Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 16 mei 2019
gepubliceerd op 12 december 2019

Besluit van de Waalse Regering tot aanneming van de herziening van het ruimtelijk ontwikkelingsplan aangenomen door de Waalse Regering op 27 mei 1999

bron
waalse overheidsdienst
numac
2019015439
pub.
12/12/2019
prom.
16/05/2019
ELI
eli/besluit/2019/05/16/2019015439/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 MEI 2019. - Besluit van de Waalse Regering tot aanneming van de herziening van het ruimtelijk ontwikkelingsplan aangenomen door de Waalse Regering op 27 mei 1999


De Waalse Regering, Gelet op het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling, de artikelen D.II.3, § 1, derde lid, en D.VIII.33;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 28 juli 2017 tot vastlegging van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 3 augustus 2017 tot regeling van de werking van de Regering;

Gelet op het rapport van 22 juni 2018, opgemaakt overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan, aangenomen door de Waalse Regering op 27 mei 1999;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2018 waarbij het ontwerp aangenomen wordt voor een ruimtelijk ontwikkelingsplan tot herziening van het door de Waalse Regering op 27 mei 1999 aangenomen ruimtelijk ontwikkelingsplan;

Overwegende dat het ontwerp voor het ruimtelijk ontwikkelingsplan en het milieueffectenverslag aan een openbaar onderzoek werden onderworpen overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk van titel 1 van boek VIII van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling;

Overwegende dat het openbaar onderzoek van 22 oktober 2018 tot 5 december 2018 heeft plaatsgevonden; dat een informatievergadering over het ontwerp van ruimtelijk ontwikkelingsplan in de hoofdplaats van elk arrondissement en op de zetel van de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd werd;

Overwegende dat aan het einde van het openbaar onderzoek 587 bezwaren en opmerkingen werden ingezameld;

Overwegende dat het ontwerp voor het ruimtelijk ontwikkelingsplan samen met het milieueffectenverslag op 19 oktober 2018 aan de bevoegde overheden werd overgemaakt van: - het Vlaams Gewest; - het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; - de "Région Grand-Est" (Franse Republiek); - de "Région des Hauts-de-France" (Franse Republiek); - het Land Rijnland-Palts (Duitse Bondsrepubliek); - het Land Noordrijn-Westfalen (Duitse Bondsrepubliek); - de provincie Limburg (Koninkrijk der Nederlanden); - het Groothertogdom Luxemburg;

Overwegende dat alleen de bevoegde overheden van het Vlaamse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een advies hebben uitgebracht; dat zij binnen de voorgeschreven termijn zijn overgemaakt;

Overwegende dat het ontwerp voor het ruimtelijk ontwikkelingsplan samen met het milieueffectenverslag op 19 oktober 2018 ter advies is voorgelegd aan: * de Beleidsgroep « Ruimtelijke Ordening »; * de Beleidsgroep « Leefmilieu »; * de "Conseil économique, social et environnemental de Wallonie" (Economische, sociaal en Milieuraad van Wallonië); * de "Union des villes et communes de Wallonie" (Unie van de Waalse steden en gemeenten); * « Wallonie développement »; * de autonome adviesverleningscel voor duurzame ontwikkeling;

Overwegende dat de autonome adviesverleningscel voor duurzame ontwikkeling geen advies heeft uitgebracht wegens de ontbinding ervan op 17 juli 2018;

Overwegende dat de adviezen van de andere instanties binnen zestig dagen na de verzending van het verzoek zijn overgemaakt;

Overwegende dat het advies van de gemeenteraden werd gevraagd bij aangetekende brief van 7 december 2018;

Gelet op de adviezen die binnen de termijn per post zijn overgemaakt door de gemeenteraden van: * Amay, Amel, Andenne, Anthisnes, Antoing, Aarlen, Aubange, Aywaille, * Baelen, Bastenaken, Beaumont, Bevekom, Beloeil, Berloz, Bertogne, Beyne-Heusay, Bièvre, Binche, Bouillon, Boussu, Eigenbrakel, `s-Gravenbrakel, Braives, Brunehaut, Büllingen, Burg-Reuland, Bütgenbach, * Chapelle-lez-Herlaimont, Charleroi, Châtelet, Chièvres, Chimay, Ciney, Clavier, Court-Saint-Etienne, Crisnée, * Dinant, Dison, Doische, * Ecaussinnes, Eghezée, Estaimpuis, Estinnes, * Fernelmont, Fléron, Fleurus, Vloesberg, Florenville, Fontaine-l'Evêque, Frameries, Frasnes-lez-Anvaing, Froidchapelle, * Gembloux, Genepiën, Gerpinnes, Gouvy, * Habay, Hamoir, Hamois, Ham-sur-Heure-Nalinnes, Hastière, Havelange, Hensies, Herbeumont, Herstal, Herve, Houffalize, Hoei, * Itter, * Jalhay, Jemeppe-sur-Sambre, Geldenaken, Juprelle, Jurbeke, * Kelmis, * La Bruyère, Terhulpen, Le Roeulx, Les Bons Villers, Lessen, Leuze-en-Hainaut, Libin, Libramont-Chevigny, Lincent, Lobbes, * Malmedy, Marche-en-Famenne, Messancy, Modave, Mont-de-l'Enclus, Morlanwelz, Moeskroen, Musson, * Namen, Neufchâteau, Neupré, Nijvel, * Ohey, Orp-Jauche, Ottignies-Louvain-la-Neuve, Ouffet, * Paliseul, Pecq, Perwijs, Pont-à-Celles, * Quaregnon, Quévy, Quiévrain, * Ramillies, Rebecq, Remicourt, Rendeux, Rouvroy, * Saint-Ghislain, Saint-Léger, Sambreville, Sankt-Vith, Seneffe, Silly, Zinnik, Sombreffe, Somme-Leuze, Soumagne, Sprimont, Stoumont, * Theux, Thimister-Clermont, Tinlot, Trois-Ponts, Trooz, Tubeke, * Verlaine, Verviers, Villers-la-Ville, Virton, Wezet, * Walhain, Wanze, Borgworm, Waterloo, Waver, Welkenraedt, Wellin;

Gelet op de adviezen die binnen de termijn per e-mail zijn overgemaakt door de gemeenteraden van: * Hannuit, Luik;

Gelet op de adviezen die buiten de termijn per post zijn overgemaakt door de gemeenteraden of de gemeentecolleges van: * Aiseau-Presles, Anderlues, Assesse, Aat, Attert, Aubel, * Bitsingen, Bernissart, Bertrix, Blegny, Kasteelbrakel, Brugelette, * Celles, Chaudfontaine, Chaumont-Gistoux, Colfontaine, Comblain-au-Pont, Komen-Waasten, Courcelles, Couvin, * Dalhem, Daverdisse, Dour, * Elzele, Edingen, Erquelinnes, Etalle, * Faimes, Farciennes, Fauvillers, Ferrières, Flémalle, Floreffe, Florennes, Fosses-la-Ville, * Geer, Gesves, * Honnelles, Hotton, Houyet, * La Louvière, La Roche-en-Ardenne, Lasne, Léglise, Lens, Limbourg, Lontzen, * Manage, Marchin, Mettet, Bergen, Mont-Saint-Guibert, * Nandrin, Nassogne, * Olne, Oupeye, * Pepinster, Pérulwez, Philippeville, Plombières, Profondeville, * Rixensart, Rochefort, Rumes, * Saint-Georges-sur-Meuse, Saint-Hubert, Saint-Nicolas, Sivry-Rance, Stavelot, * Tellin, Tenneville, Thuin, Doornik, * Vielsalm, Villers-le-Bouillet, Viroinval, * Waimes, Walcourt, * Yvoir, dat, indien zij niet binnen zestig dagen na de verzending van het verzoek zijn overgemaakt, zij als gunstig worden geacht;

Overwegende dat de volgende gemeente geen advies hebben overgemaakt : * Anhée, Ans, Awans, * Beauraing, Burdinne, * Cerfontaine, Chastre, Chiny, * Donceel, Durbuy, * Engis, Erezée, Esneux, Eupen, * Fexhe-le-Haut-Clocher, * Gedinne, Grâce-Hollogne, Grez-Doiceau, * Heilissem, Héron, * Incourt, * Lierneux, * Manhay, Martelange, Meix-devant-Virton, Merbes-le-Château, Momignies, Montigny-le-Tilleul, * Onhaye, Oerle, * Raeren, * Sainte-Ode, Seraing, Spa, * Tintigny, * Vaux-sur-Sûre, Vresse-sur-Semois, * Wasseiges;

Overwegende dat de bezwaren, opmerkingen en adviezen die aan het eind van het openbaar onderzoek zijn ingediend, zowel betrekking hebben op het milieueffectenverslag als op het ontwerp voor het ruimtelijk ontwikkelingsplan;

Milieueffectenverslag Overwegende dat de bezwaren, opmerkingen en adviezen die werden overgemaakt na afloop van het openbaar onderzoek, betrekking hebben op : * het onvolledig karakter van het milieueffectenverslag;

Overwegende dat de beleidsgroepen « Ruimtelijke Ordening » en « Leefmilieu » betreuren dat de bijkomende aanbevelingen die zij tijdens de opmaak van het ontwerp voor het ruimtelijk ontwikkelingsplan hebben gedaan met betrekking tot het milieueffectenverslag, niet zijn opgevolgd;

Overwegende dat de Waalse Regering benadrukt dat de aanbevelingen van de Beleidsgroepen gericht waren op het verdiepen van bepaalde onderdelen van de milieubeoordeling; dat hun adviezen de volledigheid van het verslag niet in twijfel trekken; * Conclusies van het milieueffectenverslag;

Overwegende dat de Waalse Regering opmerkt dat het studiebureau dat het milieueffectenverslag heeft opgesteld, van mening is dat het in juli 2018 aangenomen ontwerp voor het ruimtelijk ontwikkelingsplan de gewestelijke en supraregionale plannen en documenten respecteert; dat het de mogelijkheid biedt om de verschillende uitdagingen aan te gaan en dat de daarin ontwikkelde ontsluitingsbegsinelen en territoriale structuur een inhoud hebben die beantwoordt aan de maatregelen op het gebied van ruimtelijke ordening die in de 21e eeuw worden verwacht; dat zij om deze redenen heeft besloten de herzieningsprocedure voort te zetten;

Overwegende dat de bezwaren van het openbaar onderzoek met betrekking tot het ontwerp voor het ruimtelijk ontwikkelingsplan zowel formele als inhoudelijke kwesties betreffen;

