Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 18 juli 2019
gepubliceerd op 13 november 2019

Besluit van de Waalse Regering betreffende het beheer van stookolieopslag voor verwarmingsdoeleinden met een capaciteit tussen 500 en 24.999 liter en tot wijziging van diverse bepalingen terzake

bron
waalse overheidsdienst
numac
2019205241
pub.
13/11/2019
prom.
18/07/2019
ELI
eli/besluit/2019/07/18/2019205241/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 JULI 2019. - Besluit van de Waalse Regering betreffende het beheer van stookolieopslag voor verwarmingsdoeleinden met een capaciteit tussen 500 en 24.999 liter en tot wijziging van diverse bepalingen terzake


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 11 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten betreffende de milieuvergunning, de artikelen 3, vierde lid, 21, derde lid, en 66;

Gelet op het decreet van 1 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2018 pub. 22/03/2018 numac 2018070014 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende bodembeheer en bodemsanering sluiten betreffende bodembeheer en bodemsanering, artikel 4, tweede lid, 4° en 9°;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 04/07/2002 pub. 21/09/2002 numac 2002027818 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten sluiten tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 juni 2018;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 28 februari 2019;

Gelet op het rapport van 20 juni 2018 opgesteld overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het verzoek om adviesverlening binnen een termijn van dertig dagen, gericht aan de Raad van State op 11 maart 2019, overeenkomstig artikel 84, § 1, lid 1, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het gebrek aan adviesverlening binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, lid 2, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de mededeling aan de Europese Commissie, op 25 maart 2019, overeenkomstig artikel 5, § 1, van Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij;

Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en begripsomschrijving

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de stookolieopslag voor verwarmingsdoeleinden van gebouwen met een capaciteit tussen 500 en 24.999 liter.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° administratie : Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu, vertegenwoordigd door zijn directeur-generaal of diens afgevaardigde;besluit van de Waalse Regering van 17 juli 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 29/10/2003 numac 2003201612 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende integrale voorwaarden voor de opslag van brandbare vloeistoffen in vaste houders, met uitzondering van installaties voor bulkopslag van olieproducten en gevaarlijke stoffen alsook de opslag in benzinestations type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 06/10/2003 numac 2003201104 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale voorwaarden i.v.m. de groeven en hun bijhorigheden type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 13/10/2003 numac 2003201263 bron waals ministerie van uitrusting en vervoer Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 5 november 1998 tot vastlegging van de organieke personeelsformatie van het Waals Ministerie van Uitrusting en Vervoer type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 30/09/2003 numac 2003201019 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 17/10/2003 numac 2003201474 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale voorwaarden i.v.m. de werven voor de verwijdering van asbest in gebouwen en kunstwerken en op de werven voor de isolatie van asbest type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 17/10/2003 numac 2003201475 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende integrale voorwaarden i.v.m. de werven voor de verwijdering van asbest in gebouwen en kunstwerken en op de werven voor de isolatie van asbest sluiten: besluit van de Waalse Regering van 17 juli 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 29/10/2003 numac 2003201612 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende integrale voorwaarden voor de opslag van brandbare vloeistoffen in vaste houders, met uitzondering van installaties voor bulkopslag van olieproducten en gevaarlijke stoffen alsook de opslag in benzinestations type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 06/10/2003 numac 2003201104 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale voorwaarden i.v.m. de groeven en hun bijhorigheden type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 13/10/2003 numac 2003201263 bron waals ministerie van uitrusting en vervoer Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 5 november 1998 tot vastlegging van de organieke personeelsformatie van het Waals Ministerie van Uitrusting en Vervoer type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 30/09/2003 numac 2003201019 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 17/10/2003 numac 2003201474 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale voorwaarden i.v.m. de werven voor de verwijdering van asbest in gebouwen en kunstwerken en op de werven voor de isolatie van asbest type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 17/10/2003 numac 2003201475 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende integrale voorwaarden i.v.m. de werven voor de verwijdering van asbest in gebouwen en kunstwerken en op de werven voor de isolatie van asbest sluiten tot bepaling van de integrale voorwaarden voor de opslag van brandbare vloeistoffen in vaste houders, met uitzondering van installaties voor bulkopslag van olieproducten en gevaarlijke stoffen alsook de opslag in benzinestations;besluit van de Waalse Regering van 29 november 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 29/11/2007 pub. 03/01/2008 numac 2007203628 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de integrale voorwaarden betreffende de verdeelinstallaties van vloeibare koolwaterstoffen met een vlampunt dat hoger is dan 55 °C en gelijk aan 100 °C of minder, voor motorvoertuigen, met het oog op andere handelsdoeleinden dan verkoop aan het publiek, zoals de verdeling van koolwaterstoffen voor motorvoertuigen in eigen beheer of voor eigen gebruik, met maximum twee pistolen en voor zover de opslagcapaciteit van de opslagplaats voor koolwaterstoffen gelijk is aan 3 000 liter of meer en kleiner is dan 25 000 liter sluiten : besluit van de Waalse Regering van 29 november 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 29/11/2007 pub. 03/01/2008 numac 2007203628 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de integrale voorwaarden betreffende de verdeelinstallaties van vloeibare koolwaterstoffen met een vlampunt dat hoger is dan 55 °C en gelijk aan 100 °C of minder, voor motorvoertuigen, met het oog op andere handelsdoeleinden dan verkoop aan het publiek, zoals de verdeling van koolwaterstoffen voor motorvoertuigen in eigen beheer of voor eigen gebruik, met maximum twee pistolen en voor zover de opslagcapaciteit van de opslagplaats voor koolwaterstoffen gelijk is aan 3 000 liter of meer en kleiner is dan 25 000 liter sluiten tot bepaling van de integrale voorwaarden betreffende de verdeelinstallaties van vloeibare koolwaterstoffen met een vlampunt dat hoger is dan 55 °C en gelijk aan 100 °C of minder, voor motorvoertuigen, met het oog op andere handelsdoeleinden dan verkoop aan het publiek, zoals de verdeling van koolwaterstoffen voor motorvoertuigen in eigen beheer of voor eigen gebruik, met maximum twee pistolen en voor zover de opslagcapaciteit van de opslagplaats voor koolwaterstoffen gelijk is aan 3 000 liter of meer en kleiner is dan 25 000 liter;4° retentiebak : waterdichte recipiënt, waarvan de wanden ondoordringbaar zijn voor olie, die deel uitmaakt van de tank en een capaciteit heeft die gelijk is aan of groter is dan de capaciteit van de tank;5° capaciteit : totale capaciteit in liters water van de opgeslagen tanks;6° overdracht van onroerende goederen : overdracht omschreven in artikel 2, 27°, van het decreet van 1 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2018 pub. 22/03/2018 numac 2018070014 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende bodembeheer en bodemsanering sluiten betreffende bodembeheer en bodemsanering; 7° Ophaler van gevaarlijke stoffen : een ophaler die erkend is overeenkomstig de bepalingen van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 9 april 1992 betreffende de gevaarlijke afvalstoffen (B.S. 23.06.1992); 8° Vervoerder van gevaarlijke afvalstoffen : vervoerder die erkend is overeenkomstig de bepalingen van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 9 april 1992 betreffende de gevaarlijke afvalstoffen (B.S. 23.06.1992); 9° controleur : een persoon die verantwoordelijk is voor de inbedrijfstelling en de periodieke controle van een opslag en