personen : 1° de gemeenten van het territoriale activiteitengebied van de buutregie; 2° de betrokken O.C.M.W.'s of, bij gebreke daarvan, een geconventioneerd centrum voor sociale dienst of een geconventioneerde erkende vereniging; 3° de bevoegde openbare huisvestingsmaatschappijen en de agentschappen voor sociale huisvesting wanneer ze woningen beheren die in de buurten van de regie gevestigd zijn;4° een privaatrechtelijke partner.

Art. 13.§ 1. De statuten van de buurtregie bepalen dat de instelling, in het kader van de bij artikel 2 van de Code bepaalde activiteiten, de verbetering van de levensvoorwaarden binnen één of meer woonwijken bedoeld in artikel 15, § 1, door de uitvoering van een beleid van geïntegreerde insluiting tot doel heeft. De instelling kan bijkomend andere verwante activiteiten voortzetten. § 2. De statuten van de buurtregie bepalen ook dat de buurtregie tegelijkertijd twee types acties voert om het in § 1 bedoelde doel te bereiken : de acties ter bevordering van een betere leefomgeving, van de animatie, de convivialiteit en de uitoefening van het burgerschap, met name via de woonpedagogie, en die ter bevordering van de socio-professionele integratie van de stagiairs door middel van een vorming onder de leiding van een professionele ploeg.

Voor de toepassing van dit besluit bestaan die acties uit wat volgt : 1° activiteiten toevertrouwen aan de stagiairs voor de uitvoering van vormingswerven ter verbetering van het leefklimaat van de inwoners, het herstel van de woningen en hun meubilair;de buurtregie streeft naar de ontwikkeling van samenwerkingen van bedrijven met name door de uitvoering van sociale clausules en stages in een onderming. 2° de inwoners en de stagiairs betrekken bij : a) de uitvoering van workshops over het thema wonen en welzijn en animatieacties ter bevordering van sociale coherentie;b) de ontwikkeling van projecten ter verbetering van de leefkwaliteit en de gezelligheid in de buurt;3° maatregelen uitvoeren met het oog op : a) de basisopleiding van de stagiairs opdat zij basisberoepskwalificaties zouden aanleren;b) hun socialisatie door een harmonische integratie in het arbeidscircuit waardoor ze leren zich als burger te gedragen en in groep te werken;c) de aanschaffing van middelen voor meer burgerschap met het oog op de sociale integratie van de stagiair; § 3. De acties van de buurtregie worden gevoerd door één of meerdere diensten van burgeractiviteiten; ze kunnen bestaan uit het onderhoud van ruimtes binnen of buiten de woningen of elk ander project i.v.m. de woonpedagogie en de permanente opvoeding die door de raad van bestuur geschikt worden geacht. § 4. De statuten van de buurtregie bepalen ook dat onder de coördinatie van het Fonds de instelling operationele of financiële samenwerkingsverbanden ontwikkelt om haar acties aan te vullen met informatie en met administratieve, culturele en sociale steun en met projecten van permanente educatie voor de buurtbewoners.

Art. 14.§ 1. De statuten van de buurtregie waarborgen de aanwezigheid binnen de raad van bestuur van minstens : 1° twee personen voorgedragen door elke openbare huisvestingsmaatschappij wanneer ze woningen beheert in een buurtregie;2° een persoon voorgedragen door elk openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of een centrum voor sociale dienst of een erkende vereniging die in dit kader een overeenkomst met de buurtregie heeft gesloten;3° een persoon voorgedragen door elke gemeente waar de sociale buurtregie gevestigd is;4° twee personen voorgedragen door de bewoners van de buurtregie onder de leden van het adviescomité van huurders en eigenaars, wanneer het is opgericht, voor zover ze woonachtig zijn in de buurtregie;5° een persoon voorgedragen door de sociale partners. De statuten waarborgen ook een meerderheidsvertegenwoordiging van publiekrechtelijke rechtspersonen binnen de raad van bestuur De statuten van de buurtregie bepalen dat zij op elke vergadering van haar beheers- en controleorganen een vertegenwoordiger van de betrokken regionale directie van de FOREm uitnodigt, onverminderd § 3, 2°.