Vorm V Overwegende dat aan de hand van de bezwaren, opmerkingen en adviezen over de vorm van het document, de Waalse regering besloten heeft om de volgende belangrijke wijzigingen in de tekst aan te brengen: * de tekst is geharmoniseerd, zodat hij volledig in de tegenwoordige tijd is geschreven; * de tekst vermijdt opsommingen (met name voor de beleidskernen) en verwijst naar de bijlagen; * in de Franse versie is het voornaamwoord "on" geschrapt en de betrokken openbare overheid is duidelijk aangegeven. * de tekst is afgestemd op de manier waarop de begrippen waarnaar hij verwijst, in het Wetboek zijn geschreven. Hij geeft bijvoorbeeld de voorkeur aan het woord "activiteit" boven het woord "functie". Er wordt een uitzondering gemaakt voor "zachte" mobiliteit, die in de tekst als "actief" wordt omschreven, overeenkomstig een steeds couranter gebruik. * de "diensten" en de " uitrustingen" zijn gecombineerd volgens de logica van het Wetboek; * de verwijzingen van het Wetboek naar de "doelstellingen" die per doel moeten worden nagestreefd, zijn in de tekst opgenomen om de samenhang ervan aan te tonen; * verschillende terminologieën zijn gewijzigd: * "lagere schalen" wordt vervangen door "subregionale schalen" * "goederen met patrimoniale waarde" wordt vervangen door "goederen waarvan de patrimoniale waarde wordt erkend". * in de Franse versie heeft het woord "biens" de voorkeur boven "marchandises"; * het woord "corridor" wordt gebruikt voor het goederenvervoer per spoor en voor het overige wordt de term "communicatienetwerken op Europees niveau" gebruikt Overwegende dat de in PV.5 (toerisme) vervatte ontsluitingsbegsinelen inzake mobiliteit ook in DE.4 (mobiliteitsbeheer) zijn geïntegreerd;

Overwegende dat, voor zover de ruimtelijke structuur van het ruimtelijk ontwikkelingsplan "de door de Regering vastgestelde ecologische doorgangsgebieden" moet weerspiegelen, de methode voor het bepalen van de ecologische doorgangsgebieden en de beschrijving ervan niet langer in het ruimtelijk ontwikkelingsplan is opgenomen; dat nu wordt verwezen naar het besluit van de Waalse Regering van 9 mei 2019 tot aanneming van de ecologische doorgangsgebieden;

Overwegende dat het woord "stad" wordt gebruikt in het ruimtelijk ontwikkelingsplan in zijn gemeenschappelijke en niet-administratieve betekenis (de stad Doornik richt zich op Doornik als een ruimtelijke structuur en niet op het hele gemeentelijke grondgebied);

Overwegende dat aan de hand van de bezwaren, opmerkingen en adviezen op de kaarten, de Waalse Regering besloten heeft om de volgende belangrijke wijzigingen aan te brengen: * toevoeging van een titel aan de kaarten; * vereenvoudiging en harmonisering van de legendes; * aanpassing en nauwkeurigheid van de gegevens die op de kaarten worden weergegeven, per doelstelling;

Goed bestuur Overwegende dat de bezwaren, opmerkingen en adviezen die na afloop van het openbaar onderzoek zijn ingediend, betrekking hebben op het ontbreken van maatregelen van goed bestuur in het ruimtelijk ontwikkelingsplan;

Overwegende dat de Waalse Regering ervoor heeft gekozen om, vanaf het begin van de procedure voor de herziening van het ruimtelijk ontwikkelingsplan, de beheers- en programmeringsmaatregelen niet vergezeld te laten gaan van voorstellen die gericht zijn op de coördinatie van de acties van de verschillende actoren die betrokken zijn bij de ruimtelijke ordening; dat het aan hen is om de meest geschikte methoden uit te werken om de territoriale strategie voor Wallonië in de praktijk te brengen, op basis van de participatieprocessen die de Waalse regering wil versterken;

Modaliteiten voor het openbaar onderzoek - Overwegende dat de bezwaren, opmerkingen en adviezen die werden overgemaakt na afloop van het openbaar onderzoek, betrekking hebben op : * de samenstelling van het dossier dat aan een openbaar onderzoek werd onderworpen;

Overwegende dat de Waalse Regering benadrukt dat de bepalingen het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling werden nageleefd; dat de Waalse Overheidsdienst ruimtelijke Ordening, Wonen, Erfgoed en Energie bovendien een specifieke site heeft ontwikkeld die is gewijd aan het ruimtelijk ontwikkelingsplan en waar alle vereiste documenten zijn voorgelegd; * het feit dat het advies van bepaalde instanties, zoals de provincies en hun representatieve vereniging, niet is ingewonnen;

Overwegende dat artikel D.II.3 van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling niet voorziet in de raadpleging van de Provincies en hun representatieve vereniging in het kader van het onderzoek van de herziening van het ruimtelijk ontwikkelingsplan; dat de adviezen die zij op eigen initiatief hebben ingediend en die van andere instanties op dezelfde wijze zijn geanalyseerd als de raadplegingen waarin het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling voorziet; * de periode die de Waalse Regering heeft gekozen om het advies van de gemeenten in te winnen;

Overwegende dat de Waalse Regering de bepalingen van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling in acht heeft genomen; dat ervoor is gekozen om het advies in te winnen van de gemeenteraden die zijn voortgekomen uit de gemeenteraadsverkiezingen van 16 oktober 2018, voor zover het aan hen is om het ruimtelijk ontwikkelingsplan ten uitvoer te leggen; * De verschillen tussen het voorontwerp en het ontwerp voor het ruimtelijk ontwikkelingsplan;

Overwegende dat de geconstateerde verschillen betrekking hebben op twee documenten waarvan de juridische draagwijdte niet vergelijkbaar is; dat het in de bezwaren, opmerkingen en adviezen genoemde voorontwerp het document is dat aan de bevolking is voorgelegd tijdens de raadplegingsfase voorafgaand aan de opstelling van het ontwerp voor het ruimtelijk ontwikkelingsplan; dat het niet is voorzien in het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling en alleen werd gebruikt om het denken van de ontwerpers te verrijken;

Operationalisering van het ruimtelijk ontwikkelingsplan Overwegende dat de bezwaren, opmerkingen en adviezen die na afloop van het openbaar onderzoek zijn ingediend, betrekking hebben op de wijze waarop sommige van de vastgestelde ontsluitingsbegsinelen of beheers- en programmeringsmaatregelen ten uitvoer zijn gelegd, de financiering ervan en het niet-bindende karakter van het document voor degenen die het zullen moeten uitvoeren.

Overwegende dat de Waalse Regering eraan herinnert dat het Wetboek het ruimtelijk ontwikkelingsplan definieert als een gebiedsgebonden beleidsinstrument waaraan het een indicatieve juridische waarde toekent; * Hoe moeten sommige van de in de tekst uiteengezette beginselen of maatregelen op het gebied van beheer en programmering worden uitgevoerd;

Overwegende dat de gevraagde verduidelijkingen van de betekenis die moet worden gegeven aan bepaalde concepten (stad, dorp, stadscentrum, stadskern, wijk, hoofd- en/of structurerende infrastructuur, voorzieningen, diensten, corridors, stedelijk, landelijk, rand, universiteit, enz.) zijn ingevoerd door te verwijzen naar het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling en het gebruik ervan te rationaliseren door middel van het document en door de woordenlijst aan te vullen; dat het voor het overige passend is naar de gemeenschappelijke betekenis van een woord te verwijzen indien de definitie ervan niet in de woordenlijst voorkomt; dat dit het mogelijk maakt de ruimte voor mogelijke interpretaties, zoals die blijkt uit de bezwaren, opmerkingen en adviezen die aan het eind van het openbaar onderzoek worden toegezonden, te beperken;

Overwegende, in het bijzonder, dat het rigoureuzer is om te kiezen voor het begrip "centrumfuncties", meestal aangeduid als "stedelijke en landelijke", dan de woorden "steden", "dorpen", "stadscentra", "stadskernen", "wijken" te gebruiken, aangezien het rechtstreeks verwijst naar het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling, dat bepaalt dat het ruimtelijk ontwikkelingsplan, de (meer)gemeentelijke ontwikkelingsplannen "de beginselen voor de uitvoering van de doelstellingen moeten definiëren, in het bijzonder die welke betrekking hebben op de versterking van de stedelijke en landelijke centrumfuncties"; dat hij ook tussenbeide komt voor het gebied van gemeentelijk belang van het gewestplan; dat de definitie van "centraliteit" daarom is toegevoegd aan de woordenlijst;

Overwegende dat het ontwerp voor het ruimtelijk ontwikkelingsplan de tenuitvoerlegging van de beginselen herhaaldelijk lijkt te beperken tot de plannen, terwijl het ook van toepassing is op het gewestplan en de handleidingen; dat de tekst is verbeterd om er rekening mee te houden;

Overwegende dat in het ruimtelijk ontwikkelingsplan wordt overwogen om de methoden te specificeren die moeten worden gebruikt voor de tenuitvoerlegging van de beginselen van beheer en programmering die in de referentiedocumenten zijn vastgelegd bestemd voor de gemeentelijke overheden en projectontwikkelaars; dat de Waalse Regering over de expertise van universitaire instellingen beschikt, in het bijzonder van de Permanente Conferentie van de ruimtelijke ontwikkeling, waarvan zij het jaarlijks actieprogramma opstelt overeenkomstig artikel D.I.12 van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling; dat de volgende onderzoeken nu al werden besteld: - « Stratégie et référentiel pour des quartiers nouveaux de taille moyenne » (Strategie en referentiekader voor nieuwe middelgrote wijken), die moeten leiden tot de totstandbrenging van een referentiekader dat is aangepast aan middelgrote gebieden (tussen 2 en 15 ha); - « Des espaces publics de qualité conviviaux et sûrs » (Gebruiksvriendelijke en veilige openbare ruimten van hoge kwaliteit), wat zal leiden tot een vademecum voor operatoren en projectdragers; - « Gérer le territoire avec parcimonie » (Spaarzaam beheer van het gebied), wat zal leiden tot een operationele handleiding voor het grote publiek, de inrichters planners en de lokale besturen. - « Urbanisation des noeuds de communication et mixité de fonction » (Verstedelijking van communicatieknooppunten en gemengde functies) die ook zal leiden tot een operationele handleiding voor het grote publiek, de inrichters en de lokale besturen. - « Opérationnalisation d'une infrastructure verte pourvoyeuse de services écosystémiques » (Operationalisering van een groene infrastructuur die ecosysteemdiensten levert) die tot doel heeft een diagnose te stellen en voorstellen te doen voor de planning, de implementatie en het beheer van de Waalse groene infrastructuur; - « Observation territoriale au service des politiques d'aménagement » (Territoriale observatie ten dienste van het ontwikkelingsbeleid), met als doel lokale actoren een besluitvormingsinstrument te bieden om hen te ondersteunen bij de ontwikkeling van (meer)gemeentelijke plannen die het ruimtelijk ontwikkelingsplan zullen moeten aanpassen; * Financiering van de ontsluitingsbegsinelen of de genoemde beheers- en programmeringsmaatregelen;

Overwegende dat het ruimtelijk ontwikkelingsplan niet ontworpen werd als een begrotingsprogrammeringsinstrument dat bedoeld is om gewestelijke subsidies naar een bepaald deel van het grondgebied te sturen; dat het niettemin een document is dat de Waalse Regering zou moeten inspireren tot haar actie;

Overwegende dat recente beslissingen van de Waalse Regering, zoals het Waalse Investeringsplan, het Mobiliteits- en Infrastructuurplan 2019-2024 of de financiering van de vernieuwing van te herontwikkelen locaties, reeds in overeenstemming zijn met de visie die wordt bepleit in het ruimtelijk ontwikkelingsplan; * Niet-bindend karakter van het document voor degenen die het zullen moeten uitvoeren.

