Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 12 juli 2001
gepubliceerd op 01 september 2001

Besluit van de Waalse Regering tot verhoging van de jaarlijkse toelagen voor de residentiële diensten, dagonthaaldiensten en diensten voor plaatsing in gezinnen

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2001027470
pub.
01/09/2001
prom.
12/07/2001
ELI
eli/besluit/2001/07/12/2001027470/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 JULI 2001. - Besluit van de Waalse Regering tot verhoging van de jaarlijkse toelagen voor de residentiële diensten, dagonthaaldiensten en diensten voor plaatsing in gezinnen


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 6 april 1995 betreffende de integratie van gehandicapte personen;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 9 oktober 1997 betreffende de voorwaarden van erkenning en subsidiëring van de voor gehandicapte personen bestemde residentiële diensten, dagonthaaldiensten en diensten voor plaatsing in gezinnen, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 23 juli 1998, 20 mei 1999, 3 juni 1999, 29 juni 2000 en 11 januari 2001;

Gelet op het advies van het beheerscomité van het "Agence wallonne pour l'intégration des personnes handicapées" (Waals agentschap voor de integratie van gehandicapte personen), gegeven op 28 juni 2001;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 16 mei 2001;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 6 juni 2001;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de op 16 mei 2000 gesloten raamovereenkomst voor de Waalse non-profitsector voorziet in aanzienlijke loonsverhogingen voor het personeel van de diensten uit de sector van de gehandicapte personen en dat die van toepassing zijn sinds 1 oktober 2000;

Overwegende dat, wat de harmonisatie van de weddeschalen betreft, die overeenkomst bepaalt dat een drieledige commissie (Waals Gewest, werkgevers, werknemers) in september 2000 het werk zou onderzoeken dat binnen de verschillende paritaire commissies is verricht m.b.t. de omzettingsschalen en de budgettaire weerslag ervan;

Overwegende dat de Regering op 15 december 2000 kennis heeft genomen van de resultaten van het werk verricht door de bij bovenbedoelde raamovereenkomst betrokken paritaire commissies; dat ze op dezelfde datum de kredieten voor de harmonisatie van de weddeschalen definitief heeft vastgelegd;

Overwegende dat op grond van die kredieten driedelige onderhandelingen zijn gevoerd om de toepassingsmodaliteiten te bepalen voor de sector onthaal en opvang van gehandicapte personen (die onder de paritaire commissie 319 valt);

Overwegende dat tijdens de laatste onderhandelingen, d.d. 10 mei 2001, een overeenkomst is gesloten voor de vastlegging van de weddeschalen die van toepassing zullen zijn gedurende de periode waarop de raamovereenkomst betrekking heeft;

Overwegende dat die weddeschalen het voorwerp hebben uitgemaakt van een collectieve arbeidsovereenkomst die ondertekend werd op 10 mei 2001;

Overwegende dat het Waalse Gewest dan ook zo spoedig mogelijk de middelen voor de financiering van die overeenkomst aan de betrokken gesubsidieerde diensten moet verlenen opdat ze ten goede kunnen komen aan de werknemers;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt, krachtens artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 128, § 1, van de Grondwet.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Agentschap : het « Agence wallonne pour l'intégration des personnes handicapées » (Waals agentschap voor de integratie van gehandicapte personen);2° diensten : de diensten bedoeld in artikel 24, tweede, zesde, zevende, negende en elfde lid, van het decreet van 6 april 1995 betreffende de integratie van gehandicapte personen;3° besluit van 9 oktober 1997 : het besluit van de Waalse Regering van 9 oktober 1997 betreffende de voorwaarden van erkenning en subsidiëring van de voor gehandicapte personen bestemde residentiële diensten, dagonthaaldiensten en diensten voor plaatsing in gezinnen;4° jaarlijkse toelage : de toelage bedoeld in hoofdstuk II, afdeling 1, van het besluit van 9 oktober 1997.

Art. 3.§ 1. Overeenkomstig de raamovereenkomst die op 16 mei 2000 is gesloten voor de Waalse non-profitsector verleent het Agentschap de diensten een bijkomende toelage voor de financiering van het tewerkstellingsvolume dat in aanmerking komt voor : 1° de jaarlijkse toelage;2° de toelage bedoeld in artikel 31ter van het besluit van 9 oktober 1997;3° de toelage die het Agentschap aan de diensten verleent overeenkomstig het koninklijk besluit van 22 september 1989 tot bevordering van de tewerkstelling in de non-profitsector. § 2. Het Agentschap verleent de diensten die bijkomende toelage voor de volgende periodes : - periode 1 : 66.505.000 BEF van 1 oktober tot 31 december 2000; - periode 2 : 332.525.000 BEF voor het jaar 2001; - periode 3 : 598.545.000 BEF voor het jaar 2002; - periode 4 : 864.565.000 BEF voor het jaar 2003; - periode 5 : 1.130.585.000 BEF voor het jaar 2004; - periode 6 : 1.330.100.000 BEF voor het jaar 2005.

Die bedragen zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen (gezondheidsindex), overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld.

Zij worden gekoppeld aan het spilindexcijfer 105,21 van 1 juli 2000.