die ofwel een erkende deskundige is in het vak " opslaginstallatie ", overeenkomstig artikel 681bis/73 van titel III van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, ofwel een erkende technicus overeenkomstig artikel 634ter/4 van titel III van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming;10° opslag : opslag bestaande uit een of meer tanks die zijn aangesloten op een ketel of oliekachel, met inbegrip van de bijbehorende apparatuur;11° bestaande opslag: opslag die bestaat uit een of meer bestaande tanks : 12° dubbele bescherming: enkelwandige tank geplaatst in een inkuiping, retentiebak of lekvrije kuil, of dubbelwandige tank;13° inkuiping : continue plek, bestemd voor de opvang van een of meer bovengrondse tanks, die de vorm van een kom aanneemt waarvan de structuur is vervaardigd van onbrandbare materialen en met een mechanische weerstand en een chemische inertie tegen olie en waarvan de wanden ondoordringbaar zijn voor deze brandstof.Deze retentieruimte wordt vrij gehouden en heeft een capaciteit die gelijk is aan of groter is dan de grootste van de tanks of de helft van de totale capaciteit van de in de inkuiping aanwezige tanks. 14° bijbehorende apparatuur : ontluchtings- en vulleidingen, aanzuigsysteem, overloopbeveiligingssysteem, lekdetectiesysteem, meetapparatuur en andere elementen die op de tank zijn aangesloten; 15° toezichthoudend ambtenaar : ambtenaren aangewezen door de Regering om toezicht te houden op de wetten en decreten bedoeld in artikel D.138 van Boek I van het Milieuwetboek; 16° lekvrije kuil : ondergrondse constructie, bestemd voor de opvang van een opslag, waarvan de wanden ondoordringbaar zijn voor alle vloeistoffen;17° technische handleiding : referentiehandleiding geïntegreerd in de Waalse code van goede praktijken bedoeld in artikel 18 van het decreet van 1 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2018 pub. 22/03/2018 numac 2018070014 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende bodembeheer en bodemsanering sluiten betreffende bodembeheer en bodemsanering; 18 waterdicht : met een dynamische permeabiliteitscoëfficiënt t.a.v. de koolwaterstoffen die lager is dan 2.10-9 cm/s, of een totale statische waterabsorptiecoëfficiënt (NBN B 15-215) die lager is dan 7,5 % ; 19° ISSeP : het « Institut scientifique de service public » (Openbaar wetenschappelijk instituut), opgericht bij het decreet van 7 juni 1990, artikel 4, § 3, gewijzigd bij het decreet van 9 april 1998;20° stookolie : verwarmingsgasolie zoals omschreven in artikel 2 van het koninklijk besluit van 3 juli 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/2018 pub. 13/07/2018 numac 2018012429 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de benamingen en de kenmerken van de gasolie bestemd voor verwarming sluiten betreffende de benamingen en de kenmerken van de gasolie bestemd voor verwarming en de gasolie-diesel zoals omschreven in artikel 2 van het koninklijk besluit van 8 juli 2018 betreffende de benaming en de kenmerken van de gasolie-diesel en van de benzines;21° vlampunt : temperatuur in een gesloten testvat vastgelegd door de Belgische norm EN ISO 2719;22° vaste houder : houder die niet gemakkelijk kan worden verplaatst, in het bijzonder wegens zijn gewicht, zijn verankering in de grond of de overhevelsystemen die eraan zijn bevestigd;23° tank : iedere vaste houder die wordt gebruikt voor de opslag van stookolie;24° bovengrondse tank: tank die in de openlucht, in een lokaal of in een niet opgehoogde lekvrije kuil geplaatst kan worden;25° dubbelwandige tank : tank die een dubbele afdichting tussen de opgeslagen vloeistof en het milieu garandeert en uitgerust is met een lekdetectiesysteem;26° in batterij geplaatste tanks : geheel van houders die gevoed worden door dezelfde vulleiding;27° ingegraven tank : tank die zich geheel of gedeeltelijk onder de grond bevindt en waarvan de wanden in rechtstreeks contact zijn met de omliggende aarde of met het ophogingsmateriaal;28° bestaande tank : tank in gebruik vóór de inwerkingtreding van dit besluit;29° overloopbeveiligingssysteem : systeem dat een automatische uitschakeling van de tanktoevoer mogelijk maakt;30° lekdetectiesysteem : systeem waarmee een permanente lekkage in een van de wanden van een tank of leiding kan worden gedetecteerd.31° gemengd gebruik : tank die tegelijkertijd wordt gebruikt voor de verwarming van gebouwen overeenkomstig dit besluit en voor een activiteit die onderworpen is aan het besluit van de Waalse regering van 17 juli 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 29/10/2003 numac 2003201612 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende integrale voorwaarden voor de opslag van brandbare vloeistoffen in vaste houders, met uitzondering van installaties voor bulkopslag van olieproducten en gevaarlijke stoffen alsook de opslag in benzinestations type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 06/10/2003 numac 2003201104 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale voorwaarden i.v.m. de groeven en hun bijhorigheden type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 13/10/2003 numac 2003201263 bron waals ministerie van uitrusting en vervoer Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 5 november 1998 tot vastlegging van de organieke personeelsformatie van het Waals Ministerie van Uitrusting en Vervoer type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 30/09/2003 numac 2003201019 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 17/10/2003 numac 2003201474 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale voorwaarden i.v.m. de werven voor de verwijdering van asbest in gebouwen en kunstwerken en op de werven voor de isolatie van asbest type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 17/10/2003 numac 2003201475 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende integrale voorwaarden i.v.m. de werven voor de verwijdering van asbest in gebouwen en kunstwerken en op de werven voor de isolatie van asbest sluiten of het besluit van de Waalse regering van 29 november 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 29/11/2007 pub. 03/01/2008 numac 2007203628 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de integrale voorwaarden betreffende de verdeelinstallaties van vloeibare koolwaterstoffen met een vlampunt dat hoger is dan 55 °C en gelijk aan 100 °C of minder, voor motorvoertuigen, met het oog op andere handelsdoeleinden dan verkoop aan het publiek, zoals de verdeling van koolwaterstoffen voor motorvoertuigen in eigen beheer of voor eigen gebruik, met maximum twee pistolen en voor zover de opslagcapaciteit van de opslagplaats voor koolwaterstoffen gelijk is aan 3 000 liter of meer en kleiner is dan 25 000 liter sluiten;32° voorkomingsgebied : voorkomingsgebied omschreven in artikel D2, 94°, van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt. HOOFDSTUK II. - In conformiteit brengen