Overwegende dat het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling het ruimtelijk ontwikkelingsplan een indicatieve juridische waarde geeft en geen enkele bepaling bevat die een gemeente verplicht een gemeentelijk plan op te stellen om het uit te voeren;

Overwegende dat de Waalse regering echter niet uitsluit dat de uitvoering van het ruimtelijk ontwikkelingsplan vergezeld kan gaan van regelgevende maatregelen om de te gebruiken methoden te bepalen of de uitvoering ervan te vergemakkelijken, zoals zij in het verleden reeds heeft gedaan Toepassingsgebied van het ruimtelijk ontwikkelingsplan Overwegende dat de bezwaren, opmerkingen en adviezen betrekking hebben op het toepassingsgebied van het ruimtelijk ontwikkelingsplan;

Overwegende dat de Waalse regering heeft gekozen voor de optie om een bijlage (bijlage nr. 6) toe te voegen aan het ruimtelijk ontwikkelingsplan, die specifiek bedoeld is om een antwoord te geven op de gestelde vragen;

Vaststellingen en uitdagingen Overwegende dat de Waalse Regering benadrukt dat de vaststellingen zijn vastgesteld op basis van de contextuele analyse uitgevoerd door de Permanente Conferentie van de ruimtelijke ontwikkeling; dat zij betrekking hebben op de feiten waarvan zij nota heeft genomen, zonder enige wijziging aan te brengen;

Overwegende dat de Waalse regering als optie heeft gekozen om gevolg te geven aan de bezwaren, opmerkingen en adviezen die in het kader van het openbaar onderzoek zijn geformuleerd, voor zover deze de draagwijdte van de contextuele analyse niet hebben gewijzigd; dat er kleine wijzigingen zijn aangebracht in bepaalde vaststellingen of uitdagingen om deze aan te pakken;

Doelstelling PS.1 - De rol van Wallonië in de Europese grootstedelijke dynamiek vergroten Overwegende dat de bezwaren, opmerkingen en adviezen die werden overgemaakt na afloop van het openbaar onderzoek, betrekking hebben op : * De prioriteit die moet worden gegeven aan de ontwikkeling van Wallonië in plaats van aan de positionering ervan.

Overwegende dat uit de contextanalyse blijkt dat de ontwikkeling van de Waalse economie niet kan worden overwogen zonder rekening te houden met haar buurlanden; dat haar positionering reeds een van de opties was van het in 1999 aangenomen ontwerp voor een gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan (Franse afkorting SDER); dat de Waalse Rregering het om deze redenen noodzakelijk acht deze optie te handhaven, waarbij zij er wel op wijst dat het ruimtelijk ontwikkelingsplan de interne ontwikkeling van Wallonië niet verwaarloost; * de prioriteit die in het ruimtelijk ontwikkelingsplan wordt toegekend aan de stedelijke en economische dynamiek in plaats van aan de plattelands- en milieudynamiek.

Overwegende dat uit de contextanalyse naar voren komt dat de stedelijke realiteit vooral betrekking heeft op Wallonië; dat het een van de dichtstbezette gebieden in Noordwest-Europa is; dat deze feiten bindend zijn voor de Waalse Regering bij de structurering van het Waalse grondgebied;

Overwegende dat, indien het ruimtelijk ontwikkelingsplan bijzonder belang hecht aan de structurering van de stedelijke ontwikkeling, het ook de rest van het grondgebied voor verstedelijking moet behoeden; dat het ruimtelijk ontwikkelingsplan ook verschillende maatregelen bevat om de versnippering van het grondgebied, die een van de belangrijkste oorzaken is van de vermindering van de biodiversiteit, te beperken;

Overwegende bovendien dat het ruimtelijk ontwikkelingsplan geenszins bevorderlijk is voor de stedelijke economie ten opzichte van de plattelandseconomie, waarvoor concrete voorstellen worden gedaan; * De manier waarop het ruimtelijk ontwikkelingsplan Brussel en de metropolitane dynamiek eromheen integreert;

Overwegende dat het ruimtelijk ontwikkelingsplan werd gewijzigd om rekening te houden met de bezwaren; dat het de metropolitane dynamiek van Brussel sterker integreert; * De gevolgen van de versterking van de grote beleidskernen voor de bestaande dynamiek en activiteiten op het grondgebied en de locatie van nieuwe activiteiten.

Overwegende dat uit de contextanalyse blijkt dat de positionering van de grote kernen van Wallonië moet worden versterkt; dat in het ruimtelijk ontwikkelingsplan bewust wordt gekozen voor de mogelijkheid om in de grote kernen prioriteit te geven aan activiteiten die verband houden met de grootstedelijke dynamiek van Noordwest-Europa * De verschillen tussen de grootstedelijke dynamiek in Charleroi en Luik Overwegende dat de grootstedelijke dynamiek in Luik inderdaad anders is dan in Charleroi; dat dit niets verandert aan de optie van de Waalse regering om zich te baseren op twee belangrijke kernen in Wallonië voor "De rol van Wallonië in de dynamiek van de metropolitane gebieden op Europees niveau versterken"; * De voorrangspositie van Luik in de MAHHL en haar agglomeratie.

Overwegende dat de stad Luik een overheersende plaats inneemt in de MAHHL; dat de tekst in die zin werd gewijzigd;

Overwegende dat het ontwerp voor het ruimtelijk ontwikkelingsplan de gemeenten Charleroi en Châtelet samenbrengt tot de belangrijkste kern van Charleroi; dat de Waalse Regering, in het licht van de argumenten die in de beweringen worden aangevoerd, beslist om de gemeenten Courcelles en Montigny-le-Tilleul erbij te betrekken; * Het voornemen om een universiteit op te richten in Charleroi.

Overwegende dat de keuze van de Waalse Regering erin bestaat om van de grote kernen, topcentra te maken; dat een universiteit hierbij een leidende rol speelt; dat het daarom belangrijk is het aanbod van universitaire opleidingen in Charleroi uit te breiden, zonder dat dit ten koste gaat van de bestaande opleidingen; * De prioriteit die wordt gegeven aan grote kernen voor de locatie van technologische excellentieplatformen.

Overwegende dat de keuze van de Waalse Regering nauw verbonden is met haar wens om Charleroi en Luik op de Europese schaal te positioneren; dat elke concurrentie binnen Wallonië op dit gebied de nagestreefde doelstelling zou kunnen verzwakken; * de opname van Wallonië in het TEN-V-netwerk en, in het bijzonder, het weglaten van de toegangspoorten tot het grondgebied, in het bijzonder in Bergen, La Louvière en Athus.

Overwegende dat de Waalse Regering beslist om gevolg te geven aan de klacht en de territoriale structuur in dit opzicht vervolledigt; * De rechtvaardiging van de aan te scherpen assen en, in het bijzonder, het weglaten van Brussel/Namen/Luxemburg.

Overwegende dat de as Brussel/Namen/Luik, zoals die tussen Luik en de Duitse grens, deel uitmaakt van het TEN-V-netwerk; dat de klacht ongegrond is; anderzijds is het gerechtvaardigd om de assen Luik/Charleroi/Tournai en de Bergen/Valenciennes te versterken vanwege de mogelijkheid om de rol van Charleroi in de dynamiek van de metropolitane gebieden in Europa te versterken; * De rang van de agglomeratie van Bergen ten opzichte van Namen.

Overwegende dat de agglomeratie van Bergen noch de institutionele rang van Namen, noch die van Charleroi en Luik op Europese schaal heeft; dat de klacht ongegrond is; * De erkende kwalificaties voor de stad Namen.

Overwegende dat het ruimtelijk ontwikkelingsplan geen andere kwalificaties erkent dan die van institutioneel hoofdstad voor de stad Namen; dat de klacht ongegrond is;

Doelstelling PS.2 - Wallonië integreren in transregionale en grensoverschrijdende socio-economische netwerken.

Overwegende dat de bezwaren, opmerkingen en adviezen die werden overgemaakt na afloop van het openbaar onderzoek, betrekking hebben op : * De gekozen samenwerkingsstructuren.

Overwegende dat in het ruimtelijk ontwikkelingsplan alleen transregionale of grensoverschrijdende samenwerkingsstructuren worden erkend vanwege het nagestreefde doel; dat de "Essaimage"(verspreiding)-structuur, die niet is opgenomen in het ontwerp voor het ruimtelijk ontwikkelingsplan, dit kenmerk heeft; dat de Waalse Regering beslist om de territoriale structuur in die zin te vervolledigen; * De omvang, intensiteit en meerwaarde van de bestaande samenwerkingsstructuren.

Overwegende dat de structuren die in het ruimtelijk ontwikkelingsplan worden gehandhaafd, alle op verschillende niveaus de ambitie delen om de uitdagingen aan te gaan die de ordening van hun grondgebied van interventie met zich meebrengt;

Overwegende dat de Waalse Regering van mening is dat het om deze redenen passend is om de in het ruimtelijk ontwikkelingsplan gekozen optie te bevestigen; * De samenhang tussen het ruimtelijk ontwikkelingsplan en de plannen van de buurlanden van Wallonië.

Overwegende dat de coherentie tussen het ruimtelijk ontwikkelingsplan en de plannen van de buurlanden van Wallonië door de auteur van het milieueffectenverslag is geanalyseerd; * De prioriteit die moet worden gegeven aan de versterking van de samenwerking met Brussel en Vlaanderen.

Overwegende dat het ruimtelijk ontwikkelingsplan zich ervan bewust is dat de versterking van de samenwerking met Brussel en Vlaanderen een prioriteit is voor Wallonië; dat er rekening mee is gehouden door middel van de beginselen voor de uitvoering van de doelstellingen van het ruimtelijk ontwikkelingsplan; dat het ook in het Vlaamse Gewest is versterkt door de aanwijzing van twee gemeenschappelijke ontwikkelingsgebieden en transregionale assen naar Antwerpen, Genk, Gent, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Sint-Truiden, Ieper; * De thema's waarop de samenwerking kan worden gebaseerd (natuurparken, erfgoed, riviercontracten, hydrografische bekkens, enz.).

