Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 15 januari 2015
gepubliceerd op 14 juni 2018

Besluit van de Waalse Regering tot herziening van het gewestplan Aat-Lessen-Edingen en tot aanneming van het voorontwerp van herziening met het oog op de opneming, op het grondgebied van de gemeente Lessen, van een ontginningsgebied voor de uitbating van een porfierafzetting tussen de groeven Lenoir Frères en Emile Lenoir et Vandevelde, van een industrieel bedrijfsgebied voor de aanleg van een multimodaal platform voor het vervoer van de ontgonnen materialen, van een reserveringsomtrek voor het herstel van de wegverbinding Lessen - Bois de Lessines en van een groengebied als planologische compensatie

bron
waalse overheidsdienst
numac
2018012565
pub.
14/06/2018
prom.
15/01/2015
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 JANUARI 2015. - Besluit van de Waalse Regering tot herziening van het gewestplan Aat-Lessen-Edingen (blad 38/2) en tot aanneming van het voorontwerp van herziening met het oog op de opneming, op het grondgebied van de gemeente Lessen, van een ontginningsgebied voor de uitbating van een porfierafzetting tussen de groeven Lenoir Frères en Emile Lenoir et Vandevelde, van een industrieel bedrijfsgebied voor de aanleg van een multimodaal platform voor het vervoer van de ontgonnen materialen, van een reserveringsomtrek voor het herstel van de wegverbinding Lessen - Bois de Lessines en van een groengebied als planologische compensatie


De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Erfgoed en Energie, inzonderheid op de artikelen 1, 22, 23, 25, 30bis, 32, 34, 35, 37, 42 tot 44, 42bis en 46;

Gelet op het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan, aangenomen door de Waalse Regering op 27 mei 1999;

Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 17 mei 1986 tot aanneming van het gewestplan Aat-Lessen-Edingen;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 22 juli 2014 tot vastlegging van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 24 juli 2014 tot regeling van de werking van de Regering;

Gelet op de notulen van de publieke informatievergadering die op 26 oktober 2010 heeft plaatsgevonden;

Gelet op de aanvraag, bij de Waalse Regering ingediend op 6 december 2010, overeenkomstig artikel 42bis van het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Erfgoed en Energie, waarbij de firma "Carrières Unies de Porphyre" de herziening aanvraagt van het gewestplan Aat-Lessen-Edingen met het oog op de opneming, op het grondgebied van de gemeente Lessen, van een ontginningsgebied voor de uitbating van de porfierafzetting tussen de groeven Lenoir Frères en Emile Lenoir & Vandevelde en van een industrieel bedrijfsgebied voor de logistieke activiteiten en het transport;;

Overwegende dat de indiening van deze aanvraag is voorafgegaan door een publieke informatievergadering te Lessen, op 26 oktober 2010, na aangekondigd te zijn volgens de opgelegde vormen en informatiekanalen, overeenkomstig de bepalingen van voornoemd artikel 42bis, voornoemd, en van de artikelen D29-5 en D29-6 van Boek 1 van het Milieuwetboek; dat de notulen 144 personen melden, die bemerkingen hebben geopperd in het kader van deze procedure, waarbij genoemde bemerkingen hoofdzakelijk verband hielden met volgende punten: - het gebrek aan samenwerking tussen de firma "Carrières Unies de Porphyre" en de firma "Holcim", die de naburige groeve "Ermitage" uitbaat, met het oog op de ontwikkeling van een gemeenschappelijk multimodaal platform dat als globale oplossing zou gelden voor het vrachtverkeer over de weg afkomstig van beide groeven; - het isolement waarin, wegens het afsnijden van de rue de la Loge, het dorp Bois-de-Lessines terecht zou kunnen komen; - de omvang van het vrachtverkeer op de lanen die het centrum van Lessen omgorden en de termijn voor de uitvoering van de verbindingsweg van de boulevard naar de A8 in de omgeving van de Baxter-fabriek; - de gevolgen van het spoorverkeer bij de verschillende spoorovergangen tussen de « chaussée G.D. Richet" en het station van Lessen; - de problematiek van het rechtsomkeer maken van de boten; - de ligging van de verbrijzelaars; het stof afkomstig van de nieuwe installaties; de mijnschoten; het begieten en met zeilen afdekken van de vrachtwagens; - de situatie van de omwoners van het gehucht Cahô ten gevolge van de bouw van de nieuwe installaties; - het naast elkaar bestaan van de Ravel en de nieuwe laadinstallaties en het afsluiten ervan voor het verkeer tijdens de werkzaamheden; - het herstel van de huidig in bedrijf zijnde porfiergroeve na beëindiging van de bedrijvigheid; - de vraag of het gepast is ontginningsactiviteit in Lessen te behouden gelet op de hinder die daardoor ontstaat; - de omleiding van de rue de la Loge en de inrichtingswerkzaamheden van de chemin de la Mouplière; - het schrappen van de spoorovergang tussen de Mouplière en de Bassecour; - het volume afgeschraapte aarde en de bestemming ervan; - de verplichtingen door de aanleg van groengebieden in de nabijheid van het stadscentrum;

Overwegende dat de gemeenteraad van Lessen op 30 november 2010 een gunstig advies heeft uitgebracht naar aanleiding van de aanvraag tot herziening van het gewestplan, ingediend door de "Carrières Unies de Porphyre" (CUP) en de voorwaarden heeft bepaald die hij oplegde voor de uitbating van een ontginningsgebied langs de rue de la Loge en voor de installatie van nieuwe technische uitrustingen en infrastructuren in bedrijfsgebied, namelijk samenvattend : - een bijzonder aandachtspunt maken van de hinder wegens het verplaatsen van de installaties en wegens het onttrekken van een deel van de rue de la Loge (stof, geluid, trillingen, verkeersproblemen) aan zijn bestemming en erover waken dat het project de beste garantie biedt voor het beperken van die hinder; - erover waken dat de aanleg van de primaire verbrijzelaar geen schade berokkent aan het Snow Games-project;

Overwegende dat de naamloze vennootschap « Carrières Unies de Porphyre » (CUP), dochteronderneming van de groep Eurovia, één van de wereldmarktleiders in de bouw en de aanleg van vervoersinfrastructuren, in Wallonië twee porfiergroeven uitbaat, één in Lessen en één in Bierghes, voor de productie van verbrijzeld materiaal voor wegwerkzaamheden, spoorwegenwerken en betonproductie;

Overwegende dat de ondergrond van de regio Lessen één van de belangrijkste tot op heden in België bekende magmakamers is en reeds meer dan anderhalve eeuw de zetel is van een traditionele porfieruitbatingsnijverheid : voor de aanmaak van kasseien, van in het begin tot in de jaren '50, en sinds het dalend gebruik van porfierkasseien, als één van beste rotsgesteenten voor granulaat;

Overwegende dat porfier uit Lessen immers een rotsgesteente is met bijzondere kwaliteiten, rekening houdend met zijn hoogresistente fysische en chemische eigenschappen bij samendrukken, schokken, slijtage en organieke en minerale chemische agressies; dat dit gesteente in Noord-Europa niet wijdverspreid is (Bretagne, Noorwegen, Wallonië) en bijzonder gezocht is voor de aanmaak van asfaltbeton en agglomeraat, wegverhardingen, ballast voor spoorbeddingen en drainerende niet-kalkhoudende lagen in technische ondergravingscentra;

Overwegende dat de site van CUP in Lessen zich ten oosten van de bebouwde stadskom bevindt, een oppervlakte van om en bij de 145 ha inneemt, in de vorm van twee groeven gelegen aan beide kanten van de rue de la Loge die Lessen verbindt met Bois-de-Lessines; dat die groeven, in de registers bekend als "Lenoir Emile et Vandevelde" (ong 60 ha installatie niet meegerekend), benoorden de rue de la Loge en "Lenoir Frères" (ong 85 ha met inbegrip van de uitbreiding in het gehucht Cahô), bezuiden deze weg, tegelijk uitgebaat worden door de firma, op grond van een niet in de tijd beperkte ontginningsvergunning, toegekend door de stad Lessen de dato 7 mei 2002;

Overwegende dat de activiteit van deze site goed is voor een jaarproductie van om en bij 1,6 miljoen ton porfiergranulaat, w.o. iets meer dan de helft voor de Belgische markt en het andere deel voor de uitvoer, bijna uitsluitend naar Frankrijk; dat dit goed is voor om en bij de 115 rechtstreekse arbeidsplaatsen, die voornamelijk plaatselijk zijn (cijfers uit 2011); dat een zeer hoog aantal onrechtstreekse arbeidsplaatsen, in een verhouding van drie onrechtstreekse arbeidsplaatsen voor één rechtstreekse, eveneens met die activiteit in verband staat;

Overwegende dat de firma, wegens de huidige activiteit, ondanks de economische toestand, en wegens de marktperspectieven, zich in de mogelijkheid wil stellen om haar productie tegen 2020 te verhogen naar 2 miljoen ton om zich aan te kunnen passen aan een als gunstig verwachte evolutie in de vraag ernaar;

Overwegende dat de huidige porfierverwerkingsinstallaties gelegen zijn ten zuidwesten van de ontginningsput "Lenoir Emile et Vandevelde", aan de kant van de steenweg Bergen - Gent, en opgenomen zijn in een dicht bebouwde omgeving dicht bij het stadscentrum;

Overwegende dat bij de geluidshinder en het stof waar de omwonenden mee te maken hebben wegens de positionering en de technologische ouderdom van die technische installaties eveneens voor tal van inwoners ter plaatse, nog eens de last bijkomt van toenemend vrachtverkeer dat rechtstreeks te wijten is aan de ligging, op dezelfde plaats, van de uitrustingen voor de bewerking en de expeditie van porfier;

Overwegende dat er immers meer dan 90 % van de verkochte producten (90 % in 2010 en 94 % in 2011) via het wegvervoer verzonden worden, goed voor 228 dagelijkse vrachtwagens (cijfer uit 2011), dat deze vrachtwagens, in beide rijrichtingen, via de daarvoor weinig aangepaste steenweg Bergen-Gent rijden, om de industriebaan en vervolgens de N42 of de steenweg naar Geraardsbergen te bereiken; dat meer dan 90 % van dat zwaar vrachtverkeer vervolgens om Lessen heen rijdt door via de boulevard Branquart en de N57 te rijden, dwars door het dorp Ollignies en zo verder naar de snelweg A8;

Overwegende dat minder dan 10 % van de verzendingen slechts per trein gebeuren, via een privé-weg die aangesloten is op het spoornet van de NMBS ter hoogte van Lessen station; dat het perron en de laadinstallaties, gelegen ten westen van de voormalige groeve Tacquenier, eveneens in de nabijheid van het stadscentrum gelegen zijn en voor hinder in de buurt zorgen aangezien de materialen verplaatst worden via een transportband die zich aan het uiteinde van de tuinen van de woningen in de rue de la Motte bevindt;

Overwegende, bijgevolg, dat de huidige bewerkings- en expeditieinstallaties voor deze materialen niet meer productieverhogend zijn, en bovendien op een voor het milieu ongepaste plaats gelegen zijn; dat hun huidige ligging een ernstige beperking vormt voor de inzet van meer duurzame vervoersmodi zoals spoor en binnenwateren; dat de huidige toestand, die reeds nu milieu en omwonenden hard treft, nog eens zou verergeren bij een verhoging van de productie zoals gewenst door de firma; dat het bijgevolg raadzaam is duurzamere oplossingen in te zetten voor de bewerking en het vervoer van het gesteente;

Overwegende dat een verzameling gronden, ongeveer 17,3 ha groot, bezuiden de stad ligt tussen: - de voormalige spoorlijn Lessen-Bassilly, in het noorden; - de chaussée Gabrielle Richet in het noordoosten; - de boulevard Branquart (N57) in het zuiden; - de gekanaliseerde Dender, met de Ravel op het jaagpad, in het westen; - de voormalige hoeve van Bronchenne in het oosten; ideaal gelegen is om een industriële bestemming te krijgen en zowel de industriële verwerkingsinstallaties als de uitrustingen voor een trimodaal verzendingsplatform voor de producten onder te brengen;

Overwegende dat die gronden vrij van elke benutbare afzetting zijn, ver verwijderd liggen van de dichtbebouwde woonwijken en in het noorden gedwarst worden door de afgedankte spoorlijn Lessines-Bassilly; dat ze bovendien rechtstreeks toegankelijk zijn, zowel over de weg als via het spoor en waterweg mits de nodige aansluitingen en inrichtingen die op vlak van de technische haalbaarheid werden onderzocht;

Overwegende dat de firma eigenaar is van bijna alle gronden (16 ha), waarbij het saldo (1,3 ha) van de site uit openbaar domein bestaat, gelegen langs de N57 en de Dender (met inbegrip van de Ravel aangelegd op het jaagpad), en uit het domein van de NMBS gelegen langs de voormalige spoorlijn;

Overwegende dat de hoofddoelstellingen van het industrieel project, voorgesteld door de firma « CUP » onder de benaming « Lessines 2020 » het volgende beogen : - verwijderen op de huidige site voor bewerking van porfier, gelegen benoorden de rue de la Loge, langs de steenweg Bergen-Gent, van de industriële installaties, die een bron van hinder zijn voor de wijk wegens de ligging ervan, waarbij overigens ook de gelegenheid te baat kan worden genomen om de onderliggende afzetting te bereiken; - verminderen van het modaal deel van het wegvervoer voor de vrachtzendingen door gebruik te maken van water en spoor met oog voor het verminderen van de lokale negatieve impacten van het vrachtvervoer;

Overwegende dat de werkzaamheden voor de uitvoering van dit programma een investering vertegenwoordigen van goed 50 miljoen euro;

Delokalisering van de industriële installaties Overwegende dat het nieuw beoogde ontginningsschema bepaalt dat de vervanging van de primaire verbrijzelaar plaatsvindt in de delfput "Lenoir Frères"; dat de andere industriële operaties zoals afschrapen, wassen en verbrijzelen van het granulaat voortaan plaats zullen grijpen in moderne installaties gelegen bezuiden de chaussée Gabrielle Richet;

Overwegende dat de nieuwe positionering van de verbrijzelaar, in de onmiddellijke buurt van de delfplaats en 15 meter dieper gelegen dan de bestaande verbrijzelaar, zou moeten resulteren in een verminderde landschappelijke impact en een verminderde hinder in verband met geluid en stof voor de omwonenden;

Overwegende dat de nieuwe verbrijzelingsinstallaties (secundaire verbrijzelaar) in de westelijke helft van het nieuwe industriële bedrijfsgebied gelegen zullen zijn; dat de firma, om nog meer vrachtvervoer te voorkomen, een overdekte koker wil laten aanleggen onder de chaussée Gabrielle Richet om de ontginningsplaats te verbinden met de verschillende uitrustingen die de nieuwe fabriek zullen vormen; dat de voorkeur gegeven zal worden aan het gebruik van een overdekte transportband voor het intern verplaatsen van materialen, waardoor geluid en stof zullen dalen en minder fossiele energie zal worden gebruikt; dat er eveneens andere maatregelen nog in overweging zijn genomen door de firma met het oog op minder geluidshinder en minder stofverspreiding, zoals de akoestische houtbekleding op de gebouwen, de uitrusting met zelfstandige stofzuigsystemen bij het zeven en het verbrijzelen, de opslag van fijner materiaal in silo's of gesloten omheinde bouwwerken...