Hij heeft zitting met raadgevende stem. § 2. De statuten van de buurtregie bepalen dat de raad van bestuur de volgende opdrachten vervult : 1° het begeleidingspersoneel van de buurtregie werven en leiden;2° een jaarlijks activiteitenprogramma bekrachtigen dat in de door de regie bediende buurten uitgevoerd dient te worden;3° toezien op de werving, opvolging en sociaal-professionele evaluatie van de stagiairs;4° zorgen voor de sociale en financiële opvolging van de regie;5° jaarlijks het in artikel 5, § 2, bedoelde financiële en sociale verslag aan het Fonds voorleggen. § 3. De statuten van de buurtregie bepalen dat : 1° de raad van bestuur op eigen verzoek de begeleidingsploeg hoort die hem verslag over haar activiteiten doet.Hij kan er elk ander lid bijnemen dat aan het lokale project meewerkt. Dat lid heeft raadgevende stem. 2° elke dienst voor burgeractiviteiten wordt geleid door een beperkt comité dat belast wordt met, o.a., de keuze van de werven en de individuele opvolging en beoordeling van de stagiairs, in samenspraak met de vertegenwoordiger van de Forem binnen de regie. De statuten bepalen de modaliteiten tot uitoefening van het dagelijkse beheer.

Art. 15.§ 1. Het territoriaal activiteitengebied van een regie of van een dienst voor burgerschapsactiviteiten bestaat uit minstens één woonwijk die gelegen is in een gebied van minstens honderd woningen die alleen of samen beheerd worden door een openbare huivestingsmaatschappij, een agentschap voor sociale huisvesting, een vereniging ter bevordering van de huisvesting of door het Fonds, of in een door de Regering afgebakend gebied bedoeld in artikel 79, 3°, b, van de Code. § 2. Het geheel van de diensten voor burgeractiviteiten aanwezig op hetzelfde gemeentelijk grondgebied wordt verenigd in eenzelfde buurtregie. § 3. De oprichting van elke nieuwe dienst voor burgeractiviteiten binnen een bestaande buurtregie wordt onderworpen aan het voorafgaandelijk akkoord van de Minister, op voorstel van het Fonds.

Art. 16.De buurtregie neemt de volgende beheers- en werkingsnormen in acht : 1° elke dienst voor burgeractiviteiten stelt minstens het equivalent van twee begeleiders in een voltijdse arbeidsregeling tewerk die belast zijn met het maatschappelijk, bestuurlijk en technisch beheer. Dit personeel kan bestaan uit werknemers die ter beschikking gesteld zijn. De Minister kan van deze voorwaarde afwijken op voorstel van het Fonds na onderzoek door het Comité voor sociaal beleid; in dit laatste geval wordt de in artikel 17 bedoelde jaarlijkse toelage naar verhouding aangepast; 2° de regie stelt een evenwichtig actieprogramma op dat gegrond is op operationele doelstellingen volgens de verbeteringsluiken van de leefomgeving, de animatie, de convivialiteit en de uitoefening van het burgerschap, enerzijds, en de bijdrage tot de sociaal-economische integratie, anderzijds;3° de regie beschikt over de voor haar activiteiten nodige ruimtes die overeenstemmen met de vigerende gezondheids- en veiligheidsnormen;4° elke dienst voor burgeractiviteiten beschikt over het equivalent van minstens 10 posten die aan de stagiairs worden toegewezen voor een bepaalde duur van drie maanden die kan verlengd worden in het burgercontract zonder echter één jaar te overschrijden, behalve een gemotiveerde afwijking van de raad van bestuur en van het beperkte comité;5° de regie werft bij voorkeur als stagiair de inwoners en hun rechthebbenden aan, die van haar territoriaal activiteitengebied afhangen en in elk geval de huurders en hun rechthebbenden van de openbare huisvestingsmaatschappijen, het agentschap voor sociale huisvesting, de vereniging ter bevordering van de huisvesting of het Fonds;6° de acties van de regie worden hoofdzakelijk verricht in haar activiteitengebied;ze kunnen gedecentraliseerd worden in het kader van samenwerkingsverbanden met andere sociale huisvestingsinstellingen of andere operatoren van de geïntegreerde regeling voor maatschappelijke en professionele inschakeling.