Overwegende dat het ruimtelijk ontwikkelingsplan gebruik maakt van de mogelijkheid om de bestaande transregionale of grensoverschrijdende samenwerking te versterken en erkent dat andere mogelijkheden voor grensoverschrijdende en transregionale samenwerking moeten worden onderzocht, "hetzij via interregionale of grensoverschrijdende plannen, Europese groeperingen voor territoriale samenwerking (EGTS), grensoverschrijdende mobiliteitsplannen, natuurparken, erfgoednetwerken, riviercontracten, stroomgebiedsbeheer, enz. ", waarvan de evolutie door middel van vervolgmaatregelen zal worden gevolgd; * Deling van diensten en uitrusting Overwegende dat de beginselen met betrekking tot het delen van diensten en uitrusting zijn gedefinieerd in doelstelling DE.1; dat de uitvoering ervan op subregionaal niveau plaatsvindt; * de criteria die zijn vastgesteld voor de regionale centra en de overweging van de agglomeraties die errond zijn gevormd, op basis van het model dat in het ontwerp voor het ruimtelijk ontwikkelingsplan voor de grote kernen wordt voorgesteld;

Overwegende dat het ontwerp voor het ruimtelijk ontwikkelingsplan de mogelijkheid biedt om gewestelijke kernen te kiezen in de gebieden die gepolariseerd worden door de grote steden aan de grenzen van Wallonië (Brussel, Luxemburg, Rijsel) en de regio's Maastricht, Aken en Hasselt, teneinde de doelstelling van de integratie van Wallonië in de transregionale en grensoverschrijdende sociaaleconomische netwerken na te streven; dat het bovendien de aanwezigheid van minstens één universitaire locatie oplegt;

Overwegende dat dit laatste criterium een discriminerende rol speelt in het geval van een stad als La Louvière, die met haar ligging op het grondgebied ongetwijfeld aan het nagestreefde doel kan voldoen; dat de Waalse regering ermee instemt deze te wijzigen in het licht van de prioriteit die zij geeft aan de positionering van Wallonië in zijn omgeving, door een alternatief voor te stellen dat een alternatief biedt op het gebied van bevolking en werkgelegenheid;

Overwegende dat de Waalse Regering ook beslist om dezelfde nuance te voorzien voor de definitie van de oppervlakte van de regionale kernen als voor de grote kernen, namelijk de gemeenten associëren waarmee zijn een stedengroep vormen; dat men inderdaad Colfontaine, Frameries en Quaregnon dient in verband te brengen met de regionale kern van Bergen en Manage met de regionale kern van La Louvière;

PS3 - Op de multipolaire structuur van Wallonië voortbouwen en de complementariteit tussen gebieden bevorderen Overwegende dat de bezwaren, bemerkingen en adviezen die ingediend zijn na het openbaar onderzoek betrekking hebben op : * Het evenwicht tussen de voorgestelde activiteiten tussen hoofdkernen/regionale kernen/kernen.

Overwegende dat de verduidelijkingen van het ruimtelijk ontwikkelingsplan over de activiteiten, de uitrustingen of de diensten die in de hoofdkernen, de regionale kernen of de kernen terecht zouden moeten komen enkel betrekking hebben op wat deze kernen specifiek maakt; dat de aandacht van overheid inderdaad gevestigd moet worden op het vinden van een passende plaats voor deze activiteiten in het bijzonder om de verwachte positionering van de kernen te consolideren in de betrokken dynamische ontwikkelingen en economische netwerken; dat dit uiteraard niet opgaat voor alle andere activiteiten die dit beginsel niet in gevaar brengen; * Een netwerk bouwen rond de specificieke kenmerken van de kernen.

Overwegende dat iedere kern in het ruimtelijk ontwikkelingsplan ertoe aangezet wordt, zijn ontwikkeling uit te werken via het benadrukken van zijn, voor hem relevante, specifieke kenmerken voor zover dit in overleg gebeurt met het omliggend landelijk gebied; * Omschrijving van de kernen en in aanmerking genomen criteria Overwegende dat PS.3 ertoe strekt, de fysische elementen nader te benoemen waarop de Waalse Regering wil steunen om haar ruimtelijk ontwikkelingsproject uit te voeren; dat de optie waarvoor gekozen werd, bestaat in een ondersteunende vermazing van het grondgebied door de bestaandelijke stedelijke structuren -of centrumfuncties met een brede uitstraling of kernen van werkgelegenheid onderling verbonden door een sterk netwerk van openbaar vervoer of gedeeld vervoer;

Overwegende dat de ontworpen gebiedsstructuur in overeenstemming is met twee principes die via het ruimtelijk beleidsontwikkelingsplan tot stand zijn gekomen : geconcentreerde verstedelijking -alle activiteiten samengeteld- op een paar punten van het gebied en vlot bereikbaar voor dienstverlening en uitrustingen;

Overwegende dat de gekozen gebiedsstructuur de sociaal-economische ontwikkeling van elk gebied beleidsmatig kan uitwerken op de schaal die het meest aan zijn middelen en zijn bevolking aangepast is en door de overwogen vermazing het voordeel biedt van het bestendig maken van Wallonië voor sociale of economische schommelingen;

Overwegende dat het versterken van verbindingen tussen kernen onlosmakelijk verbonden is met de gekozen gebiedsstructuur daar de waarborg van een doeltreffende en duurzame bereikbaarheid van de centrumsteden en -gemeenten de kernen in staat stelt diensten en uitrustingen onderling bruikbaar te maken op grond van samenwerkingsverbanden die ze vrij kunnen aangaan; dat het nogmaals de wil van de Waalse Regering is om een structuur te omschrijven die de overheden kunnen aannemen om hun projecten tot stand te brengen;

Overwegende dat in bezwaren, bemerkingen of adviezen te berde gebracht bij het openbaar onderzoek kritiek te lezen staat over de verbindingen die via PS.3 in stand gehouden of ontwikkeld worden; dat de Waalse Regering beslist om de verbindingen uit te sluiten die enkel aan een economische logica voldoen om voluit te gaan voor de voorstellen die nauw aansluiten bij haar doel van gebiedsvermazing;

Overwegende dat de aldus overwogen gebiedsstructuur noodzakelijkerwijs centrumsteden en -gemeenten op diverse schalen in aanmerking neemt daar ze afhankelijk zijn van de bestaande middelen en bevolkingen in functie van de gekozen vermazing; dat het niet de wil van de Waalse Regering is om het Waals grondgebied te structureren via hiërarchisch opgestelde kernen die bv berusten op de verscheidene bevolkingsgroepen of op het niveau van uitrustingen, maar om het grondgebied te vermazen; dat de kernen uit het ruimtelijk ontwikkelingsplan geenszins gelijkgesteld kunnen worden met de « grootsteden » uit het grootstedelijk beleid; dat het om verschillende concepten gaat; dat de kaart van PS.3 gewijzigd is om van iedere kern eenzelfde voorstelling te geven;

Overwegende dat uit de bezwaren, bemerkingen of adviezen, te berde gebracht tijdens het openbaar onderzoek, kritek te lezen valt op de keuze van de kernen om verscheidene redenen en op het soms voorbijgestreefd karakter van de gebruikte bronnen om de kernen aan te duiden;

Overwegende dat de Waalse Regering niet het voornemen heeft om de methode, nader bepaald in bijlage 1 bij het ruimtelijk ontwikkelingsplan, in vraag te stellen; dat blijkt dat geen enkel bezwaar alternatieven voorstelt op basis van de methode aangenomen door de Waalse Regering; dat zij dus geen gevolg kan geven aan de argumenten van sommige bezwaarindieners of sommige gemeenten om de lijst van de kernen te wijzigen daar deze kernen op andere criteria berusten;

Overwegende dat in de bezwaren, bemerkingen of adviezen, te berde gebracht in het openbaar onderzoek, de suggestie naar voren kwam om meer kernen, met name op het platteland, aan te duiden om de specifieke lokale kenmerken beter te betrekken of aan « flexibiliteit » te winnen;

Overwegende dat de Waalse Regering er verder op wil wijzen dat het ontwerp van ruimtelijk ontwikkelingsplan een gebiedsstructuur op gewestelijk niveau omschrijft; dat dit beginsel tot uiting komt in een gebiedsvermazing met 35 kernen; dat deze structuur verder zal worden aangevuld met subregionale schaaldocumenten;

Overwegende dat de gebiedsstructuur zoals overwogen in PS.3 niet verder dan het enige principe van het ruimtelijk ontwikkelingsplan naar een lokaliserende structuur van de activiteiten in de kernen streeft, nl. de concentratie van de activiteiten die niet in rechtstreeks verband staan met de redelijke inzet van de middelen van het gebied dat daardoor een kern vormt, evenals de diensten en uitrustingen voor de bevolking; dat dit beginsel niet van toepassing is op de bestaande activiteiten; dat de talrijke verzoeken om uitzonderingen met betrekking tot de lokalisering van diverse activiteiten buiten de kernen, te berde gebracht in het openbaar onderzoek, bijgevolg inhoudloos zijn;

Overwegende dat de gebiedsstructuur, zoals overwogen, beoordeeld dient te worden in al zijn dimensies; dat de lokalisering van de activiteiten in de kernen en het verzekeren van een vlotte bereikbaarheid van de uitrustingen en diensten inderdaad bezien dienen te worden als een bestrijding van stadsversnippering en een vrijwaring van landbouw- en bosgebied en in ruimere zin van een sociaal-economische ontwikkeling via de benadrukking van de troeven van het gebied en het opzetten van korte circuits en als een gegarandeerde bereikbaarheid van uitrustingen en diensten in alle voorwaarde van duurzame mobiliteit; * De relevantie van sommige overwogen kernverbindingen.

Overwegende dat wijzigingen zijn aangebracht aan de gebiedsstructuur, als antwoord op de bezwaren; * De wijze van structurering van de voorstellen over drie ontwikkelingsgebieden.

Overwegende dat de gemeenschappelijke beginselen van uitvoering voor de ontwikkelingsgebieden samen werden gebracht; * De hiërarchie tussen de ontwikkelingsgebieden : endogeen, onderling, grootstedelijk.

Overwegende dat de ontwikkelingsgebieden, omschreven in het ruimtelijk ontwikkelingsplan, gebieden samenbrengt die dezelfde perspectieven delen inzake ontwikkeling en niet opgevat worden als een hiërarchische aaneenschakeling van steeds stringenter wordende bepalingen, uitgewerkt vanaf het endogeen ontwikkelingsgebied; dat van hiërarchische banden geen sprake is; * De positionering, die verwacht wordt van de gebieden.