Overwegende dat het project eveneens in de aanleg van wallen voorziet als visuele, akoestische en stofbescherming over de gehele omtrek van de site voor de industriële en logistieke installaties bezuiden de chaussée Gabrielle Richet, evenals in het zuiden en in het oosten van het deel van het ontginningsgebied zodat de hinder verlaagt zodra de exploitatie van de afzetting in het gehucht Cahô een aanvang neemt; dat de materiaalopslag, naast de fijnere materialen, eveneens zo gevestigd zullen zijn dat de dichtstbijzijnde woningen van de hinder, uit die ontginning ontstaan, afgeschermd zullen zijn;

Overwegende dat de nieuwe technische installaties, hoewel ze de afmetingen hebben voor een productie in de grootteorde van 2 miljoen ton/jaar, performanter en dus zuiniger op het vlak van energieverbruik zullen zijn; er kan per geproduceerde ton een winst in energieverbruik tussen de 24 en 32 % verwacht worden; dat het samenbrengen van de installaties en de verzendingen op één enkele plaats, evenals een centralere ligging voor de nieuwe verbrijzelaar, dichter bij de uit te baten afzetting, eveneens zullen bijdragen tot minder energieverbuik door een rationeler verplaatsingenbeleid (zowel machines als transportband);

Overwegende dat CUP acht dat de jaarlijkse CO2-emissies in verband met dieselverbruik voor zijn vervoer met om en bij de 37 % zullen verminderen (en met meer dan 50 % per geproduceerde ton), en dit ondanks een productietoename van om en bij de 25 %;

Overwegende dat de behoefte aan water in de industriële installaties gedekt zullen worden door het opgepompte water uit de porfiergroeve, na een bezinkingsperiode;

Rationeel beheer van de afzetting Overwegende dat een geologische prospectiecampagne door CUP, in 2007, een nauwkeurige schatting van de afzetting kwaliteitsvol porfier heeft kunnen bewerkstelligen, in de ontginningsgebieden opgenomen op het gewestplan en heden uitgebaat door de firma; dat daaruit volgt dat de groeve "Lenoir Emile et Vandevelde" tegen het huidig exploitatieritme zijn voorraden zal uitputten in een termijn die de tien jaar niet overschrijdt, terwijl de groeve "Lenoir Frères" en de uitbreiding ervan in het gehucht Cahô, met inhoud geschat op 80 miljoen ton, nog goed is voor een veertigtal uitbatingsjaren bij een jaarproductie van 2 miljoen ton tegen 2020;

Overwegende, evenwel, dat de gemeentelijke overheid van Lessen, luidens de drieledige overeenkomst van 7 december 2007 als voormeld, het wenselijk heeft geacht dat er voldoende afzondering voorzien wordt tussen de ontginning van de groeve Lenoir Frères en een toeristisch project voor de aanleg van een indoorskipiste en een vergund centrum voor sport en lichamelijk herstel, ter hoogte van de voormalige groeves Cosyns, Notté en Willocq; dat die dwingende omstandigheid impliceert dat 16 ha van het ontginningsgebied opgenomen op het gewestplan aan de ontginning onttrokken worden op de lange termijn, wat overeenkomt met 13 miljoen m3 (namelijk meer dan 34 miljoen ton);

Overwegende dat de complete ontmanteling van de huidige productie-installaties, gelegen benoorden de rue de la Loge en langs de steenweg Bergen-Gent, de porfierafzetting die onder de weg ligt vrij zou maken en dat er door het samenbrengen van beide delfputten, gelegen aan weerskanten van de weg, met inbegrip van de uitbating van de huidige aan de zuidkant gelegen trapvormige houwfronten van de delfput Vandevelde en de aan de noordkant gelegen van de delfput "Lenoir" een rationeler beheer van de ondergrondse rijkdommen mogelijk zou worden gemaakt, zoals bepaald in artikel 1 van het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Erfgoed en Energie, het gewestelijk structuurplan en het leefmilieuplan voor de duurzame ontwikkeling;

Overwegende dat de ontginning van de afzetting gelegen onder de huidige aanhorigheden van de groeve, heden opgenomen als bedrijfsruimte op het gewestplan, meer dan 5 miljoen m3 vertegenwoordigt, ofte meer dan 13 miljoen ton;

Overwegende dat een ontginning van de afzetting onder de rue de la Loge de verbinding mogelijk zou maken tussen de delfputten « Lenoir Frères » en « Lenoir et Vandevelde » en met de gronden heden ingenomen door de aanhorigheden een totale hoeveelheid van 18 miljoen m3 zou vertegenwoordigen (ofte 46,8 miljoen ton) over zeven verdiepingen goed voor 23 bijkomende exploitatiejaren;

Overwegende dat een dergelijke verbinding immers de ontginning mogelijk zou maken van gronden die reeds als ontginningsgebied op het gewestplan opgenomen zijn, maar die heden niet ontsloten mogen worden daar dit een veiligheidsprobleem zou stellen voor de weg en de stabiliteit van de wanden van de groeve "Lenoir et Vandevelde", daar waar ze naast het industriële bedrijfsgebied ligt waar de verwerkingsinstallaties gevestigd zijn;

Overwegende dat de inventaris van de ondergrondse rijkdommen (deel Henegouwen) uitgevoerd door het "Laboratoire d'Analyses Litho- et Zoostratigraphiques" van de Universiteit Luik voor het Waals Gewest in 1999 en bijgewerkt in 2009, deze gegevens niet in twijfel trekt;

Overwegend dat, naast het feit dat dit een spaarzaam en rationeel bodemgebruik voor de ondergrond mogelijk zou maken, de exploitatie van de afzetting onder de rue de la Loge eveneens een compensatie zou kunnen vormen voor het uitstellen van de exploitatie van het nog onontgonnen deel van het ontginningsgebied opgenomen op het deel Lenoir Frères en die een afzonderingsmarge zou moeten vormen tegenover het Snow Games-project;

Overwegende dat een heraanleg van de ontginning in de trant van de optie uit de vergunning van 2002 na afloop van de exploitatie overwogen wordt, namelijk een immens watervlak gevormd door de delfputten Lenoir Emile en Vandevelde et Lenoir Frères en uitbreiding met langs de boorden fronten uit gesteenten en daarlangs zacht hellende merloenen;

Overwegende dat de opneming als ontginningsgebied van de gronden heden bestemd als industriegebied over een oppervlakte van ongeveer 13,1 ha een onontbeerlijke voorafgaandelijke voorwaarde is voor de exploitatie met ontginningsdoeleinden;

Afschaffing van een wegvak van de rue de la Loge Overwegende dat de uitbating van die gronden de afschaffing inhoudt van het wegvak van de rue de la Loge gelegen tussen de kruising van die straat met de steenweg Bergen - Gent en de kruising ervan met de rue de Gages; dat er om de verbinding tussen het dorp Lessenbos en het centrum van Lessen te behouden in deze fase van de procedure overwogen wordt dat het overblijvend wegvak van de rue de la Loge aangesloten wordt op een nieuwe toegangsweg met twee baanvakken (10 meter breed en bouwprofiel van 7,5 t), uitgevoerd op eigen kosten door Eurovia-groep, wereldleider op het vlak van wegenwerken en waartoe de « Carrières Unies de Porphyre behoren; dat er in deze fase van de onderzoeken gepland wordt dat het tracé langs het uiteinde van het ontginningsgebied Cahô loopt, als schakel dient tussen de rue de la Mouplière en de chemin de Bronchenne en zich uitstrekt tot de chaussée Gabrielle Richet;

Overwegende dat dit wegenbouwproject past in het gemeentelijk mobiliteitsplan van de stad Lessen, heden in opmaak; dat de weg aan de stad Lessen afgestaan wordt en als gemeenteweg opgenomen wordt;

Overwegende dat de kruising tussen de rue de la Loge en de rue de la Mouplière aangepast wordt om het af- en aanrijden van bijkomend verkeer te verbeteren; dat de woning gelegen op de hoek van de rue de la Mouplière daartoe al door de CUP gekocht werd; dat dit bedrijf daarnaast al eigenaar is van meer dan twee derde van de gronden waarop de wegomlegging aangelegd zou worden;

Overwegende dat het effectenonderzoek voor het plan waaraan dit voorontwerp van herziening van een gewestplan onderworpen wordt overeenkomstig artikelen 42 en 42bis van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie de technische haalbaarheid van dat tracé zal moeten bekrachtigen en bijzondere aandacht zal moeten schenken aan de gevolgen van die onderbreking van de rue de la Loge en van de voorgestelde wegomlegging op mobiliteit, leefomgeving van de buurtbewoners, toegang tot de woningen en de verbindingen tussen het stadscentrum en de verschillende betrokken gedeelten van de entiteit; dat alternatieven bestudeerd moeten worden;

Overwegende dat om het verkeer van de weggebruikers niet te storen en de verbinding tussen de entiteit Lessenbos en het stadscentrum te waarborgen, het herstel van de doorgangswegen een voorwaarde moet vormen voorafgaand aan elke uitbating van het nieuwe ontginningsgebied die de afschaffing van het bestaand wegvak van de rue de la Loge zou inhouden;

Overwegende dat de rechtverkrijgenden wier infrastructuur langs het betrokken wegvak van de rue de la Loge aangelegd zijn, omgeleid zullen worden na onderzoek van de meest geschikte technische oplossingen en dit op kosten van de aanvrager;

Beheer van de afgegraven aarde en steriele gesteenten Overwegende dat de afgegraven aarde slib en klei is waarvan de dikte van enkele meter tot meer dan 25 meter varieert en gemiddeld op 16 meter geschat kan worden, en in de zone van « Cahô » plaatselijk 30 meter dik kan zijn, en een gemiddelde van 12,5 meter onder de rue de la Loge en de huidige verwerkingsinstallaties kan bedragen; dat deze afgraving, in de grootteorde van om en bij de 8 miljoen m3 in totaal, voor ongeveer 1 miljoen m3 telt voor het saldo van de ontginning van de groeve « Lenoir et Vandevelde » en van de afzetting onder de rue de la Loge en om en bij de 7 miljoen m3 voor de oostelijke uitbreiding van de groeve « Lenoir Frères » ;

Overwegende dat het bedrijf overweegt het merendeel van deze afgraving (meer dan drie kwart) op de volgende manier te beheren : - om en bij de 385.000 m3 voor de bouw van merloenen aan de rand van de site, langs de steenweg Bergen - Gent, om een bufferzone tussen de buurtbewoners en de groeve aan te leggen; - 1 miljoen m3 voor de herinrichting aan het einde van de ontginning (groeveflanken,...); - 1.700.000 m3 voor de opvulling van het zuidelijke deel van de voormalige ontginningsput « Lenoir Frères conform de toegelaten grens; - 3 miljoen m3 voor de opvulling van de ontginningsput « Cosyns bestemd voor het « Snow Game »-project;

Overwegende dat het saldo van de afgegraven klei, om en bij de 1.915.000 m3, in een steenbakkerij gevaloriseerd zal worden of als afdichtingsmateriaal voor technische ingravingscentra gebruikt zal worden, zoals het tegenwoordig het geval is voor een volume van 20.000 tot 30.000 m3 per jaar; dat de hoeveelheden die niet in de handel gebracht kunnen worden, na de uitbating ervan in de ontginningsput « Vandevelde » gestort zullen worden, waarbij dfie put op termijn over een capaciteit van meer dan 3,6 miljoen m3 zal beschikken;

Overwegende dat de steriele gesteenten voortvloeiend uit de productie van een ton porfiergranulaat beduidend minder zijn dan voor de productie van een ton kalkgranulaat en op minder dan 5 % geschat kunnen worden; dat deze steriele gesteenten als opvulling alsook voor de aanmaak van steenslag na wassen gebruikt kunnen worden, zoals het tegenwoordig het geval is met respectievelijk ongeveer 50.000 ton/jaar en 30.000 ton/jaar;

Vervoer van materialen Overwegende dat de Carrières Unies de Porphyre de vervoermiddelen van hun producten willen diversifiëren en hopen 10 % van hun productie te vervoeren via de waterweg (660 duwbakken/jaar), 20 % via het spoor (400 treinen/jaar) en het wegvervoer tot 70 % te beperken (om en bij de 46.700 vrachtwagens/jaar voor een productie van 2 miljoen ton in 2020 tegenover om en bij de 50.140 voor het wegvervoer voor een productie van 1,5 miljoen ton in 2011); dat de gronden met een oppervlakte van 17,3 ha in het zuiden van het stadscentrum van Lessen, tussen : - de voormalige spoorlijn Lessen-Bassily, in het noorden; - de Chaussée Gabrielle Richet, in het noordoosten; - de Boulevard Branquart (N57), in het zuiden; - de gekanaliseerde Dender, met daarnaast de Ravel, in het westen; - de voormalige boerderij van Bronchenne, in het oosten; die bijna allemaal eigendom zijn van het bedrijf, bijzonder goed geschikt zijn om de laadinrichtingen in verband met een multimodaal platform te ontvangen;

Overwegende dat trimodaliteit niet alleen een vermindering van het wegverkeer en van de daarmee gepaarde plaatselijke hinder mogelijk zal maken maar ook tot de versteviging van porfiergranulaat op de regionale en Europese markten zal bijdragen; dat het vervoer via het spoor of via aken een bredere distributie van materialen mogelijk maakt dankzij een vermindering van de vervoerskosten per ton en een uitbreiding van de markt wegens de vraag naar dit type product;

Overwegende dat het gecombineerde gebruik van deze drie vervoermiddelen tot een vermindering van de CO2-uitstoot met ongeveer 25 % per vervoerde ton zal bijdragen;

Overwegende dat de ligging van het logistieke platform van de CUP op lange termijn op deze locatie de wegtoegang tot drukbereden autowegen zal beperken en de doorgang van verstedelijkte gebieden zoveel mogelijk zal vermijden;

Overwegende dat daartoe op kosten van de Carrières Unies de Porphyre een rotonde aan de boulevard Branquart zal worden aangelegd om de vlotte doorstroming van het wegverkeer te behouden en de veiligheid te verzekeren op de RN57 in de nabijheid van hun nieuwe site;

Overwegende dat de Directie Wegen Mons van het operationeel Directoraat-generaal Wegen en Gebouwen (DGO1) in haar advies van 24 april 2012 over het verzoek tot herziening van het gewestplan heeft aangegeven geen opmerkingen te hebben op de door de CUP voorgestelde wegwerkzaamheden voor de uitvoering van hun project;