Art. 17.§ 1. Onverminderd artikel 25, § 5, eerste lid, verleent de Minister onder de bij dit besluit gestelde voorwaarden de volgende toelagen aan de buurtregie : 1° een toelage voor eerste vestiging van 26.659 euro per dienst voor burgeractiviteiten; 2° een jaarlijkse toelage ter dekking van de werkingskosten en van een deel van de bezoldiging van het begeleidingspersoneel waarvan hij het bedrag jaarlijks bepaalt op voorstel van het Fonds, waarbij dit bedrag per dienst voor burgeractiviteiten niet lager mag zijn dan 68.248 euro op jaarbasis. 3° een verhoogde toelage voor de buurtregie die over meerdere diensten voor burgeractiviteiten beschikt om met name coördinatiekosten te dekken, waarvan het bedrag in onderstaande tabel vermeld wordt :

Toestand

Toegekend bedrag

2 SAC

€ 143.321

3 SAC

€ 218.394

4 SAC

€ 293.467

5 SAC

€ 368.540

6 SAC

€ 443.613

7 SAC

€ 518.686

8 SAC

€ 593.759

9 SAC

€ 668.832

10 SAC of meer

€ 743.905


4° een bijkomende toelage van € 18.372 voor elke dienst voor burgeractiviteiten die vóór de inwerkingtreding van dit besluit door de Waalse Regering erkend is als buurtregie voor stadsvernieuwing. § 2. Op voorstel van het Fonds wordt minstens een vierde van het bedrag van de toelage door de Minister afgetrokken als één van de volgende voorwaarden vervuld is : 1° in de loop van het vorige kalenderjaar werden gemiddeld minder dan zeven stagiairs per dienst voor burgeractiviteiten tewerkgesteld;2° in de loop van het vorige kalenderjaar werden gedurende drie opeenvolgende maanden gemiddeld minder dan vijf stagiairs tewerkgesteld per dienst voor burgeractiviteiten;3° de dienst voor burgeractiviteiten organiseert alleen of in partnerschap minstens twee activiteiten voor het dynamisch maken van de wijk. Het gemiddeld aantal stagiairs wordt berekend door het aantal dagen die zij in het kader van de overeenkomst gewerkt hebben te delen door het aantal dagen van de activiteitsperiode van de regie. § 3. De in § 1 bedoelde bedragen in euro's worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex en het resultaat naar boven afgerond. § 4. Onverminderd de verplichting om geïntegreerde rekeningen te houden als vereniging zonder winstoogmerkif, voorziet de regie ook in een aparte boekhouding per dienst voor burgeractivitieiten. HOOFDSTUK VI. - Specifieke voorwaarden tot erkenning als vereniging ter bevordering van de huisvesting

Art. 18.De statuten van de aanvrager als vereniging ter bevordering van de huisvesting bepalen dat de vereniging bijdraagt tot onder andere de invoering van het recht op een gepaste woning bij voorrang voor de gezinnen in precaire toestand door minstens één van de volgende opdrachten te vervullen : 1° de sociale integratie in de huisvesting bevorderen door de terbeschikkingstelling van gepaste woningen;2° een administratieve, technische of juridische bijstand inzake huisvesting verlenen;3° experimentele projecten voeren.

