17 DECEMBER 1998. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 16 december 1988 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de toekenning van toelagen aan deze diensten

De Waalse Regering, Gelet op het decreet II van 22 juli 1993 betreffende de overheveling van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie;

Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991;

Gelet op het decreet van 17 december 1997 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 1998, afdeling 17, programma 04, basisallocaties 33.65.04 en 43.65.04;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 1997 betreffende de administratieve en begrotingscontrole;

Gelet op het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 16 december 1988 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de toekenning van toelagen aan deze diensten, zoals gewijzigd;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989 en 4 juli 1989;

Overwegende dat de reglementering betreffende de erkende diensten voor gezins- en bejaardenhulp aangepast moet worden ten gevolge de creatie van banen overeenkomstig het decreet van 18 juli 1997 houdende creatie van een doorstromingsprogramma en het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, zonder afbreuk te doen aan de aan deze sector opgelegde verplichtingen;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, Besluit :

Artikel 1.Artikel 4, 3°, van het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 16 december 1988 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de toekenning van toelagen aan deze diensten, zoals gewijzigd, wordt vervangen als volgt : « zich ertoe verbinden het statuut op de gezins- en bejaardenhelpsters toe te passen zoals het goedgekeurd is door de Waalse Regering op 16 juli 1998. »

Art. 2.In artikel 9 van het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 16 december 1988 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de toekenning van toelagen aan deze diensten, zoals gewijzigd, wordt een vijfde lid ingevoegd, luidend als volgt : « De in artikel 10 bedoelde toelagen worden niet verleend voor activiteiten van gezinshelpsters die tewerkgesteld zijn in het kader van het doorstromingsprogramma, of van gezinshelpsters van wie de tewerkstelling gefinancierd wordt in het kader van de verminderingen van de werkgeversbijdragen, die toegepast worden krachtens het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector. »

Art. 3.In het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 16 december 1988 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de toekenning van toelagen aan deze diensten, zoals gewijzigd, wordt tussen hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5 een hoofdstuk "4bis. Diverse bepalingen" ingevoegd. Het bestaat uit de volgende artikelen : «

Art. 18bis.Artikel 4, 2°, van dit besluit is niet van toepassing op gezinshelpsters die tewerkgesteld zijn in het kader van het doorstromingsprogramma, noch op gezinshelpsters van wie de tewerkstelling gefinancierd wordt in het kader van de verminderingen van de werkgeversbijdragen, die toegepast worden krachtens het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector.

De erkende dienst voor gezins- en bejaardenhulp die gezinshelpsters tewerkstelt in het kader van de verminderingen van de werkgeversbijdragen, die toegepast worden krachtens bovenvermeld koninklijk besluit van 5 februari 1997, moet zich jegens hen evenwel richten naar de artikelen 4, 3°, 5°, en 5 van deze reglementering. De activiteit van de betrokken gezinshelpsters, waarvoor de in artikel 10 van dit besluit bedoelde toelagen niet verleend worden, valt onder de bepalingen van de artikelen 7, 8, 2°, 3°, 4°, en het laatste lid van dit besluit. De dienst moet eveneens controledocumenten opmaken overeenkomstig het door de Minister bepaalde model.

Art. 18ter.De erkende dienst voor gezins- en bejaardenhulp die gezinshelpsters tewerkstelt in het kader van de verminderingen van de werkgeversbijdragen, die toegepast worden krachtens het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, moet ten minste 1,47 % van de totale activiteit waarvoor toelagen worden verleend aanwenden voor de organisatie van de in artikel 14 van dit besluit bedoelde vervolmakingscursussen, vermeerderd met de activiteit van de in het kader van bovenvermeld koninklijk besluit van 5 februari 1997 tewerkgestelde gezinshelpsters. Zo niet wordt voorzien in een boete die gelijk is aan het product van de vermenigvuldiging van het aantal ontbrekende uren met de gemiddelde uurtoelage.

Art. 18quater.De erkende dienst voor gezins- en bejaardenhulp die gezinshelpsters tewerkstelt in het kader van de verminderingen van de werkgeversbijdragen, die toegepast worden krachtens het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, moet ten minste 1 % van de totale activiteit waarvoor toelagen worden verleend aanwenden voor de organisatie van de in artikel 15 van dit besluit bedoelde vergaderingen, vermeerderd met de activiteit van de in het kader van bovenvermeld koninklijk besluit van 5 februari 1997 tewerkgestelde gezinshelpsters. Zo niet wordt voorzien in een boete die gelijk is aan het product van de vermenigvuldiging van het aantal ontbrekende uren met de gemiddelde uurtoelage.

Art. 18quinquies.De erkende dienst voor gezins- en bejaardenhulp die gezinshelpsters tewerkstelt in het kader van het doorstromingsprogramma, moet zich jegens hen en hun activiteit naar artikel 7 van dit besluit richten.

Art. 18sexies.De administratieve en sociale werknemers van wie de tewerkstelling gefinancierd wordt in het kader van de verminderingen van de werkgeversbijdragen, die toegepast worden krachtens het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, zijn niet gehouden tot inachtneming van de begeleidingsnormen bedoeld in artikel 4, 4°, van dit besluit. »

Art. 4.Punt 3° van artikel 19 van het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 16 december 1988 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de toekenning van toelagen aan deze diensten, zoals gewijzigd, wordt geschrapt en vervangen door onderstaande tekst, die het tweede lid vormt : « De diensten bezorgen de Minister uiterlijk 31 maart van het jaar volgend op het afgelopen boekjaar het jaarlijkse activiteitenverslag, zoals bepaald door de Minister. »

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999, behalve artikel 1, dat in werking treedt op 16 juli 1998, en artikel 2, dat in werking treedt op 1 januari 1997.

Namen, 17 december 1998.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse. Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, W. TAMINIAUX