Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 17 juli 2008
gepubliceerd op 21 augustus 2008

Besluit van de Waalse Regering tot toekenning van toelagen voor afvalpreventie en -beheer aan de ondergeschikte besturen

bron
waalse overheidsdienst
numac
2008202934
pub.
21/08/2008
prom.
17/07/2008
ELI
eli/besluit/2008/07/17/2008202934/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 JULI 2008. - Besluit van de Waalse Regering tot toekenning van toelagen voor afvalpreventie en -beheer aan de ondergeschikte besturen


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, inzonderheid op de artikelen 6, 16, 21, 27 en 28;

Gelet op het decreet van 28 mei 2008 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de beteugeling van milieuovertredingen en de herstelmaatregelen inzake leefmilieu;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 30 april 1998 betreffende de verlening van toelagen voor afvalpreventie en -beheer aan de ondergeschikte besturen;

Gelet op de adviezen van de Inspectie van Financiën, gegeven op 22 mei 2006 en 18 maart 2008;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 8 juni 2006;

Gelet op het advies van de Afvalcommissie, gegeven op 6 juli 2006;

Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des villes, communes et provinces de la Région wallonne" (Hoge raad van de steden, gemeenten en provincies van het Waalse Gewest), gegeven op 21 september 2006;

Gelet op het advies 43.382/2/V van de Raad van State, gegeven op 28 augustus 2007, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemeenheden

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° afval : afval zoals omschreven in het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;2° gebruiker : gezin dat afval voorbrengt en in aanmerking komt voor de door de gemeente verleende afvalbeheersdienst;3° vrijwillige aanvoerruimtes : vaste inzamelpunten, met uitzondering van de containerparken;4° PMC : 4° PMD's : verpakkingsafval bestaande uit kunststofflessen en -flesjes, metaalverpakking en drankkartons;5° ambtenaar-vaststeller : ambtenaar aangewezen door de gemeenteraad, met inbegrip van de ambtenaar voorgedragen door de intercommunale waaraan de gemeente een gedeelte of het geheel van het afvalbeheer heeft toevertrouwd, met het oog op de vaststelling van milieuovertredingen en die voldoet aan de voorwaarden van het decreet van 28 mei 2008 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de beteugeling van milieuovertredingen en de herstelmaatregelen inzake leefmilieu;6° milieuovertreding : feit dat aan de basis ligt van een overtreding van de wetten en decreten inzake het leefmilieu, en gedeeltelijk of geheel gewraakt bij wege van gemeentelijk reglement;7° Minister : de Minister die voor het Afvalbeleid bevoegd is;8° decreet : decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;9° "dienst" : de "Office wallon des déchets" (Waalse dienst voor afvalstoffen), zoals bedoeld in het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen. HOOFDSTUK II. - Voorwaarden tot toekenning van de toelagen

Art. 2.Alleen de behoorlijk gemandateerde gemeenten en verenigingen van gemeenten kunnen in aanmerking komen voor de toelagen die het voorwerp van dit besluit uitmaken.

Art. 3.De gemeente bezorgt de Dienst jaarlijks de elementen en bewijsstukken waaruit blijkt dat artikel 21 van het decreet werd nageleefd, net zoals de maatregelen die ter uitvoering ervan voor het komende boekjaar zijn genomen.

Art. 4.De gemeente, of de vereniging van gemeenten waarvan ze lid is, organiseert uit eigen initiatief de toegang van haar burgers tot een containerpark of heeft de vaste toelagebelofte van de Minister voor een dergelijke infrastructuur gekregen.

Het (bestaande of in project zijnde) containerpark bedoeld in het eerste lid laat de selectieve inzameling van minstens veertien van de volgende categorieën afval toe : 1° inerte afval;2° grof huisvuil;3° afval van elektrische of elektronische uitrustingen, afgekort AEEU;4° groenafval;5° houtafval;6° papier en karton;7° kleurglas en wit glas;8° recycleerbare kunststoffen;9° PMD's;10° textiel;11° metalen;12° afgewerkte voedingsoliën en -vetten;13° de andere afgewerkte oliën dan die bedoeld sub 11;14° batterijen;15° bijzondere huisafval : 16° asbest-cementafval;17° banden. De gebruikers hebben gratis toegang tot alle containerparken beheerd door hun gemeente of door de vereniging van gemeenten waarvan hun gemeente lid is. De gebruikers afkomstig van het grondgebied van een vereniging van gemeenten hebben toegang tot de containerparken van een andere vereniging van gemeenten en de kostprijs van de door de dienstverlener verleende dienst wordt vooraf gedekt door de gemeente waarvan ze afkomstig zijn, door henzelf of krachtens elke andere overeenkomstbepaling.

