Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 16 januari 2003
gepubliceerd op 11 maart 2003

Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale voorwaarden inzake watergebruik bij de vervaardiging van warmgewalste ijzeren en stalen producten

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2003200324
pub.
11/03/2003
prom.
16/01/2003
ELI
eli/besluit/2003/01/16/2003200324/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 JANUARI 2003. - Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale voorwaarden inzake watergebruik bij de vervaardiging van warmgewalste ijzeren en stalen producten


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de algemene voorwaarden voor de exploitatie van de inrichtingen bedoeld in het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten;

Gelet op het advies van de Adviescommissie voor de bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging, uitgebracht op 15 februari 2002;

Gelet op het advies van de Raad van State, uitgebracht op 25 september 2002, Besluit : ENIG HOOFDSTUK. - Toepassingsgebied en lozingsvoorwaarden Afdeling I . - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze voorwaarden zijn van toepassing op de activiteiten en installaties uit de sector van de vervaardiging van warmgewalste ijzeren en stalen producten die ingedeeld zijn onder de rubrieken 27.10 tot 28.4 : Voor de toepassing van dit besluit wordt de sector onderverdeeld in de volgende subsectoren : 1°. subsector I : productie van warmgewalste gieterij of ruwstaal, rubriek nr 27.10.01; 2°. subsector II : oxy- en elektrostaalfabriek, rubriek nr 27.10.02; 3°. subsector III : warmwalserijen en aanverwante activeiten.

Deze voorwaarden zijn van toepassing op de activiteiten en installaties die ingedeeld zijn onder de volgende rubrieken : a) 27.10.03 voor : - productie van warmgewalste ijzeren en stalen producten; - productie van ingots, ander ijzer en staal in primaire vorm en halffabrikaten; - productie en/of coating van warmgewalst breedband, bandstaal, plaatstaal en breed plaatstaal; - productie van warmgewalste staven; - productie van warmgewalste zware en lichte profielen en van damwandprofielen; b) 27.21 : vervaardiging van warmgewalste gietijzeren buizen en 27.22 : vervaardiging van warmgewalste stalen buizen; c) aanverwante activiteiten (voorzover verbonden met de voornaamste activiteit van de warmwalserij) : - 27.51.01 : gieten van ijzer met een geïnstalleerde productiecapaciteit die lager is dan 300 ton per dag (aanverwante activiteit); - 27.52.01 : gieten van staal met een geïnstalleerde productiecapaciteit die lager is dan 300 ton per dag (aanverwante activiteit); - 28.40 : smeden, persen, stampen en profielwalsen van metaal, poedermetallurgie. Afdeling II . - Lozingsvoorwaarden

