Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 16 oktober 2003
gepubliceerd op 04 november 2003

Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 1997 betreffende de administratieve en begrotingscontrole

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2003201648
pub.
04/11/2003
prom.
16/10/2003
ELI
eli/besluit/2003/10/16/2003201648/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 OKTOBER 2003. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 1997 betreffende de administratieve en begrotingscontrole


De Waalse Regering, Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 8, tweede lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 88 van 11 november 1967;

Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, inzonderheid op artikel 51, eerste lid;

Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 46, tweede lid;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 1997 betreffende de administratieve en begrotingscontrole, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 1 september 2003;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 23 juli 2003;

Gelet op de beraadslaging van de Regering over het verzoek om adviesverlening door de Raad van State binnen hoogstens een maand;

Gelet op het advies 35.856/2 van de Raad van State, gegeven op 24 september 2003, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1o, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Begroting;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 15 van het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 1997 wordt gewijzigd als volgt : § 1. In afwijking van de bepalingen van artikel 14, 2o, is het advies van de Inspecteur van Financiën niet vereist voor : 1o personeelsuitgaven, voorzover het de toepassing van het geldelijk en administratief statuut betreft; 2o opdrachten in België en in het buitenland; 3o overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten waarvan het bedrag van de schatting of het bedrag zonder BTW lager is dan : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De overheidsopdrachten voor een bedrag hoger dan (5.000 euro - BWR van 20 december 2001, art. 1) moeten echter maandelijks aan de Inspectie van Financiën worden medegedeeld; 4o toelagen : a) die toegekend zijn overeenkomstig organieke regelen die de toekenningsvoorwaarden, de begunstigde en het vaste bedrag ervan definitief bepalen; b) andere, waarvan het bedrag lager is dan (3.100 euro - BWR van 20 december 2001, art. 1); 5o andere uitgaven onderworpen aan organieke regelen die de toekenningsvoorwaarden, de begunstigde en het vaste bedrag ervan definitief bepalen. § 2. Elke functioneel bevoegde Minister en de Minister bevoegd voor Begroting kunnen, in onderlinge overeenstemming, de in § 1 bedoelde bedragen aanpassen voor de categorieën uitgaven die ze bepalen.

De Minister van Begroting vraagt vooraf het advies van de Inspectie van Financiën aan die tot dat einde de aard en de omvang van de risico's betreffende de geplande aanpassingen schat.

Dat akkoord neemt de vorm aan van een protocol dat het volgende vaststelt : 1o de nagestreefde doelstellingen; 2o de aard van de betrokken uitgaven; 3o de begrotingsprogramma's of gedeelten daarvan waarop ze betrekking hebben; 4o de nieuwe bedragen die van toepassing zullen zijn; 5o de alternatieve modaliteiten voor risicocontrole waarin moet worden voorzien; 6o de begeleidings- en toezichtsmaatregelen; 7o de geldigheidsduur van het akkoord.

Het advies van de Inspectie van Financiën wordt gevoegd bij het protocol.

De in het akkoordprotocol bedoelde dossiers zijn achteraf onderworpen aan een controle van de Inspectie van Financiën op grond van een monsterneming volgens de in het vorige lid, 6o, bedoelde modaliteiten.

Het akkoordprotocol wordt meegedeeld aan de Regering ter informatie en aan de betrokken besturen ter uitvoering alsook aan het Rekenhof.

De Inspecteurs van Financiën behouden hun raadgevende bevoegdheid inzake de algemene aanwending van de kredieten voor de in § 1 bedoelde uitgaven.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.De Minister bevoegd voor Begroting is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 16 oktober 2003.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, M. DAERDEN

^