Art. 5.§ 1. De gemeente of de vereniging van gemeenten waarvan ze lid is bezorgt de Dienst vóór 30 juni van het jaar na het betrokken boekjaar : 1° de gegevens betreffende de statistieken per gemeente, naar het model opgemaakt door de Dienst;2° de gegevens betreffende het aantal glascontainers, het aantal glasinzamelpunten en de ingezamelde hoeveelheden glas. § 2. De gemeente bezorgt de Dienst vóór 30 juni van het jaar na het betrokken boekjaar : 1° de gegevens betreffende de hoeveelheden ingezameld in de gemeentelijke containerparken die niet opgenomen zijn in een gemutualiseerd netwerk dat door een vereniging van gemeenten beheerd wordt;2° het gemeentelijk politiereglement dat op afval toepasselijk is, wanneer het is gewijzigd.

Art. 6.De gemeente of de vereniging van gemeenten waarvan ze lid is bezorgt de Dienst uiterlijk 30 september van het jaar na het betrokken boekjaar het jaarverslag dat aan de algemene vergadering van de vereniging van gemeenten gericht wordt.

Art. 7.Indien de gemeente lid is van een vereniging van gemeenten maakt de vereniging van gemeenten een afschrift van haar strategisch huisafvalbeheersplan binnen twee maanden na goedkeuring ervan aan de Dienst over.

Art. 8.De gemeente of de vereniging van gemeenten waarvan ze lid is neemt de nodige maatregelen opdat de afval hergebruikt zou worden, desgevallend door de verenigingen en vennootschappen met een maatschappelijk doel bedoeld in artikel 6, § 5, van het decreet, en geeft de Dienst kennis van die maatregelen.

Art. 9.De gemeente of de vereniging van gemeenten waarvan ze lid is verbindt zich ertoe : 1° de aan de terugnameplicht onderworpen afval aan te nemen onder de voorwaarden die in de regelgeving en de milieuovereenkomsten vastliggen of krachtens andere desbetreffende verplichtingen of overeenkomsten, en van de persoon die aan de terugnameplicht onderworpen is of aan de instelling die het beheer van de terugnameplicht voor haar rekening waarneemt, een prijs te vorderen die de investerings- en werkingskosten van de gesubsidieerde installatie i.v.m. het beheer van die afval dekt en jaarlijks aan het Gewest het gedeelte van het bedrag terug te betalen dat overeenstemt met de gewestelijke toelagen en tegemoetkomingen voor de installatie, met inachtneming van de modaliteiten bepaald door de Regering; 2° toe te zien op de goede uitvoering van de opdrachten die door het Gewest toegewezen worden of geheel of gedeeltelijk door hem gesubsidieerd worden en die betrekking hebben op de inzameling van bepaalde stromen huisafval volgens de door de Dienst vastgelegde bepalingen.Het toezicht houdt in dat het Gewest ingelicht moet worden over de kwaliteit van de verleende dienst en dat controle uitgevoerd moet worden op de juistheid van de gewichten vermeld op de afvalafvoerbrieven.

Art. 10.De gemeente neemt een reglement inzake de afvalinzameling aan waarvan ze haar burgers regelmatig kennis geeft, overeenkomstig artikel 21 van het decreet.

Dat reglement bepaalt voor het overige dat : 1° de afval waarvoor een selectieve huis aan huis ophaal op het gemeentelijke grondgebied georganiseerd wordt liefst niet met bruto afval gemengd wordt;2° de landbouwers en landbouwbedrijven hun gevaarlijke verpakkingen op de daartoe bestemde inzamelpunten moeten afgeven of dat ze een beroep moeten doen op een erkende ophaler;3° de geneesheren, tandartsen, veeartsen en thuiszorgverleners van de gemeente gebruik moeten maken van een hergroeperingscentrum of een beroep moeten doen op een erkende ophaler om zich te ontdoen van hun ziekenhuis- en gezondheidszorgafval van klasse B2 in de zin van het besluit van de Waalse Regering van 30 juni 1994 betreffende de ziekenhuis- en gezondheidszorgafval.

