Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 16 december 2020
gepubliceerd op 23 december 2020

Besluit van de Waalse Regering van bijzondere machten nr. 67 betreffende de toekenning van energiesteun aan gezinnen in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19 en de winterperiode

bron
waalse overheidsdienst
numac
2020044554
pub.
23/12/2020
prom.
16/12/2020
ELI
eli/besluit/2020/12/16/2020044554/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 DECEMBER 2020. - Besluit van de Waalse Regering van bijzondere machten nr. 67 betreffende de toekenning van energiesteun aan gezinnen in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19 en de winterperiode


Verslag aan de Waalse Regering betreffende het besluit van de Waalse Regering van bijzondere machten nr. 67 betreffende de toekenning van energiesteun aan gezinnen in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19 en de winterperiode 1. Algemene voorstelling Op 22 april heeft de Regering besloten een eenmalige steun van 100 euro toe te kennen aan gezinnen die zijn uitgerust met een elektriciteitsbudgetmeter en 75 euro aan gezinnen die zijn uitgerust met een gasbudgetmeter.Deze bepaling was bedoeld om deze gezinnen te ondersteunen bij de aanpak van de gevolgen van de gezondheidscrisis en de maatregelen die tijdens de crisis zijn genomen. Er is ook besloten om steun te verlenen aan gezinnen die tijdens de drie maanden waarin de procedures voor de installatie van budgetmeters werden opgeschort, zijn gebleven.

Gezien de verergering van de gezondheidscrisis, de winterperiode die een oplading van grotere hoeveelheden vereist dan in de zomer, en de aanneming van een bepaling die vergelijkbaar is met die van maart betreffende de opschorting van de procedures voor de installatie van budgetmeters, wordt voorgesteld dat de Regering een ontwerpbesluit aanneemt waarbij financiële steun wordt verleend aan gezinnen met budgetmeters en gezinnen in levering X, om hen tijdens deze crisisperiode te ondersteunen. 2. Artikelsgewijze bespreking - Artikel 1 voorziet in de toekenning van 150 euro voor gezinnen met gasbudgetmeters en 50 euro voor gezinnen met elektriciteitsbudgetmeters.Deze steun wordt verleend door middel van een oplading van de budgetmeter. Gezinnen die zijn uitgerust met een budgetmeter, behoren tot de lage inkomenscategorieën en zijn daarom gedwongen om hun energieverbruik te beperken tot wat ze kunnen vooruitbetalen - of afzien van andere uitgaven, zoals gezondheidszorg of voedsel. Volgens een studie van de "CWaPe" zijn gezinnen die hun budgetmeter voor een lange periode behouden, degenen die vertrouwen op het instrument om te voorkomen dat ze zich in de post "energieverbruik" in de schulden steken. Volgens deze studie kunnen gezinnen die met een budgetmeter zijn uitgerust, ook te maken krijgen met stroomonderbreking. Met andere woorden hebben de gezinnen die zijn uitgerust met een budgetmeter, in normale tijden al moeite om toegang te krijgen tot voldoende energie.

Deze moeilijkheden worden nog versterkt tijdens de winterperiode, aangezien de verbruikskosten van de verwarmingsvector zich voornamelijk in deze periode concentreren. Onder normale omstandigheden hebben gezinnen de mogelijkheid om bij familie te verblijven of naar publiek toegankelijke plaatsen te gaan om hun consumptie thuis te beperken. In deze periode van strikte beperking van de contacten buiten de gezinskern kunnen deze strategieën niet meer worden gebruikt. - Artikel 2 voorziet in een eenmalige en buitengewone steun voor gezinnen die in aanmerking kwamen voor een "X"-levering als gevolg van een wanbetalingsprocedure die tussen 30 juni 2020 en 7 december 2020 is ingeleid. De bepalingen van het besluit van bijzondere machten betreffende noodmaatregelen voor de toegang tot energie tijdens de crisis COVID en de winterperiode schorten de procedures voor de installatie van budgetmeters op. Deze bepaling zal ertoe leiden dat gezinnen die door deze wanbetalingsprocedures worden getroffen, in levering X worden geplaatst. De distributienetbeheerders hebben nu niet langer de mogelijkheid om bij klanten thuis te komen om de budgetmeter te installeren. Aangezien het tarief voor levering X wordt berekend op basis van de gemiddelde markttarieven, is het nadelig voor gezinnen in levering X. Daarom wordt voorgesteld om steun te verlenen aan gezinnen die door deze situatie worden getroffen. Het bedrag van deze steun is 230 euro voor elektriciteit en 135 euro voor gas. Deze bedragen komen overeen met een dekking van 50% van het verbruik van 6 maanden door een gezin in levering X. Het bedrag van de steun wordt afgetrokken van de volgende verbruiksfactuur die door de netbeheerder naar het gezin wordt gestuurd. - In artikel 3 wordt de wijze van verslaglegging van de netbeheerders aan de administratie uiteengezet om in aanmerking te komen voor de terugbetaling van de bedragen. - Artikel 4 verbiedt de cumulatie van de in de artikelen 1 en 2 bedoelde steun.