Art. 19.De aanvrager moet als vereniging ter bevordering van de huisvesting aan de volgende criteria voldoen : 1° een grondgebied dat minstens 50 000 inwoners telt of minstens vijf verschillende gemeenten omvat, bedienen;2° het bewijs leveren van minstens één jaar bestaan in de uitoefening van de activiteiten bedoeld in artikel 198 van de Code. De Minister kan op voorstel van het Fonds van deze voorwaarde afwijken.

Art. 20.§ 1. Wanneer de vereniging als opdracht heeft de sociale integratie te bevorderen door het ter beschikking stellen van gepaste woningen : 1° voldoen de door de vereniging ter beschikking gestelde woningen aan de minimale gezondsheidsnormen vastgelegd bij besluit van de Waalse Regering van 30 augustus 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 30/08/2007 pub. 30/10/2007 numac 2007203235 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de minimale gezondheidsnormen, de overbevolkingsnormen en houdende de in artikel 1, 19° tot 22°bis van de Waalse Huisvestingscode bedoelde begripsomschrijvingen sluiten tot vaststelling van de minimale gezondheidsnormen, de overbevolkingsnormen en houdende de definities bedoeld in artikel 1, 19° tot 22°, van de Code;2° beschikt de vereniging op de datum van de erkenningsaanvraag en gedurende de gezamenlijke erkenningsperiode over één of verscheidene personeelsleden, eventueel ter beschikking gesteld, gradueerd of universitair of dat/die het bewijs van minstens drie jaar ervaring op sociaal vlak kan/kunnen leveren;3° worden de woningen voornamelijk ter beschikking van gezinnen in precaire toestand gesteld;4° zorgt de vereniging voor de sociale begeleiding van de bewoners. § 2. Wanneer de vereniging de opdracht heeft een administratieve, technische of juridische bijstand inzake huisvesting te verlenen bij voorrang aan gezinnen in precaire toestand : 1° beschikt de vereniging op de datum van de erkenningsaanvraag en gedurende de gezamenlijke erkenningsperiode over één of verscheidene personeelsleden, eventueel ter beschikking gesteld, gradueerd of universitair of dat/die het bewijs van minstens drie jaar ervaring op administratief, technisch of juridisch vlak kan/kunnen leveren;2° verleent de vereniging een kosteloze bijstand;3° zorgt de vereniging voor verschillende soorten informatie of individuele of collectieve opleidingen die intern of extern gegeven worden;4° de vereniging verleent deze bijstand : a) aan een ruimer publiek dan de enige inwoners van de eventueel ter beschikking gestelde woningen;b) om de woning als stabilisatiefactor te kunnen gebruiken. § 3. Wanneer de vereniging de opdracht heeft experimentele projecten te voeren : 1° wendt ze baanbrekende technieken inzake sociale, juridische of architecturale integratie aan;2° beschikt de vereniging op de datum van de erkenningsaanvraag en gedurende de gezamenlijke erkenningsperiode over één of verscheidene personeelsleden, eventueel ter beschikking gesteld, gradueerd of universitair of dat/die het bewijs van minstens drie jaar ervaring kan/kunnen leveren inzake de bouw, renovatie, herstructurering of aanpassing van woningen of inzake het sociale beheer van de bewoning van woningen;3° vervult de vereniging minstens één van de opdrachten bedoeld in artikel 18, 1° en 2°; 4° kan de Minister in het kader van die opdracht van artikel 20, § 1, 1°, afwijken overeenkomstig de voorwaarden gesteld bij artikel 19, eerste lid, van het besluit van de Waalse Regering van 30 augustus 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 30/08/2007 pub. 30/10/2007 numac 2007203235 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de minimale gezondheidsnormen, de overbevolkingsnormen en houdende de in artikel 1, 19° tot 22°bis van de Waalse Huisvestingscode bedoelde begripsomschrijvingen sluiten tot vaststelling van de minimale gezondheidsnormen, de overbevolkingsnormen en houdende de definities bedoeld in artikel 1, 19° tot 22°bis, van de Code.. § 4. De definitie en de wijze van berekening van de terbeschikkingstelling van de woningen en opleidingsuren worden vastgelegd volgens de modaliteiten bepaald door het "Fonds wallon du Logement" en goedgekeurd door de Minister.