Art. 11.De gemeente of de vereniging van gemeenten waarvan ze lid is, ontwikkelt preventie- en hergebruiksacties voor de afval uit haar eigen activiteiten, o.a. door het opnemen van milieuclausules in haar overheidsopdrachten van werken, leveringen en/of diensten. Ze geeft de Dienst uiterlijk 30 juni kennis van die acties. HOOFDSTUK III. - Voorwerp van de toelagen

Art. 12.Binnen de budgettaire mogelijkheden van de Dienst kan een toelage verleend worden voor : 1° de organisatie van één of meer bewustmakings-, informatie- en actiecampagnes inzake huisafvalpreventie.Vanaf 1 januari 2009 moeten die campagnes gevoerd worden in het raam van de door de Minister bepaalde richtsnoeren inzake afvalpreventie en communicatie en in onderlinge overeenstemming georganiseerd worden op het gezamenlijke Waalse grondgebied. De campagneprojecten worden uiterlijk 31 december van het jaar vóór de uitvoering ervan of, in de loop van het boekjaar, uiterlijk twee maanden vóór de uitvoering ervan aan de Dienst meegedeeld vooraleer ze uitgevoerd worden naar het model dat door de Dienst bepaald wordt. Er wordt geen toelage verleend voor de totstandbrenging van preventiemiddelen indien soortgelijke of gelijkwaardige middelen op gewestelijk niveau beschikbaar zijn; 2° de selectieve huis aan huis ophaal van het organische gedeelte van de huisafval dat voor hergebruik bestemd is, overeenkomstig de kwaliteitsvereisten aanbevolen door de exploitant van de recyclingseenheid met het oog op een toepassing in de land-, tuin-, wijn-, bosbouw of groenteteelt en voor zover die toepassing gerealiseerd wordt.De ophaal van tuin- of groenafval valt niet onder deze bepaling; 3° de selectieve huis aan huis ophaal van papierafval met het oog op het hergebruik ervan, met uitzondering van verpakkingsafval, voor zover die ophaal minstens zes keer per jaar georganiseerd wordt, samen met de ophaal van de afval van verpakkingspapier en -karton, of, met het voorafgaand akkoord van de Minister van Leefmilieu, de selectieve ophaal door vrijwillige aanvoer indien de inzameling van huisafvalverpakkingen via vrijwillige aanvoerruimtes georganiseerd wordt;4° de ophaal, het hergebruik en de energetische valorisatie van ongevaarlijke plastic afval uit de landbouw, voor zover de ophaal minstens één keer per jaar over een periode van één week georganiseerd wordt of, mits voorafgaand advies van de Dienst, via een inzameling met een gelijkwaardig effect;5° de selectieve ophaal van asbest-cementafval, voor zover hij in een vergunde en gecontroleerde ruimte georganiseerd wordt, volgens modaliteiten waarmee de Dienst vooraf heeft ingestemd.

Art. 13.Binnen de perken van de beschikbare kredieten kan een toelage verleend worden voor de indienstneming of de handhaving van ambtenaren-vaststellers die uitsluitend voor de vaststelling van milieuovertedingen aangesteld worden, voor zover de volgende bijkomende voorwaarden vervuld zijn : 1° de gemeenten beschikken over een politiereglement dat bepaalt welke milieuovertredingen door de gemeente gestraft worden en voorziet in de toepassing van het tarief van de administratieve boetes dat op gewestelijk niveau vastgelegd wordt;2° er wordt een actieplan ter bestrijding van de milieuovertredingen door de gemeenten opgemaakt en ten uitvoer gebracht.In dat kader organiseren ze o.a. één of regelmatige campagnes ter voorkoming van en bewustmaking voor milieuovertredingen betreffende afval en milieuvriendelijkheid, met inachtneming van de strategische richtsnoeren die desgevallend door de Minister bepaald worden; 3° het tarief van de boetes bedoeld in punt 1 wordt door de gemeenten zichtbaar aangeplakt op hun grondgebied.De aanplakmodaliteiten, met inbegrip van de vermeldingen die op de aanplakking moeten voorkomen, worden nader bepaald door de Minister.