Raad van State Afdeling Wetgeving

Advies 68.402/4 van 9 december 2020 over een ontwerp-besluit van de Waalse Regering van bijzondere machten XXX 'betreffende de toekenning van energiesteun aan gezinnen in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19 en de winterperiode' Op 2 december 2020 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice-Minister-President en Minister van Klimaat, Energie en Mobiliteit van het Waalse Gewest verzocht binnen een termijn van vijf werkdagen een advies te verstrekken over een ontwerp-besluit van de Waalse Regering van bijzondere machten XXX 'betreffende de toekenning van energiesteun aan gezinnen in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19 en de winterperiode'.

Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 9 december 2020. De kamer was samengesteld uit Martine BAGUET, Kamervoorzitter, Luc CAMBIER en Bernard BLERO, staatsraden, en Charles Henri VAN HOVE, toegevoegd griffier.

Het verslag is uitgebracht door Anne VAGMAN, eerste auditeur.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 9 december 2020.

Volgens artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten 'op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, moeten in de adviesaanvraag in het bijzonder de redenen opgegeven worden tot staving van het spoedeisend karakter ervan.

De motivering in de brief luidt als volgt: "Gelet op het ministerieel besluit van 28 oktober 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2020 pub. 28/10/2020 numac 2020010455 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, laatst gewijzigd bij het ministerieel besluit van 1 november 2020;

Gelet op het verslag van 24 november 2020 opgesteld overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Overwegende dat de WHO het coronavirus COVID-19 als pandemie gelabeld heeft op 11 maart 2020;

Gelet op de verklaring van WHO in verband met de kenmerken van het coronavirus COVID-19, in het bijzonder de sterke besmettelijkheid, het sterfelijkheidsrisico en het aantal vastgestelde gevallen;

Gelet op de openingstoespraak van de directeur-generaal van de WHO van 12 oktober 2020, waarin staat dat het virus vooral wordt overgedragen tussen nauwe contacten en leidt tot uitbraken van epidemieën die door de toepassing van gerichte maatregelen kunnen worden bestreden;

Gelet op het feit dat ons land sinds 16 oktober 2020 op nationaal niveau op dreigingsniveau 4 (zeer hoog niveau) staat;

Overwegende dat deze nieuwe exponentiële evolutie tot gevolg heeft dat de bezettingsgraad van de ziekenhuizen, in het bijzonder van de diensten van de intensieve zorg, opnieuw kritiek wordt; dat op 3 november 2020 in totaal 7485 patiënten werden opgenomen in de Belgische ziekenhuizen; dat op diezelfde datum in totaal 1351 patiënten werden opgenomen op de diensten van de intensieve zorg; dat de druk op de ziekenhuizen en op de continuïteit van de niet-COVID-19-zorg toeneemt en dat dit een aanzienlijk effect kan hebben op de volksgezondheid; dat de opvang van patiënten op het grondgebied meer en meer onder druk komt te staan;

Overwegende dat het coronavirus COVID-19 een infectieziekte is die meestal de longen en luchtwegen aantast;

Overwegende dat tijdens deze gezondheidscrisis alle maatregelen moeten worden genomen om te voorkomen dat gezinnen dringend bij familieleden moeten verblijven en zich dus in dezelfde woning moeten verzamelen omdat ze geen toegang tot elektriciteit of gas zouden hebben, des te meer in deze winterperiode;

Overwegende dat de huidige en toekomstige maatregelen die worden genomen om de verspreiding van het virus in de bevolking te beperken, het noodzakelijk maken om de verplaatsingen van elk individu te beperken en het noodzakelijk maken om thuis te werken; dat deze maatregel leidt tot een groter energieverbruik door de gezinnen, wat nog wordt versterkt door de winterperiode;