Art. 3.§ 1. Binnen drie jaar na elke overdracht van onroerende goederen waarbij hij de opslag in bezit heeft genomen, brengt de eigenaar van de opslag of zijn gemachtigde zijn opslag in conformiteit. Bijgevolg doet hij beroep op een controleur om : 1° de opslag te controleren overeenkomstig artikel 37;2° een plaatje bedoeld in artikel 38 toe te kennen. De in lid 1 bedoelde termijn bedraagt twee jaar voor tanks die zich in het voorkomingsgebied bevinden. § 2. In geval van niet-naleving van de bepalingen van paragraaf 1, stelt de Minister maatregelen vast om de bevoorrading van de opslag te verbieden.

Art. 4.Onverminderd artikel 3, § 1, verstrekt de overdrager in geval van overdracht van onroerende goederen aan de overnemer het attest van ingebruikneming van de opslag of van de laatste periodieke inspectie die is verricht. HOOFDSTUK III. - Technische handleiding

Art. 5.§ 1. De Administratie stelt de technische handleiding op, waarin de technische procedures en modaliteiten voor de bouw en plaatsing van opslagplaatsen gedetailleerd worden beschreven. De belangrijkste elementen van de technische handleiding worden in bijlage 1 gedetailleerd beschreven. Deze handleiding zal regelmatig worden bijgewerkt. § 2. Voor elke opslag of technische procedure die niet voldoet aan de eisen van de technische handleiding of de eisen van de in bijlage 2 beschreven normen, wordt bij de Administratie een verzoek om gelijkwaardigheid ingediend. Dit dossier toont aan dat de voorgestelde tanks, uitrusting of technische procedures gelijkwaardig zijn aan die welke in de technische handleiding en in dit besluit zijn beschreven. § 3. De bestaande tanks voldoen aan de voorschriften van de technische handleiding. HOOFDSTUK IV. - Levering

Art. 6.De levering van een tank is verboden als aan een van de volgende voorwaarden is voldaan : 1° een groen of oranje plaatje geeft aan dat de geldigheidsdatum is verstreken;2° een rood plaatje is aanwezig;3° de tank is niet uitgerust met een functioneel overloopbeveiligingssysteem als omschreven in artikel 8 of 50, § 3, 5°.

Art. 7.De leveringsprocedure is in overeenstemming met de bepalingen van de technische handleiding. HOOFDSTUK V. - Tanks en uitrusting Afdeling 1. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 8.Tanks, overloopbeveiligingssystemen, kathodische beveiliging en lekdetectiesystemen moeten voldoen aan de voorschriften van de normen van bijlage 2. Elke andere Europese norm met soortgelijke garanties kan door de overheid worden erkend.

Art. 9.De tank heeft een dubbele bescherming tussen de inhoud en de grond.

Art. 10.Elke tank is oorspronkelijk uitgerust met bijbehorende apparatuur, met uitzondering van het verschoven gedeelte van de leidingen.

Art. 11.§ 1. Elke standaard uitgeruste tank is uitgerust met een stempel van de fabrikant dat zichtbaar en toegankelijk is na de installatie, die ten minste het volgende bevat : 1° de naam van de fabrikant;2° het type tank;3° het serienummer van de tank;4° het bouwjaar;5° de totale capaciteit van de tank, in liter of kubieke meter. § 2. De fabrikant verstrekt bij de tank een conformiteitsbewijs van de tank met de toepasselijke norm en bevat ten minste de in de paragraaf 1, 1° tot en met 5°, vermelde gegevens, alsmede informatie over de bijbehorende apparatuur.

Art. 12.De afvoer gebeurt vanaf de bovenkant van de tank.

Art. 13.Het is verboden om een tank met andere vloeistoffen dan stookolie te vullen.

Art. 14.De stabiliteit en bevestiging van de tank zijn onder alle weersomstandigheden gegarandeerd. De tank wordt geïnstalleerd zodat hij niet kan omslaan, worden beschadigd of scheuren ingevolge extreme druk of verzakkingen.

Art. 15.Bestaande enkelwandige tanks kunnen overeenkomstig de voorschriften van de technische handleiding worden verdubbeld om aan de voorschriften van artikel 11 te voldoen.

Art. 16.Enkelwandige bovengrondse tanks, geplaatst in een lekke inkuiping of lekke kuil, worden niet als dubbel beschermd beschouwd. Afdeling 2. - Bovengrondse tanks

Art. 17.Alle maatregelen worden genomen om te voorkomen dat de bovengrondse tank met voertuigen in aanraking komt.

Indien de bovengrondse tanks zich onder elektrische bovenleidingen bevinden, worden alle geschikte maatregelen genomen om elk contact tussen kabels en tanks te voorkomen.

Art. 18.De minimumafstanden die rond de bovengrondse tanks in inkuiping of in een lekvrije kuil moeten worden gelaten, zijn de volgende : 1° tussen de tankwand en de wanden : vijftig centimeter;2° tussen de wand van de tank en de vloer : twintig centimeter;3° tussen het mangatdeksel en het plafond : vijftig centimeter De in het eerste lid, 1°, bedoelde afstand wordt tussen twee tanks toegepast, behalve voor de in batterij geplaatste tanks als omschreven in artikel 2, 26°. Afdeling 3. - Ingegraven tanks

Art. 19.De ondergrondse tanks zijn standaard uitgerust met een geïntegreerde verhoging om te garanderen dat het mangat waterdicht is tegen vloeistoffen, wanneer het bestaat.

Art. 20.Tanks die voldoen aan de norm NBN T44-002 voor Spiraalgewikkelde, gelaste horizontale cilindrische, dubbelwandige polyethyleen tanks voor de ondergrondse, drukloze opslag van vloeibare petroleumbrandstoffen met vlampunt tussen 55 ° C en 100 ° zijn verboden.

