Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 13 juli 2006
gepubliceerd op 06 september 2006

Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek waarin de modaliteiten van het recht op toegang tot milieu-informatie vastliggen

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2006202843
pub.
06/09/2006
prom.
13/07/2006
ELI
eli/besluit/2006/07/13/2006202843/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 JULI 2006. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek waarin de modaliteiten van het recht op toegang tot milieu-informatie vastliggen


De Waalse Regering, Gelet op Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie en tot intrekking van Richtlijn 90/313/EEG van de Raad;

Gelet op Boek I van het Milieuwetboek, zoals gewijzigd bij het decreet van 16 maart 2006, inzonderheid op artikel D. 20-4, vierde lid;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 april 2006;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 13 juli 2006;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 31 mei 2006, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De artikelen R. 17 en R 18 van Boek I van het Milieuwetboek worden vervangen als volgt : HOOFDSTUK I. - Type-document Art. R.17. Om ontvangst te berichten van informatieaanvragen, van aanvragen tot schrapping van vergissingen of tot rechtzetting van gegevens, om termijnen voor toegang tot informatie te verlengen of om de mededeling van gegevens geheel of gedeeltelijk te weigeren, maken de openbare overheden gebruik van de documenten opgemaakt naar de modellen bedoeld in de bijlagen I tot IV. HOOFDSTUK II. - Commissie van beroep Art. R.18. De leden van de commissie van beroep hebben recht op 57,60 euro presentiegeld.

De voorzitter en de leden van de commissie van beroep hebben recht op de terugbetaling van hun verplaatsingskosten overeenkomstig de modaliteiten bepaald in Boek IV, Titel II, hoofdstuk I, van het besluit van de Waalse Regering houdende de Waalse Ambtenarencode.

Art. 2.In het regelgevend deel van Boek I van het Milieuwetboek worden de bijlagen I tot III vervangen als volgt : BIJLAGE I BERICHT VAN ONTVANGST (Datum) (x) . . . . .

BETREFT : Verzoek om milieu-informatie.

Bericht van ontvangst.

Overeenkomstig artikel D.14, § 2, van Boek I van het Milieuwetboek, bericht ik ontvangst van uw brief van (x) . . . . . ontvangen op (x) . . . . . en betreffende een verzoek om informatie betreffende (x) . . . . . (xx) 1) Het (de) aangevraagde document(en) kan/kunnen vanaf (x) . . . . . (datum) op volgend adres (x) . . . . . gratis ingekeken worden op (dagen en uren) (x) . . . . . (xx) 2) Het (de) aangevraagde document(en) wordt/worden u toegestuurd tegen betaling van .. euro/blad vóór (x) . . . . . (xx) 3) Een antwoord wordt u op verzoek verstrekt vóór (x) . . . . . (datum) (x) (handtekening) .. . . .

Contactpersoon (x) : Telefoon (x) : E-mail adres (x) : (x) : in te vullen (xx) : schrappen wat niet past BEROEPSMODALITEITEN Boek I van het Milieuwetboek (uittreksels) Art.D.15. § 1. De overheidsinstantie legt de gevraagde milieu-informatie ter inzage van de aanvrager : a. zodra het mogelijk is en, uiterlijk, binnen een maand na ontvangst van de aanvraag, hetzij;b. binnen twee maanden na ontvangst van de aanvraag indien de informatie zo omvangrijk en complex is dat de onder a.bedoelde termijn van één maand niet haalbaar is.

In dat geval geeft de overheidsinstantie zo spoedig mogelijk, hoe dan ook voordat de termijn van één maand afloopt, kennis van elke termijnverlenging en van de redenen daarvoor. § 2. Indien een informatieaanvraag te algemeen geformuleerd is, verzoekt de overheidsinstantie de aanvrager zo spoedig mogelijk, uiterlijk vóór het verstrijken van de termijn bedoeld in § 1, punt a., zijn aanvraag te preciseren en helpt zij hem daarbij op gepaste wijze. § 3. Als een aanvraag om milieu-informatie op artikel D.11, 5°, b. slaat, vermeldt de overheidsinstantie in haar antwoord desgevallend de plaats waar de aanwijzingen i.v.m. de meetmethodes, inclusief die inzake monsteranalyse, -name en -bereiding, op grond waarvan informatie ingezameld wordt te vinden is of verwijst ze naar een gestandardiseerde procedure.

Art. D.20-6. Elke aanvrager die acht dat zijn verzoek om informatie genegeerd werd, ten onrechte (geheel of gedeeltelijk) geweigerd werd of onvoldoende in aanmerking genomen werd of niet overeenkomstig dit hoofdstuk behandeld werd, kan bij de commissie van beroep voor het recht van toegang tot milieu-informatie beroep instellen tegen de handelingen of nalatigheden van betrokken overheidsinstantie.