Overwegende dat de ontwikkelingsgebieden uit het ruimtelijk ontwikkelingsplan niet bepaald werden in functie van het stedelijk of landelijk karakter van het betrokken gebied; dat hun positionering onlosmakelijk verbonden is met de specificiteit van de kernen, gelegen in desbetreffende gebieden, hun economische omgeving en hun middelen;

Overwegende dat de grootstedelijke ontwikkelingsgebieden de positionering van de voornaamste en regionale kernen van Wallonië moeten ondersteunen in de sociaal-economische en samenwerkingsdynamiek met de in rand gelegen steden; dat zij samenvallen met de gebieden in de nabijheid van Brussel, Luxemburg, Rijsel en de regio Maastricht, Aken en Hasselt; dat de gebieden van onderlinge ontwikkeling ertoe strekken, de positionering te ondersteunen van grensgebieden in de sociaal-economische en samenwerkingsdynamiek met de positieve valorisering van de middelen van het gebied en de samenwerking die te overwegen valt met aangrenzende gebieden; dat de endogene ontwikkelingsgebieden ertoe strekken, de positionering te ondersteunen van de kernen in de sociaal-economische en samenwerkingsdynamiek die nauw verband houdt met een sterke inzet van lokale troeven en de verandering in de Waalse economie naar het ontwikkelen van korte circuits en buurtnetten te ondersteunen, zowel voor de positieve valorisering van de middelen van het gebied als voor hun omschakeling en het toerisme; dat deze tekst nader is uitgewerkt; * Plaats van ruraal gebied in grootstedelijk gebied.

Overwegende dat de grootstedelijke ontwikkelingsgebieden niet volledig verstedelijkt mogen worden; dat het ruimtelijk ontwikkelingsplan de verwachte ontwikkeling omschrijft als het samengaan van initiatieven voor sterkere vormen van samenwerking voor de sociaal-economische ontwikkeling van Wallonië met de aangrenzende randsteden; dat niet verstedelijkt gebied daar gevrijwaard dient te worden; dat de daar verwachte ontwikkelingen niet het bestaand evenwicht tussen verstedelijking en niet-verstedelijking mag wijzigen; * In elk ontwikkelingsgebied ontwikkelingen tot stand brengen met een exclusief karakter.

Overwegende dat het ruimtelijk ontwikkelingsplan keuzes moet maken tussen verschillende mogelijke wegen en de strategie van de Waalse Regering moet uitdrukken om Wallonië te positioneren ten opzichte van zijn buren en diens grondgebied moet structureren; dat het, daar dit een ruimtelijke-ontwikkelingsdocument is dat zijn draagvlak moet vinden in bovengemeentelijke en gemeentelijke initiatieven met grote diversiteit, van belang is de samenhang ervan te garanderen door het gekozen beleid na te leven;

Overwegende dat de verwachte ontwikkelingen in elk ontwikkelingsgebied eveneens in een perspectief dienen te worden geplaatst met de eerste twee ontsluitingsprincipes, namelijk steunen op de kernen om het gebied te ontwikkelen en onderlinge aansluitingen - dit zijn twee facetten van één en hetzelfde beleid;

Overwegende, ten slotte, dat de voorstellen van het ruimtelijk ontwikkelingsschema er niet toe strekken, zoals daar ook al voor de kernen op is gewezen, de verwachte ontwikkelingen in elk ontwikkelingsgebied vollediger te omschrijven dan wat in enkel de verwoorde beginselen staat en dan het uitgewerkte beleid; * Het « simplistisch » karakter van het voorstel dat geen enkele rekening houdt met de complexiteit van het gebied.

Overwegende dat het ruimtelijk ontwikkelingsplan twee criteria vastlegt om de ontwikkelingsgebieden te bepalen : namelijk omgeving en middelen; dat die optie er onmiddellijk toe leidt, tien ontwikkelingsgebieden voor Wallonië in drie types op te delen, waarvan de grenzen opzettelijk vaag werden gehouden zodat de overheid de kans zou krijgen om deze nader te omschrijven in functie van het traject dat ze voor zichzelf kiezen; dat dit in verhouding staat tot het vaststellen van een gebiedsstructuur op regionaal niveau; dat deze structuur verder aangevuld zal moeten worden met beleidsdocumenten op subregionale schaal; * Het verschil van het voorstel tegenover de afbakening opgenomen in de contextanalyse.

Overwegende dat de tien gebieden zoals geïllustreerd in hoofdstuk 6 van de contextanalyse en de tien ontwikkelingsgebieden van het ruimtelijk ontwikkelingsplan inhoudelijk niet dezelfde zijn; dat eerstgenoemden rekening houden met een bestaande structuur - namelijk gebieden waarin een reeks gemeenschappelijke uitdagingen naar voren blijken te treden - terwijl laatstgenoemden de uiting zijn van een optie inzake ruimtelijke ontwikkeling - zij verbinden via een kern gebieden die dezelfde ontwikkelingsperspectieven delen in de zin van de ruimtelijke structuur van het ruimtelijk ontwikkelingsplan; * De onverenigbaarheid van de voorstellen van het ruimtelijk ontwikkelingsplan met bestaande of in ontwerp zijnde documenten.

Overwegende dat de verenigbaarheid van de voorstellen uit het ruimtelijk ontwikkelingsplan met de reeds aangegane verbintenissen van Wallonië door de auteur van het milieueffectenverslag is onderzocht; dat de tekst waar nodig is aangepast;

Overwegende dat de verenigbaarheid van de voorstellen uit het ruimtelijk ontwikkelingsplan met de bestaande of in ontwerp zijnde documenten op subregionale schaal niet onderzocht dient te worden, a fortiori wanneer de plannen niet zijn vastgelegd op grond van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling; dat hierin, bovendien, de wijze is vastgelegd om onverenigbaarheden tussen de verschillende in het Wetboek omschreven ruimtelijke ontwikkelingsinstrumenten te regelen; * Onvoldoende ambities voor endogene ontwikkelingsgebieden.

Overwegende dat het ruimtelijk ontwikkelingsplan de ontwikkelingsgebieden bepaalt in het kader van de doelstelling die ertoe strekt, Wallonië te positioneren ten opzichte van zijn buren en zijn grondgebied te structureren; dat de ontwerp-ontwikkeling uit dat plan in dat verband geïnterpreteerd dient te worden; dat het dus geen ontwikkelingsproject in economische termen betreft; dat deze ontwikkeling verwoord wordt in het kader van de ontsluitingsprincipes van de doelstellingen AM.2 en AM.3;

PS.4 -Het net van hoofdverkeersstructuren inzetten als hefboom voor de creatie van welvaart en duurzame ontwikkeling.

Overwegende dat de bezwaren, bemerkingen en adviezen die ingediend zijn na het openbaar onderzoek betrekking hebben op : * Wat het ruimtelijk ontwikkelingsplan verstaat onder « structurerend » verkeers- en vervoersnet.

Overwegende dat de Waalse Regering het net van hoofdverkeersstructuren beoogt zoals bepaald in artikel R.II.21-1 van het Wetboek van Ruimtelijke ontwikkeling; dat de doelstelling opnieuw werd verwoord om de draagwijdte ervan duidelijker te maken; * De intenties van de Waalse Regering in verband met de dorsale spooras door Wallonië.

Overwegende dat de gekozen optie erin bestaat het net « aan te vullen » met de ontwikkeling van een nieuwe dorsale spooras tussen LGV1 en LGV3 en een hogesnelheidsstation in Charleroi te bouwen; dat dit dus een nieuwe verkeersinfrastructuur is; * De kans om het trans-Europees wegvervoersnet te voltooien (centraal net tegen 2030 en globaal net tegen 2050).

Overwegende dat de voltooiing van het trans-Europees vervoersnet Wallonië opgelegd wordt overeenkomstig een Europese verordening waar Wallonië niet onderuit kan; dat de keuze er evenwel in bestond de prioritair geachte infrastructuren te onderscheiden van de niet-prioritaire infrastructuren zoals de verbinding tussen de E40 en de E25 ten oosten van Luik; dat enkel de prioritair geachte infrastructuren op de gebiedsstructuur opgenomen zijn; * De kans om de luchthaven van Charleroi via een treinverbinding te bedienen.

Overwegende dat het ruimtelijk ontwikkelingsplan in dat opzicht twee maatregelen vastlegt : de aansluiting van de regionale luchthavens met het hogesnelheidsnet optimaliseren en naar een sterkere performantie streven tussen de luchthaven van Charleroi en Brussel via het openbaar vervoer; dat uit de tekst wel degelijk de wil blijkt om de luchthaven van Charleroi via een spoorverbinding te bedienen; * De ontworpen beheers- en programmatiemaatregelen om de verkeersassen via het spoor, de binnenvaart en over de weg positief te benutten en de kans om ze aan te vullen met andere voorstellen.

Overwegende dat de opties uit het ontwerp-ruimtelijk ontwikkelingsplan en de voorstellen die na het openbaar onderzoek zijn overgemaakt heronderzocht zijn in functie van de wijzigingen die de gebiedsstructuur ter illustratie van PS.1 onderging; dat het inderdaad, betreffende sommige maatregelen over regionale verkeersnetten, van belang is dat hun samenhang met de opties die voor het overige zijn vastgelegd, gevrijwaard blijven; dat de wijzigingen in de gebiedsstructuur de uiting zijn van deze vergelijkende analyse waarbij in voorkomend geval desgevraagd nadere bepalingen zijn aangebracht; * De aansluitingen op steden buiten Wallonië, vanuit deze regionale kernen.

Overwegende dat wijzigingen zijn aangebracht aan de gebiedsstructuur, als antwoord op de bezwaren;

PS.5 - De supralokale gebiedsdynamiek op gewestelijke schaal aansluiten en de Waalse identiteit sterker maken.

Overwegende dat de bezwaren, bemerkingen en adviezen die ingediend zijn na het openbaar onderzoek betrekking hebben op : * het in overweging nemen van de bestaande gebiedsdynamiek en de recente lokale ontwikkelingen.

Overwegende dat het ruimtelijk ontwikkelingsplan de gebiedsstrategie van de Waalse Regering op schaal van Wallonië als geheel bepaalt; dat dit niet als een loutere optelling of zelfs samenvatting van lokale en/of bovenlokale initiatieven is opgevat;

Overwegende dat het ruimtelijk ontwikkelingsplan evenwel niet naast de rijkdom van deze gebiedsdynamiek kijkt, maar elke schakel daarin op elkaar wil laten aansluiten en zo de Waalse identiteit sterker wil maken; dat de beginselen van uitvoering van deze doelstelling concreet de coördinatie beogen van de « acties op het grondgebied » en « de diensten en uitrustingen in de ontwikkelingsgebieden onderling wil verbinden », met inachtneming van de opties van de Waalse Regering;

Overwegende dat de Waalse Regering de keuze heeft gemaakt om de beleidsorgaanstructuren niet te erkennen; dat het ruimtelijk ontwikkelingsplan daarentegen wijst op het belang van inspraakprocessen om gebiedsprojecten en ruimtelijk beleid uit te werken; * Het risico op onderlinge gemeentelijke concurrentie en het maken van toewijzingen en keuzes.