De in het eerste lid bedoelde bestaande tanks worden beschouwd als enkelwandige tanks. Afdeling 4. - In batterij geplaatste tanks

Art. 21.De in batterij geplaatste tanks moeten met elkaar worden verbonden volgens de voorschriften van de fabrikant en, indien dit niet mogelijk is, volgens de voorschriften van de technische handleiding.

Art. 22.Het is verboden om de in batterij geplaatste tanks onderaan te balanceren.

Het onderaan balanceren van in batterij geplaatste tanks die vóór de inwerkingtreding van dit besluit zijn geplaatst, is alleen toegestaan als ze in een inkuiping zijn geplaatst. Afdeling 5. - Bijbehorende apparatuur

Onderafdeling 1. - Leidingen

Art. 23.§ 1. Preventieve maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat ondergrondse leidingen beschermd zijn tegen alle externe spanningen. § 2. Alle metalen leidingen zijn beschermd tegen corrosie. § 3. Ingegraven leidingen voor stookolie zijn dubbelwandig of enkelwandig en worden in een oliedichte geul of mantel geplaatst.

Vanaf de sleuf of mantel worden de oliën via een doorlopende lichte helling afgevoerd naar een vlot toegankelijke opvangvoorziening. § 4. De terugvoerleiding tussen de ketel en de tank is verboden, tenzij er een gerechtvaardigde technische beperking is.

Art. 24.Alle leidingen zijn gemaakt van een koolwaterstofbestendig materiaal en geven alle garanties van weerstand tegen de mechanische, fysische, chemische of elektrolytische werking van koolwaterstoffen.

Art. 25.De vulopening van de tank of van de bijbehorende leidingen moet zijn voorzien van een installatie die ervoor zorgt dat de verbinding tussen de tank en de vrachtwagen waterdicht is.

Art. 26.Als de vulopeningen zijn ingegraven, worden ze in een afgesloten mangat of een afgesloten beschermingsruimte geplaatst om : 1° de stookolie vast te houden in geval van een overloop of afdrup tijdens de levering;2° de ophoping van regenwater te voorkomen.

Art. 27.§ 1. De tank is uitgerust met een ontluchter die naar buiten opent en is zo groot dat er geen onderdruk of overdruk in de tank kan ontstaan. De diameter is ten minste de helft van die van de vulleiding, maar niet minder dan een inch.

Een ontluchtingsopening in een geventileerd mangat wordt beschouwd als openend naar de buitenlucht. § 2. De ontluchtingsopeningen zijn zo ontworpen en geplaatst dat er onder geen enkele omstandigheid water in de tank kan binnendringen.

Onderafdeling 2. - Overloopbeveiligingssysteem

Art. 28.Elke tank moet zijn voorzien van een overloopbeveiligingssysteem overeenkomstig de norm in bijlage 2.

Overloopbeveiligingssystemen, die een automatische uitschakeling van de tanktoevoer mogelijk maken wanneer deze maximaal achtennegentig procent van de nominale capaciteit heeft bereikt en geplaatst vóór de inwerkingtreding van dit besluit, zijn toegestaan.

Onderafdeling 3. - Lekkagedetectiesysteem

Art. 29.§ 1. De dubbelwandige tanks zijn uitgerust met een lekdetectiesysteem van klasse 1 volgens de normen NBN EN 13160-1 en NBN EN 13160-2. § 2. Lekdetectiesystemen van klasse 2 zijn alleen toegestaan voor bestaande dubbelwandige tanks op voorwaarde dat deze systemen voldoen aan de normen NBN EN 13160-1 en NBN EN 13160-3 bedoeld in bijlage 2.

Indien niet aan de normen bedoeld in het eerste lid wordt voldaan, moet de dubbelwandige tank zijn uitgerust met een lekdetectiesysteem van klasse 1.

Art. 30.§ 1. De enkelwandige bovengrondse tanks geplaatst in een retentiebak zijn uitgerust met een klasse 3 lekdetectiesysteem in de zin van de normen NBN EN 13160-1 en NBN EN 13160-4. § 2. Lekdetectiesystemen van klasse 3 waarvoor alleen een visueel of akoestisch alarm aanwezig is, kunnen door de administratie worden herkend.

Onderafdeling 4. - Meter

Art. 31.§ 1. De metingen worden uitgevoerd vanuit het bovenste gedeelte van de tanks. § 2. De meter geeft een nauwkeurige schatting van de hoeveelheid stookolie in de tank. Elk type meetinstrument is gegradueerd in liters, als percentage van de nominale capaciteit of heeft een omrekeningstabel. § 3. Het is verboden om buiten de tank meetapparatuur met transparante zijdelingse buis te gebruiken Onderafdeling 5. - Aarding en kathodische bescherming

Art. 32.Metalen tanks en hun metalen leidingen zijn geaard.