Overwegende dat op termijn het grootste deel van het door het bedrijf gegenereerde wegtransport (meer dan 80 %) rechtstreeks op de autosnelweg A8 zal aansluiten via de toegang die momenteel door DGO1 via Papignies wordt bestudeerd, terwijl het saldo van het verkeer op de boulevard richting Geraardsbergen zal doorgaan; dat het aantal vrachtwagens die nog steeds gebruik maken van de verstedelijkte wegvakken van de RN57 dwars door Lessen bijgevolg kleiner zal zijn dan heden en dat ook de doorgang van Ollignies via de RN57 vermeden zal kunnen worden;

Overwegende dat vrachtwagens zullen worden geladen via een reeks mobiele transportbanden en stackers die zich hoofdzakelijk in het centrale en oostelijke deel van de omtrek van de industriële bedrijfsruimte zullen bevinden;

Overwegende dat de binnenvaart overwogen wordt door gebruik van duwbakken van 380-400 ton, waarvan het specifieke ontwerp, dat momenteel wordt bestudeerd, geen omkering behoeft om de scheepvaart niet te verstoren; dat het laden van deze duwbakken aan de westrand van de toekomstige zone van industriële economische activiteit zal plaatsvinden, op een metalen platform, zonder de scheepvaart te hinderen; dat een transportband de producten rechtstreeks vanuit de verwerkingsfabriek naar de Dender zal vervoeren, via een portiek over het jaagpad dat als Ravel gebruikt wordt, zonder dat de toegankel[00c4][00b3]kheid ervan onderbroken of verstoord wordt;

Overwegende dat de Carrières Unies de Porphyre, om de hinder voor het wegverkeer als gevolg van de aanwezigheid van een ophaalbrug over de Dender in het centrum van Lessen niet te verhogen, vermelden dat de duwbakken uitsluitend in zuidelijke richting zullen varen;

Overwegende dat de Directie Doornik van het Departement Waterwegen Schelde (Operationeel Directoraat-generaal Mobiliteit en Waterwegen van de Waalse Overheidsdienst - DGO2), geraadpleegd over het verzoek tot herziening van het gewestplan, ingestemd heeft met de op 7 november 2012 geplande wijzigingen, onder het voorbehoud dat de omkeerbaarheid van de stuwbakken gegarandeerd wordt voor hun terugkeer naar het laadperron, dat het laden van de stuwbakken de scheepvaart niet hindert, dat er geen rechtstreekse lozing van ongezuiverd afvalwater in de Dender is en dat de fysieke continuïteit en veiligheid van de Ravel gewaarborgd zijn; dat deze directie overigens bekendgemaakt heeft dat de baggerwerkzaamheden van de Dender gepland waren, zoals het binnenvaartproject van de « Carrières Unies de Porphyre het vereiste, maar dat de door het bedrijf gewenste automatisering van de sluizen momenteel niet werd overwogen;

Overwegende dat technische studies, waarbij de DGO2 en de « Port Autonome du Centre et de l'Ouest (PACO) zijn betrokken, alsmede financiële studies door het bedrijf uitgevoerd zijn om de haalbaarheid van de scheepvaart vanuit Lessen in de huidige toestand van de waterweg na te gaan; dat ook tests van Lessen naar Blaton uitgevoerd zijn met een aak (type Freycinet) die 180 ton porfier vervoerde; dat deze studies en tests tot de conclusie hebben geleid dat vervoer over water technisch en economisch haalbaar was voor het bedrijf; dat de eventuele bijkomende werken die Wallonië op termijn op de gebruikte waterwegen mogelijk zou uitvoeren bijkomende troeven ten voordele van dit vervoermiddel zullen vormen, maar dat de huidige toestand van deze waterwegen de uitvoering van het modale project van de « Carrières Unies de Porphyre niet in het gedrang brengt;

Overwegende dat de PACO in een e-mail van 26 november 2012 aangegeven heeft geen bijzondere opmerkingen te hebben over het project;

Overwegende dat het laadperron van de treinen in het voormalige station van « Lessines Carrières » gevestigd zal zijn, op gronden die in het gewestplan reeds als industriële bedrijfsruimte opgenomen zijn, ten zuidoosten van de chemin de Bronchenne;

Overwegende dat de keuze van de laadplaats ingegeven wordt door de noodzaak om over een spoorlengte van 1.000 meter te kunnen beschikken om omdraaien mogelijk te maken; dat de treinstellen tijdens het laden zich zullen uitstrekken tot de overweg « la Mouplière, die om veiligheidsredenen bijgevolg geschrapt zal moeten worden;

Overwegende dat de aanvoer van de materialen naar de laadruimte van de treinen via een bovengrondse transportband boven de chaussée Gabrielle Richet zal gebeuren; dat zijn integratie in die omgeving met aandacht bekeken zal worden wegens zijn ligging op een toegangsas van de stad; dat treinen binnen met zeildoek overdekte gebouwen beladen worden;

Overwegende dat de treinstellen de oude lijn Lessen-Bassily (L 87C) zullen gebruiken en de overweg op de chaussée Gabrielle Richet zullen oversteken tegen een gemiddelde van 2 treinen per dag, met een maximum van 5 treinen per dag; dat de impact van dit extra verkeer, dat tot de helft van de door de groeve gegenereerde konvooien beperkt is, op het station van Lessen zeer gering zal blijven;

Overwegende dat de Directie Toegang tot het Net van Infrabel, geraadpleegd over de aanvraag tot herziening van het gewestplan, op 18 april 2012 bekendgemaakt heeft geen opmerking op de door de « Carrières Unies de Porphyre beoogde inrichtingen voor het spoorweggedeelte van het project (laadstation op het voormalige station Lessines-Carrières en aanleg van spoorlijnen bedoeld voor de treinen van het bedrijf) te hebben en dat zij het principieel eens was met de afschaffing van de overweg op de rue de la Mouplière ;

Overwegende dat de omleiding van de rue de la Loge, die door de CUP aangelegd zal worden, de toegang naar de woningen van de hameau de la Mouplière na de afschaffing van de overweg mogelijk zal maken;

Analyse en inoverwegingname van de feitelijke toestand en de rechtstoestand Overwegende dat uit de analyse van de beschikbare elementen van de bestaande rechtstoestand van de gronden waarop deze herziening van het gewestplan betrekking heeft en van die in de omgeving ervan, blijkt dat de volgende beperkingen aanwezig zijn : - buurtwegen zijn aanwezig op de plaats of in de onmiddellijke nabijheid van het toekomstige ontginningsgebied dat in het voorontwerp van de herziening van het gewestplan gepland wordt : weg nr.13 en pad nr.13 doorkruisen de omtrek; voor deze laatste is een besluit tot omleiding genomen. Wegen nr. 1, 2 en 9 omringen het gebied; voor deze laatste is een besluit tot gedeeltelijke omleiding genomen; - het toekomstige voorziene industriegebied ten zuiden van de steengroeven wordt ook door pad nr. 39 doorkruist, dat reeds gedeeltelijk geschrapt werd, en wordt in het oosten door pad nr. 94 geflankeerd, dat lijkt met het jaagpad overeen te komen; - de beek « de Ligne, die als beek van tweede categorie gerangschikt wordt, doorkruist de toekomstige industriële bedrijfsruimte van oost naar west en houdt een 5 meter brede erfdienstbaarheid aan weerszijden van de oevers in; de op de rechteroever van de beek gelegen gronden liggen in een gebied met middelhoog overstromingsgevaar waarin de uitvoering van handelingen, werken en vergunningen met een overstromingsrisico hetzij verboden ofwel onderworpen kan worden aan bijzondere voorwaarden inzake de bescherming van personen, goederen en het milieu overeenkomstig het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie; - een rij plataanbomen en lindebomen, die als opmerkelijke bomen worden beschouwd, strekt zich uit langs de « boulevard Branquart, op de plaats van de toekomstige toegang tot de geplande industriële bedrijfsruimte; - de westelijke grens van de toekomstige industriële bedrijfsruimte grenst aan het in Ravel 4 (St-Aybert/Overboelare) geïntegreerde Dender-jaagpad;

Overwegende dat het effectenonderzoek dat met betrekking tot het voorontwerp van herziening van het gewestplan zal worden uitgevoerd deze rechtstoestand zal bekrachtigen en in voorkomend geval zal aanvullen, in voorkomend geval de nadruk zal leggen op de bijzondere beperkingen dat het op het project van de « Carrières Unies de Porphyre kan doen wegen, en de aanvullende voorbereidende procedures voor de uitvoering van dit project zal bepalen;

Overwegende dat de analyse van de bestaande feitelijke toestand tot de volgende opmerkingen leidt : - wat bodemkunde betreft hebben de bodems van het toekomstige ontginningsgebied nu reeds geen natuurlijk karakter meer; die van de toekomstige industriële bedrijfsruimte zijn vochtig tot zeer vochtig.

Het grootste deel van het gebied is bedekt met aanslibbingen die veenachtig kunnen zijn. Het gaat om heraangelegde en opgevulde gronden langs de Dender, natuurlijke bodem in de rest van het gebied maar die niet erg geschikt is voor landbouw; gezien de aard van de gronden is er waarschijnlijk grondwater aanwezig op lage diepte; - de meeste percelen in de zuidelijke omtrek zijn bebost (braakland, kreupelbossen op heraangelegde gronden en opvullingen); de bebossing wordt door wilgen, ruwe berken en meidoorns gedomineerd. De kruidlaag is ook arm en wordt door de grote brandnetel en een paar geïsoleerde voeten van mannetjesvaren gedomineerd; de percelen in het zuidoosten zijn ongebruikte weiden; geen enkele landbouwer wordt bijgevolg door de herziening van het gewestplan getroffen; - in de twee betrokken omtrekken werd er geen zeldzame of beschermde diersoort aangetroffen; wat flora betreft is de noordelijke omtrek ook van lage biologische kwaliteit; als hetzelfde geldt voor de graslanden in de zuidelijke omtrek, heeft de natuurlijke herkolonisering van de oude opvullingen met steriele gesteenten en van de bodems aan de noordelijke en zuidelijke uiteinden van deze omtrek de ontwikkeling van een enigszins interessante vegetatie mogelijk gemaakt, waaronder de aanwezigheid van drie beschermde plantensoorten (Centaurium erythraea, Epipactis helleborine en Dactylorhiza maculata); een verzoek tot afwijking op de instandhoudingsmaatregelen van de soorten zal een voorafgaandelijke voorwaarde voor vergunningsaanvragen zijn en er zullen waarschijnlijk compenserende maatregelen worden opgelegd; - hoewel er geen archeologische site geïnventariseerd is binnen de omtrekken van de nieuwe bestemmingen die overwogen worden, dwingt de ontdekking van een protohistorische site in de steengroeve « Lenoir et Vandevelde, dicht bij het toekomstige ontginningsgebied, de waarschijnlijkheid van een ontdekking van andere overblijfselen in de onderzochte omtrek niet uit te sluiten; - op hydraulisch en hydrogeologisch gebied wordt de toekomstige geplande industriële bedrijfsruimte van oost naar west doorkruist door de beek « de Ligne en door een klein, niet nader genoemd beekje die een bijbeek van de beek « de Ligne is. De beek « de Ligne fungeert momenteel als afvalwatercollector voor het dorp Ollignies en collecteert het water van meerdere grachten die de omliggende landbouwgebieden draineren; een collector langs de beek wordt op termijn voorzien om het afvalwater naar het zuiveringsstation af te voeren; uit contacten met de beheerder van de waterloop blijkt dat de omlegging van de beek denkbaar is; die zal leiden tot het afschaffen van het overstromingsgebied; - al het water dat bij de huidige activiteiten van de ontginningsput « Lenoir et Vandevelde geloosd wordt, wordt via de beek « du Lac ten noorden van de steengroeve afgevoerd, terwijl het water dat in de steengroeven « Tacquenier et Lenoir Frères gepompt wordt, met uitzondering van een deel daarvan dat in de steengroeve "Tacquenier" afgevoerd wordt, volledig voor de interne behoeften van de exploitatie gebruikt wordt; - de geïdentificeerde waterlagen kunnen niet voor openbare distributie gebruikt worden; geen waterwinning bestemd voor openbare distributie wordt trouwens binnen een straal van 2 km rond de omtrekken betrokken bij het project van het bedrijf geïdentificeerd; de waterlaag van de primaire ondergrond, de belangrijkste, wordt momenteel niet overexploiteerd; - de geluidsniveaus van de huidige verwerkingsinstallaties (verbrijzelaar, opslag- en laadruimten) liggen op bepaalde punten ruimschoots hoger dan de grenswaarden van toepassing op de steengroeven en hun aanhorigheden bepaald in het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 2003, en de stofneerslag die ze op bepaalde bewoonde gebieden veroorzaken (met name « chemin d'Enghien en « rue de la Motte ) voortdurend waarden bereiken die hoger liggen dan de hoogste waarden van de door het « ISSeP opgestelde indeling, bij gebrek aan wettelijke normen; de toekomstige gebieden bestemd voor de ontginning, verwerking en lading van de materialen bevinden zich daarentegen in relatief stille omgevingen, ondanks de aanwezigheid van twee drukke wegen en een industriegebied; - 2 mijnschoten worden per week uitgevoerd; de metingen die sinds 2010 verricht zijn, liggen onder de door de Wereldgezondheidsorganisatie bepaalde drempel van 139 dBL; dit zal na de uitvoering van het project "Lessines 2020" niet veranderen; - de omtrek van het toekomstige ontginningsgebied is grotendeels geïndustrialiseerd of verstedelijkt. Het woongebied langs de steenwegen Bergen - Gent en Edingen en langs de rues de la Motte, de la Loge en de Gages is dichtbevolkt en met gesloten bebouwing. Het maakt deel uit van het randgebied van het stadscentrum van Lessen. De zuidelijke omtrek bestemd voor de nieuwe porfierverwerkingseenheden en het multimodale platform wordt door twee belangrijke verkeersassen afgebakend, maar omvat slechts een paar geïsoleerde woningen : een twaalftal gegroepeerde woningen langs « chaussée Gabrielle Richet, tussen de kruising van « rue du Cahô met de chemin de Bronchenne; een groep van vier huizen vlakbij de uitmonding van de voormalige de steenweg Bergen - Gent, twee huizen (waarvan één behorend tot de « CUP ) vlakbij de boerderij Bronchenne, langs de steenweg; vier huizen op de hoek van de steenweg en van de Boulevard Branquart en de wijk « Cahô, op meer dan 250 meter van het toekomstige industriegebied en de laadplaats van de treinen; de voormalige boerderij Bronchenne en haar bijgebouwen zijn eigendom van het bedrijf; langs « chaussée Gabrielle Richet zijn ook meerdere industriële bedrijven gevestigd; - hoogspanningskabels zijn aanwezig in de rue de la Loge en de chaussée G. Richet; er is ook middenspanning aanwezig ter hoogte van de steenweg Bergen - Gent, de rue de Gages en de chaussée G. Richet ; - het om te leiden wegvak van de rue de la Loge is uitgerust met een telefoonlijn, een distributiewaterleiding en een elektrische lijn; het herstel van de bestaande netten zal op kosten van de aanvrager gebeuren; - het industriegebied bestemd voor toekomstige installaties en het multimodale platform kan gemakkelijk uitgerust worden via aansluitingen met « chaussée G. Richet, die uitgerust is met een telefoonlijn, elektrische lijn, distributiewaterleiding en een gasleiding; de collector langs de Dender kan het afvalwater tot aan het zuiveringsstation van Lessen afvoeren; - er zijn geen kwetsbare gebieden (scholen, ziekenhuizen, bejaardentehuizen, ...) in de buurt van de geselecteerde locaties;

