Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 13 januari 2000
gepubliceerd op 25 januari 2000

Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 3 december 1998 tot uitvoering van het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de "Conseil wallon du troisième âge"

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2000027019
pub.
25/01/2000
prom.
13/01/2000
ELI
eli/besluit/2000/01/13/2000027019/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 JANUARI 2000. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 3 december 1998 tot uitvoering van het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de "Conseil wallon du troisième âge" (Waalse Raad voor de Derde Leeftijd)


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de "Conseil wallon du troisième âge";

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 3 december 1998 tot uitvoering van het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de "Conseil wallon du troisième âge", gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 6 mei 1999;

Gelet op het advies van de "Conseil wallon du troisième âge", gegeven op 16 december 1999;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor steden, gemeenten en provincies van het Waalse Gewest, gegeven op 17 december 1999;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de volgende gegevens : 1° om het bestaan te vrijwaren van de inrichtingen waarvan blijkt dat ze zich niet binnen de aanvankelijk opgelegde termijn (uiterlijk 6 februari 2000) naar de normen kunnen richten, moet voormelde termijn dringend verlengd worden en moeten vóór 6 februari 2000 afwijkingen ingediend worden voor de inrichtingen die op 6 februari 1999 als serviceflats of dagcentra erkend waren; 2° de scholen moeten zo spoedig mogelijk in kennis gesteld worden van de overgangsbepalingen waarin voorzien is i.v.m. de organisatie van opleidingscyclussen voor directeurs van rustoorden of serviceflats tijdens het schooljaar 1999-2000; 3° de regeling van de toestand van de directeurs van een rustoord of een serviceflat die houder zijn van een diploma van het hoger onderwijs voor sociale promotie houdt in dat deze kwalificatie betreffende de studierichting sociale promotie via nieuwe bepalingen dringend opgenomen wordt in de diploma's die toegang geven tot deze functies; Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 31 december 1999, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 128, § 1, van de Grondwet.

Art. 2.Artikel 39 van het besluit van de Waalse Regering van 3 december 1998 tot uitvoering van het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de "Conseil wallon du troisième âge", gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 6 mei 1999, wordt vervangen als volgt : «

Art. 39.De inrichtingen die erkend zijn als serviceflat of dagcentrum en die in dienst zijn op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, beschikken vanaf de inwerkingtreding van dit besluit over een termijn van twee jaar om zich te richten naar de normen bedoeld in bijlage I en respectievelijk in de bijlagen III en IV. »

Art. 3.Punt 8.1.2.1., eerste lid, in bijlage II bij hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Elke directeur van een rustoord moet houder zijn van tenminste een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs, van het hoger onderwijs voor sociale promotie of van ziekenhuis- of psychiatrisch verpleger, alsook van een attest waarbij hij kan aantonen dat hij beschikt over de vereiste basiskennis om een rustoord te beheren. »

Art. 4.Punt 8.1.2.2. van bijlage II bij hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : « De personen die uiterlijk aan het einde van het academisch jaar 1998-1999 op grond van een getuigschrift kunnen bewijzen dat ze de eerste 250 lesuren van de cyclus bedoeld in artikel 3 van het besluit van Franse Gemeenschapsexecutieve van 20 december 1990 betreffende het minimumpeil van nuttige kennis van het beheren van rusthuizen voor bejaarden succesvol gevolgd hebben, zijn vrijgesteld van de eerste 250 lesuren bedoeld in punt 8.1.2.3.1. »

Art. 5.Punt 10.5.1. van bijlage III bij hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Elke directeur van een serviceflat moet houder zijn van ten minste het getuigschrift van het hoger secundair onderwijs, van het hoger onderwijs voor sociale promotie of van ziekenhuis- of psychiatrisch verpleger, alsook van een attest waarbij hij kan aantonen dat hij beschikt over de vereiste basiskennis om een serviceflat te beheren. »

Art. 6.Het eerste lid van punt 10.5.2. van bijlage III bij hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « De vereiste basiskennis voor het beheer van een serviceflat wordt als verworven beschouwd wanneer de kandidaat-directeur de in punt 8.1.2. van bijlage II bedoelde opleidingscyclus heeft gevolgd of wanneer hij overeenkomstig dezelfde bepaling van die opleiding vrijgesteld is.

De personen die het bewijs kunnen leveren dat ze op de datum van inwerkingtreding van dit besluit de functie van directeur bekleden in een inrichting die op dezelfde datum als serviceflat erkend is, hebben de tijd tot 31 december 2003 om de in het vorige lid bedoelde opleiding te volgen. »

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 5 februari 2000.

Art. 8.De Minister tot wiens bevoegdheden het Derde Leeftijdsbeleid behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 13 januari 2000.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE

^