Het beroep wordt d.m.v. een aangetekend verzoek aan het secretariaat van de commissie van beroep gericht of met elk ander bepaald door de Regering bepaald middel met vaste dagtekening. Het beroep wordt ingediend binnen vijftien dagen na ontvangst van de kennisgeving van de betwiste beslissing of, bij gebrek aan die beslissing, binnen vijftien dagen na het verstrijken van de in artikel D.15 bedoelde termijn.

Art. D.20-7. Het verzoek vermeldt : 1° de identiteit en de woonplaats van de aanvrager;2° de identiteit en de zetel van de overheid waaraan de informatieaanvraag is gericht; 3°. het voorwerp van die informatieaanvraag of van het verzoek tot schrapping van de vergissingen of tot rechtzetting van de informatie; 4° de middelen van het beroep. De aanvrager laat zijn verzoek bovendien vergezeld gaan van alle stukken die hij nuttig acht en van een uitvoerige inventaris van de informatie die hij gedeeltelijk ontvangen zou hebben.

ADRES VAN HET SECRETARIAAT VAN DE COMMISSIE VAN BEROEP « Direction générale des Ressources naturelles et de l'Environnement » (Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu) Avenue Prince de Liège 15 5100 Namur (Namen) BIJLAGE II VERLENGING VAN DE TERMIJNEN Aangetekend schrijven . . . . . (Datum) (x) . . . . .

BETREFT : Verzoek om milieu-informatie.

Verlenging van de vastgelegde termijnen In antwoord op uw schrijven van (x) . . . . . betreffende het verzoek om informatie in verband met (x) . . . . . wordt de termijn waarbinnen ingegaan moet worden op uw verzoek om toegang tot informatie verlengd tot (x) . . . . . (datum) wegens de materiële onmogelijkheid om binnen de voorgeschreven termijn inzage te verlenen in de gevraagde stukken (motiveren als volgt) (x) . . . . . . . . . . (handtekening) (x) . . . . .

Contactpersoon (x) : Telefoon (x) : E-mail adres (x) : (x) in te vullen. BEROEPSMODALITEITEN Boek I van het Milieuwetboek (uittreksels) Art. D.15. § 1. De overheidsinstantie legt de gevraagde milieu-informatie ter inzage van de aanvrager : a. zodra het mogelijk is en, uiterlijk, binnen een maand na ontvangst van de aanvraag, hetzij;b. binnen twee maanden na ontvangst van de aanvraag indien de informatie zo omvangrijk en complex is dat de onder a) bedoelde termijn van één maand niet haalbaar is. In dat geval geeft de overheidsinstantie zo spoedig mogelijk, hoe dan ook voordat de termijn van één maand afloopt, kennis van elke termijnverlenging en van de redenen daarvoor. § 2. Indien een informatieaanvraag te algemeen geformuleerd is, verzoekt de overheidsinstantie de aanvrager zo spoedig mogelijk, uiterlijk vóór het verstrijken van de termijn bedoeld in § 1, punt a., zijn aanvraag te preciseren en helpt zij hem daarbij op gepaste wijze. § 3. Als een aanvraag om milieu-informatie op artikel D.11, 5°, b. slaat, vermeldt de overheidsinstantie in haar antwoord desgevallend de plaats waar de aanwijzingen i.v.m. de meetmethodes, inclusief die inzake monsteranalyse, -name en -bereiding, op grond waarvan informatie ingezameld wordt te vinden is of verwijst ze naar een gestandardiseerde procedure.

Art. D.20-6. Elke aanvrager die acht dat zijn verzoek om informatie genegeerd werd, ten onrechte (geheel of gedeeltelijk) geweigerd werd, of onvoldoende in aanmerking genomen werd of niet overeenkomstig dit hoofdstuk behandeld werd, kan bij de Commissie van beroep voor het recht van toegang tot milieu-informatie beroep instellen tegen de handelingen of nalatigheden van betrokken overheidsinstantie.

Het beroep wordt d.m.v. een aangetekend verzoek aan het secretariaat van de Commissie van beroep gericht of met elk ander bepaald door de Regering bepaald middel met vaste dagtekening. Het beroep wordt ingediend binnen vijftien dagen na ontvangst van de kennisgeving van de betwiste beslissing of, bij gebrek aan die beslissing, binnen vijftien dagen na het verstrijken van de in artikel D.15 bedoelde termijn.

Art. D.20-7. Het verzoek vermeldt : 1° de identiteit en de woonplaats van de aanvrager;2° de identiteit en de zetel van de overheid waaraan de informatieaanvraag is gericht; 3°. het voorwerp van die informatieaanvraag of van het verzoek tot schrapping van de vergissingen of tot rechtzetting van de informatie; 4° de middelen van het beroep. De aanvrager laat zijn verzoek bovendien vergezeld gaan van alle stukken die hij nuttig acht en van een uitvoerige inventaris van de informatie die hij gedeeltelijk ontvangen zou hebben.