Overwegende dat het effectenonderzoek dat met betrekking tot het voorontwerp van herziening van het gewestplan zal worden uitgevoerd, de mogelijke alternatieven en de inrichtingsmaatregelen zal moeten bepalen die bij de definitieve goedkeuring van de herziening van het gewestplan gevoegd zouden moeten worden, om de beperkingen die uit de bestaande feitelijke toestand en rechtstoestand van de gronden en hun omgeving voortvloeien, op te heffen of te verzachten; dat de vergunningsaanvragen na de definitieve herziening van het gewestplan ook aan een latere milieueffectenbeoordeling zullen worden onderworpen en dat aan de vergunningen ook voorwaarden kunnen worden verbonden om de door het "Lessines 2020"-project veroorzaakte hinder te verminderen;

Compensaties Overwegende dat de opneming van ontginningsgebieden en industriële bedrijfsruimte, zoals bedoeld in dit voorontwerp, niet aan de toepassing van het herzieningsvoorschrift in artikel 46, § 1, 1°, van het Wetboek onderworpen is, die vereist dat de opneming van een nieuw voor bebouwing bestemd gebied aan een bestaand voor bebouwing bestemd gebied grenst;

Overwegende dat dit voorontwerp tot herziening van het gewestplan aan het voorschrift van artikel 46, § 1, 2°, van het Wetboek voldoet, dat elke lintbebouwing langs de weg verbiedt;

Overwegende dat artikel 46, § 1, 3° van het "CWATUPE" de opneming in het gewestplan van elk nieuw voor bebouwing bestemd gebied vereist, dat niet te verwaarlozen effecten op het leefmilieu zou kunnen hebben, door de gelijkwaardige wijziging van een bestaand voor bebouwing bestemd gebied in een gebied dat niet voor bebouwing bestemd is, gecompenseerd wordt, of door elke alternatieve compensatie bepaald door de Regering zowel op operationeel, leefmilieu-, energie- als op mobiliteitsvlak, waarbij met name met de impact van het voor bebouwing bestemd gebied op de buurt rekening wordt gehouden.

Overwegende dat de opneming van het nieuwe ontginningsgebied die in dit voorontwerp van herziening voorzien wordt, op gronden reeds opgenomen in een voor bebouwing bestemd gebied betrekking heeft, doordat deze overeenkomstig het vigerende gewestplan als industriële bedrijfsruimte bestemd zijn; dat de bepalingen van artikel 46, § 1, 3°, van het Wetboek bijgevolg niet op deze zone van toepassing zijn en dat deze opneming derhalve niet gecompenseerd moet worden;

Overwegende dat hetzelfde geldt voor de opneming als industriële bedrijfsruimte van gronden bestemd als gebied met een industrieel karakter waarvan de inrichting aan een gemeentelijk overleg onderworpen is, ten zuiden van het huidige uitbatingsgebied;

Overwegende dat enkel het deel van de industriële bedrijfsruimte dat op gronden opgenomen wordt die momenteel voor landbouwgebied bestemd zijn, op een oppervlakte van ongeveer 4,6 ha en in groengebieden, op een oppervlakte van ongeveer 1 ha, overeenkomstig voornoemd artikel 46, § 1, 3°, gecompenseerd moet worden;

Overwegende dat de gronden die in een eerste benadering voorgesteld worden als planologische compensatie voor de bestemming van deze gronden als industriële bedrijfsruimte, gronden zijn met een gelijkwaardige oppervlakte (ongeveer 5,6 ha), die momenteel als industriële bedrijfsruimte ten noorden en ten westen van de voormalige steengroeve « Tacquenier opgenomen zijn; dat zij ook eigendom van de aanvrager zijn;

Overwegende dat deze gronden momenteel door een voormalige voorraad porfier, een privé-spoorlijn en door treinlaadfaciliteiten bezet zijn;

Overwegende dat de overbrenging tegen 2020 van de industriële en logistieke installaties naar het zuiden het behoud van deze installaties niet langer zal rechtvaardigen; dat er een markt voor de valorisering van de voorraad steriele gesteenten van porfier bestaat, wat mogelijk maakt deze opslagruimte geleidelijk te evacueren, en dat de privé-spoorlijnen ontmanteld zullen worden; dat deze locatie bijgevolg op termijn van de huidige bezetting bevrijd zou kunnen worden;

Overwegende dat de locatie van het terrein, de insluiting ervan en het feit dat het niet toegankelijk is via de openbare weg, een nieuwe industriële bestemming overigens weinig geschikt maken; dat de handhaving van de huidige bestemming derhalve niet langer gerechtvaardigd is;

Overwegende dat de betrokken gronden aan een gebied grenzen dat langs de voormalige steengroeve Tacquenier ligt, die in het gewestplan in een natuurgebied gekenmerkt door een omtrek van landschappelijk belang opgenomen is; dat een herbestemming van de voor de compensatie gebruikte gronden in een groengebied, de herkolonisering ervan door de natuurlijke plantengroei na de ontmanteling van de spoorweginstallaties en de evacuatie van de porfiervoorraad mogelijk zal maken, waardoor een omvangrijker afzonderingsgebied tussen de woonwijk in de buurt van het station Lessen en de geëxploiteerde steengroeven zal ontstaan;

Overwegende dat de evacuatie van de porfiervoorraad volgens het ingediende project binnen vijf jaar na de definitieve goedkeuring van de herziening van het gewestplan uitgevoerd zou moeten worden en dat de ontmanteling van de sporen verwezenlijkt zou moeten worden zodra de nieuwe spoorweginfrastructuur operationeel is, met het risico dat tegen die tijd de voortzetting van de activiteiten in gevaar komt; dat een effectieve sanering van die gronden in alle gevallen gewaarborgd moet worden en dat die op termijn niet ten laste van de maatschappij gebeurt; dat dit besluit bijgevolg voorziet in de aanvulling van een zuiver juridische planologische compensatie met een alternatieve compensatie in de vorm van een operationele inrichtingsmaatregel die op termijn de sanering van de gronden ten laste van de aanvrager oplegt; dat de voorziene compensatie derhalve rechtens en feitelijk uitgevoerd zal worden;

Antwoord op de principes van ruimtelijke ordening vermeld in artikel 1 van het CWATUPE en op de opties van de gewestelijke beleidsdocumenten Overwegende dat artikel 1 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Erfgoed en Energie hetgeen volgt bepaalt : "Het grondgebied van Wallonië behoort tot het gemeenschappelijk erfgoed van zijn inwoners. Het Gewest en de andere overheidsorganen zijn, elk binnen zijn bevoegdheden en in coördinatie met het Gewest, belast met de ruimtelijke ordening van dat grondgebied. Ze voorzien op een duurzame wijze in de sociale, economische, mobiliteits-, patrimoniale en milieubehoeften van de gemeenschap door een kwalitatief beheer van de leefomgeving, een zuinig gebruik van de bodem en zijn rijkdommen, door de energieprestatie van de bebouwing en de gebouwen en door het behoud en de ontwikkeling van het cultureel, natuurlijk en landschappelijk erfgoed";

Overwegende dat de opties waar zowel het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan als het milieuplan voor de duurzame ontwikkeling voor kozen wat betreft de bescherming en het beheer van de ondergrondse rijkdommen, er ook in bestaan een spaarzame en rationele uitbating van de afzetting en een aangepaste valorisering van de afzettingen uit te voeren en de hinder van de uitbatingen gebonden aan de ontginning en het vervoer van de producten te beperken;

Overwegende dat hoewel het de ontwikkeling van de activiteiten van de maatschappij en de handhaving van de werkgelegenheid als eerste doelstelling heeft, het nieuwe exploitatieschema dat ten grondslag ligt aan de door de "Carrières Unies de Porphyre" ingediende aanvraag tot herziening van het gewestplan, duidelijk past in de optiek van de duurzame ontwikkeling, waarbij het zorgen voor een betere kwaliteit van het leefmilieu, een verbetering van de leefomgeving van de plaatselijke bevolkingsgroepen en een duurzamere mobiliteit en vervoer in overweging neemt; dat dit plan met zijn verschillende componenten inzake duurzaamheid de ontginning van Lessen en haar gewestelijke en plaatselijke economische en sociale gevolgen zal kunnen behouden;

Overwegende dat de uitbating van de afzetting gelegen onder de huidige industriële bedrijfsruimte tussen de twee ontginningsgebieden derhalve tegemoetkomt aan het streven naar een spaarzaam gebruik van de hulpbronnen van de ondergrond, verdedigd zowel bij bovenvermeld artikel 1 van het Wetboek als bij het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan; dat de uitbating van de betrokken gronden niet in de eerste plaats gericht is op het vergroten van de bestaande winningsreserves van het bedrijf, maar het onttrekken op lange termijn van een deel van de gronden van de steengroeve Lenoir Frères compenseert, waarvoor nochtans een globale vergunning van 7 mei 2002 werd toegekend; dat ze bovendien het gevolg is van milieuzorgen die zowel als doel hebben de leefomgeving van een belangrijk deel van de bevolking via de verwijdering van de installaties voor de verwerking en de lading van de materialen ten opzichte van de woongebieden te verbeteren als een verspilling van de hulpbronnen van de ondergrond die nuttig zijn voor de regio te voorkomen; dat die redenen een verantwoording zijn van de afwijking van de optie van het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan vermeld in deel 3 ervan bestemd voor de uitvoering ervan, sub. "VII. 4. De hulpbronnen duurzaam beschermen en beheren" - B. Het beheer van de hulpbronnen van de grond en van de ondergrond plannen", die kiest voor de opneming in het gewestplan van ontginningsgebieden overeenstemmend met behoeften van de gemeenschap voor 30 jaar;

Overwegende dat dit element van de door de "Carrières Unies de Porphyre" ingediende aanvraag tot herziening van het gewestplan bovendien voldoet aan de criteria die de Regering in overweging heeft genomen in haar beslissing van 27 maart 2002 betreffende de behandeling van de aanvragen tot opneming van ontginningsgebieden in het gewestplan: - ze heeft betrekking op een afzetting die bevestigd is door het onderzoek betreffende de hulpbronnen van de ondergrond uitgevoerd door de Universiteit Luik; - ze voldoet aan het strategische ontwikkelingsbeleidsplan van het bedrijf inzake economie, werkgelegenheid en duurzame mobiliteit; - ze beoogt het behoud van het productieve potentieel betreffende een materiaal dat als productiemiddel dient in een belangrijke economische sector in Wallonië;

Overwegende dat de uitvoering van een multimodaal platform en de installatie van een nieuwe fabriek voor de verwerking van de materialen buiten het stadscentrum van Lessen ook voldoet aan de bepalingen van artikel 1 van het Wetboek en de gewestelijke opties voor zover ze kunnen inspelen op de economische behoeften van de gemeenschap waarbij ze tegelijkertijd een aanzienlijke vermindering van het wegvervoer van de producten en van de hinder ervan voor de omwonenden en de weggebruikers, een vermindering van de broeikasgasemissies en van het verbruik van niet-duurzame, fossiele energiebronnen zoals een vermindering van de milieugevolgen voor de omwonenden (geluid, stoffen,...) bevorderen;

Overwegende ook dat na afloop van de toetsing van het ontwerp aan de hierboven vermelde beschikbare elementen van de feitelijke en rechtelijke toestand blijkt dat dit voorontwerp na een eerste analyse niet onverenigbaar is met artikel 1 van het CWATUPE;

Noodzaak om het gewestplan te herzien Overwegende dat hoewel kan worden tegemoetgekomen aan de elementen waarop het nieuwe exploitatieplan van de site van Lessen van de CUP gebaseerd is en die een wijziging van de bestemming van de gronden impliceren, door plaatselijke inrichtingen wat betreft hun milieugevolgen, zij niettemin een antwoord vormen op behoeften waarvan de economische belangen en de - positieve - effecten in bredere termen van duurzame ontwikkeling (input voor andere activiteitensectoren, energieverbruik, doorstroming van het verkeer, opwarming van de aarde, indirecte banen, ...) van gewestelijk en zelf supraregionaal niveau zijn en het feit rechtvaardigen dat ze het voorwerp uitmaken van een procedure van herziening van het gewestplan, volgens de criteria bedoeld in artikel 46, lid 1, van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie Overwegende dat de gronden waarop de huidige verwerkingsinstallaties zijn gelegen en die op termijn het voorwerp zouden moeten uitmaken van een uitbating van de onderliggende porfierafzetting, als industriële bedrijfsruimte opgenomen worden in het gewestplan van Aat-Lessen-Edingen aangenomen bij besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 17 juli 1986; dat die bestemming de ontginningsactiviteit niet mogelijk maakt; dat het dus nodig is ze als ontginningsgebied te bestemmen opdat ze kunnen worden geëxploiteerd;

Overwegende dat de gronden waarop het multimodale platform aangelegd zal worden en de eenheden voor de verwerking van het granulaat dan weer heden als gebied met een industrieel karakter waarvan de inrichting aan een gemeentelijk overleg onderworpen is, als landbouwgebied en als groengebied bestemd zijn; dat hoewel de voor de gronden overwogen industriële bestemmingen mits aanneming van een stedenbouwkundig en leefmilieuverslag,niet onverenigbaar zijn met een opneming van de gronden als gebied met een industrieel karakter waarvan de inrichting door de gemeente aan een overlegprocedure onderworpen is (ZACCI), overeenkomstig artikel 34 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Erfgoed en Energie, ze nochtans niet toegelaten kunnen worden op de gronden opgenomen als landbouwgebied en als groengebied; dat een op het geheel van de site toegepaste herziening van het gewestplan niet alleen een met het industrieel project verenigbare bestemming zal voorbehouden voor het gedeelte van de gronden opgenomen als landbouwgebied en als groengebied maar ook voor een grotere planologische coherentie bij de uitvoering van het ontwerp en een betere leesbaarheid van het herziene gewestplan zal zorgen;

Overwegende dat het gebruik van het binnenwatervervoer toelaat om rechtstreeks toegang te hebben tot de Dender om over te gaan tot de lading van duwbakken; dat de gronden gelegen langs de waterweg en opgenomen als groengebied over een breedte van 15 tot 30 meter ook omgevormd moeten worden tot industriële bedrijfsruimte om de installaties voor de lading van schepen aan te leggen, die bestaan in een in de bodem verankerd luchtportaal .