Overwegende dat de uitzonderlijke gezondheidscrisis in verband met COVID-19 die België momenteel doormaakt en de huidige en toekomstige maatregelen die zijn genomen om de verspreiding van het virus in de bevolking te beperken, het noodzakelijk maken om de verplaatsingen van iedereen te beperken en telewerken te verplichten; deze maatregelen leiden tot een hoger energieverbruik van de gezinnen, dat nog meer uitgesproken is tijdens de winterperiode;

Overwegende dat het nu nodig is om dringend te zorgen voor toegang tot voldoende energie voor iedereen op elk moment ;

Overwegende dat deze toegang tot energie, die in tijden van crisis des te belangrijker is, niet kan worden uitgesteld;

Overwegende dat in het licht van het voorgaande het ontbreken van dergelijke dringende maatregelen een ernstig gevaar zou vormen".

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten 'op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

ALGEMENE OPMERKINGEN (1) De rechtsgrond voor het ontworpen besluit is artikel 1 van het decreet van 29 oktober 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/10/2020 pub. 03/11/2020 numac 2020043484 bron waalse overheidsdienst Decreet tot toekenning van bijzondere machten aan de Waalse Regering om te reageren op de tweede golf van de gezondheidscrisis door COVID-19 type decreet prom. 29/10/2020 pub. 03/11/2020 numac 2020043485 bron waalse overheidsdienst Decreet tot toekenning van bijzondere machten aan de Waalse Regering om te reageren op de tweede golf van de gezondheidscrisis COVID-19 voor de aangelegenheden geregeld bij artikel 138 van de Grondwet sluiten 'tot toekenning van bijzondere machten aan de Waalse Regering om te reageren op de tweede golf van de gezondheidscrisis door COVID-19'.

In dit wettelijk kader zal het ontwerp-besluit worden onderworpen aan een latere decretale bevestiging overeenkomstig artikel 3 van het decreet van 29 oktober 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/10/2020 pub. 03/11/2020 numac 2020043484 bron waalse overheidsdienst Decreet tot toekenning van bijzondere machten aan de Waalse Regering om te reageren op de tweede golf van de gezondheidscrisis door COVID-19 type decreet prom. 29/10/2020 pub. 03/11/2020 numac 2020043485 bron waalse overheidsdienst Decreet tot toekenning van bijzondere machten aan de Waalse Regering om te reageren op de tweede golf van de gezondheidscrisis COVID-19 voor de aangelegenheden geregeld bij artikel 138 van de Grondwet sluiten.

De Regering zal niet uit het oog verliezen dat, overeenkomstig artikel 2, § 2, van het decreet van 29 oktober 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/10/2020 pub. 03/11/2020 numac 2020043484 bron waalse overheidsdienst Decreet tot toekenning van bijzondere machten aan de Waalse Regering om te reageren op de tweede golf van de gezondheidscrisis door COVID-19 type decreet prom. 29/10/2020 pub. 03/11/2020 numac 2020043485 bron waalse overheidsdienst Decreet tot toekenning van bijzondere machten aan de Waalse Regering om te reageren op de tweede golf van de gezondheidscrisis COVID-19 voor de aangelegenheden geregeld bij artikel 138 van de Grondwet sluiten, het ontworpen besluit aan de Voorzitter van het Parlement zal worden meegedeeld vóór de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Er wordt overigens voorgesteld, zelfs als artikel 3bis, § 1, lid 2, van de gecoördineerde wetten "betreffende de Raad van State" het niet formeel voorschrijft, om het verslag aan de Regering dat is opgenomen in het dossier dat aan de Afdeling Wetgeving is toegezonden, tegelijk met het besluit te publiceren, vergezeld van het advies van de Afdeling Wetgeving.

BIJZONDERE OPMERKINGEN AANHEF De bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten 'tot hervorming der instellingen' verleent geen rechtsgrond aan het ontworpen besluit. Die wet moet dus niet vermeld worden in de aanhef. Het tweede lid ervan zal dus worden weggelaten.