ADRES VAN HET SECRETARIAAT VAN DE COMMISSIE VAN BEROEP « Direction générale des Ressources naturelles et de l'Environnement » (Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu) Avenue Prince de Liège 15 5100 Namur (Namen) BIJLAGE III WEIGERING Aangetekend schrijven . . . . . (Datum) (x) . . . . .

BETREFT : Verzoek om milieu-informatie.

Gehele of gedeeltelijke weigering van toegang tot informatie.

In antwoord op uw schrijven van (x) . . . . . betreffende het verzoek om informatie in verband met (x) . . . . . kunnen de gegevens betreffende (x) . . . . . niet verstrekt worden om volgende redenen : (xx) . . . . .

O - het verzoek betreft interne mededelingen;

O - het verzoek is kennelijk onredelijk;

O - het verzoek is te algemeen geformuleerd;

O - de informatie kan afbreuk doen aan : + het geheim van de beraadslagingen van de Regering, van het college van burgemeester en schepenen, van de bestendige deputatie; + het geheim van de intergewestelijke, nationale, internationale onderhandelingen waaraan het Gewest deelneemt; + het geheim van de voor de rechtbanken gevoerde procedures; + het bedrijfs- en handelsgeheim; + het geheim van het privéleven, met name de naleving van de bepalingen betreffende de bescherming en de vertrouwelijkheid van gegevens op naam in bestuursarchieven en -bestanden.

Motivering (x) . . . . . . . . . . (handtekening) (x) . . . . . (x) in te vullen. (xx) motief of motieven aangeven.

BEROEPSMODALITEITEN Boek I van het Milieuwetboek (uittreksels) Art. D.15. § 1. De overheidsinstantie legt de gevraagde milieu-informatie ter inzage van de aanvrager : a. zodra het mogelijk is en, uiterlijk, binnen een maand na ontvangst van de aanvraag, hetzij;b. binnen twee maanden na ontvangst van de aanvraag indien de informatie zo omvangrijk en complex is dat de onder a.bedoelde termijn van één maand niet haalbaar is.

In dat geval geeft de overheidsinstantie zo spoedig mogelijk, hoe dan ook voordat de termijn van één maand afloopt, kennis van elke termijnverlenging en van de redenen daarvoor. § 2. Indien een informatieaanvraag te algemeen geformuleerd is, verzoekt de overheidsinstantie de aanvrager zo spoedig mogelijk, uiterlijk vóór het verstrijken van de termijn bedoeld in paragraaf 1, punt a., zijn aanvraag te preciseren en helpt zij hem daarbij op gepaste wijze. § 3. Als een aanvraag om milieu-informatie op artikel D.11, 5°, b., slaat, vermeldt de overheidsinstantie in haar antwoord desgevallend de plaats waar de aanwijzingen i.v.m. de meetmethodes, inclusief die inzake monsteranalyse, -name en -bereiding, op grond waarvan informatie ingezameld wordt te vinden is of verwijst ze naar een gestandardiseerde procedure.

Art. D.18. § 1. Elke overheid, hetzij een overheidsinstantie in de zin van deze titel of een instelling die ressorteert onder een ander machtsniveau dan het Waalse Gewest, kan een aanvraag om milieu-informatie weigeren indien : a. de gevraagde informatie niet door of voor de overheidsinstantie waaraan het verzoek is gericht.Wanneer de overheidsinstantie in een dergelijk geval weet dat de informatie in het bezit is van of beheerd wordt voor een andere overheidsinstantie, stuurt zij de aanvraag zo spoedig mogelijk door naar die andere instantie, waarbij zij de aanvrager daarvan op de hoogte brengt of hem erop wijst bij welke overheidsinstantie hij de gevraagde informatie kan verkrijgen; als de instantie waaraan de aanvraag wordt overgemaakt, onderworpen is aan de toepassing van deze titel, wordt zij bij toepassing hiervan geacht aanhangig gemaakt te zijn vanaf de ontvangst van de aanvraag die haar wordt overgemaakt; b. het verzoek kennelijk onredelijk is; c. het verzoek te algemeen geformuleerd is, zelfs na toepassing van artikel D.15, § 2; d. het verzoek nog onvoltooid materiaal of onvoltooide documenten of gegevens betreft; In dit geval dient de overheidsinstantie de naam te vermelden van de instantie die verantwoordelijk is voor de voorbereiding van het materiaal of de gegevens in kwestie, alsmede het geschatte tijdstip van voltooiing; e. het verzoek interne mededelingen betreft. § 2. De in § 1 genoemde gronden voor weigering worden restrictief uitgelegd, met inachtneming van het met bekendmaking gediende openbare belang. In elk afzonderlijk geval weegt de overheidsinstantie het algemeen belang dat met openbaarmaking gediend is af tegen het belang dat met weigering tot openbaarmaking gediend is.