Art. 21.§ 1. Onverminderd artikel 25, § 5, eerste lid, verleent de Minister op voorstel van het Fonds aan de erkende vereniging ter bevordering van de huisvesting een jaarlijkse toelage die bestemd is om de personeels-, werkings- en bevorderingskosten geheel of gedeeltelijk te dekken.

Het bedrag van de toelage wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex. Het resultaat wordt naar boven afgerond. § 2. De jaarlijkse toelage van 40.949 euro wordt verleend aan de vereniging ter bevordering van de huisvesting die erkend is tijdens de periode waarin de gewestelijke erkenning behouden wordt en die, al naar gelang van haar opdracht, ofwel : 1° woningen ter beschikking van minstens 10 gezinnen stelt tijdens het vorige kalenderjaar en de experimentele projecten uitvoert;2° tijdens het vorige kalenderjaar minstens twintig uur per week op jaarbasis zorgt voor verschillende soorten informatie of individuele of collectieve opleidingen die intern of extern gegeven worden, met inbegrip van de experimentele projecten;3° tegelijkertijd beide opdrachten vervult, waarbij de begeleiding van een gezin gelijkgesteld wordt met twee uren opleiding, informatie per week, met inbegrip van de experimentele projecten. § 3. Een jaarlijkse toelage van € 81.898 wordt toegekend aan de vereniging ter bevordering van de huisvesting die vanaf de datum van haar subsidiëring en tijdens de periode waarin de gewestelijke erkenning behouden wordt minstens twee voltijds equivalenten tewerkstelt en die, naar gelang van haar opdracht, ofwel : 1° tijdens het vorige kalenderjaar woningen ter beschikking van minstens 20 gezinnen heeft gesteld, met inbegrip van de experimentele projecten;2° tijdens het vorige kalenderjaar minstens twintig uur per week op jaarbasis zorgt voor verschillende soorten informatie of individuele of collectieve opleidingen die intern of extern gegeven worden, met inbegrip van de experimentele projecten;3° tegelijkertijd beide in § 2 bedoelde opdrachten vervult, waarbij de begeleiding van een gezin gelijkgesteld wordt met twee uren opleiding en informatie per week, incluis de experimentele projecten, met minimum vijf begeleide gezinnen en tien uren opleiding en informatie. § 4. De toelage die tijdens het jaar n is toegekend, mag niet kleiner zijn dan die welke tijdens het jaar n-1 is toegekend, waarbij het mechanisme niet op twee opeenvolgende jaren kan worden toegepast. HOOFDSTUK VII. - Sancties

Art. 22.Als de erkende instelling de Code of een uitvoeringsbesluit niet naleeft of als verkeerde informatie aan het Fonds verstrekt wordt, kan het Fonds, na onderzoek van de toestand door het Comité voor sociaal beleid, aan de Minister voorstellen dat één van de sancties waarin artikel 191, § 4, van de Code voorziet toegepast wordt.

Vóór het onderzoek van de situatie door het Comité voor sociaal beleid, stelt het Fonds aan de instelling voor om gehoord te worden.

Het proces-verbaal van verhoor wordt gevoegd bij het dossier waarover het comité voor sociaal beleid moet beraadslagen Het besluit van de Minister waarbij een sanctie wordt opgelegd heeft uitwerking op de datum van de bij ter post aangetekende kennisgeving aan de instelling. Deze kennisgeving wordt ook aan het Fond overgemaakt.