Overwegende dat is gekozen voor het vaststellen van gedragslijnen voor elk ontwikkelingsgebied; dat de Waalse Regering ze in acht moet doen nemen in het kader van het toezicht waarin het Wetboek voorziet voor de goedkeuring van de bovengemeentelijke ruimtelijke ordeningsinstrumenten;

Overwegende dat het initiatief om intergemeentelijke plannen uit te werken de gemeentelijke overheden toekomt en dat de keuzes die op die schaal worden gemaakt via artikel D.II.7 van het Wetboek worden beslecht; * In overweging nemen van de natuurparken.

Overwegende dat de Waalse Regering zich volledig bewust is van de positieve inbreng, op bovenlokaal niveau, van de dynamiek voortvloeiend uit het beheer van natuurparken; dat zij evenwel de keuze maakte om zich te beperken tot de ruimtelijke ontwikkelings- en ordeningsinstrumenten uit het Wetboek;

AM.1 -Inspelen op de huidige en toekomstige behoeften aan toegankelijke woningen die aangepast zijn aan de evoluties op sociaal-demografisch, energie- en klimaatvlak Overwegende dat de bezwaren, bemerkingen en adviezen die ingediend zijn na het openbaar onderzoek betrekking hebben op : * De spreiding in de tijd van de bouw van nieuwe woningen.

Overwegende dat het aantal te bouwen woningen herbeoordeeld werd in functie van de laatste projecties van het planbureau, en aangepast werd aan twee tijdslijnen (2030 en 2050), vastgesteld in het ruimtelijk ontwikkelingsplan : * De operationalisering van de beheers- en programmatiemaatregelen betreffende het aantal op te trekken woningen, hun spreiding op het grondgebied op subregionale schaal en de verplichting voor de gemeenten om zich daarnaar te schikken.

Overwegende dat de cijfers vermeld in de tekst betrekking hebben op het Waals grondgebied als geheel; dat ervoor gekozen is om geen gebiedsdelen aan te duiden waar ze gebouwd zouden moeten worden of om quota's vast te stellen; dat het belang van deze methode erin bestaat, aangepast te zijn aan de specifieke lokale kenmerken;

Overwegende dat het ruimtelijk ontwikkelingsplan het concept van « reeds verharde oppervlakte » omschrijft; dat er heden over de omschrijving ervan een universitair onderzoek loopt waarvan de conclusies de maatregel operationeel zullen kunnen maken; dat het concept « centrumsteden en -gemeenten » wel reeds in het Wetboek staat; dat deze begripsomschrijving in het begrippenarsenaal is opgenomen;

Overwegende dat de tekst overigens de Waalse Regering ertoe verbindt begeleidende maatregelen in te voeren om in te spelen op de potentiële gevolgen van de maatregelen en de gedragslijnen verwoordt die nageleefd moeten worden voor het neerschrijven van subregionale beleidsuitvoeringsdocumenten;

Overwegende dat uit de indicatieve waarde die het Wetboek aan het ruimtelijk ontwikkelingsplan verbindt, blijkt dat de Waalse Regering de gemeentelijke overheden niet kan verplichten om zich te schikken naar de beheers- en programmeringsmaatregelen, behalve voor de ligging van projecten boven de 15 ha;

Overwegende dat die maatregelen bijgevolg op gewestelijk niveau zullen worden opgevolgd;

Overwegende dat gekozen is voor het bepalen van inrichtingsbeginselen die op het gezamenlijk grondgebied toegepast kunnen worden om de ligging van nieuwe woningen te oriënteren (herpositionering in de centrumsteden en -gemeenten en de gebiedsdelen met een goed openbaar vervoersnet) eerder dan de gebiedsdelen waar ze gebouwd zouden moeten worden; dat het belang van deze methode erin bestaat aangepast te kunnen zijn aan de lokale specifieke kenmerken;

Overwegende dat de doelstelling die het ruimtelijk ontwikkelingsplan nastreeft erin bestaat, het grondgebied voor te bereiden op het voldoen aan de woningbehoeften tegen 2050; dat het volgens de Waalse Regering minder efficiënt is om de herziening van bestaande subregionale documenten op te leggen om dit doel te bereiken dan dat ze zelf een gedragslijn oplegt die als verwijsdocument kan dienen voor overheden die hun antwoord dwingend zullen moeten onderbouwen om in te spelen op de veelvuldige vraag die in deze op hen zal afkomen;

Overwegende dat de gemeentelijke overheden de centrumsteden en -gemeenten zullen moeten aanwijzen waar ze de nieuwe woningen zullen moeten optrekken; dat het territoriaal beleid van de (meer)gemeentelijke ontwikkelingsplannen inderdaad de beginselen moet vastleggen voor de uitvoering van de doelstellingen, met name die met het oog op een sterkere functie van centrumsteden en rurale centrumgebieden; * Verduidelijking van meerdere begrippen.

Overwegende dat de verzoeken om tekstverklaringen of -verduidelijkingen beantwoord zijn; dat het begrippenarsenaal eveneens is aangevuld;

Overwegende dat de begrippen stad, dorp, stadscentrum, stadskern enz. gelijkgesteld kunnen worden met het begrip « centrale functie » zoals vermeld in het Wetboek; dat de tekst in die zin een eenmaking kreeg;

AM.2 - De Waalse economie op laten gaan in de kennismaatschappij en de buurteconomie, en op Waals grondgebied de be- en verwerkingslijnen die tewerkstelling genereren, (her)vormen Overwegende dat de bezwaren, bemerkingen en adviezen die ingediend zijn na het openbaar onderzoek betrekking hebben op : * De zwakke inoverwegingname van de traditionele economie in het ruimtelijk ontwikkelingsplan.

Overwegende dat het ruimtelijk ontwikkelingsplan een document is dat bedoeld is om op overkoepelende wijze in te spelen op de noden van de bevolking; dat dit vooral het geval is voor economische noden; dat de ontsluitingsbegsinelen opgenomen in AM.3 inspelen op de bekommernissen die in het openbaar onderzoek tot uiting kwamen; * De kenniseconomie en de verankering ervan in het grondgebied.

Overwegende dat het ruimtelijk ontwikkelingsplan voor het grondgebied er niet naar streeft de op gewestelijk vlak innoverende activiteitensectoren die zij wil ondersteunen in te perken; dat het plan in die zin is gewijzigd; dat er daarentegen geen aanleiding toe bestaat om de kenniseconomische sectoren en de particuliere innoverende activiteiten in de gebieden, gewestelijk in overweging te nemen;

Overwegende dat de ontsluitingsbeginselen wel degelijk het ontwerp beogen van alle publieke ruimtes, ongeacht of ze zich in centrumsteden en -gemeenten en in de bedrijfsparken bevinden; dat de tekst in die zin is aangepast;

Overwegende dat de bezwaren, bemerkingen en adviezen betreffende de inoverwegingname van de verschillende vervoerswijzen in de conceptie van de publieke ruimtes beantwoord worden in de ontsluitingsbeginselen ontwikkeld in de doelstellingen DE.4 en DE.5; * De noodzaak om de snelheid van de voertuigen aan te passen.

Overwegende dat de snelheidsbeperking voor voertuigen niet onder het ruimtelijk ontwikkelingsplan valt; * Het belang om de kwaliteit van de conceptie van de publieke ruimtes te beïnvloeden.

Overwegende dat gevolg is gegeven aan de bemerking over de kwaliteit van de conceptie van de publieke ruimtes; * Het belang van de creatie van een reële blauw-groene infrastructuur over het gehele grondgebied.

Overwegende dat de Regering niet kiest voor de uitvoering van een blauw-groene infrastructuur die het gehele grondgebied zou doorlopen; dat dit bezwaar evenwel beantwoord wordt in de ontsluitingsbeginselen ontwikkeld in het kader van PV.2; * De formulering van de ontsluitingsbeginselen, de beheers- en programmeringsmaatregelen en de opvolgingsmaatregelen.

Overwegende dat de tekst wijzigingen heeft ondergaan;

DE.4 - De duurzamere vervoerswijzen ondersteunen, aangepast aan de specifieke gebiedskenmerken en aan het vraagpotentieel Overwegende dat de bezwaren, bemerkingen en adviezen die ingediend zijn na het openbaar onderzoek betrekking hebben op : * Het feit dat de ontsluitingsbeginselen enkel het personenvervoer betreffen.

Overwegende dat de doelstelling wel degelijk het personenvervoer beoogt; dat de ontlsuitingsbeginselen betreffende het goederenvervoer uiteengezet worden onder SS.4; * De spreidstand tussen de cijfermatige doelstellingen in de beheers- en programmeringsmaatregelen en de werkelijkheid.

Overwegende dat de Waalse Regering de cijfers uit de vaststellingen niet negeert, maar acht dat de desbetreffende uitdagingen op het vlak van milieu en volksgezondheid de ambitie van de voorgestelde maatregelen verantwoorden; * De steden waar structurerende openbare vervoerswijzen ontplooid zullen worden.

Overwegende dat aan de vraag gevolg wordt gegeven; dat het ontsluitingsbeginsel wordt uitgebreid naar alle regionale kernen; * Randstedelijke spoornetten ontwikkelen.

Overwegende dat de Waalse Regering bij haar keuze blijft voor de ontwikkeling van een randstedelijk spoornet, enkel in Charleroi en Luik en voor de afwerking van de lopende werken om Brussel; dat doel SS.4 dan weer overweegt spoorverbindingen te ontwikkelen of te versterken tussen de regionale kernen en naar de steden gelegen aan de rand van het Waals grondgebied; * Doel en ontwerp van het fietsnet.

Overwegende dat de Waalse Regering een alternatief aanbod ambieert voor de personenwagen in huis-school en huis-werk verplaatsingen; dat er gekozen werd voor een evolutie van het hoofdzakelijk op toerisme toegespitst net naar een beheersinstrument voor dagelijkse mobiliteit en lokaal, en ruraal, sociaal-economisch ontwikkelingsinstrument; dat de conceptie ervan een globale aanpak vergt, overeenkomstig het tweede ontsluitingsprincipe ontwikkeld in deze doelstelling; * Interpretatie van het begrip overwogen collectieve of gedeelde mobiliteitsoplossingen en hun conceptie.

Overwegende dat de gevraagde verduidelijkingen eigenlijk neerkomen op een interpretatie van de gebruikte begrippen; dat het antwoord hierop zich in het begrippenarsenaal bevindt;

Overwegende dat de overwogen collectieve of gedeelde mobiliteitsoplossingen zowel het stedelijk als het ruraal milieu betreffen; dat het expresnet voor carpooling prioritair vastgelegd zal worden op het wegennet tussen de regionale kernen; * Vormen van motorbouw die beoogd zullen moeten worden.