De gemeenten richten hun aanvraag uiterlijk 30 september van het vorige jaar aan de Minister, samen met het actieplan bedoeld in punt 2 en met het politiereglement bedoeld in punt 1. Op grond van het verslag van de Dienst kan de Minister hen een vaste subsidiebelofte toekennen. De beslissing wordt betekend binnen een termijn van negentig werkdagen, te rekenen van de datum van ontvangst van de aanvraag, en vermeldt het maximumbedrag van de toelage dat hen toegekend mag worden. Bij gebrek aan betekening binnen die termijn is de actie niet subsidieerbaar. HOOFDSTUK IV. - Bedrag van de toelagen

Art. 14.De toelage voor de campagnes bedoeld in artikel 12, 1°, bedraagt maximum 1 euro per inwoner en per jaar, zonder 75 % van de door de gemeente of de vereniging van gemeenten gedragen kosten van de preventiecampagne(s) te overschrijden.

De helft van die toelage is bestemd voor acties die op gewestelijk niveau beslist en uitgevoerd worden; de andere helft is bestemd voor de kosten van de campagnes die de verenigingen van gemeenten in overleg met het Gewest organiseren.

De personeelskosten zijn subsidieerbaar ten belope van maximum 50 % van de kosten van de campagnes, voor zover het personeel daadwerkelijk voor preventieacties aangesteld is, hetgeen uit bewijsstukken moet blijken.

Het bedrag van de toelage wordt berekend overeenkomstig de bepalingen hierboven en met 10 % verhoogd voor de gemeenten die een plaatselijk Agenda 21 hebben aangenomen.

De toelage wordt berekend op basis van het cijfer van de rechtsbevolking, vastgelegd door de Federale Minister van Economische Zaken, op 1 januari van het jaar waarin de actie is verwezenlijkt.

Art. 15.De toelage voor de acties bedoeld in artikel 12, 2°, bedraagt 32,5 euro per ton die selectief ingezameld wordt met inachtneming van de kwaliteitsvereisten bedoeld in die bepaling.

Art. 16.Het bedrag van de toelage voor de acties bedoeld in artikel 12, 3°, komt overeen met de reële kostprijs van de inzameling en de recycling van de papierafval die niet onder de terugnameplicht valt.

Het bedrag van de toelage wordt verminderd naar rato van de winst die eventueel voortkomt uit de verkoop van de papierafval en verhoogd naar rato van de kostprijs van de verkoop van de papierafval.

De reële kostprijs bedoeld in het eerste lid wordt berekend met inachtneming van het percentage verpakkingsafval bepaald door de Interregionale verpakkingscommissie en zonder rekening te houden met de hoeveelheid papierafval die in het kader van elke terugnameplicht onder een terugnameplicht valt.

Art. 17.Het bedrag van de toelage voor de acties bedoeld in artikel 12, 4°, komt overeen met de reële kostprijs van de inzameling, recycling en valorisatie en mag niet hoger zijn dan 1.500 euro per jaar en per gemeente.

Art. 18.De toelage voor de acties bedoeld in artikel 12, 5°, bedraagt 50 % van de kostprijs van de inzameling, de eventuele hergroepering en de wegwerking van de asbest-cementafval die uitsluitend uit de gewone activiteit van de gezinnen voortkomt.

Art. 19.De toelage voor de acties bedoeld in artikel 13 bedraagt 20.000 euro per voltijds equivalent en maximum 1° 20.000 euro voor de gemeenten met minder dan 10 000 inwoners; 2° 40.000 euro voor de gemeenten met 10 000 tot minder dan 25 000 inwoners; 3° 60.000 euro voor de gemeenten met 25 000 inwoners en meer.