Art. 23.In geval van sanctie kan de betrokken instelling een verzoek tot nietigverklaring van het besluit van de Minister indienen binnen dertig kalenderdagen na de kennisgeving van de sanctie. Het beroep wordt bij ter post aangetekend schrijven bij het Fonds ingediend. Het is met redenen omkleed.

Het Fonds bericht ontvangst binnen tien kalenderdagen na ontvangst van het beroep. Binnen dertig kalenderdagen na ontvangst van het beroep legt het Fonds door toedoen van de Minister een besluit tot nietigverklaring van de sanctie aan de Regering voor als het beroep ontvankelijk en gegrond is. In geval van weigering, legt het een besluit tot handhaving van de sanctie voor.

Binnen vijfenzeventig werkdagen na de datum van het ontvangst van het beroep geeft de Minister de instelling en het Fonds kennis van het besluit van de Regering bij ter post aangetekend schrijven.

Na afloop van voornoemde termijn wordt de sanctie geacht te zijn nietig verklaard. HOOFDSTUK VIII. - Verlies van de erkenning

Art. 24.De erkenning gaat verloren in één van de gevallen bedoeld in artikel 191, § 10, van de Code.

De betrokken instelling schikt zich naar de volgende conservatoire maatregelen en modaliteiten tot beëindiging van de erkenning : 1° in geval van vrijwillige of gerechtelijke vereffening worden haar netto positieve activa toegewezen overeenkomstig artikel 5, § 1, 1°, e);2° als de erkenning ingetrokken of niet hernieuwd wordt : a) wordt het bedrag van de tijdens het jaar van het verlies van de erkenning verleende toelage berekend naar rato van de erkenningsperiode ten opzichte van de periode van berekening van de toelage;b) vermeldt de instelling niet meer op haar aktes, facturen, berichten, publicaties en andere documenten die van haar uitgaan dat ze de erkenning van de Waalse Regering geniet. HOOFDSTUK IX. - Adviesverlening, coördinatie, controle en financiering.

Art. 25.§ 1. De door de Waalse Regering erkende instellingen worden door het Fonds geadviseerd, gecontroleerd en gecoördineerd en door zijn tussenkomst gefinancierd. In dat kader wijst het Fonds, overeenkomstig artikel 5, § 1, 1°, d), onder zijn personeelsleden een waarnemer aan. § 2. Het Fonds adviseert de sociale instellingen inzake sociale materies, administratie, huisvesting en boekhouding. Het legt hen type-documenten ter beschikking met het oog op een optimaal beheer.

Die documenten worden in overleg met de sociale instellingen uitgewerkt. § 3. Het Fonds gaat na of de Code en de desbetreffende uitvoeringsbesluiten door de sociale instellingen worden nageleefd.

Zijn afgevaardigden hebben altijd het recht om ter plaatse kennis te nemen van elk stuk dat betrekking heeft op het beheer van de instelling. § 4. Het Fonds zorgt voor de coördinatie van de sociale instellingen, in samenspraak met hen. De bedoeling van deze actie is om de activiteiten van de sociale instellingen onderling in overeenstemming te brengen, te verenigen en te rationaliseren, maar ook samenwerkingsverbanden op te richten met de eigen activiteiten en die van de andere actoren van het gewestelijk huisvestingsbeleid. § 5. Het Fonds financiert de sociale instellingen met de gewestelijke toelagen die overeenkomstig dit besluit verleend worden en die uiterlijk na afloop van het betrokken jaar aan de rechthebbende instellingen gestort worden. De toelage wordt door het Fonds aan de instelling uitbetaald op een rekening geopend op haar naam en na een gunstige beraadslaging van het Comité voor sociaal beleid.

Onverminderd artikel 26, wijst het Fonds jaarlijks in de loop van het eerste kwartaal een som gelijk aan 5/12e toe als voorschot op de door de sociale instellingen verschuldigd geachte toelagen, die het sociale verslag en het financiële verslag van het voorlaatste jaar op geldige wijze hebben overgemaakt.