Overwegende dat de tekst gewijzigd is om thermische motoren te verkiezen boven verbrandingsmotoren; * De samenhang tussen de gebiedsstructuurkaart van de doelstelling en de gebiedsstructuurkaart van doelstelling SS.4.

Overwegende dat beide kaarten gecoördineerd werden in functie van de bezwaren, bemerkingen en adviezen waaraan de Waalse Regering beslist heeft gevolg te geven; dat er eveneens op gewezen wordt dat de opties op regionaal niveau op de kaart zijn opgenomen; dat zij aangevuld zullen kunnen worden op subregionaal niveau om recht te doen aan de specifieke kenmerken van elk gebied;

DE.5 - Zorgen voor complementariteit in vervoerswijzen.

Overwegende dat de bezwaren, bemerkingen en adviezen die ingediend zijn na het openbaar onderzoek betrekking hebben op : * De gevolgen van de ligging van de platforms voor modale omschakelingen op de concurrentie tussen trein- en busvervoer.

Overwegende dat uit de nagestreefde doelstelling blijkt dat het degelijk de complementariteit tussen beide vervoerswijzen is die als gedraglijn moet dienen voor de keuze van de ligging van platforms voor modale omschakelingen; dat in het ruimtelijk ontwikkelingsplan volgende criteria zijn vastgesteld : rekening houden met de bestaande infrastructuren, met name in termen van telecommunicatie en digitale connectiviteit, aansluiting op woongebieden en bedrijfsruimtes, bereikbaarheid via actieve modi en openbaar vervoer; * Intermodaliteitsbevorderende toepassingen ontwikkelen.

Overwegende dat er voorstellen ontwikkeld werden in de ontsluitingsbeginselen van AM.4; * De bereikbaarheid van de steden buiten Wallonië vanuit grootstedelijk ontwikkelingsgebied.

Overwegende dat deze vraag beantwoord werd in de ontsluitingsbeginselen van SS.2; * Ononderbroken voetgangerstrajecten.

Overwegende dat het versterken van ononderbroken trajectschakels, verwoord in de ontsluitingsbeginselen, betrekking heeft op voetgangers, fietsers en verminderd mobiele personen; dat dit ook ter sprake komt in de ontsluitingsbeginselen van DE.3; * Meerdere voorstellen voor gerichte interventies op verschillende punten van het grondgebied.

Overwegende dat gevolg is gegeven aan de voorstellen van regionaal belang in de gebiedsstructuur van SS.4; dat de gemeentelijke overheden de subregionale voorstellen zullen dienen op te nemen in de documenten die zij zullen uitwerken; * Aanduiding en benoeming van de plaatsen met een intermodaal potentieel.

Overwegende dat de gemeentelijke overheden samen met de mobiliteitsactoren de plaatsen zullen moeten aanduiden en benoemen met een intermodaal potentieel; dat volgende criteria vastgesteld worden in de ontsluitingsbeginselen : rekening houden met de bestaande infrastructuren, met name in termen van telecommunicatie en digitale connectiviteit, aansluiting op woongebied, op bedrijfsruimten van regionaal belang en op de luchthavens, en bereikbaarheid via de actieve modi en openbaar vervoer;

PV.1 -Bebouwde ruimten aantrekkelijker maken.

Overwegende dat de bezwaren, bemerkingen en adviezen die ingediend zijn na het openbaar onderzoek betrekking hebben op : * Wijziging van de vaststellingen.

Overwegende dat de vaststellingen van PV.1 gegrond zijn op recente vaststellingen en op de contextanalyse van de permanente conferentie over ruimtelijke ontwikkeling; dat de Waalse Regering de gevraagde wijzigingen niet relevant acht; * Aanvullende elementen op de uitdagingen.

Overwegende dat de Waalse Regering slechts gedeeltelijk rekening heeft gehouden met de bezwaren en ter verduidelijking voor een nieuwe formulering heeft gekozen; * Opname van elementen voor de vergroening van bebouwde ruimten.

Overwegende dat de Waalse Regering acht dat dit aspect reeds voldoende ter sprake is gekomen in PV.1 en naar DE.3 verwijst, waarin dit onderwerp eveneens aan bod komt; * In te zetten middelen voor braakland.

Overwegende dat de Waalse Regering er niet voor gekozen heeft om de herontwikkelbare sites in het kader van het ruimtelijk ontwikkelingsplan in kaart te brengen daar de aard en de afmetingen van de betrokken sites te ver uit elkaar liggen; dat de kaart wel op de website van de Waalse Overheidsdienst geraadpleegd kan worden;

Overwegende dat het ruimtelijk ontwikkelingsplan een document op regionale schaal is dat niet ieder braakland op het grondgebied oplijst; dat het cijfer van 3795 ha geciteerd in de tekst afkomstig is van de inventaris van de herontwikkelbare sites, beschikbaar bij de administratie;

Overwegende dat de telling van braakliggende gronden en het in kaart brengen ervan een subregionale schaal behoeven bij de uitwerking van de plan- en schema-instrumenten;

Overwegende dat de beheers- en programmeringsmaatregel betreffende de reconversie van de herontwikkelbare sites laat blijken dat de Waalse Regering zich ten volle bewust heeft getoond van deze uitdaging en daar aanzienlijke bedragen aan wil besteden; dat een beleidsinstrument van nature geen tijdspad mag uitstippelen; * Beheers- en programmeringsmaatregelen.

Overwegende dat gevolg wordt gegeven aan de vragen om verduidelijking over de gebruikte begrippen;

Overwegende dat de Waalse Regering wel acht dat de bestaande operationele inrichtingsinstrumenten uitgewerkt zijn om in te spelen op stedelijke vraagstukken van allerlei aard en dat hun overkoepelend karakter bijzonder aangepast is aan de ontsluiting van doel PV.1; dat zij voor een ruimer gebruik ervan wil zorgen;

Overwegende dat het nieuwbouwwijkenbeleid geëvalueerd zal worden; dat het nog te vroeg is om nu reeds het standaarddocument dat uitgewerkt is om de eerste realisaties van een kader te voorzien, aan wijzigingen te onderwerpen;

Overwegende dat de Waalse Regering voor het overige beslist om geen gevolg te geven aan de opvolgingsmaatregelen die na het openbaar onderzoek zijn voorgesteld wegens hun onrealiseerbare of niet-relevante aard;

PV.2 - Natuur-, cultuur- en landschapserfgoed waardevol benutten en vrijwaren van rechtstreekse en onrechtstreekse bebouwingsgerelateerde drukfactoren Overwegende dat de bezwaren, bemerkingen en adviezen die ingediend zijn na het openbaar onderzoek betrekking hebben op : * De aaneenschakeling van mijnterrils benaderen als natuur-, cultuur- en landschapserfgoed.

Overwegende dat niet ingegaan wordt op deze vraag; dat sommige mijnterrils inderdaad reeds als cultuur- en natuurerfgoed te boek staan; dat andere terrils reeds in de omtrekken van waardevol landschap (ADESA) opgenomen zijn; dat deze individueel erkende kwaliteiten niet naar alle mijnterrils als geheel veralgemeend moeten worden; * Keuze van de sites die in de gebiedsstructuur moeten worden opgenomen.

Overwegende dat het Wetboek in artikel D.II.2, § 2, lid 4, bepaalt dat in de ruimtelijke structuur de locaties opgenomen worden die erkend zijn krachtens de wet van 12 juli 1973 inzake natuurbehoud, evenals de door de Regering aangenomen ecologische doorgangsgebieden, waarbij rekening wordt gehouden met hun biologische waarde en hun continuïteit met het oog op een grondgebiedomvattende dichte ecologische vermazing;

Overwegende dat ze niet verward mogen worden met de ecologische hoofdstructuur bedoeld in artikel 6 van het besluit van de Waalse Regering van 14 juli 2016 betreffende de vergoedingen en toelagen teogekend in de Natura 2000-locaties en in de sites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en in de ecologische hoofdstructuur; dat deze structuur een ander doel nastreeft daar zij niet vastgesteld moet worden in het kader van de toekenning van vergoedingen en subsidies en bovendien nog niet is vastgelegd voor het gehele grondgebied;

Overwegende dat de bezwaren, bemerkingen en adviezen betreffende de keuze van de sites die opgenomen moeten worden in de gebiedsstructuur niet onder het ruimtelijk ontwikkelingsplan vallen; dat het begrippenarsenaal er wel mee dient te worden aangevuld voor een nadere omschrijving; dat het verzoek om rekening te houden met de biologisch hoogste waardevolle sites door de ontsluitingsbeginselen is toevertrouwd aan de (boven)gemeentelijke schaaldocumenten; * Methodologie voor de vaststelling of de keuze van ecologische doorgangsgebieden.

Overwegende dat de ecologische doorgangsgebieden zijn aangenomen bij het besluit van de Waalse Regering van 9 mei 2019; dat de bezwaren, bemerkingen en adviezen over de methodologie betreffende de vaststelling of de keuze van deze verbindingen niet onder het ruimtelijk ontwikkelingsplan vallen;

Overwegende dat het besluit van de Waalse Regering tot aanneming van de ecologische doorgangsgebieden los staat van het ruimtelijk ontwikkelingsplan; dat in genoemd plan elke verwijzing naar methologie en omschrijving betreffende genoemd besluit geschrapt dient te worden; * Invoering van een donkere ecoweg.

Overwegende dat de beheers- en programmeringsmaatregelen zijn aangevuld met het oog op een geleidelijke vervollediging van een donkere ecoweg; * Bebouwd cultuurerfgoed in overweging nemen.

Overwegende dat de keuze van de Waalse Regering erop gericht is, enkel de elementen uit de lijst buitengewoon Waalse erfgoed op de regionale kaarten te plaatsen; dat de kaart na meerdere bezwaren evenwel is gewijzigd om deze elementen nader te omschrijven als monument, site of landschapsgeheel, omringd met een randlijn als het een cultureel, historisch of esthetisch waardevolle omtrek betreft; * Rekening houden met waardevolle vergezichten en landschapslijnen uit de ADESA lijst.

Overwegende dat de tekst van het ruimtelijk ontwikkelingsplan aangevuld wordt met het oog op de opname, eveneens, van de waardevolle vergezichten en landschapslijnen uit de ADESA lijst, op dezelfde titel als de landschappelijk waardevolle omtrekken; dat deze vergezichten en landschapslijnen evenwel niet op de gebiedsstructuurkaarten opgenomen zijn om redenen van schaaldimensies;

Overwegende dat de relevantie of de impacten van de opname van deze waardevolle landschapsomtrekken of vergezichten en landschapslijnen op het gewestplan geval per geval beoordeeld zullen worden bij gewestplanherzieningen, in functie van de conclusies van de het milieueffectenverslag of het openbaar onderzoek; * Impact van windturbines of telefoonmasten of elektriciteitslijnen op het landschap.