Art. 33.Metalen tanks en hun metalen leidingen, op minder dan 200 meter van een spoor- of tramweg, zijn voorzien van een kathodische bescherming. HOOFDSTUK VI. - Controles en buitenbedrijfstelling Afdeling 1. - Controle vóór de ingebruikname en periodieke controle

Onderafdeling 1. - De ingebruikname

Art. 34.§ 1. Bij de oprichting van een opslag wordt overeenkomstig de technische handleiding een verslag opgesteld door de onderneming die belast is met de werken voor de plaatsing of, bij gebreke daarvan, door de eigenaar van de opslag of zijn gemachtigde. Dit verslag omvat ten minste de volgende elementen : 1° de contactgegevens van de persoon of onderneming die verantwoordelijk is voor de plaatsing van de opslag;2° een fotografisch verslag inclusief : a) voor de ingegraven tanks : - de toestand vóór de werken; - het graafwerk dat de tank(s) herbergt; - de tankaansluiting; - de verschillende vullingsfasen van de opgraving; - de tank en zijn aansluitingen; b) voor de bovengrondse tanks : - de toestand vóór de werken; - de inrichting voor bevestiging of ondersteuning van de tank; - de tank en zijn aansluitingen; - in voorkomend geval, de inkuiping of de retentiebak. § 2. Aan het einde van de installatie van de opslag vindt de eerste levering van stookolie plaats onder verantwoordelijkheid van de opslaginstallateur. § 3. Binnen 30 dagen na de plaatsing van de opslag vraagt de eigenaar van de opslag of zijn gemachtigde aan een controleur om de controle bedoeld in artikel 37 uit te voeren.

Art. 35.§ 1. Voor de ingebruikname van de opslag controleert de controleur : 1° de conformiteit van de opslag t.o.v. de conformiteitsbewijzen bedoeld in artikel 11, § 2; 2° de afdichting op visuele manier van de tank(s) en de bovengrondse verbindingen;3° de functionaliteit van de bijbehorende apparatuur;4° het verslag waarvan sprake in artikel 34. § 2. Na zijn controle geeft de contoleur aan de eigenaar van de opslag of zijn gemachtigde een attest van ingebruikname af dat garandeert dat de opslag voldoet aan de bepalingen van dit besluit en de technische handleiding. Ten minste de documenten bedoeld in paragraaf 1, 1° en 4°, worden bij het attest van ingebruikname gevoegd. § 3. De ingebruikname van de opslag mag slechts worden uitgevoerd nadat een attest van ingebruikname is afgegeven en een groen plaatje bedoeld in artikel 38, § 2, 1°, door de controleur is aangebracht.

Onderafdeling 2. - Periodieke controle

Art. 36.§ 1. Om de tien jaar wordt elke opslag door een controleur gecontroleerd overeenkomstig de voorschriften van de technische handleiding. § 2. In afwijking van lid 1 worden opslagen bestaande uit een of meer tanks om de drie jaar door een controleur gecontroleerd overeenkomstig de voorschriften van de technische handleiding: 1° de bestaande ondergrondse enkelwandige tanks;2° de bestaande bovengrondse enkelwandige tanks, niet geplaatst in een inkuiping, een lekvrije kuil of een retentiebak; § 3. De in de paragrafen 1 en 2 bedoelde periodiciteiten worden berekend vanaf de datum van het attest van ingebruikname van de opslag of de laatste periodieke controle die is uitgevoerd.

Art. 37.§ 1. De periodieke controle bevat minstens : 1° de visuele controle van de zichtbare delen van de tank(s) en, in voorkomend geval, de inkuiping of de retentiebak;2° de visuele controle van de afdichting van de tank(s) en de verbindingen;3° de controle van de doeltreffendheid van het overloopbeveiligingssysteem en, in voorkomend geval, het permanente lekdetectiesysteem en andere bijbehorende apparatuur;4° de controle van de goede werking van de aarding en, indien van toepassing, de kathodische bescherming van ondergrondse metalen tanks. Naast de punten 1° tot 4° moet een dichtheidstest worden uitgevoerd voor ondergrondse tanks en hun leidingen.

Voor de bovengrondse tanks waarvan het gehele buitenoppervlak niet toegankelijk is voor visuele controle, kan de controleur een dichtheidstest voorstellen. De technische handleiding specificeert de gevallen waarin een dichtheidstest wordt uitgevoerd. § 2. De in de paragrafen1, 1° en 2° bedoelde visuele controles worden uitgevoerd overeenkomstig de voorschriften van de technische handleiding.