Overwegende dat het nochtans past dat buiten de verankering van het portaal voor de lading van de duwbakken, het openbaar domein, dat langs de Dender is gelegen, niet aangetast wordt en dat de integriteit van zowel het RAVEL-baanvak dat samenvalt met het jaagpad als van zijn bijkomende inrichtingen gevrijwaard wordt; dat het bijgevolg nodig is dat de nieuwe industriële bedrijfsruimte opgenomen in het gewestplan voorzien wordt van een bijkomend voorschrift tot vrijwaring van het openbaar domein en het traject van de Ravel op die plaats;

Overwegende dat de planologische compensaties die in dit stadium worden overwogen, gronden betreffen die als industriële bedrijfsruimte in het gewestplan opgenomen worden en die heden als dusdanig worden gebruikt, en dat het nodig is bedoelde gronden als niet-bebouwingsgebied om te vormen opdat de compensatie juridisch gezien effectief zou kunnen worden;

Overwegende dat de uitvoering van het industrieel project "Lessen 2020" zal leiden tot de vernietiging van de bestaande wegen- en technische infrastructuren of de goede werking van de bestaande infrastructuur dreigt te verstoren; dat derhalve moet worden gezorgd voor de goede uitvoering van de werken die nodig zijn om de ongemakken voor de gemeenschap weg te nemen; dat in casu de aan de vennootschap "Carrières Unies de Porphyre" opgelegde verplichtingen om de uitvoering van deze werken te waarborgen, resulteren in de opneming van een reserveringsomtrek van ongeveer 20 meter aan de grens van het ontginningsgebied " Cahô" op gronden waarvan bijna twee derde eigendom is van de vennootschap en die noodzakelijk zijn voor de aanleg van de nieuwe wegeninfrastructuur;

Overwegende dat de aanleg van een rotonde op de "boulevard Branquart" en de spoorweg- en waterweginrichtingen die eventueel nodig zijn om de effecten van het project "Lessen 2020" op de verschillende netwerken te beperken, niet onder de planningsschaal van het gewestplan vallen; dat ze in het kader van de vergunningsaanvragen zullen worden onderzocht en als stedenbouwkundige lasten zullen kunnen worden opgelegd;

Overwegende dat het door de "Carrières unies de porphyre" voorgestelde ontwerp tot reorganisatie van de exploitatie van de afzetting van de installaties voor de verwerking en verzending van de producten samenvattend een herziening van het gewestplan Aat-Lessen-Edingen vereist met het oog op de opneming: - als ontginningsgebied, van gronden met een oppervlakte van 13.1 ha die heden bestemd worden als industriële bedrijfsruimte in het gewestplan tussen de porfiergroeve "Lenoir Emile et Vandevelde" in het noorden, de "rue de Gages", in het oosten, de "rue de la Loge", in het zuiden, en de "chemin de Mons" in Gent, in het westen; - als industriële bedrijfsruimte, van gronden met een oppervlakte van 17,3 ha die heden opgenomen worden als gebied met een industrieel karakter waarvan de inrichting aan een gemeentelijk overleg onderworpen is, over 11, 7 ha, als landbouwgebied over ongeveer 4.6 ha en als groengebied over 1 ha tussen de spoorweglijn Lessines-Bassily, in het noorden, de "Chaussée Gabrielle Richelle", in het noordoosten, de "boulevard Branquart" (RN57) in het zuiden, de gekanaliseerde Dender, in het westen en boerderij van Bronchenne in het oosten - als groengebied, als planologische compensatie voor de opneming van een nieuw bebouwingsgebied, van gronden van +/- 5,6 ha die heden opgenomen worden als industriële bedrijfsruimte, in het noorden van de voormalige steengroeve Tacquenier;

Overwegende dat alle aspecten van het ontwerp "Lessines 2020" van de "Carrières Unies de Prophyre" geen verandering van bestemming van de gronden met zich meebrengen; dat dit met name het geval is voor de laadzone voor treinen gepland op gronden gelegen ter hoogte van het voormalige station van Lessines-Carrières en die reeds opgenomen worden als industriële bedrijfsruimte of voor het nieuwe baanvak tussen de "rue de la Loge" en de "chaussée Gabrielle Richet" waarvan het tracé geen deel uitmaakt van de voornaamste communicatie-infrastructuren in de zin van artikel 23, 2°, van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Erfgoed en Energie en dus niet opgenomen moeten worden in het gewestplan vóór het afgeven van de stedenbouwkundige vergunning;

Overwegende dat de Waalse Regering, om de hierboven vermelde economische, sociale, milieu- en mobiliteitsredenen, hoopt dat het ontwerp "Lessen 2020" werkelijkheid kan worden en dan ook van plan is om onverwijld de procedure te starten betreffende de herziening van het gewestplan Aat-Lessen-Edingen, die bestemd is om de bestemmingen van de gronden nodig voor de uitvoering ervan aan te passen;

Overwegende dat dit voorontwerp van herziening van het gewestplan, overeenkomstig de artikelen 42 en 42bis van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Erfgoed en Energie, onderworpen zal worden aan een effectenonderzoek, waarvan de inhoud door de Regering zal worden aangenomen op basis van het ontwerp dat bij dit besluit is gevoegd; dat in dit onderzoek bovendien precies wordt ingegaan op de opmerkingen geformuleerd door de bevolking in het kader van de voorafgaande informatie van het publiek;

Overwegende dat de "Commission régionale d'aménagement du territoire" (Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening) en de "Conseil wallon de l'environnement pour le développement durable" (Waalse Raad voor de Duurzame Ontwikkeling), zoals bepaald in het Wetboek, over de inhoud van dit onderzoek zullen worden geraadpleegd;

Overwegende dat de Regering in haar gewestelijke beleidsverklaring 2014-2019 wenst dat de doelstellingen van het waterbeleid voortaan geïntegreerd worden in de ontwikkeling en planning van menselijke activiteiten; dat de opneming van nieuwe winningsgebieden en van industriële bedrijfsruimtes zoals bedoeld in deze herziening van het gewestplan verenigbaar moeten zijn met de in het kader van het waterbeleid vastgestelde doelstellingen, met name het garanderen van de watervoorziening in termen van kwaliteit en kwantiteit; dat het derhalve noodzakelijk is ervoor te zorgen dat de potentiële effecten van economische activiteiten, in het bijzonder van de steengroeven, op de waterproductie op passende wijze in aanmerking worden genomen door de Directie Grondwater van het Departement Leefmilieu en Water van DGO3 te raadplegen over de inhoud van het effectonderzoek waaraan dit voorontwerp van herziening van het gewestplan zal worden voorgelegd, teneinde de volledigheid van het onderzoek over deze aspecten te waarborgen;

Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit, Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn, Besluit :

Artikel 1.De Regering beslist tot de herziening van blad 38/2 van het gewestplan Aat-Lessen-Edingen om de "S.A. Carrières Unies de Porphyre" de mogelijkheid te bieden om de activiteiten van haar site van Lessen te reorganiseren door een betere lokalisatie van de installaties voor de verwerking en het vervoer van porfier en een spaarzame en rationele exploitatie van de afzetting.

Art. 2.Het voorontwerp van herziening van blad 38/2 van het gewestplan Aat-Lessen-Edingen, opgesteld overeenkomstig bijgevoegd plan, heeft betrekking op de opneming op het grondgebied van de gemeente Lessen: - een ontginningsgebied met het oog op de exploitatie van de porfierafzetting gelegen tussen de steengroeven Lenoir Frères en Emile Lenoir en Vandevelde; - een industriële bedrijfsruimte bestemd voor de installaties voor de verwerking van porfier en voor de vestiging van een multimodaal platform voor het vervoer van producten ontgonnen in het zuiden van de huidige ontginningsplaats tussen de RN57, de gekanaliseerde Dender en het tracé van NMBS-lijn 87C; - een groengebied als planologische compensatie op terreinen bestemd als industriële bedrijfsruimte in het noordwesten van de steengroeve Tacquenier; - en een reserveringsomtrek voor de oprichting van een wegomlegging van het geschrapte weggedeelte van de "rue de la Loge".

Art. 3.De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit, Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn is ermee belast overeenkomstig de bepalingen van artikel 42, lid 4, van het Wetboek bijgevoegde ontwerp-inhoud van het milieueffectenonderzoek voor het gewestplan voor advies voor te leggen aan de "Commission régionale d'aménagement du territoire", aan de "Conseil wallon de l'environnement pour le développement durable" en aan de directie Grondwater van het Departement Leefmilieu en Water van het DGO3.

Namen, 15 januari 2015.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO

Arrêté du Gouvernement wallon décidant la mise en révision du plan de secteur de ATH-LESSINES-ENGHIEN (planche 38/2) et adoptant l'avant-projet de révision en vue de l'inscription, sur le territoire de la commune de Lessines, d'une zone d'extraction permettant l'exploitation du gisement de porphyre entre les carrières Lenoir Frères et Emile Lenoir et Vandevelde, d'une zone d'activité économique industrielle destinée à l'aménagement d'une plate-forme multimodale pour le transport des produits extraits, d'un périmètre de réservation pour le rétablissement de la liaison routière Lessines - Bois de Lessines et d'une zone d'espaces verts, au titre de compensation planologique PROJET DE CONTENU DE L'ETUDE D'INCIDENCES DE PLAN DE SECTEUR 1. Omvang Geen enkel bestanddeel van het voorontwerp is van het milieueffectenonderzoek vrijgesteld.Voor elk gebied dat het voorwerp uitmaakt van de herziening van het gewestplan zullen de zowel positieve als negatieve gevolgen van de overwogen verandering van bestemming door de auteur geïdentificeerd worden.

De sociaal-economische verantwoording moet leiden tot een beoordeling van het belang van een van het gewestplan voor de Waalse economie. Ze vormt daarom een belangrijk punt voor de voortzetting van de procedure en moet zorgvuldig door gekwalificeerde personen worden bestudeerd.

De aanzienlijke milieueffecten van het voorontwerpt op het grondgebied van het Vlaamse Gewest zullen voor elk thema worden geïdentificeerd en samengebracht in een samenvattende nota waarvan de conclusies de Waalse Regering in staat moeten stellen zich ondubbelzinnig uit te spreken over de noodzaak om de Vlaamse autoriteiten te raadplegen in de volgende fasen van de herzieningsprocedure (BWR van 28 juni 2012).

De auteur zal ook de relevantie en de technische en wetenschappelijke kwaliteit verifiëren van de antwoorden die de auteur heeft gegeven tijdens de hierboven vermelde informatievergadering en zal een specifiek antwoord geven op elk van de opmerkingen die bij die gelegenheid zijn geuit en die in de notulen van de vergadering worden opgenomen. Deze antwoorden zullen duidelijk geïdentificeerd worden in het document en tijdens het openbaar onderzoek dus gemakkelijk identificeerbaar zijn voor de bevolking. 2. Nauwkeurigheidsgraad van de gegevens De hieronder overwogen inhoud van het effectonderzoek is een standaarddocument waarvan de elementen geacht worden voldoende te zijn wat betreft artikel 42 en artikel 42bis van het Wetboek. Onverminderd de kwaliteit en de zorg die aan het onderzoek in zijn geheel moet worden geschonken, zal echter bijzondere aandacht worden besteed aan de volgende elementen van dit effectonderzoek, gezien de economische, technische en milieutechnische specificiteiten van het voorontwerp, de adviezen van de "Commission régionale d'Aménagement du Territoire" en de "Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable" over de inhoud van het onderzoek en de opmerkingen geformuleerd door het publiek tijdens de voorafgaandelijke informatievergadering van 26 oktober 2010. 1. Interdependentie van de verschillende aspecten van het voorontwerp en voorstellen voor de ontwikkeling ervan in geval van niet-haalbaarheid of niet-uitvoering van een of meerdere van die aspecten (bijvoorbeeld: onmogelijkheid om een vervoermiddel te gebruiken voor de afvoer van de producten, verbod om de "rue de la Loge" om te leiden, mogelijke evolutie van het project betreffende de ontginning van de steengroeve in geval van niet-uitvoering van het project "Snow Games, ...) 2. Geologie: hoeveelheid die voor elke site moet worden ontgonnen (porfiergroeve Lenoir en Vandevelde, porfiergroeve Lenoir Frères, verbinding tussen deze twee sites, uitbreiding van de "Cahô") en de hoeveelheid gronden en niet-valoriseerbare steriele ontginningsgesteenten (met inbegrip van hun beheersmethode).3. Fasering van de uitbating, uitbatingsduur van elke fase en ontwerp(en) tot herinrichting van de steengroeven aan het einde van hun uitbating.4. Hydrogeologie: Gevolgen op de bestaande waterwinningen, mogelijke mogelijkheden van valorisatie van opgepompt water en gevolgen van de lozingen van water uit winningsactiviteiten (nu en in de toekomst) 5.Gevolgen van de nieuwe technische installaties (breekmachines, transportbanden, installaties voor de verwerking van porfier, installaties voor de lading van goederen, enz...) Voorzienbare gevolgen op het leefmilieu en het landschap voor de omwonenden en de leefomgeving naar gelang van de omvang van de hinder veroorzaakt door de aanwezigheid en de werking van de installaties. Bijkomende voorschriften en/of eventuele inrichtingsmaatregelen die in aanmerking moeten worden genomen in het kader van de herziening van het gewestplan en aanbevelingen die in het kader van de vergunningen geformuleerd moeten worden 6. Voor de toekomstige industriële bedrijfsruimte: ? Geschiktheid van de gronden voor de installatie van de bouwwerken gebonden de voorziene bestemming : stijgkracht, waterafvoer, overstroombaar karakter, biologische kwaliteit,... Gevolgen van de op het overige grondgebied overwogen oplossingen; eventuele alternatieven (bv: gevolgen van de aanleg van een merloen langs de Dender op het overstroombare karakter van de stroomafwaarts gelegen gronden, haalbaarheid van de lozing van het water in het opvangsysteem gelegen in de dienstpad van de Dender,...) ? Gevolgen op het geheel van de Ravel en op de begaanbaarheid ervan: gevolgen van de werken voor de uitvoering van de nieuwe overwogen bedrijfsruimte en aanwezigheid van een transportband nodig voor de lading van de duwbakken (installatie van portalen,...). ? Reconversieperspectieven van de bedrijfsruimte na afloop van de uitbating van porfierafzetting. 7. Vervoer van producten: ? Mogelijkheid om de waterweg te gebruiken: effectieve mogelijkheden voor het omdraaien van schepen, gevolgen op de huidige scheepvaart en de ontwikkelingsvooruitzichten ervan, verenigbaarheid van het project met de staat en de werking van bestaande infrastructuren (met name sluizen, baggerwerken, coëxistentie van laadportaal met de bestaande infrastructuren: Ravel (zie hierboven) en dienstweg van de Dender...), verenigbaarheid met het uitstel van de uitvoering van de verbinding "Seine-Nord" door de Franse Staat. ? Mogelijkheid om de spoorweg te gebruiken: gevolgen op het huidige spoorwegverkeer en over de bekende projecten voor de ontwikkeling van het net, haalbaarheid van de overwogen technische inrichtingen. ? Wegtoegankelijkheid tot de nieuwe verwerkingsinstallaties: technische haalbaarheid van de voorziene inrichtingen, gevolgen op de bestaande wegen en doorstroming van het verkeer. 8. Gevolgen op de mobiliteit ? Gevolgen op de mobiliteit en het vervoer van de wijzigingen aangebracht in de bestaande infrastructuren: Analyse van de gevolgen van de onderbreking van de "rue de la Loge" en van de voorgestelde omleiding op de mobiliteit van de personen (over de doorstroming van de verbindingen tussen het stadscentrum en de verschillende gedeelten van de entiteit/alle soorten gebruikers met inbegrip van het openbaar- en schoolvervoer,...) en het vervoer op de leefomgeving van de omwonenden, de toegang tot hun woningen. Schatting van het verkeer. Eventuele alternatieven.