Overwegende dat het antwoord op de bekommernis van de bezwaarindieners in het ontsluitingsbeginsel staat over de vrijwaring van het erfgoed van bebouwingsinvloeden; * Rekening houden met landschapshandvesten van natuurparken.

Overwegende dat de beheers- en programmeringsmaatregelen aangevuld worden om er rekening mee te houden in de (meer)gemeentelijke plannen van aanleg en de gemeentelijke stedenbouwkundige handleidingen;

PV.3 - Ondersteuning van bebouwingen en productiewijzen die spaarzaam gebruik maken van rijkdommen.

Overwegende dat de bezwaren, bemerkingen en adviezen die ingediend zijn na het openbaar onderzoek betrekking hebben op : * Het operationeel maken van de beheers- en programmeringsmaatregel betreffende de betonstop.

Overwegende dat de Waalse Regering zich fors uitgesproken heeft voor de beheers- en programmeringsmaatregel met het oog op de betonstop tegen 2050; dat zij via deze maatregel voor een bewustmaking wil zorgen bij alle actoren in de ruimtelijke ontwikkeling; dat de Waalse Regering de permanente conferentie voor ruimtelijke ontwikkeling er reeds mee belast heeft onderzoek te doen naar spaarzame inzet van gronden, met een operationele handleiding als doel dat deze maatregel operationeel moet maken;

Overwegende dat het ruimtelijk ontwikkelingsplan noch beleidsmaatregelen, budgetisering of fiscaliteit in verband met het operationeel maken van de betonstop beoogt; dat het operationeel maken van deze maatregel nader bepaald zal worden na aanneming van het ruimtelijk ontwikkelingsplan; dat aangestipt dient te worden dat de doelstelling de nadruk legt op instrumenten waarin het Wetboek voorziet om dit doel te bereiken; dat het eveneens vooziet in een compensatiemechanisme dat zorgt voor een vlottere uitvoering;

Overwegende dat AM.3 in termen van betonstop tegen 2030 in een tussenstap voorziet voor de economische activiteit om rekening te houden met de ter zake doende vaststellingen en uitdagingen; dat het einddoel hetzelfde is als in doelstelling PV.3; dat er bijgevolg geen tegenspraak bestaat tussen beide maatregelen;

Overwegende dat de gevolgen van deze maatregel door de Waalse Regering beoordeeld zullen kunnen worden via de opvolgingsmaatregelen vastgesteld in het ruimtelijk ontwikkelingsplan en via de procedures bepaald in het Wetboek; dat er opvolgingsmaatregelen zijn gevoegd bij het ontwerp van ruimtelijk ontwikkelingsplan;

PV.4 - Het grondgebied en de inwoners minder kwetsbaar maken voor natuur- en technologische risico's en voor blootstelling aan anthropische hinder Overwegende dat de bezwaren, bemerkingen en adviezen die ingediend zijn na het openbaar onderzoek betrekking hebben op : * Begripsomschrijving natuurrisico's.

Overwegende dat de keuze van de Waalse Regering tegelijk de natuurrisico's en de geotechnische drukfactoren beoogt; * Het bebouwingsverbod in de industriesites.

Overwegende dat de keuze van de Waalse Regering erin bestaat, de blootstelling van de bevolking aan technologische en industriële risico's te verminderen, ongeacht de plaats waar deze gelegen zijn; dat zij niet enkel een afwijking daarvan beoogt voor de industriesites;

Overwegende dat de Waalse Regering evenwel aanstipt dat de regeling van het ruimtelijk ontwikkelingsplan beperkt wordt tot de onroerende goederen die blootgesteld zijn aan technologische risico's, rekening houdend met de noodzaak om een passende afstand te bewaren ten opzichte van de tot bebouwing bestemde gebieden op het gewestplan en van toepassing is op de nieuwe bebouwingen die een nieuw risico vormen voor de bevolking of een bestaand risico erger kunnen maken; * Sterkere risicoverlagende maatregelen.

Overwegende dat meerdere beheers- en programmeringsmaatregelen in dat perspectief passen; dat de Waalse Regering ze niet verder wil aanvullen;

Overwegende dat het bebouwingsverbod in brongebieden de bronnen van waterlopen beoogt en kadert in de reeks maatregelen met het oog op verminderde overstromingsdreigingen; * De noodzaak om te anticiperen op klimaatrisico's.

Overwegende dat deze problematiek de vakgebieden overschrijdt; dat het ruimtelijk ontwikkelingsplan, naast de koelte-eilanden dit concept meeneemt naar de doelstellingen « Anticiper et Muter et Desservir Equilibrer »; * Het belang om de vermindering van de blootstelling van de bevolking aan athropische hinder gepaard te laten gaan met maatregelen tot vermindering van deze hinder zelf.

Overwegende dat de ontsluitingsbeginselen die zijn ontwikkeld in het kader van de bestrijding van stedelijke versnippering of de beheersing van mobiliteit in Wallonië in dat opzicht structurele eersterangsmaatregelen vormen; dat andere antwoorden gezocht dienen te worden in het milieubeleid dat in Wallonië uitgevoerd wordt; * Rekening houden met licht- en luchtvervuiling.

Overwegende dat de Waalse Regering beslist te verwijzen naar de maatregelen van het plan voor leefmilieu en gezondheid; * Aanpassing van de bebouwing in de omgeving van geluidshinder veroorzakende verkeersinfrastructuren.

Overwegende dat Wallonië geluidshinderkaarten heeft laten opmaken voor de voornaamste bronnen van geluidshinder zoals de hoofdverkeerswegen met meer dan 6 miljoen wagens per jaar en de hoofdspoorwegen met meer dan 60.000 treinbewegingen per jaar; dat de gemeentelijke overheden hier de meest passende conclusies uit moeten trekken in functie van de specifieke lokale kenmerken;

Overwegende dat de akoestische kwaliteit van bouwwerken, waaronder die gelegen in de zones B, C en D van de plannen voor langetermijnontwikkeling van de gewestelijke luchthavens, normen hebben opgeleverd die in de regionale stedenbouwkundige handleiding zijn opgenomen; * Waterbeheersmaatregelen.

Overwegende dat de Waalse Regering de maatregelen heeft vastgelegd die een gebiedsdekkende impact hebben zoals de strijd tegen bodemverhardingen of bebouwingsverboden in de omgeving van bronnen van waterlopen;

PV.5 - De troeven van het grondgebied uitspelen als een hefboom voor toeristische ontwikkeling Overwegende dat de bezwaren, bemerkingen en adviezen die ingediend zijn na het openbaar onderzoek betrekking hebben op : * Waals toerismebeleid.

Overwegende dat, hoewel dit doel er toe strekt, de troeven van het grondgebied uit te spelen als hefboom voor toeristische ontwikkeling, dit niet dient om het Waals toerismebeleid vast te leggen, maar om er een gebiedsgerelateerde omschrijving van te verstrekken; * Het belang om duurzaam toerisme te promoten.

Overwegende dat de ontwikkeling van duurzaam toerisme beoogd wordt in de ontsluitingsbeginselen; dat het operationeel maken ervan toevertrouwd wordt aan de subregionale schaal; dat dit vastgelegd wordt in het begrippenarsenaal; * In overweging nemen van toeristische steden, dorpen, locaties, gebieden (immaterieel erfgoed, valleien, mooiste dorpen van Wallonië enz) en de relevantie van de gekozen criteria.

Overwegende dat de toeristische locaties met een grote uitstraling in de zin van het ruimtelijk ontwikkelingsplan de locaties zijn met meer dan 100.000 bezoekers per jaar; dat de evenementen met meer dan 100.000 toeschouwers per jaar dan weer nergens in berekeningen worden opgenomen;

Overwegende dat het ruimtelijk ontwikkelingsplan aangevuld wordt met de lijst van toeristisch zeer waardevolle gemeenten; dat dit percentage per gemeente berekend wordt door het Commissariaat-generaal voor Toerisme (CGT), met volgende gegevens als basis : aantal operationele logies, operationele opvangcapaciteit van de logie, bezoekersaantallen van attracties en musea, aantal aankomsten in de logies en aantal overnachtingen in de logies; dat deze lijst de lijst toeristische steden vervangt;

Overwegende dat de natuurparken in de gebiedsstructuur opgenomen worden wegens hun rol in de toeristische ontwikkeling van het Gewest;

Overwegende dat de opgenomen toeristische valleien, de valleien zijn met een regionale toeristische uitstraling; dat andere toeristische valleien evenwel een subregionale erkenning kunnen krijgen; * HST stopplaats Pairi Daiza.

Overwegende dat uit de gegevens van het CGT voor 2017 blijkt dat Henegouwen alleen al goed is voor 33 % attracties in Wallonië op basis van aantallen (en 30 % van de bezoekers); dat Frankrijk de tweede buitenlandse markt is voor recreatietoerisme en de eerste buitenlandse markt voor het toerisme in de Waalse kunststeden;

Overwegende dat het project om een stopplaats te voorzien op de HST lijn Brussel Parijs ter hoogte van de kern Aat streeft naar een ruimere uitstraling van toeristische locaties;

Overwegende dat die keuze voor een sterkere toeristische bereikbaarheid van Henegouwen en Wallonië als geheel vanuit Frankrijk dus coherent blijkt met de huidige toestand van het Waalse toerisme; * De kans om de vliegvelden in de gebiedsstructuur op te nemen.

Overwegende dat deze maatregel zes vliegvelden een opstap wil verlenen tot steunpunten voor toeristische ontwikkeling; dat deze keuze geenszins een vorm van steun van de Waalse Regering voor fossiele energie zou zijn in de uitoefening van bedoelde activiteiten;

Opvolgingsmaatregelen Overwegende dat er opvolgingsmaatregelen zijn voorgesteld in de bezwaren, bemerkingen en adviezen ingediend na afloop van het openbaar onderzoek; dat eraan gevolg is gegeven voor zover ze relevant zijn ten opzichte van de ontsluitingsprincipes en dat het gegeven makkelijk kan worden ingezameld;

Begrippenarsenaal Overwegende dat de bezwaren, bemerkingen en adviezen ingediend na afloop van het openbaar onderzoek aanvullende informatie verleent voor de begrippen verwoord in het ruimtelijk ontwikkelingsplan; dat daar via het begrippenarsenaal gevolg aan is gegeven;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Het ruimtelijk ontwikkelingsplan, als bijlage bij dit besluit, wordt aangenomen.

Art. 2.Dit besluit en het ruimtelijk ontwikkelingsplan worden in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

Art. 3.Het ruimtelijk ontwikkelingsplan treedt in werking op een datum, bepaald door de Regering.

Art. 4.De Minister van Ruimtelijke Ordening is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 16 mei 2019.

Voor de Regering : De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Leefmilieu, Ecologische Overgang, Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Mobiliteit, Vervoer, Dierenwelzijn en Industriezones, C. DI ANTONIO


Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld .

^