Art. 38.§ 1. Na de in artikel 37 bedoelde controle stelt de controleur een attest van periodieke controle op en bevat een plaatje van een zichtbare, leesbare, onvervalsbare, onuitwisbare en koolwaterstofbestendige kleur die stevig op de vullijn door een verzegeling is bevestigd en gevalideerd, de volgende gegevens: 3° de totale capaciteit van de tank in liters;2° het adres van de tank;3° de personalia van de controleur die het kleurplaatje aanbrengt;4° de datum van de controle;5° het verstrijken van de geldigheidsduur van het kleurplaatje. Het kleurplaatje wordt door de controleur aangebracht op basis van zijn deskundig oordeel. § 2. Op basis van de controle wordt het plaatje gekleurd : 1° groen : indien voor de opslag een attest van ingebruikname bedoeld in artikel 35, § 2 of een attest van periodieke controle bedoeld in paragraaf 1 is afgegeven, waarin de opslag waterdicht en in overeenstemming met dit besluit wordt verklaard.Alleen de tank met een groen plaatje kan worden bevoorraadt; 2° oranje: als de opslagplaats geen leverings- of milieurisico vormt, maar wel reparaties of aanpassingen aan bijbehorende apparatuur vereist.De tank voorzien van een oranje plaatje mag nog bevoorraad worden gedurende een niet verlengbare periode van maximum zes maanden.

Deze termijn begint op de eerste dag van de maand volgend op de maand die op het oranje plaatje is aangegeven 3° rood : indien de opslag een milieurisico met zich meebrengt.Een tank met een rood plaatje moet binnen twee maanden na het aanbrengen van het plaatje worden hersteld of buiten gebruik worden gesteld. De tank met een rode plaat kan niet meer bevoorraad worden.

Onder milieurisico wordt verstaan : 1° het lekken van de tank of een van de leidingsystemen daarvan, wat kan leiden tot verontreiniging van de bodem of het water;2° het ontbreken of de slechte werking van het overloopbeveiligingssysteem;3° een gebrek aan stabiliteit van de tank;4° een gevorderde corrosie van een van de tankwanden;5° alle andere redenen die door de controleur worden gerechtvaardigd ten opzichte van de bepalingen van de technische handleiding. § 3. Rechtspersonen die onderworpen zijn aan de regelgeving betreffende de overheidsopdrachten kunnen, op een naar behoren gemotiveerd verzoek aan de Administratie, een bijkomende termijn krijgen bovenop de periodes bedoeld in paragraaf 2, eerste lid, 2° en 3°.

Art. 39.De technische voorwaarden voor de afgifte van de kleurenplaatjes worden in de technische handleiding uiteengezet.

Art. 40.De toezichthoudende ambtenaar kan de eigenaar van de opslag, of zijn gemachtigde, te allen tijde verzoeken de in artikel 37 bedoelde controle door een controleur uit te voeren. Afdeling 2. - Tijdelijke buitenbedrijfstelling en definitieve

buitenbedrijfstelling Onderafdeling 1. - Tijdelijke buitenbedrijfstelling

Art. 41.§ 1. De met een rode plaat uitgeruste tank moet zo spoedig mogelijk overeenkomstig de voorschriften van de technische handleiding tijdelijk worden stilgelegd, tenzij de rode plaat uitsluitend te wijten is aan het ontbreken of de slechte werking van het overloopbeveiligingssysteem. § 2. Ten gevolge van de tijdelijke buitenbedrijfstelling van de tank: 1° indien de tank wordt hersteld of gestabiliseerd, moet het weer in gebruik worden genomen vóór het vullen en pas nadat de herstellingen of de stabiliteit door een controleur zijn bevestigd;2° in de gevallen, bedoeld in artikel 38, § 2, tweede lid, 1° en 4°, moet de tank, indien het niet wordt hersteld, definitief buiten bedrijf worden gesteld overeenkomstig de artikelen 42 en 43. Onderafdeling 2. - Definitieve buitenbedrijfstelling

Art. 42.§ 1. Voordat een ingegraven tank definitief buiten gebruik wordt gesteld, wordt de opslag onderworpen aan een visuele controle bedoeld in artikel 37, § 1, 1° en 2° en aan een dichtheidstest.

De in het eerste lid bedoelde controle is niet nodig indien een dichtheidscontrole bedoeld in artikel 37 is uitgevoerd binnen een jaar vóór de datum waarop de tank buiten gebruik wordt gesteld. § 2. Indien uit de in het eerste lid bedoelde controle blijkt dat de tank mogelijk bodemverontreiniging heeft veroorzaakt, stelt de controleur de toezichthoudende ambtenaar en de administratie daarvan in kennis.

Art. 43.In het geval van definitieve buitenbedrijfstelling van een tank en zijn bijbehorende apparatuur, wordt de tank geledigd, ontgast en gereinigd. De bijbehorende apparatuur van deze tank, met inbegrip van de leidingen, wordt geledigd.

In aanvulling op de bepalingen van het eerste lid : 1° wordt de bovengrondse tank verwijderd;2° wordt de ingegraven tank met zand of ander gelijkwaardig inert materiaal gevuld of verwijderd;3° worden de bovengrondse leidingen verwijderd;4° is de vulleiding zodanig verwijderd of afgedicht dat levering onmogelijk is. Reinigingsresten worden afgevoerd door een erkende vervoerder of ophaler die een attest van verwijdering afgeeft.