Onderafdeling I. - Voorwaarden voor lozingen in gewoon oppervlaktewater

Art. 2.Industrieel afvalwater dat in gewoon oppervlaktewater wordt geloosd, voldoet aan de volgende voorwaarden : 1° de pH-waarde ligt tussen 6.5 en 9. Als het voortkomt uit het gebruik van gewoon oppervlaktewater en/of van grondwater, kan de natuurlijke pH-waarde als grenswaarde van de pH aangenomen worden als ze hoger is dan 9 of lager dan 6.5; 2° de biochemische zuurstofbehoefte over vijf dagen bij 20 °C en bij aanwezigheid van allyl thio-ureum is niet hoger dan 30 mg per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur;3° wat betreft subsector I is de chemische zuurstofbehoefte niet hoger dan 200 mg per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur;4° wat betreft de subsectoren II en III is de chemische zuurstofbehoefte niet hoger dan 100 mg per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur;5° het gehalte aan zwevende stoffen is niet hoger dan 40 mg per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur;6° het gehalte aan bezinkbare stoffen is niet hoger dan 0,5 ml per liter (statische bezinking gedurende 2 uur);7° wat betreft de subsectoren I en II is het gehalte aan niet-polaire koolwaterstoffen niet hoger dan 3 mg per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur;8° wat betreft subsector III is het gehalte aan niet-polaire koolwaterstoffen niet hoger dan 10 mg per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur; het gehalte aan anionactieve, kationactieve en niet-ionogene wasmiddelen is niet hoger dan 2 mg per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur; 9° wat betreft subsector I is het gehalte aan ammoniumstikstof niet hoger dan 100 mg N per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur;10° wat betreft subsectoren II en III is het gehalte aan ammoniumstikstof niet hoger dan 5 mg N per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur;11° wat betreft subsector I is het gehalte aan fenol niet hoger dan 2 mg per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur;wat betreft de subsectoren II en III is het gehalte aan fenol niet hoger dan 1 mg per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur; 12° wat betreft subsector I is het gehalte aan vlot ontleedbare cyaniden niet hoger dan 1 mg CN per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur;wat betreft subsectoren II en III is het gehalte aan vlot ontleedbare cyaniden niet hoger dan 0,5 mg CN per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur; 13° wat betreft subsectoren I en III is het gehalte aan fluorhoudende stoffen niet hoger dan 10 mg F per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur;wat betreft subsector II is het gehalte aan fluorhoudende stoffen niet hoger dan 15 mg per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur; 14° het gehalte aan sulfuren en mercaptans is niet hoger dan 5 mg S per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur;15° wat betreft subsectoren II en III is het gehalte aan totaal chroom niet hoger dan 0,5 mg Cr per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur;16° wat betreft subsector I is het gehalte aan totaal zink niet hoger dan 5 mg Zn per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur;wat betreft subsectoren II en III is het gehalte aan totaal zink niet hoger dan 3 mg per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur; 17° wat betreft subsector I is het gehalte aan totaal lood niet hoger dan 1 mg Pb per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur;wat betreft subsector II is het gehalte aan totaal lood niet hoger dan 0,7 mg Pb per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur; wat betreft subsector III is het gehalte aan totaal lood niet hoger dan 0,5 mg Pb per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur; 18° wat betreft subsectoren II en III is het gehalte aan totaal nikkel niet hoger dan 0,5 mg Ni per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur;19° wat betreft subsector I is het gehalte aan totaal mangaan niet hoger dan 1 mg Mn per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur;wat betreft subsectoren II en III is het gehalte aan totaal mangaan niet hoger dan 2 mg Mn per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur; 20° het gehalte aan totaal ijzer is niet hoger dan 3 mg Fe per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur;21° de temperatuur is niet hoger dan 30 °C;22° het is vrij van oliën, vetten of andere zwevende stoffen waarvan duidelijk kan worden vastgesteld dat ze een zwevende laag vormen;23° wat betreft subsector I is het gehalte aan polycyclische aromatische koolwaterstoffen - PAK's (som van de 6 van Borneff) niet hoger dan 25 µg per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur;wat betreft subsectoren II en III is het gehalte aan polycyclische aromatische koolwaterstoffen - PAK's (som van de 6 van Borneff) niet hoger dan 20 µg per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur; 24° wat betreft subsectoren I en II wordt het gehalte aan dioxinen beperkt d.m.v. de bijzondere voorwaarden; 25° wat betreft subsector II is het gehalte aan met petroleumether extraheerbare stoffen niet hoger dan 5 mg per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur;wat betreft subsector III is het gehalte aan met petroleumether extraheerbare stoffen niet hoger dan 15 mg per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur; 26° het is, behoudens uitdrukkelijke toestemming, vrij van de stoffen bedoeld in richtlijn 76/464/EEG en in de dochterrichtlijnen genomen overeenkomstig voormelde richtlijn, alsook in het besluit van 12 september 2002 tot aanpassing van de lijst van de relevante stoffen bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 29 juni 2000 tot bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging door bepaalde gevaarlijke stoffen;27° de volgende elementen worden door de bevoegde overheid vastgelegd in de vergunning : a) wanneer de lozingsnormen worden uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur, mogen de ogenblikkelijke concentraties niet hoger zijn dan tweemaal de gemiddelde concentraties over 24 uur.b) om na te gaan of de lozingen voldoen aan de normen uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur, wordt de procedure voor de oplevering van representatieve monsters en analysen gespecificeerd in de bijzondere voorwaarden.c) het regenwater dat op niet-ingesloten oppervlakten stroomt, komt in aanmerking voor een afzonderlijke opvang en een controle. Onderafdeling II. - Voorwaarden voor lozingen in openbare rioleringen