Art. D.19. § 1. Onverminderd de nationale bepalingen die in het Waalse Gewest van toepassing zijn, kan het recht op toegang tot informatie waarin deze titel voorziet, beperkt worden voorzover de uitoefening ervan in het bevoegdheidsgebied van het Waalse Gewest afbreuk zou kunnen doen aan : a. het vertrouwelijke karakter van de beraadslagingen van de overheidsinstanties;b. de internationale betrekkingen en de openbare veiligheid;c. de vlotte rechtsgang, de mogelijkheid van een rechtvaardig vonnis voor elke persoon of aan de bevoegdheid van een overheid om een strafrechtelijk of disciplinair onderzoek in te stellen;d. de vertrouwelijkheid van commerciële of industriële informatie, wanneer ze de wetgeving daarin voorziet om een gewettigd economisch belang te beschermen, met inbegrip van het algemeen belang dat met statistische en fiscale geheimhouding is gediend;e. de intellectuele eigendomsrechten;f. de vertrouwelijkheid van persoonsgegevens of dossiers betreffende een natuurlijke persoon die niet heeft ingestemd met de bekendmaking van informatie;g. de belangen of de bescherming van elke persoon die de gevraagde informatie vrijwillig heeft verstrekt, zonder dat het decreet hem daartoe verplicht of zou kunnen verplichten, tenzij hij met de vrijgave van de informatie ingestemd heeft;h. de bescherming van het milieu waarop de informatie betrekking heeft. Elke overheid, hetzij een overheidsinstantie in de zin van deze titel of een instelling die ressorteert onder een ander machtsniveau dan het Waalse Gewest, kan deze beperkingsgronden laten gelden. § 2. De beperkingsgronden bedoeld in paragraaf 1 worden restrictief geïnterpreteerd, rekening houdende met het belang van de bekendmaking voor het publiek. In elk afzonderlijk geval weegt de overheidsinstantie het algemeen belang dat met openbaarmaking gediend is af tegen het belang dat met weigering tot openbaarmaking gediend is.

De overheid mag een aanvraag krachtens § 1, a., d., f., g. et h. niet weigeren indien ze betrekking heeft op informatie over milieuemissies.

Art. D.20-1. § 1. Elke gehele of gedeeltelijke weigering tot mededeling van gegevens op grond van de artikelen D.18, § 1, en D.19, § 1, is het voorwerp van een met redenen omklede beslissing, waarvan schriftelijk kennis gegeven wordt aan de aanvrager binnen de termijn vastgelegd in artikel D.15, § 1, a., of, in voorkomend geval, binnen de termijn vastgelegd in artikel D. 15, § 1, b. § 2. De kennisgeving van de weigering maakt duidelijk melding van de beroepsmogelijkheden waarover de aanvrager beschikt en van de desbetreffende modaliteiten, overeenkomstig afdeling III van dit hoofdstuk.

Art. D.20-6. Elke aanvrager die acht dat zijn verzoek om informatie genegeerd werd, ten onrechte (geheel of gedeeltelijk) geweigerd werd, of onvoldoende in aanmerking genomen werd of niet overeenkomstig dit hoofdstuk behandeld werd, kan bij de commissie van beroep voor het recht van toegang tot milieu-informatie beroep instellen tegen de handelingen of nalatigheden van betrokken overheidsinstantie.

Het beroep wordt d.m.v. een aangetekend verzoek aan het secretariaat van de commissie van beroep gericht of met elk ander door de Regering bepaald middel met vaste dagtekening. Het beroep wordt ingediend binnen vijftien dagen na ontvangst van de kennisgeving van de betwiste beslissing of, bij gebrek aan die beslissing, binnen vijftien dagen na het verstrijken van de in artikel D.15 bedoelde termijn.

Art. D.20-7. Het verzoek vermeldt : 1° de identiteit en de woonplaats van de aanvrager;2° de identiteit en de zetel van de overheid waaraan de informatieaanvraag is gericht; 3°. het voorwerp van die informatieaanvraag of van het verzoek tot schrapping van de vergissingen of tot rechtzetting van de informatie; 4° de middelen van het beroep. De aanvrager laat zijn verzoek bovendien vergezeld gaan van alle stukken die hij nuttig acht en van een uitvoerige inventaris van de informatie die hij gedeeltelijk ontvangen zou hebben.

ADRES VAN HET SECRETARIAAT VAN DE COMMISSIE VAN BEROEP « Direction générale des Ressources naturelles et de l'Environnement » (Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu) Avenue Prince de Liège 15 5100 Namur (Namen)

Art. 3.De artikelen R.19 tot R.33 worden opgeheven.

Art. 4.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 13 juli 2006.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

^