Art. 4.Het Agentschap verdeelt de bijkomende toelage onder de diensten met inachtneming van de begrotingskredieten bedoeld in artikel 3.

Art. 5.Het bedrag van de in artikel 4 bedoelde bijkomende toelage wordt verkregen door de in artikel 3, § 1, bedoelde toelagen met een revalorisatiecoëfficiënt te vermenigvuldigen.

De revalorisatiecoëfficiënt drukt voor elke dienst het verschil uit tussen de loonkosten voortvloiend uit de weddeschalen bedoeld in bijlage 2 en in de bijlagen 3 tot en met 8 al naar gelang de periodes bedoeld in artikel 3, § 2, en de tabellen van de weddeschalen in bijlage 9.

De in % uitgedrukte revalorisatiecoëfficiënt wordt voor elke dienst bepaald op grond van de gegevens die hij heeft verstrekt d.m.v. het formulier bedoeld in artikel 29, § 2, van het besluit van 9 oktober 1997, hierna « tewerkstellingskadaster » genoemd, en van de parameters bedoeld in bijlage 1.

De revalorisatiecoëfficiënt wordt toegepast op het supplement dat bovenop de jaarlijkse toelage wordt verleend, na aftrek van de bedragen nr. 1 van § 2, a), in bijlage IV bij het besluit van 9 oktober 1997.

Art. 6.Wat betreft het supplement voor de periode tussen 1 oktober 2000 en 31 december 2000, wordt de revalorisatiecoëfficiënt voor de berekening van de aan de dienst verschuldigde toelagen vastgelegd op grond van de gegevens uit het tewerkstellingskadaster 2000.

De revalorisatiecoëfficiënt dient als basis voor de berekening van het supplement voor het boekjaar 2001, rekening houdende met het feit dat de individuele anciënniteit telkens verhoogd wordt met één jaar.

Wat betreft het supplement voor de boekjaren 2002 tot en met 2005 wordt de revalorisatiecoëfficiënt voor de berekening van de aan de dienst verschuldigde toelagen vastgelegd op grond van de gegevens uit het tewerkstellingskadaster van het vorige boekjaar, rekening houdende met het feit dat de individuele anciënniteit telkens verhoogd wordt met één jaar.

Art. 7.Aan het einde van de vier laatste periodes bedoeld in artikel 3, § 2, wordt het aldus verkregen supplemententotaal eventueel beperkt om het in hetzelfde artikel 3, § 2, bedoelde begrotingskrediet niet te overschrijden. De beperking wordt over het geheel van de diensten verdeeld aan de hand van een bijsturingscoëfficiënt.

Die coëfficiënt wordt bepaald als volgt : - het bedrag van de teller stemt overeen met het krediet bedoeld in artikel 3, § 2, voor de betrokken periode; - het bedrag van de noemer stemt overeen met het totaal van de supplementen die aanvankelijk voor dezelfde periode werden berekend.

Art. 8.Aan het einde van de periodes 1 tot en met 5 bedoeld in artikel 3, § 2, mag het eventueel ongebruikte begrotingssaldo desnoods worden overgeheveld naar het volgende jaar om de toepassing van de in de bijlagen 4 tot en met 8 bedoelde weddeschalen mogelijk te maken.

Art. 9.§ 1. Vanaf het boekjaar 2006 en volgende worden de in artikel 3, § 1, 1°, bedoelde toelagen, met uitzondering van de bijzondere toelage, berekend op grond van de weddeschalen bedoeld in bijlage 8 bij dit besluit en op grond van de werkgeverslastencoëfficiënten bedoeld in bijlage IV, § 2, bij het besluit van 9 oktober 1997 en herzien als volgt : 1° in punt a), § 2, van bijlage IV bij het besluit van 9 oktober 1997 worden de coëfficiënten voor de werkgeverslasten van residentiële diensten verminderd met 2,49 % en die van de dagopvangcentra met 2,26 %;2° in de punten b) en c) van bijlage IV bij het besluit van 9 oktober 1997 worden de coëfficiënten voor de werkgeverslasten van dagopvangcentra verminderd met 2,26 %. Deze parameters worden bepaald met inachtneming van de modaliteiten bedoeld in bijlage 1 bij dit besluit. Vanaf hetzelfde boekjaar wordt het aangepaste verleende bedrag van het vorige jaar, zoals bepaald in artikel 24, § 1, 2°, van het besluit van 9 oktober 1997, vermeerderd met de aangepaste bijkomende toelage bedoeld in artikel 4 van dit besluit. § 2. Vanaf het boekjaar 2006 en volgende worden de toelagen bedoeld in artikel 3, § 1, 2°, van dit besluit berekend op grond van de weddeschalen in bijlage 8, met inachtneming van de modaliteiten bedoeld in bijlage 1.

Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2000.

Art. 11.De Minister van Sociale Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 12 juli 2001.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE

Bijlagen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2001 tot verhoging van de jaarlijkse toelagen voor de residentiële diensten, dagonthaaldiensten en diensten voor plaatsing in gezinnen.

Namen, 12 juli 2001.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE

^