Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 17 juli 2003
gepubliceerd op 23 september 2003

Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de wijze van ontsluiting van de gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2003200942
pub.
23/09/2003
prom.
17/07/2003
ELI
eli/besluit/2003/07/17/2003200942/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 JULI 2003. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de wijze van ontsluiting van de gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat


De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, inzonderheid op artikel 33, vervangen bij het decreet van 18 juli 2002;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 januari 2003;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 9 januari 2003;

Gelet op het advies van de Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening, gegeven op 27 februari 2003;

Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad voor Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), uitgebracht op 24 februari 2003;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 14 mei 2003;

Op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In boek IV, titel I van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium wordt een hoofdstuk XXVI ingevoegd, luidend als volgt : "Hoofdstuk XXVI - Ontsluiting van de gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat.

Art. 452/54.Om ontvankelijk te zijn, dienen in het gemeentelijk programmadossier bedoeld in artikel 33, § 2, 1o, te worden opgenomen : 1o een document met als titel « analyse van de toestand in feite en in rechte »; 2o een document met als titel « evaluatieverslag »; 3o een document met als titel « programmering van de ontsluiting van de gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat ».

Art. 452/55.Het document met als titel « analyse van de toestand bestaande in feite en in rechte » houdt in : 1o de analyse van de feitelijk bestaande toestand, waarbij voor elk gebied waarvan de bestemming nog niet vaststaat, aangegeven wordt in welke mate het onder druk staat en voor bebouwing geschikt is, en waarbij elk gebied meer bepaald beoordeeld wordt vanuit diens ligging, zijn fysieke kenmerken (oppervlakte, topografie, aard van de bodem, ecologische waarde,...), diens natuurlijke, landschappelijke en bebouwde omgeving, diens huidige of potentiële bereikbaarheid via de verschillende vervoerswijzen, de huidige of de vooropgestelde uitrusting meer bepaald wat de riolering betreft. Bij die analyse worden voor elk gebied waarvan de bestemming nog niet vaststaat, gevoegd : a) een kaart opgesteld aan de hand van een N.G.I.-basiskaart op maximumschaal 1/25 000, dat het gehele grondgebied van de gemeente beslaat en waarbij de oppervlakte van elk gebied waarvan de bestemming nog niet vaststaat, aangegeven wordt; b) een expliciete en relevante fotoreportage;c) een kaart opgesteld aan de hand van een kadastrale basiskaart op maximumschaal 1/2 500, waarop meer bepaald de onmiddellijke context van het gebied waarvan de bestemming nog niet vaststaat, aangegeven wordt, evenals de topografie, de uitrustingen en de bodembezetting; 2o voor elk gebied waarvan de bestemming nog niet vaststaat, de analyse van de rechtelijk bestaande toestand, zoals omschreven in artikel 254, 1o, b , met als bijlage een kaart opgesteld aan de hand van een kadastrale basiskaart op maximumschaal 1/2 500 en een afschrift van de administratieve stukken aan de hand waarvan opgemaakt kan worden dat het gebied waarvan de bestemming nog niet vaststaat, ontsloten wordt in de zin van artikel 12bis van de overgangs- en slotbepalingen van het decreet van 27 november 1997 tot wijziging van het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium.

Art. 452/56.Het document met als titel « evaluatieverslag » geeft de behoeften aan nieuwe, te bebouwen gronden aan op basis van een analyse van de tendensen in de demografische en economische ontwikkeling van de gemeente, waarbij minstens gevoegd worden : 1o de inventaris van de afgedankte bedrijfsruimten, van de in verval geraakte recreatieruimten en de vrijliggende gronden die als te bebouwen gebied opgenomen zijn in het gewestplan, met als bijlage een kaart opgesteld op grond van een kadastraal plan op schaal 1/10 000 dat het gehele grondgebied van de gemeente beslaat en waarin de oppervlakte opgenomen wordt van de afgedankte bedrijfsruimten, van de in verval geraakte recreatieruimten en de vrijliggende gronden die als te bebouwen gebied opgenomen zijn; 2o de evaluatie van de behoeften aan gronden die op korte en middellange termijn voor verblijven worden bestemd, opgesteld op grond van een inventaris ervan en van de te verwachten evolutie; 3o de evaluatie op korte en middellange termijn van de behoeften aan gronden die bestemd zijn voor de vestiging of de ontwikkeling van economische activiteiten, recreatie en toerisme, diensten en openbare en gemeenschappelijke uitrustingen, op grond van een inventaris ervan en van de te verwachten ontwikkeling.