Art. 3.3. Industrieel afvalwater dat in openbare rioleringen geloosd wordt, voldoet aan de volgende voorwaarden : 1° de pH-waarde ligt tussen 6 en 9.5. Als het voortkomt uit het gebruik van gewoon oppervlaktewater en/of van grondwater, kan de natuurlijke pH-waarde als grenswaarde van de pH aangenomen worden als ze hoger is dan 9.5 of lager dan 6; 2° het gehalte aan zwevende stoffen is niet hoger dan 1 000 mg per liter;3° het gehalte aan bezinkbare stoffen is niet hoger dan 200 ml per liter (statische bezinking gedurende 2 uur);4° het gehalte aan anionactieve, kationactieve en niet-ionogene wasmiddelen is niet hoger dan 15 mg per liter;5° het gehalte aan chloriden is niet hoger dan 2 000 mg per liter;6° het gehalte aan sulfaten is niet hoger dan 2 000 mg per liter;7° wat betreft subsector I is het gehalte aan vlot ontleedbare cyaniden niet hoger dan 1 mg CN per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur;wat betreft subsectoren II en III is het gehalte aan vlot ontleedbare cyaniden niet hoger dan 0,5 mg CN per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur; 8° wat betreft subsectoren I en III is het gehalte aan fluorhoudende stoffen niet hoger dan 10 mg F per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur;wat betreft subsector II is het gehalte aan fluorhoudende stoffen niet hoger dan 15 mg per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur; 9° het gehalte aan sulfuren en mercaptans is niet hoger dan 5 mg S per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur;10° wat betreft de subsectoren II en III is het gehalte aan totaal chroom niet hoger dan 0,5 mg Cr per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur;11° wat betreft subsector I is het gehalte aan totaal zink niet hoger dan 5 mg Zn per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur;wat betreft de subsectoren II en III is het gehalte aan totaal zink niet hoger dan 3 mg per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur; 12° wat betreft subsector I is het gehalte aan totaal lood niet hoger dan 1 mg Pb per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur;wat betreft subsector II is het gehalte aan totaal lood niet hoger dan 0,7 mg Pb per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur; wat betreft subsector III is het gehalte aan totaal lood niet hoger dan 0,5 mg Pb per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur; 13° wat betreft de subsectoren II en III is het gehalte aan totaal nikkel niet hoger dan 0,5 mg Ni per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur;14° wat betreft subsector I is het gehalte aan totaal mangaan niet hoger dan 1 mg Mn per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur;wat betreft de subsectoren II en III is het gehalte aan totaal mangaan niet hoger dan 2 mg Mn per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur; 15° de diameter van de zwevende stoffen bedraagt hoogstens 10 mm;16° het gehalte aan met petroleumether extraheerbare stoffen is niet hoger dan 500 mg per liter;17° de temperatuur is niet hoger dan 45 °C;18° het is vrij van oliën, vetten of andere zwevende stoffen waarvan duidelijk kan worden vastgesteld dat ze een zwevende laag vormen;19° het bevat geen opgelost ontvlambaar of ontplofbaar gas, noch producten die het vrijmaken van dergelijke gassen kunnen veroorzaken;20° wat betreft subsector I is het gehalte aan polycyclische aromatische koolwaterstoffen - PAK's (som van de 6 van Borneff) niet hoger dan 25 µg per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur;wat betreft de subsectoren II en III is het gehalte aan polycyclische aromatische koolwaterstoffen - PAK's (som van de 6 van Borneff) niet hoger dan 20 µg per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur; 21° wat betreft de subsectoren I en II wordt het gehalte aan dioxinen (I-TEQ) beperkt overeenkomstig de bijzondere voorwaarden;22° het is, behoudens uitdrukkelijke toestemming, vrij van de stoffen bedoeld in richtlijn 76/464/EEG en in de dochterrichtlijnen genomen overeenkomstig voormelde richtlijn, alsook in het besluit van 12 september 2002 tot aanpassing van de lijst van de relevante stoffen bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 29 juni 2000 tot bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging door bepaalde gevaarlijke stoffen;23° de volgende gegevens worden door de bevoegde overheid in de vergunning vastgelegd : a) als de lozingsnormen als gemiddelde concentratie over 24 uur uitgedrukt worden, mogen de ogenblikkelijke concentraties niet hoger zijn dan twee maal de gemiddelde concentraties over 24 uur;b) om na te gaan of de lozingen voldoen aan de normen uitgedrukt als gemiddelde over 24 uur, wordt de procedure voor de oplevering van representatieve monsters en analysen gespecificeerd in de bijzondere voorwaarden.c) het regenwater dat over niet-ingesloten oppervlakten stroomt, wordt afzonderlijke opgevangen en gecontroleerd Onderafdeling III.- Referentievolumes