DISPOSITIEF Artikel 1 1. Artikel 1 van het ontwerp luidt als volgt: "Een eenmalige en uitzonderlijke steun COVID-19 ten bedrage van honderdvijftig euro voor gas en vijftig euro voor elektriciteit wordt via de oplading van de budgetmeter toegekend aan de residentiële afnemer die op 30 november over een actieve budgetmeter beschikt.Deze steun wordt tot en met 31 maart 2021 verleend". 2. Aangezien de voorgenomen steun volgens de eerste zin "eenmalig en uitzonderlijk" is, ziet de afdeling wetgeving niet goed in waartoe de tweede zin strekt, die bepaalt dat de steun "tot en met 31 maart 2021" wordt verleend. Aldus: - ofwel wordt de betrokken steun toegekend via één enkele oplading van de budgetmeters; deze moet dan uitdrukkelijk worden vermeld en er moet worden bepaald dat de steun niet "tot en met 31 maart 2021", maar "uiterlijk op 31 maart 2021" wordt toegekend; - of wordt overwogen de toekenning van deze steun toe te staan door middel van opeenvolgende opladingen van de budgetmeters, voor een periode die afloopt op 31 maart 2021, voor een totaalbedrag van, naar gelang van het geval, honderdvijftig euro of vijftig euro; de voorgestelde regeling moet dan uitdrukkelijk in dit systeem voorzien en het organiseren.

In ieder geval zal het ontwerp herzien en aangevuld worden met het oog op een duidelijke en ondubbelzinnige organisatie van het beoogde systeem. 3. In de eerste zin moet "30 november 2020" worden geschreven in plaats van "30 november". Artikel 2 1. Artikel 2 van het ontwerp luidt als volgt: "Een eenmalige en uitzonderlijke steun COVID-19 wordt toegekend aan gezinnen die als gevolg van een na 30 juni 2020 ingeleide wanbetalingsprocedure in het kader van levering X zijn bevoorraad. Deze steun komt overeen met de helft van de kosten van de afsluitingsfactuur voor de bevoorrading in het kader van levering X door de distributienetbeheerder." 2. Het begrip "gezinnen die als gevolg van een wanbetalingsprocedure in het kader van levering X worden bevoorraad" heeft geen juridische draagwijdte.De bepaling zal worden herzien om de aldus beoogde hypothese duidelijk te specificeren, waarbij moet bovendien worden verwezen naar de relevante decretale en reglementaire bepalingen.

Bovendien ziet de afdeling Wetgeving niet in waarom in artikel 2 van het ontwerp wordt verwezen naar "gezinnen", die bovendien niet anders worden gedefinieerd, en niet naar "residentiële afnemers", die dan weer in artikel 1 worden genoemd (2).

Artikel 2 zal in het licht van deze opmerking opnieuw worden bekeken. 3. Er is geen beperking in de tijd voor de toekenning van de betrokken steun, met uitzondering van de "afsluitingsfactuur voor de bevoorrading in het kader van levering X".De vraag rijst of dit inderdaad de bedoeling is van de auteur van het ontwerp, temeer daar de voorgenomen steun wordt omschreven als "eenmalig en uitzonderlijk".

Artikel 2 zal in het licht van deze opmerking opnieuw worden bekeken.

Artikel 3 1. In lid 1 worden de woorden "via een specifiek begrotingsartikel" weggelaten.2. De leden 2 tot en met 4 luiden als volgt: "De distributienetbeheerder stelt de Administratie in kennis van een aangifte van schuldvordering op erewoord met vermelding van: -het totale bedrag van de toegekende steun en het aantal afnemers met budgetmeters, die in aanmerking komen voor de steun voor gas enerzijds en voor elektriciteit anderzijds; -de kosten voor de overname van vijftig procent van de bedragen van de afsluitingsfacturen voor leveringen X en het aantal betrokken afnemers voor gas enerzijds en voor elektriciteit anderzijds.

Een eerste aangifte van schuldvordering wordt uiterlijk 26 februari 2021 ingediend. De tweede aangifte van schuldvordering wordt uiterlijk 30 september 2021 ingediend.

Het bedrag van de steun COVID-19 wordt aan de netbeheerders terugbetaald nadat de administratie de bewijsstukken heeft gecontroleerd".

Terwijl in de leden 2 en 3 van de voorliggende bepaling wordt bepaald dat de distributienetbeheerder twee aangiften van schuldvordering op erewoord moet indienen om de terugbetaling van de in het ontwerp voorziene steun te verkrijgen, die hij in wezen aan de begunstigden heeft voorgeschoten, wordt in lid 4 bepaald dat de administratie pas tot terugbetaling overgaat na controle van de "bewijsstukken", waarvan de precieze aard en het precieze doel niet anders zijn aangegeven.

Zoals de ontworpen bepaling is opgesteld, is het dus niet duidelijk wat het doel van de aangiften van schuldvordering op erewoord is, noch de precieze aard en het doel van de "bewijsstukken", noch, meer in het algemeen, volgens welke procedure en modaliteiten een verband zal worden gelegd tussen deze twee categorieën van documenten en de terugbetaling ervan.