Art. 452/57.§ 1. Het document met als titel « programmering van de ontsluiting van de gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat » houdt in : 1o een verslag met de opties die de doelstellingen bepalen inzake inrichting van de gemeente en, voor elk gebied waarvan de bestemming nog niet vaststaat, de algemene bestemming(en) en het prioriteitsnummer voor de ontsluiting ervan. 2o een verantwoording van de keuzes ten opzichte van : de analyse van de toestand in feite en in rechte, het evaluatieverslag, de doelstellingen voor de inrichting van de gemeente, de versterking van de plaatselijke ruimtelijke structuur, de opties van het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan, van het gemeentelijk structuurplan indien bestaande, van het gemeentelijk actieprogramma inzake huisvesting indien bestaande en van het gemeentelijk natuurbevorderingsplan en het gemeentelijk plan voor plattelandsontwikkeling indien bestaande; 3o een programmeringsplan vastgesteld aan de hand van een N.G.I.-basiskaart op schaal 1/25 000 waarop het gehele grondgebied van de gemeente opgenomen is en waarbij voor elk gebied waarvan de bestemming nog niet vaststaat, aangegeven wordt : a) de oppervlakte, aan de hand van een zwarte rand;b) de algemene bestemming(en);c) de prioriteitenvolgorde voor de ontsluiting. De oppervlakte van de gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat die ontsloten worden in de zin van artikel 12bis van de overgangs- en slotbepalingen van het decreet van 27 november 1997 tot wijziging van het Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, wordt eveneens in het plan opgenomen. § 2. Het gemeentelijk programma bepaalt de algemene bestemming(en) van elk gebied waarvan de bestemming nog niet vaststaat volgens de gebieden bestemd voor bebouwing bedoeld in artikel 25. In overdruk kunnen de oppervlakten bedoeld in artikel 40, alsook bijkomende voorschriften als bedoeld in artikel 41, worden opgenomen.

Art. 452/58.De wijze van uitwerking van het gemeentelijk programma is eveneens van toepassing op de herziening ervan.

Voor iedere herziening van een gemeentelijk programma is een globale aanpak nodig van alle gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat, die binnen de gemeentegrenzen gelegen zijn.

Wanneer een herziening van het gewestplan of van een afwijkend gemeentelijk plan van aanleg dat als gevolg heeft de wijziging van de oppervlakte van de gemeentelijke gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat, ofwel op eigen initiatief ofwel binnen een door de Waalse Regering aan de gemeente opgelegde termijn in werking treedt, herziet de gemeenteraad het gemeentelijk programma voor de ontsluiting van de gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat.

Art. 452/59.Indien een gebied waarvan de bestemming nog niet vaststaat, zich over het grondgebied van twee of meer gemeenten uitstrekt, dient iedere betrokken gemeente haar eigen gemeentelijk programma vast te stellen.

Bij de vaststelling van het gemeentelijk programma voor de ontsluiting van de gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat, wint de gemeenteraad het advies in van de naburige gemeenten over de opties van dat programma die betrekking hebben op de gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat die zich uitstrekken over hun grondgebied. Dat advies wordt bij het gemeentelijk programma gevoegd.

De naburige gemeenten maken hun advies over binnen een termijn van negentig dagen na het verzoek van de gemeenteraad. Als die termijn eenmaal verstreken is, wordt het advies geacht gunstig te zijn.

De Waalse Regering beslist op eigen initiatief of op verzoek van één van de gemeenteraden over de vaststelling van een gemeentelijk plan van aanleg dat het gehele gebied waarvan de bestemming nog niet vaststaat, beslaat."

Art. 2.Het gemeentelijk programma voor de ontsluiting van de gebieden waarvan de bestemming nog niet vaststaat, opgemaakt op grond van artikel 33 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, dat op 1 oktober 2002 in werking is getreden, en/of van de ministeriële omzendbrief van 13 maart 2003, en door de gemeenteraad voorlopig goedgekeurd, kan overeenkomstig de bepalingen van beide documenten worden voortgezet.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 4.De Minister van Ruimtelijke Ordening is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 17 juli 2003.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET

^