Het Fonds kan ook zijn geldelijke middelen bestemmen voor de financiering van leningen of voorschotten te verlenen aan de verhuurders van de woningen die beheerd of gehuurd worden door sociale instellingen. De leningen of voorschotten worden exclusief voorbehouden aan de financiering van de werken tot renovatie van de betrokken woningen.

De voorwaarden waaronder de bovengenoemde voorschotten en leningen worden verleend liggen vast in een reglement van het Fonds dat door de Minister is goedgekeurd. § 6. Onverminderd § 5, eerste lid, kan de Minister, op eigen initiatief of op voorstel van het Fonds, een uitzonderlijke tegemoetkoming verlenen aan een instelling in financiële moeilijkheden in de vorm van een terug te betalen toelage of voorschot. Als het gaat om een toelage, mag ze niet meer bedragen dan vijftig procent van de gewone gewestelijke toelage die in de loop van het vorige begrotingsjaar werd verleend. De toekenning van een uitzonderlijke steun wordt onderworpen aan de vastlegging en uitvoering van een beheersplan dat door het Fonds is goedgekeurd en gecontroleerd.

Art. 26.§ 1. Tijdens het eerste kwartaal stort het Gewest jaarlijks aan het Fonds, als voorschot, een bedrag dat overeenkomt met vijfenzeventig procent van het totaalbedrag opgenomen op zijn begroting van het lopende boekjaar ten gunste van de sociale instelling en het Fonds. In totaal wordt door het Gewest het saldo van het verschuldigde bedrag voor het lopende boekjaar aan het Fonds gestort op grond van een rechtvaardiging opgesteld door het Fonds. § 2. Het Fonds kan een aandeel van de financieringen die de overeenkomstig dit besluit toegekende financieringen aanvullen, ontvangen wanneer het fonds hen bijstaat voor het uitdenken, de verwezenlijking of het beheer van samenwerkingsverbanden met andere overheden in het kader van opdrachten die in verband staan met die voorzien door de Code. Dat aandeel mag niet hoger zijn dan vijftien procent van de financieringen. HOOFDSTUK X. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 27.In afwijking van artikel 21, genieten de verenigingen ter bevordering van de huisvesting die erkend maar niet gesubsidieerd zijn voor de inwerkingtreding van dit besluit en die niet voldoen aan de criteria van artikel 21, een toelage van € 40.949 gedurende maximum 3 jaar.

Art. 28.De agentschappen voor sociale huisvesting en de buurtregieën brengen de bij dit besluit opgelegde statutaire wijzigingen aan uiterlijk op de datum van hernieuwing van hun erkenning.

Art. 29.Het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 23/09/2004 pub. 10/11/2004 numac 2004203315 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende de sociale huisvestingsinstellingen sluiten betreffende de sociale huisvestingsinstellingen wordt opgeheven.

Art. 30.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014.

Namen, 12 december 2013.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET

Bijlage 1

Waarde van Ln

Max.

1 tot 70

101.519

71 tot 80

109.519

81-90

117.519

91-100

125.519

101-110

133.519

111-120

141.519

121-130

149.519

131-140

157.519

141-150

165.519

151-160

173.519

161-170

181.519

171-180

189.519

181-190

197.519

191-200

205.519

201-210

213.519

211-220

221.519

221-230

229.519

231-240

237.519

241-250

245.519

251-260

253.519

261-270

261.519

271-280

269.519

281-290

277.519

291-300

285.519

301-310

293.519

311-320

301.519

321-330

309.519

331-340

317.519

341-350

325.519

351-360

333.519

361-370

341.519

371-380

349.519

381-390

357.519

391-400

365.519


Een verhoging van € 8.000 wordt ook toegepast per schijf van 10 woningen boven 400 woningen.

^