De ontworpen tekst zal in het licht van deze opmerking herzien en aangevuld worden.

De griffier Charles-Henri Van Hove De voorzitter, Martine Baguet _______ Nota's (1) Voor soortgelijke opmerkingen, zie met name mutatis mutandis advies nr.67.470/4 verstrekt op 2 juni 2020 over een ontwerp dat het besluit van de Waalse Regering van bijzondere machten nr. 42 'betreffende de toekenning van specifieke steun aan de gezinnen inzake gas en elektriciteit in het kader van de sanitaire crisis COVID-19' is geworden, http://www.raadvst-consetat.be/dbx/avis/67470.pdf. (2) In de nota aan de Regering over de ontwerptekst wordt in beide gevallen "gezinnen" genoemd. 16 DECEMBER 2020. - Besluit van de Waalse Regering van bijzondere machten nr. 67 betreffende de toekenning van energiesteun aan gezinnen in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19 en de winterperiode De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 29 oktober 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/10/2020 pub. 03/11/2020 numac 2020043484 bron waalse overheidsdienst Decreet tot toekenning van bijzondere machten aan de Waalse Regering om te reageren op de tweede golf van de gezondheidscrisis door COVID-19 type decreet prom. 29/10/2020 pub. 03/11/2020 numac 2020043485 bron waalse overheidsdienst Decreet tot toekenning van bijzondere machten aan de Waalse Regering om te reageren op de tweede golf van de gezondheidscrisis COVID-19 voor de aangelegenheden geregeld bij artikel 138 van de Grondwet sluiten tot toekenning van bijzondere machten aan de Waalse Regering om te reageren op de tweede golf van de gezondheidscrisis door COVID-19, artikel 1;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 13 september 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 13/09/2019 pub. 23/09/2019 numac 2019204305 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten sluiten tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 2 oktober 2020;

Gelet op het ministerieel besluit van 28 oktober 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2020 pub. 28/10/2020 numac 2020010455 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, laatst gewijzigd bij het ministerieel besluit van 1 november 2020;

Gelet op het verslag van 24 november 2020 opgesteld overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Overwegende dat de WHO het coronavirus COVID-19 als pandemie gelabeld heeft op 11 maart 2020;

Gelet op de verklaring van WHO in verband met de kenmerken van het coronavirus COVID-19, in het bijzonder de sterke besmettelijkheid, het sterfelijkheidsrisico en het aantal vastgestelde gevallen;

Gelet op de openingstoespraak van de directeur-generaal van de WHO van 12 oktober 2020, waarin staat dat het virus vooral wordt overgedragen tussen nauwe contacten en leidt tot uitbraken van epidemieën die door de toepassing van gerichte maatregelen kunnen worden bestreden;

Gelet op het feit dat ons land sinds 16 oktober 2020 op nationaal niveau op dreigingsniveau 4 (zeer hoog niveau) staat;

Overwegende dat deze nieuwe exponentiële evolutie tot gevolg heeft dat de bezettingsgraad van de ziekenhuizen, in het bijzonder van de diensten van de intensieve zorg, opnieuw kritiek wordt; dat op 3 november 2020 in totaal 7485 patiënten werden opgenomen in de Belgische ziekenhuizen; dat op diezelfde datum in totaal 1351 patiënten werden opgenomen op de diensten van de intensieve zorg; dat de druk op de ziekenhuizen en op de continuïteit van de niet-COVID-19-zorg toeneemt en dat dit een aanzienlijk effect kan hebben op de volksgezondheid; dat de opvang van patiënten op het grondgebied meer en meer onder druk komt te staan;

Overwegende dat het coronavirus COVID-19 een infectieziekte is die meestal de longen en luchtwegen aantast;

Overwegende dat tijdens deze gezondheidscrisis alle maatregelen moeten worden genomen om te voorkomen dat gezinnen dringend bij familieleden moeten verblijven en zich dus in dezelfde woning moeten verzamelen omdat ze geen toegang tot elektriciteit of gas zouden hebben, des te meer in deze winterperiode;

Overwegende dat de huidige en toekomstige maatregelen die worden genomen om de verspreiding van het virus in de bevolking te beperken, het noodzakelijk maken om de verplaatsingen van elk individu te beperken en het noodzakelijk maken om thuis te werken; dat deze maatregel leidt tot een groter energieverbruik door de gezinnen, wat nog wordt versterkt door de winterperiode ;