Analyse van de gevolgen van de wederingebruikname van de spoorweglijn tussen het station van Lessines Carrières en het station van Lessen op het wegverkeer op de verschillende spoorwegovergangen; mogelijke gevolgen van de vernietiging van de spoorwegovergang van Mouplière.

Analyse van de gevolgen op het wegverkeer van de aanleg van een rotonde voor de toegang tot de industriële bedrijfsruimte op de "boulevard Branquart" (zie punt 7). 9. Compensaties: Opportuniteit van de verandering van bestemming van de industriële bedrijfsruimte ten opzichte van de behoeften van de gemeenschap op termijn, voor de compensaties in aanmerking genomen omtrekken, keuze van de bestemmingen ten opzichte van de bestaande toestanden en naburige activiteiten, kosten en drukfactoren die eventueel voor de gemeenschap worden veroorzaakt door de keuze van deze site en van de bestemming ervan (eventuele negatieve effecten op financieel, sociaal, veiligheids- en milieuvlak, ...) alternatieven voor eventuele planologische compensaties; 10. Geplande inrichtingen voor de site op landschappelijk vlak; voorstelling van scenario's; integratie van de hangbaan boven de "chaussée Gabrielle Richet" rekening houdende met zijn toestand op een toegangsas tot de stad.

FASE I Inleiding De inleiding heeft als doel het effectenonderzoek in zijn context te plaatsen en wil met name de procedure voor het publiek duidelijker maken. 1. Verwijzing naar de procedure voor de herziening van een gewestplan - Artikelen 42 tot 44, 42bis en 46 van het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium 2.Voorontwerp van herziening van het gewestplan goedgekeurd door de Waalse Regering met inbegrip van de verzachtende maatregelen met betrekking tot de uitvoering van het project (art. 42, 1° ) 3. Actoren van de herziening van het gewestplan 3.1. Beslissingmaker Waalse Regering vertegenwoordigd door de Minister tot wiens bevoegdheden Ruimtelijke Ordening behoort. 3.2. Initiatiefnemer van het verzoek Promotor van het project, vennootschap of natuurlijke persoon die de groeve uitbaat. Organogram van de vennootschap (meer bepaald indien meerdere filialen, of meerdere vennootschappen in een groep). De contactpersoon (-personen) en zijn (hun) personalia vermelden. 3.3. Auteur van het effectenonderzoek Erkend studiebureau : de categorieën erkenningen en de duur ervan nader omschrijven en de verschillende personen die aan het onderzoek hebben meegewerkt, vermelden en hun bevoegdheden specificeren. De contactpersoon (-personen) en zijn (hun) personalia vermelden. 4. Potentiële drukfactoren, door het bestuur onderkend Het betreft de drukfactoren die het bestuur heeft onderkend op grond van de analyse van de feitelijke en de rechtstoestand en van de verschillende adviezen die het in dit stadium van de procedure gekregen heeft (Gemeentecollege, gemeentelijke adviescommissie voor ruimtelijke ordening, Directoraten-generaal van de Waalse Overheidsdienst, "CRAT", "CWEDD", "CRAEC", KCMLO, de waterleidingmaatschappijen, Elia, Infrabel, Landsverdediging, ...). HOOFDSTUK I. - Omschrijving van het voorontwerp van plan 1. Doel van de gewestplanherziening (art 42, 1° ) Bepaling van ligging en oppervlakte van de gebieden, omtrek en voorschriften opgenomen in artikel 40 van het Wetboek, opgenomen in het voorontwerp van plan, met inbegrip van de planologische compensaties. ? exacte lokalisatie (provincie, gemeente(n), plaatsnaam, straat, bladnr. NGI, Lambert-coördinaten) en afbeelding op wegen- en topografische kaarten (1/50 000 en 1/10 000) + orthofotoplan op 1/10 000; ? kadastrale percelen betrokken bij de gewestplanherziening op de NGI-kaart aangebracht met schaal 1/10 000e en 1/25 000e, de totale oppervlakte van de eigendom van de aanvrager opgeven, afschrift van de akkoorden ivm de terbeschikkingstelling van de gronden, ...; ? (huidige en geplande) bestemmingen in het gewestplan (kaarten 1/10.000e en 1/25.000e), de oppervlakten van de zones waarvan de bestemming verandert (met inbegrip van de omtrekken bedoeld in artikel 40 van het Wetboek) nader bepalen. In voorkomend geval de bepaalde bijkomende voorschriften nader omschrijven (zie artikel 41 van het Wetboek). ? Geologische omschrijving van de afzetting bedoeld in de herziening van het gewestplan: - Regionale toestand (structureel bekken of massief); - Afzetting (lithologie, ouderdom, vorming, lid, totaal en gevaloriseerd vermogen, structuur van de lagen (hellingshoek en richting), aard en dikte van de bedekking... - een uittreksel bijvoegen van de meest recente geologische kaart; minstens een geologische dwarsdoorsnede ter hoogte van de toekomstige ontginning aangeven; daarbij de bevindingen van de boringen voegen en/of van de geofysische prospectie, de bevindingen van de fysisch-chemische analyses of van elk ander gegeven in verband met de kwaliteit van de te ontginnen afzetting); - Geotechnische drukfactoren (karst, tectonische accidenten (breuken en verschuivingen), hydrogeologie, voormalige mijnwerkzaamheden. ? Overwogen bedrijfsproject: - Productie (de producten nader omschrijven van de groeve en de hoeveelheden opgeven in ton of kubieke meter, een eventuele voorziene groei, de huidige of overwogen valoriseringen (nieuwe producten) aangeven, met inbegrip voor de steriele gesteenten (gebruiksvormen en toepassing uitleggen); - Ontginningstechnieken en behandeling van de rots (flowsheet van de ontginning); - Fasering van de bezetting (met inbegrip van het beheer van de steriele gesteenten, het opgepompte water en de heraanleg); - Overwogen technische infrastructuren (in de omtrek van het voorontwerp en daarbuiten). - Vervoer van de producten 2. Identificatie en explicitatie van de doelstellingen van de herziening van het gewestplan (art.42, 1° ) Doel is de doelstellingen van de Regering bedoeld in het besluit van voorontwerp van het plan voor het publiek duidelijk en begrijpelijk maken.

Het is geen kopieerwerk en ook geen interpretatie. 3. Kritische analyse van de verenigbaarheid van de doelstellingen van het voorontwerp ten opzichte van de relevante plannen en programma's (art.42, 1° ) Die analyse dient ondere andere de controle te bevatten van de verenigbaarheid van de doelstellingen van het voorontwerp met de belangen voorgesteld in de gewestelijke regelgeving en beleidsteksten, namelijk het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Erfgoed en Energie, en de verschillende plannen en programma's zoals het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan, het milieubeleidsplan voor de duurzame ontwikkeling, het bijgewerkte toekomstcontract voor Wallonië...

De doelstellingen van bedoelde gewestelijke documenten moeten niet samengevat worden. Wat wel gedaan moet worden, is de doelstellingen van het voorontwerp analyseren ten opzichte van die documenten. HOOFDSTUK II. - Verantwoording van de opneming van een ontginningsgebied en van een industriële bedrijfsruimte bestemd voor de vestiging van een multimodaal platform in het gewestplan wat betreft de duurzame ontwikkeling Dit hoofdstuk wordt beoogd om na te gaan dat de opneming als ontginningsgebied en als industriële bedrijfsruimte in het gewestplan van de gronden die het voorwerp uitmaken van de herziening de principes van de duurzame ontwikkeling naleven in termen van socio-economische impact, van beheer van de mobiliteit en van bescherming van het milieu (Art 42, 2° ) 1. Bekrachtiging van de afzetting Men zal onder andere de aard en de kwaliteit van de gesteenten onderzoeken (beschikbare natuur- en scheikundige analyses of kwaliteitslabels), de geschatte reserves (berekeningsmethodes uitleggen) en de uitbaatmogelijkheden van de afzetting.2. Sociaal-economische impact Het betreft hier: 1) de evaluatie van de perspectieven inzake de productie door de exploitant ten opzichte van de Belgische en buitenlandse markperspectieven van de ontgonnen stof en de evolutie van de concurrentie; 2) de schatting van de daaruit voortvloeiende economische activiteit (zowel voor als na de ontginning) door de uitbating, rechtstreekse en onrechtstreekse werkgelegenheid en de financiële impact (belastingen, retributies,...). 3. Mobiliteitsbeheer ? Huidige verdeling van de modale aandelen van de onderneming en perspectieven ten opzichte van de evolutie van de verkoop, met onveranderde toestand van de infrastructuren; ? Verantwoording van het logistiek project van de onderneming in functie van: de evolutie van de behoeften van zijn huidige klanten, van de potentiële doelklanten, van de lokalisering van de huidige en potentiële klanten ten opzichte van de overwogen vervoermiddelen; ? Verificatie van de technische haalbaarheid van het modaal project ten opzichte van de bestaande netten (identificatie van de eventuele drukfactoren en overwogen alternatieve oplossingen); ? Perspectieven van evolutie van de modale aandelen in functie van de evolutie van de klanten en van de gekende openbare projecten van ontwikkeling van de netten (verbetering van de bestaande netten en nieuwe infrastructuren gepland op de plaatselijke, gewestelijke en Europese schalen) 4. Milieubescherming De globale gevolgen van het project uit milieuoogpunt zullen worden onderzocht: impact op het energieverbruik, broeikasgasemissies,... 5. Onderlinge afhankelijkheid van de verschillende elementen van het voorontwerp: mate van onderlinge afhankelijkheid van de verschillende aspecten van het project (verbinding van de twee ontginningsputten, multimodaal platform en overschakeling op andere verkeersmodi, verhuizing van de technische installaties, omleiding van de rue de la Loge, privé en openbare inrichtingen gepland op de verschillende netten, ...en alternatieven die overwogen kunnen worden in geval van onuitvoerbaarheid of niet uitvoering van één of meerdere onder hen.

Evoluties voortvloeiend uit het voorontwerp van herziening. 6. Algemene conclusie over de verantwoording en de ligging van het project ten opzichte van de globale voorschriften van de duurzame ontwikkeling. HOOFDSTUK III. - Onderzoek van de compensaties (art.42 10° en 46 CWATUPE) De auteur van het effectenonderzoek moet zich niet uitspreken over de compensatiewijze (planologische-alternatieve compensaties) die bepaald is door de Regering in het voorontwerp van herziening, noch andere vormen van alternatieve compensatie voorstellen. De beoordeling van de evenredigheid van de eventuele alternatieve compensaties met het effect op de buurt van het bebouwingsgebied bedoeld in het voorontwerp behoort ook niet tot de bevoegdheid van de auteur van het onderzoek.

Bovendien moet hij voor de planologische compensaties: - hun ligging valideren ten opzichte van de economische, sociale, ecologische en erfgoedbehoeften, als van de bestaande feitelijke toestand en, in voorkomend geval, alternatieve liggingen voorstellen; - een eventuele fasering ervan voorstellen naar gelang van een fasering van de uitbating of die bepaald in het voorontwerp valideren;

Voor de alternatieve compensaties met energetische, milieu- of mobiliteitsdoeleinden die reeds in overweging zijn genomen in het voorontwerpstadium en voor zover ze betrekking hebben op de aanleg van infrastructuur, voorzieningen of installaties, moet hij de aanpassing van de aard van die infrastructuur, voorzieningen en installaties met de energetische, milieu- en/of mobiliteitsinzetten controleren alsmede de relevantie van hun ligging rekening houdende met de bestaande feitelijke toestand.