Art. 4.§ 1. Wat betreft subsector I, worden de lozingsvoorwaarden voor de installaties bedoeld in artikel 1 vastgelegd op grond van het specifieke referentievolume van 5 m3 effluent per ton geproduceerde gieterij. § 2. Wat betreft subsector II, worden de lozingsvoorwaarden voor de installaties bedoeld in artikel 1 vastgelegd op grond van het specifieke referentievolume van 5 m3 effluent per ton geproduceerde gieterij voor bestaande installaties en van 2 m3 voor nieuwe installaties. § 3. Wat betreft subsector III, worden de lozingsvoorwaarden voor de installaties bedoeld in artikel 1 vastgelegd op grond van het specifieke referentievolume van 5 m3 effluent per ton gewalst product voor bestaande installaties en van 2 m3 voor nieuwe installaties.

Onderafdeling IV. - Afwijkingen

Art. 5.§ 1. Voor subsector I kan de bevoegde overheid afwijken van de normen inzake : 1° ammoniumstikstof wanneer meer dan 100 kg kool per ton gieterij worden geïnjecteerd in de hoogoven; 2°.zink wanneer zinkrijke stoffen worden gerecycleerd in de hoogoven. § 2. Voor subsector II kan de bevoegde overheid afwijken van de normen inzake : 1° nikkel en chroom voor de productie van roestvrij staal;2° zink wanneer zinkvrije stoffen worden gerecycleerd. § 3. Voor subsector III kan de bevoegde overheid afwijken van de normen inzake nikkel en chroom voor het walsen van roestvrij staal.

Wat betreft de nieuwe installaties van subsector III : 1) is het gehalte aan niet-polaire koolwaterstoffen niet hoger dan 7 mg/l per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur, voor lozingen in oppervlaktewater;2) is het gehalte aan met petroleumether extraheerbare stoffen niet hoger dan 10 mg/l per liter, uitgedrukt als gemiddelde concentratie over 24 uur, voor lozingen in oppervlaktewater; Onderafdeling V. - Analyse- en monsternemingstechnieken

Art. 6.Voor de monsternemingen en de analyse van de gezamenlijke parameters bedoeld in de artikelen 2 en 3 van deze sectorale voorwaarden wordt gebruik gemaakt van de technieken die tegenwoordig toegepast worden of goedgekeurd zijn door het referentielaboratorium van het Waalse Gewest.

Art. 7.Voor de bepalingen van de artikelen 2 en 3 van dit besluit wordt "totaal metaal" gemeten aan de hand van een ongefilterd monster, aangezuurd bij PH2.

Onderafdeling VI. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen

Art. 8.Het koninklijk besluit van 29 oktober 1985 tot vaststelling van de sectoriële voorwaarden voor de lozing, in de gewone oppervlaktewateren, van afvalwater, afkomstig van de inrichtingen die behoren tot de sector "ijzer- en staalwinning langs vloeibare weg", wordt opgeheven.

Art. 9.Voor de inrichtingen die in werking zijn op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, kan de bevoegde overheid voorzien in voorwaarden die niet zo streng zijn als deze sectorale voorwaarden.

Die bijzondere voorwaarden zijn hoe dan ook gelijk aan de vorige vergunning. De geldigheidsduur ervan verstrijkt uiterlijk 31 oktober 2007.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2003.

Art. 11.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 16 januari 2003.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET

^