Overwegende dat de uitzonderlijke gezondheidscrisis in verband met COVID-19 die België momenteel doormaakt en de huidige en toekomstige maatregelen die zijn genomen om de verspreiding van het virus in de bevolking te beperken, het noodzakelijk maken om de verplaatsingen van iedereen te beperken en telewerken te verplichten; deze maatregelen leiden tot een hoger energieverbruik van de gezinnen, dat nog meer uitgesproken is tijdens de winterperiode;

Overwegende dat het nu nodig is om dringend te zorgen voor toegang tot voldoende energie voor iedereen op elk moment ;

Overwegende dat deze toegang tot energie, die in tijden van crisis des te belangrijker is, niet kan worden uitgesteld;

Overwegende dat in het licht van het voorgaande het ontbreken van dergelijke dringende maatregelen een ernstig gevaar zou vormen;

Gelet op het advies 68 402 van de Raad van State, gegeven op 9 december 2020, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 3, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Energie;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Er wordt een eenmalige en uitzonderlijke steun COVID-19 ten bedrage van honderdvijftig euro voor gas en vijftig euro voor elektriciteit via de distributienetbeheerder toegekend aan de residentiële afnemer die op 1 december 2020 over een actieve budgetmeter beschikt.

Het bedrag van de steun wordt door de leverancier in mindering gebracht op de eerstvolgende regularisatiefactuur. In geval van een regularisatie ten voordele van de afnemer geschiedt de terugbetaling zoals voorzien in de algemene voorwaarden van de leverancier en uiterlijk binnen 30 dagen na de datum van de regularisatiefactuur.

Art. 2.Er wordt een eenmalige en uitzonderlijke steun COVID-19 toegekend aan de residentiële afnemer wiens energievoorziening door de netbeheerder is overgenomen na de periode van 40 dagen als bedoeld in artikel 33 van het besluit van de Waalse Regering van 30 maart 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 30/03/2006 pub. 27/04/2006 numac 2006201390 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende de openbare dienstverplichtingen op de gasmarkt type besluit van de waalse regering prom. 30/03/2006 pub. 27/04/2006 numac 2006201391 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende de openbare dienstverplichtingen op de elektriciteitsmarkt sluiten betreffende de openbare dienstverplichtingen op de elektriciteitsmarkt en in artikel 34 van het besluit van de Waalse regering van 30 maart 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 30/03/2006 pub. 27/04/2006 numac 2006201390 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende de openbare dienstverplichtingen op de gasmarkt type besluit van de waalse regering prom. 30/03/2006 pub. 27/04/2006 numac 2006201391 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende de openbare dienstverplichtingen op de elektriciteitsmarkt sluiten betreffende de openbare dienstverplichtingen op de gasmarkt voor de installatie van een budgetmeter, als gevolg van een wanbetalingsprocedure die tussen 30 juni 2020 en 7 december 2020 is ingeleid.

Het bedrag van deze steun is tweehonderddertig euro voor elektriciteit en honderdvijfendertig euro voor gas. Het steunbedrag wordt door de netbeheerder in mindering gebracht op de volgende verbruiksfactuur. In geval van een regularisatie ten voordele van de afnemer geschiedt de terugbetaling uiterlijk binnen dertig dagen volgend op de datum van de verbruiksfactuur.

Art. 3.Het Gewest draagt de kosten van de in de artikelen 1 en 2 bedoelde steun.

De distributienetbeheerder stelt de Administratie uiterlijk 26 februari 2021 en een tweede maal uiterlijk 30 september 2021 in kennis van een aangifte van schuldvordering met vermelding van: - het totale bedrag en het aantal steunmaatregelen die op grond van artikel 1 voor gas, enerzijds, en elektriciteit, anderzijds, toegekend worden; - het totale bedrag en het aantal steunmaatregelen die op grond van artikel 2 voor gas, enerzijds, en elektriciteit, anderzijds, toegekend worden.

Het bedrag van de steun COVID-19 wordt door het Waalse Gewest aan de netbeheerders terugbetaald na kennisgeving van de in lid 2 bedoelde aangiften van schuldvordering.

Art. 4.De cumulatie van de in de artikelen 1 en 2 bedoelde steun is verboden.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 6.De Minister bevoegd voor het energiebeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 16 december 2020.

Voor de Regering: De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Klimaat, Energie en Mobiliteit, Ph. HENRY

^