FASE II. HOOFDSTUK IV.- Aanwijzing en analyse van de drukfactoren en de potentialiteiten van de gebieden, omtrek en voorschriften bedoeld in het voorontwerp en de liggingsvarianten 1. Omschrijving van het regelgevend verband 1.1. Inrichtingsgebieden en -omtrekken conform de regelgeving 1.1.1. Gewestelijk niveau (gewestplan, gewestelijk stedenbouwkundig reglement, saneringsplan per onderstroomgebied, algemeen reglement op gebouwen in landbouwgebieden, ...) 1.1.2. Gemeentelijk niveau (bijzonder plan van aanleg, gemeentelijk plan van aanleg, gemeentelijk milieuplan voor duurzame ontwikkeling, gemeentelijk natuurbevorderingsplan, gemeentelijk structuurplan, gemeentelijk stedenbouwkundig reglement, algemeen gemeentelijk afwateringsplan, ...) 1.2. Goederen waarvoor een bijzondere regelgeving geldt 1.2.1. Fauna en flora (rechtsstatuut van de bossen en wouden, natuurpark, natuurreservaten, Natura 2000-omtrekken, ruimten van gemeenschapsbelang, natuurlijke habitats (decreet van 06/12/2001) en soorten van gemeenschapsbelang, ...) (art.42,5° ). 1.2.2. Menselijke activiteiten (rechtsstatuut van de wegen en verkeerswegen, autonoom net voor traag verkeer, industrieën en uitrusting met een hoog SEVESO-risicogehalte, ...) (art. 42, 6° ). 1.3. Omtrekken met vergunningsplicht en beperking van burgerlijke rechten (bestaande verkavelingen, omtrekken waarin het Rampenfonds tussenbeide kwam, onroerende goeden met voorkooprecht, onroerende goeden met onteigening ten algemenen nutte, ...) 1.4. Omtrekken die blijvend deel uitmaken van operationele inrichtingsmaatregelen (ruilverkavelingsomtrekken, stadheroplevingsomtrekken, stadsvernieuwingsomtrekken, bevoorrechte initiatiefgebieden, ...) 1.5. Erfgoed- en archeologische sites (beschermde monumenten en sites, met inbegrip van de archeologische opgravingen, monumentaal erfgoed van België, lijst der waardevolle bomen en heggen, ...) 1.6. Drukfactoren van leefmilieuaard (ondergrondse holten van wetenschappelijk belang, vochtig gebieden met een biologisch belang, riviercontracten, gevoelige natuurgebieden, biologisch zeer waardevolle gebieden, speciaal beschermde gebieden voor avifauna, oppervlakte met een landschappelijke waarde, dichtbijgelegen en afgelegen preventiegebieden, toezichtsgebieden op waterwinningen, kwetsbare gebieden met de voornaamste waterhoudende lagen,...). 1.7. De regelgevingstoestand van het bedrijf (vergunningen en toelatingen voor de huidige site, beroepsverzoeken, eventuele overtredingen op het gewestplan of de vergunning(en), ...) als het voorontwerp de uitbreiding van het bedrijf beoogt. 2. Omschrijving van de menselijke en leefmilieukenmerken van de betrokken sites (art.42,3° ) De uitgestrektheid van dat grondgebied wordt aangepast volgens de in het vooruitzicht gestelde kenmerken. Ze wordt nader bepaald en punt voor punt beargumenteerd door het studiebureau. 2.1. Menselijke kenmerken 2.1.1 Bebouwing - Materiële goederen en erfgoederen: stedenbouwkundige structuur en architecturale morfologie van de bebouwing en de openbare ruimten, cultureel erfgoed (beschermde sites en goederen, beschermde gebieden,...), dichtheidskaarten en ontwikkelingspolen. 2.1.2 Boven- en ondergrondse openbare infrastructuren en uitrustingen (wegen, spoorwegen, hoogspanningslijnen en zeer hoge spanningslijnen, telefoonlijnen, ondergrondse leidingen, ...) + cartografie en evolutie van de capaciteiten. 2.1.3. Menselijke activiteiten (aard en kenmerken van de huidige en potentiële activiteiten w.o. landbouw, toerisme, gevoelige sociaal-culturele uitrustingen zoals rusthuizen, scholen, kinderopvangcentra, ziekenhuizen, andere gevoelige menselijke bezigheden of (Seveso) industriële activiteiten, ...) 2.2. Leefmilieukenmerken 2.2.1. Geologie (Wordt indien nodig besproken) 2.2.2. Pedologie (karakterisering van de bodemsoort, kwaliteit en zeldzaamheid, een uittreksel van de pedologische kaart bijvoegen). 2.2.3. Hydrologie en hydrogeologie (stroomgebieden, deelstroomgebieden, categorie van de waterlopen, watervlakken, hydrogeologische kaart, waterhoudende laag (soort opgeven), piezometrie, waterwinningen, kwetsbare gebieden, beschermings- en bewakingsgebieden, gebieden onderhevig aan drukfactoren vanwege het leefmilieu, ...) 2.2.4. Topografie en landschappen (geomorfologie en landschappelijk waardevolle omtrekken, ADESA-vergezichten, uitzicht op het landschap vanaf de site en op de site vanuit een afgelegen punt in de omtrek + foto's, ...) 2.2.5. Lucht en klimaat (beschikbare gegevens over de luchtkwaliteit recht tegenover de woningen en de woon-, de recreatiegebieden, de gevoelige gebieden zoals de dichtstbijgelegen rusthuizen, scholen, kinderopvangcentra, plaatsing van Owen-meetinstrumenten, klimaatgegevens, overheersende windrichting, op grond van de gegevensverwerking van het dichtstbij gelegen weerstation, luchtmonsters en -analyses, natuurschermen, ingebedde valleien, bijzondere situaties,...) 2.2.6. Geluidshinder en trillingen (huidige bronnen en niveaus (akoestisch onderzoek) recht tegenover de woningen en de woongebieden, recreatiegebieden, gevoelige gebieden zoals rusthuizen, scholen, kinderopvangcentra en de dichtstbijgelegen gebieden met een technologisch risico, bestaande of gemeten gegevens, de plaatsen van de metingen aangeven, alsook data en uren). 2.2.7. Fauna en flora (inventaris en omschrijving van de soorten en de habitats, de bijzondere biotopen, de aquatische en moerasbiotopen, eventuele aanwezigheid van soorten en beschermde milieus). 3. Conclusies over de analyses van de drukfactoren en de potentialiteiten van de site (art.42, 3° ) HOOFDSTUK V. - Aanduiding van de waarschijnlijke gevolgen van de uitvoering van het ontwerp op mens en leefmilieu Doel is de niet-verwaarloosbare waarschijnlijke drukfactoren en effecten (cumulatieve secundaire synergische, korte-, middelange- en langetermijneffecten, permanente en tijdelijke zowel positieve als negatieve effecten) van het voorontwerp op mens en leefmilieu duidelijk te maken. (art 42, 8° ) Indien de uitvoering van het (de) ontginningsgebied (-en) gefaseerd verloopt, dienen de effecten bepaald te worden in de verschillende stadia van die uitvoering.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de effecten op de site en de effecten op de naburige gebieden. 1. Impact op de leefkwaliteit (gezondheid, veiligheid, hygiëne, ...) 1.1. Bebouwing (verband van het project met de bestaande agglomeratie en de aangrenzende eigendommen, verenigbaarheid met eventuele ontwikkelingsschema's, met de bestaande uitrustingen en de infrastructuur). 1.2. Effecten op de materiële goederen en het culturele erfgoed (beschermde monumenten en sites en archeologische opgravingen, barsten in gebouwen, aantasting van de stabiliteit van de gebouwen, verdwijning of verslechtering van gemeentepaden en wegen, ondergrondse leidingen (water, elektriciteit, gas, telefoon,...), elektrische lijnen, ...) 1.3. Vrachtverkeer (rechtstreeks, onrechtstreeks - aantal vrachtwagens per dag, reisweg, nuttig laadvermogen, effecten op het wegen- en snelwegnet, de infrastructuren en de mobiliteitsstromen, ...). 1.4. Mijnschoten (trillingen recht tegenover de woningen en de woongebieden, recreatiegebieden, gevoelige gebieden zoals de dichtstbijgelegen rusthuizen, kinderopvangcentra en de dichtsbijgelegen gebieden met een technologisch risico, site-effecten, ...). 1.5. Geluidshinder (recht tegenover de woningen en de woongebieden, recreatiegebieden, gevoelige gebieden zoals de dichtstbijgelegen rusthuizen, scholen, kinderopvangcentra). 1.6. Lucht en klimaat (stof - installatie van Owen-meetinstrumenten -, mistvorming, geurhinder, ...) 1.7. Topografie en landschappen (tijdens en na de ontginningsactiviteit, synthesefoto's maken) 2. Impact op de menselijke activiteiten (toeristische activiteiten, SEVESO-activiteiten, land- en bosbouwbedrijvigheid, ...) (art. 42, 9° ) 3. Impact op bodem en ondergrond (karst, mijnwerkzaamheden, grondverschuiving, erosie, of andere geotechnische drukfactoren, ...) 4. Impact op de hydrogeologie en hydrologie 4.1. Wijziging van het hydrogeologisch stelsel (verlaging van de grondwaterstand, grondverzakking, invloed op de waterwinningen en het hydrografisch stelsel, ...). 4.2. Wijziging van het hydrologisch stelsel (debiet en vuilvracht van de waterlopen, overstromingen na lozing van bemalingswater, verdwijning/ontstaan van vochtige gebieden, ...). 4.3. Inzet van tot drinkwater verwerkbare watervoorraden. 5. Impact op de fauna, de flora, de biodiversiteit Tijdens en na de uitvoering van het project, verslechtering en verlies van faunistische habitats en ecosystemen, potentiële impact op soorten en habitats van soorten, met een gemeenschapsbelang, Natura 200-mtrekken, ... (wetgeving inzake natuurbehoud en Europese richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG). 6. Interactie tussen die verschillende factoren 7.Kenmerken van de gebieden die op niet-verwaarloosbare wijze beïnvloed zouden kunnen worden (art. 42, 4° ) Doel is om ten opzichte van de punten 1 t.e.m. 6 zoals hierboven de gebieden aan te duiden die op niet-verwaarloosbare wijze beïnvloed zouden kunnen worden, de leefmilieukenmerken van die gebieden aan te geven en erop te wijzen hoe die kenmerken door het ontwerp gewijzigd dreigen te worden. HOOFDSTUK VI. - Onderzoek naar de uit te voeren maatregelen ter voorkoming, vermindering of compensatie van de negatieve effecten of ter versterking of verhoging van de positieve effecten van het voorontwerp of de liggingsvarianten 1. Voorstelling van de afbakenings- en uitvoeringsvarianten (art.42, 11° ) De afbakeningsvarianten zijn wisseloplossingen voor de omtrek van de gebieden. De uitvoeringsvarianten beantwoorden bijvoorbeeld aan: ? een nadere omschrijving van de bestemmingen van de gebieden; ? een fasering van de bezetting; ? technische uitrustingen of bijzondere inrichtingen; ...

De grondslagen voor de aanduiding van de afbakeningsvarianten en de uitvoeringsvarianten zijn de volgende: ? beantwoorden aan de doelstellingen van het voorontwerp; ? beantwoorden aan de bepalingen van het "CWATUP" (artikel 1, § 1) aan het bepaalde van het Wetboek en andere gewestelijke regelgevende of beleidsbepalende documenten; ? zo goed mogelijk gebruik maken van de potentialiteiten en de dwingende omstandigheden van het gebied: de negatieve effecten zo klein mogelijk houden en de positieve effecten begunstigen op sociaal, economisch en ecologisch vlak. 2. Uit te voeren maatregelen (art.42, 10° ) De uit te voeren maatregelen ter voorkoming, vermindering of compensatie van de negatieve effecten of ter versterking of verhoging van de positieve effecten op het leefmilieu dienen voor elke variant aangeduid te worden.

Als dergelijke maatregelen in het voorontwerp aanwezig zijn, dient nagegaan te worden of ze afgestemd zijn op de doelstellingen van de herziening en de bijzonderheden van de omgeving. Indien nodig kunnen nieuwe voorschriften worden toegevoegd. 2.1. Bijstelling van de regelgevende zonering (met inbegrip van de omtrekken bepaald in art. 40 van het Wetboek), met inbegrip van de gebieden die de planologische compensatie vormen. 2.2. Opstellen van bijkomende voorschriften Die bijkomende voorschriften kunnen het volgende inhouden (artikel 41 van het CWATUPE) : ? een nadere omschrijving van de bestemmingen van het (de) gebied(en); ? de uitvoering van een gemeentelijk plan van aanleg; ? de fasering van de bezetting van het (de) gebied(en); ? de omkeerbaarheid van de bestemmingen indien er geen uitvoering is na verloop van een bepaalde tijd; ? ... 2.3. Aanduiding van technische uitrustingen en bijzondere inrichtingen 2.4. Geschatte doeltreffendheid van die niet-herleidbare maatregelen en residuele effecten 3. Opmeten in hoeverre de doelstellingen die relevant zijn voor de bescherming van het menselijk en natuurlijk milieu in het kader van de herziening van het gewestplan in rekening zijn gebracht.(art 42, 7° ) De in overweging te nemen doelstellingen inzake bescherming van het leefmilieu slaan minstens op volgende onderwerpen: de biodiversiteit, de bevolking, de menselijke gezondheid, de fauna, de flora, de bodems, het water, de lucht, de klimaatfactoren, de materiële goederen, het culturele erfgoed met inbegrip van het architectonisch en het archeologisch erfgoed, de landschappen en de interacties tussen die factoren.

Het betreft de doelstellingen inzake milieubescherming die "relevant" zijn voor bedoeld plan. De relevantie van een doelstelling wordt beoordeeld naar de waarschijnlijke aanzienlijke effecten van het plan op het leefmilieu zoals hierboven omschreven.

De in overweging te nemen doelstellingen inzake bescherming van het leefmilieu zijn die, welke vastgesteld zijn op internationaal, communautair of lidstatenniveau.

Wat het communautaire niveau betreft, kunnen die doelstellingen afgeleid worden uit meer bepaald het zesde milieuactieprogramma, maar eveneens uit de verschillende Europese richtlijnen zoals de kaderrichtlijn voor het waterbeleid.

Bij opname van de internationaal of Europees vastgestelde doelstellingen in nationaal, gewestelijk of lokaal vastgestelde doelstellingen hoeven enkel laatstgenoemden in overweging te worden genomen. 4. Vermoedelijke evolutie van de leefmilieutoestand als het plan niet wordt uitgevoerd (art.42, 3° ) Hier wordt de waarschijnlijke ontwikkeling van de leefmilieukenmerken opgegeven van de gebieden die op niet-verwaarloosbare wijze beïnvloed zouden kunnen worden (zie hfdst V, punt 7) indien een herziening van het gewestplan uitblijft. HOOFDSTUK VII. Onderzoek van de compensaties De analyse van de milieueffecten betreft zowel de planologische compensaties als alle vormen van alternatieve compensaties ongeacht of ze met operationele, energetische, milieu- of mobiliteitsdoeleinden zijn of ze zich al dan niet uiten door de aanleg van infrastructuren, uitrustingen of installaties.

Alleen de elementen van vorige hoofstukken die als relevant worden beschouwd, moeten geanalyseerd worden.

De negatieve en positieve effecten moeten geïdentificeerd worden.

In geval van negatieve effecten kan het studiebureau verzachtende maatregelen of een afbakeningsvariant voorstellen.

HOOFDSTUK VIII. - Verantwoordingen, aanbevelingen en opvolging van de uitvoering van het gewestplan 1. Verantwoording en vergelijking van het voorontwerp en de verschillende afbakenings- en uitvoeringsvarianten (art.42,11° ) De verantwoording gebeurt op grond van artikel 1, § 1 van het CWATUPE vanaf de analyse van de voorgaande hoofdstukken.

In de vorm van een tabel berust de vergelijking minstens op bovenstaande elementen: effecten (zowel positieve als negatieve) op het leefmilieu, uit te voeren maatregelen ter verzachting van de maatregelen, overige effecten.

Erop wijzen welke de voornaamste potentialiteiten en drukfactoren van het herzieningsontwerp van het gewestplan zijn.

Conclusies over de aanvraag en, in voorkomend geval, aanbevelingen formuleren. 2. In het vooruitzicht gestelde maatregelen voor de opvolging van de uitvoering van het gewestplan (art.42, 13° ) Zaak is, de lijst op te maken van de niet-verwaarloosbare effecten, opvolgingsindicatoren voor die effecten voor te stellen, wijze van berekening of vaststelling ervan, de gebruikte gegevens en hun bron, evenals hun grenswaarden.

De auteur kan raad geven over punten die in het vergunningsaanvraagdossier en het effectonderzoek van het ontwerp uitgewerkt moeten worden. HOOFDSTUK IX. - Omschrijving van de evaluatiemethode en van de gerezen moeilijkheden 1. Omschrijving van de evaluatiemethode en van de gerezen moeilijkheden (art.42,12° ) Doel is de specifieke elementen van de evaluatiemethode te omschrijven en de moeilijkheden te bepalen die met name tijdens de verzameling van gegevens en de methodes voor de schatting van de behoeften ondervonden zijn. 2. Grenzen van het onderzoek (art.42,12° ) De auteur van het onderzoek geeft aan welke moeilijkheden gerezen zijn en op welke punten hij niet dieper is kunnen ingaan en die eventueel uitgediept kunnen worden in toekomstige effectonderzoeken.

