16 MAART 2000. - Besluit van de Waalse Regering tot verdeling voor 2000 van het krediet uitgetrokken op artikel 43.04, programma 03, organisatieafdeling 14 - Fonds voor Waals-Brabant

De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van 7 december 1989 tot vaststelling van de regelen inzake algemene financiering van de Waalse provincies;

Gelet op het decreet van 16 december 1999 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2000;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 februari 2000;

Overwegende dat bovenvermeld decreet van 7 december 1989 niet strikt toegepast kan worden op de provincie Waals-Brabant zolang het niet gewijzigd is op grond van de inpassing van de nieuwe provincie;

Overwegende dat het billijkheidshalve geboden is de voor de provincie Waals-Brabant bestemde dotatie uit te betalen volgens de regels die voor de andere provincies van het Waalse Gewest gelden en in artikel 3 van bovenvermeld decreet van 7 december 1989 worden bepaald;

Overwegende dat de provincie Waals-Brabant in 1999 een globale dotatie van 445.700.000 BEF heeft ontvangen en dat de eerste drie voorschotten voor 2000 gelijk moeten zijn aan 25 % van dit bedrag, d.w.z. 111.425.000 BEF, Besluit :

Artikel 1.Het krediet van 448.600.000 BEF, bestemd voor de algemene financiering van de provincie Waals-Brabant, en uitgetrokken op artikel 43.04, programma 03, organisatieafdeling 14, van de administratieve begroting van het Ministerie van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2000, wordt driemaandelijks uitbetaald als volgt : 1ste tranche : 111.425.000 BEF; 2de tranche : 111.425.000 BEF; 3de tranche : 111.425.000 BEF; 4de tranche : 114.325.000 BEF.

Art. 2.Deze bedragen worden gestort aan de N.V. "Gemeentekrediet van België" die ze op credit van de rekening van de provincie Waals-Brabant zal schrijven.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 16 maart 2000.

Art. 4.De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 16 maart 2000.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, J.-M. SEVERIN