Voor de berekening van de toelage wordt het op 1 januari van het betrokken boekjaar vastgelegde aantal inwoners in de vorm van inwoners-equivalent berekend als volgt : 1° persoon ingeschreven in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente : één inwoner-equivalent; 2° student die niet in de gemeente woonachtig is en wiens woning bij de gemeente aangegeven is : 0.5 inwoner-equivalent; 3° bewoners van een tweede huis : één inwoner-equivalent per tweede huis;4° toeristen : één inwoner-equivalent per bed aangegeven bij het commissariaat-generaal voor toerisme. Indien een gemeente tegemoetkomingen geniet voor de bevordering van de tewerkstelling in het raam van de acties bedoeld in artikel 13, worden de in dit artikel bedoelde bedragen naar rato van die tegemoetkomingen verminderd. HOOFDSTUK V. - Procedure tot aanvraag en toekenning van de toelagen

Art. 20.§ 1. De gemeente of de vereniging van gemeenten richt uiterlijk 30 september van het jaar na het jaar waarin de subsidieerbare acties verwezenlijkt worden een aanvraag om toelagen aan de Minister.

De aanvraag om toelagen bevat minstens een aangifte van schuldvordering, de facturen alsook de desbetreffende bewijsstukken, de machtigingen of akten tot eventuele onttrekking ten voordele van de vereniging van gemeenten en het formulier met de voorafgaandelijke voorwaarden tot toekenning van toelagen, opgemaakt door de Dienst en behoorlijk ingevuld door de aanvrager van de toelage. Indien het dossier op de datum 30 september onvolledig is of na de datum 30 september ingediend wordt, waarbij de postdatum bewijskracht heeft, wordt het bedrag van de toelage verminderd met 10 % per achterstallig kwartaal.

Voor de toelagen bedoeld in artikel 12, 1°, bevat de aanvraag bovendien een beoordeling van de acties die overeenkomstig het door de Dienst bepaalde model gevoerd worden.

Voor de toelagen bedoeld in artikel 13, bevat de aanvraag bovendien een activiteitenverslag betreffende de opdrachten vervuld door de gesubsidieerde ambtenaar, waarin melding wordt gemaakt van het aantal uitgevoerde vaststellingen en transacties, van het gevolg dat aan de processen-verbaal en aan het actie- en bewustmakingsplan gegeven wordt. § 2. De toelage wordt geheel of gedeeltelijk aanvaard of geweigerd op basis van het door de Dienst opgemaakte verslag over de goede uitvoering van de acties, de naleving van de bij dit besluit gestelde voorwaarden, o.a. het in artikel 21 van het decreet bedoelde percentage van afwenteling van de kosten op de gebruikers, en de naleving van de regels inzake de overheidsopdrachten door de gemeente of de vereniging van gemeenten.

De toelage betreffende de acties die door een vereniging van gemeenten door machtiging of onttrekking uitgevoerd worden, wordt rechtstreeks aan de vereniging van gemeenten betaald voor zover ze uitdrukkelijk gemachtigd is om ze te innen. Ze wordt verminderd met het deel bestemd voor de gemeente die niet voldaan heeft aan de verplichtingen bedoeld in dit besluit. HOOFDSTUK VI. - Opheffings- en slotbepalingen

Art. 21.De artikelen 17 tot 25 en 35 van het besluit van de Waalse Regering van 30 april 1998 betreffende de verlening van toelagen voor afvalpreventie en -beheer aan de ondergeschikte besturen worden opgeheven.

In afwijking van het eerste lid blijven de subsidieerbare acties die vóór 1 januari 2009 verwezenlijkt worden en de toelagen die vóór de inwerkingtreding van dit besluit vastgelegd worden onder het toepassingsgebied van het besluit van de Waalse Regering van 30 april 1998 betreffende de verlening van toelagen voor afvalpreventie en -beheer aan de ondergeschikte besturen.

Art. 22.De subsidiëring van de acties bedoeld in artikel 13 treedt in werking op de datum die door de Regering bepaald wordt.

De acties bedoeld in artikel 12, 5°, zijn subsidieerbaar vanaf 1 juli 2008.

Art. 23.Artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 13 december 2007 betreffende de financiering van de afvalbeheersinstallaties wordt aangevuld met een punt 10, luidend als volgt : "10° PMD's : verpakkingsafval bestaande uit kunststofflessen en -flesjes, metaalverpakking en drankkartons." In artikel 7, § 2, a), van hetzelfde besluit wordt het woord "dertien" vervangen door het woord "veertien"; wordt in punt 8 het woord "kunststoffen" door het woord "recycleerbare" voorafgegaan en wordt een punt 17 ingevoegd, luidend als volgt : "17° PMD's."

Art. 24.De Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 17 juli 2008.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

^