Bibliografie

Niet-technische samenvatting Inhoudstafel, gevolgd door de lijst van de kaarten, figuren en foto's (met opgave van het nummer van de bladzijde waar ze zich bevinden).

De niet-technische samenvatting is een onafhankelijk document van hoogstens dertig tekstbladzijden. Met een kaart-, figuur- en kleurenfotodocumentatie.

Dat document moet het effectonderzoek van het plan samenvatten en het omzetten naar een niet-technische taal om het begrijpelijk te maken voor een publiek van niet-kenners en de deelneming van de burgers aan het openbaar onderzoek bevorderen.

De voorgestelde positieve en negatieve effecten en verzachtende maatregelen (aanbevelingen) worden in een samenvattingstabel gepresenteerd. Deze tabel zal het onderscheid maken tussen de milieugevolgen die als belangrijk beschouwd moeten worden en diegenen die meer secundair zijn. De tabel zal ook een onderscheid maken tussen de gevolgen die op het niveau van de planologische wijziging aangetroffen kunnen worden en diegenen die vallen onder de aflevering van de latere vergunningen.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 15 januari 2015 tot herziening van het gewestplan Aat-Lessen-Edingen (blad 38/2) en tot aanneming van het voorontwerp van herziening met het oog op de opneming, op het grondgebied van de gemeente Lessen, van een ontginningsgebied voor de uitbating van een porfierafzetting tussen de groeven Léon Frères en Emile Lenoir et Vandevelde, van een industrieel bedrijfsgebied voor de aanleg van een multimodaal platform voor het vervoer van de ontgonnen materialen, van een reserveringsomtrek voor het herstel van de wegverbinding Lessen - Bois de Lessines en van een groengebied als planologische compensatie.

Namen, 15 januari 2015.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO

Bijlage A Bijkomende voorschriften en andere inrichtingsmaatregelen De in artikel 23, tweede lid, 2° van het Wetboek bedoelde bijkomende voorschriften worden bepaald in artikel 41 en kunnen met name betrekking hebben op : 1° de bepaling van de bestemming van de gebieden;2° de fasering van hun bezetting;3° de omkeerbaarheid van de bestemmingen;4° de dichtheid van de bebouwingen of woningen;5° de verplichting om een gemeentelijk plan van aanleg voorafgaand aan hun uitvoering uit te werken;6° de verplichting om een voorafgaand gemeentelijk stedenbouwkundig reglement op te maken of nog op elk andere type voorschrift inzake stedenbouw of planologie. De in artikel 23, tweede lid, 2° van het Wetboek bedoelde andere inrichtingsmaatregelen omvatten met name : - de in of buiten de site geplande uitrustingen (infrastructuren voor vervoer, water-, gas-, elektriciteitaanvoer, riolering/zuivering); - de voorzieningen voor het milieubeheer en voor de vermindering van de effecten (zuiveringsstation, vergaarkom); - de maatregelen voor landschapsintegratie;

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 15 januari 2015 tot herziening van het gewestplan Aat-Lessen-Edingen (blad 38/2) en tot aanneming van het voorontwerp van herziening met het oog op de opneming, op het grondgebied van de gemeente Lessen, van een ontginningsgebied voor de uitbating van een porfierafzetting tussen de groeven Léon Frères en Emile Lenoir et Vandevelde, van een industrieel bedrijfsgebied voor de aanleg van een multimodaal platform voor het vervoer van de ontgonnen materialen, van een reserveringsomtrek voor het herstel van de wegverbinding Lessen - Bois de Lessines en van een groengebied als planologische compensatie.

Namen, 15 januari 2015.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO

Bijlage D.1.

Storende componenten van de omgeving Storende componenten gebonden aan de mobilisatie of de consumptie van natuurlijke hulpbronnen - Immobilisatie van de grond en ondergrond (winning uit de grond en de ondergrond ten opzichte van andere bestaande en potentiële menselijke activiteiten); - Waterconsumptie Storende componenten gebonden aan de lozingen en emissies van de activiteiten - Geluidshinder - Vaste, vloeibare en gasachtige lozingen, afvalstoffen.

Storende componenten of risico's gebonden aan de opslag van producten - Grondstoffen, processtoffen, producten, bijproducten, afvalstoffen,...

Storende componenten gebonden aan de mobilisatie van de infrastructuren en openbare uitrustingen binnen en buiten de site - Mobilisatie van de wegen - verkeer; - Mobilisatie van de parkeerplaatsen; - Mobilisatie van de aanvoeruitrustingen (rechtverkrijgenden: water, elektriciteit, pijpleidingen,..); - Mobilisatie van de infrastructuren voor opvang en zuivering van afvalwater.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 15 januari 2015 tot herziening van het gewestplan Aat-Lessen-Edingen (blad 38/2) en tot aanneming van het voorontwerp van herziening met het oog op de opneming, op het grondgebied van de gemeente Lessen, van een ontginningsgebied voor de uitbating van een porfierafzetting tussen de groeven Léon Frères en Emile Lenoir et Vandevelde, van een industrieel bedrijfsgebied voor de aanleg van een multimodaal platform voor het vervoer van de ontgonnen materialen, van een reserveringsomtrek voor het herstel van de wegverbinding Lessen - Bois de Lessines en van een groengebied als planologische compensatie.

Namen, 15 januari 2015.

De Minister-President, P. MAGNETTE. De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO

Bijlage D.2.

Bestaande rechtstoestand De volgende elementen moeten overwogen worden : - De omtrekken en de reglementaire inrichtingsgebieden: gedecentraliseerde gemeenten en/of gemeenten die een gemeentelijk stedenbouwkundig reglement hebben goedgekeurd, omtrekken van gemeentelijke plannen van aanleg, gemeentelijk rioleringsplan, omtrekken vastgesteld in toepassing van het algemeen reglement op de bouwwerken in landelijk gebied,...; - De territoriale elementen onderworpen aan een bijzondere regelgeving: juridisch statuut van het wegennet en van de verbindingswegen, juridisch statuut van de bossen en wouden, autonoom net voor traag verkeer... - De vergunningsomtrekken met beperking van het burgerlijk recht : omtrekken van de bestaande verkavelingen, omtrekken waarvoor het rampfonds is tegemoetgekomen, onroerende goederen onderworpen aan het recht van voorkoop, onroerende goederen onderworpen aan de onteigening ten algemenen nutte... - De omtrekken gebonden aan de beleidsvormen inzake operationele inrichting : ruilverkavelingsomtrekken, stadsheroplevingsomtrekken, stadsvernieuwingsomtrekken, bevoorrechte initiatiefgebieden... - De patrimoniale omtrekken en sites : beschermde monumenten en sites met inbegrip van de archeologische opgravingen, monumentaal erfgoed van België, lijst van de bomen en bijzondere hagen... - de omtrekken van de ecologische drukfactoren; - De landschappelijk waardevolle omtrekken : afbakening van de landschappelijk waardevolle omtrekken zoals opgenomen in het gewestplan.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 15 januari 2015 tot herziening van het gewestplan Aat-Lessen-Edingen (blad 38/2) en tot aanneming van het voorontwerp van herziening met het oog op de opneming, op het grondgebied van de gemeente Lessen, van een ontginningsgebied voor de uitbating van een porfierafzetting tussen de groeven Léon Frères en Emile Lenoir et Vandevelde, van een industrieel bedrijfsgebied voor de aanleg van een multimodaal platform voor het vervoer van de ontgonnen materialen, van een reserveringsomtrek voor het herstel van de wegverbinding Lessen - Bois de Lessines en van een groengebied als planologische compensatie.

Namen, 15 januari 2015.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO

Bijlage D.3.

Bestaande feitelijke situatie Biofysisch milieu - Lucht en klimaat (waarvan windrichting) - Oppervlakte- en grondwater - Grond en ondergrond (waarvan het reliëf en de identificatie van afzettingen met een te beschermen hoge economische of patrimoniale waarde) - Biotopen - Risico's op natuurrampen en geotechnische drukfactoren waaraan de studieomtrek onderworpen is : ? overstromingen; ? karstnatuurfenomenen; ? mijnrisico; ? instorting; ? grondverschuiving; ? aardbevingsrisico. - Landschappelijk waardevolle omtrekken (naar gelang van de krachtlijnen van het landschap en de aanwezigheid van uitzonderlijke uitzichten) Menselijk milieu - Geluids- en geuromgeving; - Ligging van de woongebieden, stedenbouwkundige structuur en architecturale vorm van het bebouwd gedeelte en van de openbare ruimten; - Culturele en natuurlijke erfgoederen; - Landschap en visuele omgeving; - Infrastructuren en uitrustingen; - Het verkeer van de langzame vervoermiddelen; - Aanwezigheid van onroerende goederen of van een beschermde site; - Net van openbare vervoersmiddelen en frequenties - bereikbaarheidskaarten.

De menselijke activiteiten - Aard en eigenschappen van de huidige en potentiële activiteiten (in het kader van het huidige gewestplan); - Gevoelige sociaal-culturele uitrustingen; - Andere menselijke bezigheden gevoelig voor de storende activiteiten; - Landbouwactiviteiten; - Andere economische activiteiten.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 15 januari 2015 tot herziening van het gewestplan Aat-Lessen-Edingen (blad 38/2) en tot aanneming van het voorontwerp van herziening met het oog op de opneming, op het grondgebied van de gemeente Lessen, van een ontginningsgebied voor de uitbating van een porfierafzetting tussen de groeven Léon Frères en Emile Lenoir et Vandevelde, van een industrieel bedrijfsgebied voor de aanleg van een multimodaal platform voor het vervoer van de ontgonnen materialen, van een reserveringsomtrek voor het herstel van de wegverbinding Lessen - Bois de Lessines en van een groengebied als planologische compensatie.

Namen, 15 januari 2015.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO

Bijlage D.5.

Milieueffecten Effecten op lucht en klimaat - Eventuele verstoring van het microklimaat door hoge gebouwen (schaduw, turbulentie aan de voet van hoogbouw ...); - Eventuele deelneming aan de mistvorming door de emissie van stoffen in de lucht onder gunstige spreidingsvoorwaarden.

Effecten op het oppervlakte- en grondwater - Wijziging van het hydrogeologische stelsel van de waterhoudende en hydrologische lagen van de waterlopen gebonden aan de impregnatie van de gronden door de gebouwen en inrichtingen in de bodem (wegen en parkeerplaatsen); - Wijziging van de chemische en microbiologische kwaliteit en van de troebelheid van de waterlopen gebonden aan de lozingen van regen- en gezuiverd water; - Wijziging van het stelsel van de waterlopen gebonden aan de lozingen van regen- en gezuiverd water; - Gevaar voor toevallige verontreiniging gebonden met name aan de opslag van producten of afvalstoffen; - Mogelijk gebruik van plaatselijke watervoorraden door het putten; - Karststelsel en instortingen door de bronbemaling van de lagen.

Effecten op de grond en ondergrond - Onomkeerbare immobilisatie van de grond en ondergrond gebonden aan de ligging van de gebouwen en aan inrichtingen van de bodem door de wegen en parkeerplaatsen; - Gevaar voor toevallige verontreiniging gebonden met name aan de opslag van producten of afvalstoffen - Kaarst- en/of mijninstortingen met hoge risico's.

Effecten op de fauna en de flora - Verwoesting en/of verbrokkeling van de biotopen wegens de ligging van de gebouwen, de inrichtingen van de bodem en de wijziging van het bodemreliëf; - Verslechtering van de ecotopen door gasachtige, vloeibare of vaste verontreinigende stoffen; - Verstoring van de fauna gebonden aan de activiteiten (geluid, bewegingen,...); - Effect op de gebieden die voor het leefmilieu bijzonder belangrijk zijn, zoals die aangewezen overeenkomstig de richtlijnen 79/409/EG (behoud van de vogelstand) en 92/43/EG (instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna = Natura 2000-netwerk).

Effecten op de menselijke gezondheid en veiligheid - Verslechtering van de gezondheid gebonden aan lawaai geproduceerd door de voertuigen die het circuit gebruiken, met name, de motorfietsen, en door de verkeerstoename; - Verslechtering van de gezondheid gebonden aan de emissie van atmosferische verontreinigende stoffen; - Inbreuk op de veiligheid gebonden aan de toename van het verkeer van motorfietsen, wagens, vrachtwagens op het wegennet; - Trillingen te wijten aan de processen van de ondernemingen (zeven, stamp- en breekmachines...) Effecten op aangenaam leefklimaat - Verslechtering van de geuromgeving door de emissie van gasachtige verontreinigende stoffen en zelfs afvalstoffen; - Verslechtering van de geluidsomgeving door de luidruchtige activiteiten en de toename van het verkeer; - Verslechtering van de visuele kwaliteit gebonden aan de volumetrie of aan de architecturale en stedenbouwkundige samenstelling van de toekomstige gebouwen alsmede aan de vermoedelijke wijzigingen van het bodemreliëf om ze te bouwen.

Effecten op de materiële en patrimoniale goederen - Beschadiging van de patrimoniale onroerende goederen door de atmosferische emissies van enkele verontreinigende industrieën; - Schade aan eventuele archeologische plaatsen.

Effecten op mobiliteit, verkeersnetten en infrastructuren - Scheiding van het verkeer per vervoersmiddel - Ongeschikte mobilisatie van de verkeersinfrastructuren verantwoordelijk voor de gevolgen op de vlotte doorstroming van het verkeer - Verstoring door een ongeschikte last op het netwerk voor bruikbaarheid en zuivering van water - Overbelasting van de elektriciteits-, gas- en communicatienetten.

Effecten op de activiteiten - Effect op de primaire activiteiten (landbouw, bosbouw) die aanwezig zijn op de site van het voorontwerp gebonden aan de mobilisatie van de grond en ondergrond - Effect op enkele gebruiken van de bodem en voortdurende of toevallige gevoelige activiteiten (woonplaatsen, toerisme...) gebonden aan eventuele geluids- of reukshinder.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 15 januari 2015 tot herziening van het gewestplan Aat-Lessen-Edingen (blad 38/2) en tot aanneming van het voorontwerp van herziening met het oog op de opneming, op het grondgebied van de gemeente Lessen, van een ontginningsgebied voor de uitbating van een porfierafzetting tussen de groeven Léon Frères en Emile Lenoir et Vandevelde, van een industrieel bedrijfsgebied voor de aanleg van een multimodaal platform voor het vervoer van de ontgonnen materialen, van een reserveringsomtrek voor het herstel van de wegverbinding Lessen - Bois de Lessines en van een groengebied als planologische compensatie.

Namen, 15 januari 2015.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO .

^