Art. 44.§ 1. De eigenaar van de opslag of zijn gemachtigde legt de identiteitsfiche van elke tank ter inzage van de toezichthoudende ambtenaar. Die fiche bevat de volgende gegevens : 1 het ontgassingscertificaat; 2° het certificaat waaruit blijkt dat de reinigingsresten zijn afgevoerd;3° het certificaat van de laatste geldige dichtheidstest;4° in voorkomend geval, het attest waaruit blijkt dat de tank is afgevoerd of het certificaat waaruit blijkt dat hij inert is gemaakt, met het type gebruikt materiaal en de aangewende hoeveelheid.

Art. 45.Tanks die overeenkomstig de artikelen 47 en 48 definitief buiten gebruik worden gesteld, mogen niet langer als opslagtanks voor koolwaterstoffen worden gebruikt. HOOFDSTUK VII. - Verplichtingen van de eigenaar

Art. 46.De eigenaar van de opslag of zijn gemachtigde : 1° is verplicht het in artikel 34 bedoelde verslag uit te voeren of te laten uitvoeren;2° doet een beroep op een controleur voor de controles bedoeld in de artikelen 35, 37, 41, § 2, 1°, en 42;3° zorgt ervoor dat de stempel en het kleurplaatje van elke tank duidelijk leesbaar en te allen tijde zichtbaar blijven;4° houdt het volume van de inkuiping vrij van voorwerpen of vloeistoffen;5° is verantwoordelijk voor de goede werking van het visuele of akoestische alarm van het lekdetectiesysteem en de bijbehorende apparatuur;6° beschermt en onderhoudt de metalen tank tegen corrosie;7° moet de tank volgens de voorschriften van de artikelen 42 of 43 buiten gebruik stellen. HOOFDSTUK VIII. - Controleurs

Art. 47.De controleurs mogen niet rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden zijn met : 1° een fabrikant, invoerder of verkoper van tanks of bijbehorende apparatuur die op grond van dit besluit aan controle zijn onderworpen 2° de installateur van de opslag waarvoor zij een controle uitvoeren;3° de eigenaar van de opslag waarvoor zij een controle uitvoeren, of zijn gemachtigde. HOOFDSTUK IX. - Overgangs-, wijzigings- en slotbepalingen Afdeling 1. - Wijzigingsbepalingen

Onderafdeling 1. - Wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 29/10/2003 numac 2003201612 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende integrale voorwaarden voor de opslag van brandbare vloeistoffen in vaste houders, met uitzondering van installaties voor bulkopslag van olieproducten en gevaarlijke stoffen alsook de opslag in benzinestations type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 06/10/2003 numac 2003201104 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale voorwaarden i.v.m. de groeven en hun bijhorigheden type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 13/10/2003 numac 2003201263 bron waals ministerie van uitrusting en vervoer Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 5 november 1998 tot vastlegging van de organieke personeelsformatie van het Waals Ministerie van Uitrusting en Vervoer type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 30/09/2003 numac 2003201019 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 17/10/2003 numac 2003201474 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale voorwaarden i.v.m. de werven voor de verwijdering van asbest in gebouwen en kunstwerken en op de werven voor de isolatie van asbest type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 17/10/2003 numac 2003201475 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende integrale voorwaarden i.v.m. de werven voor de verwijdering van asbest in gebouwen en kunstwerken en op de werven voor de isolatie van asbest sluiten tot bepaling van de integrale voorwaarden voor de opslag van brandbare vloeistoffen in vaste houders, met uitzondering van installaties voor bulkopslag van olieproducten en gevaarlijke stoffen alsook de opslag in benzinestations.

Art. 48.De titel van het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 29/10/2003 numac 2003201612 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende integrale voorwaarden voor de opslag van brandbare vloeistoffen in vaste houders, met uitzondering van installaties voor bulkopslag van olieproducten en gevaarlijke stoffen alsook de opslag in benzinestations type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 06/10/2003 numac 2003201104 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale voorwaarden i.v.m. de groeven en hun bijhorigheden type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 13/10/2003 numac 2003201263 bron waals ministerie van uitrusting en vervoer Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 5 november 1998 tot vastlegging van de organieke personeelsformatie van het Waals Ministerie van Uitrusting en Vervoer type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 30/09/2003 numac 2003201019 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 17/10/2003 numac 2003201474 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale voorwaarden i.v.m. de werven voor de verwijdering van asbest in gebouwen en kunstwerken en op de werven voor de isolatie van asbest type besluit van de waalse regering prom. 17/07/2003 pub. 17/10/2003 numac 2003201475 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende integrale voorwaarden i.v.m. de werven voor de verwijdering van asbest in gebouwen en kunstwerken en op de werven voor de isolatie van asbest sluiten wordt aangevuld met de woorden "en de stookolieopslag voor verwarmingsdoeleinden met een capaciteit tussen 500 en 24.999 liter.".

Onderafdeling 2. - Wijziging in het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 04/07/2002 pub. 21/09/2002 numac 2002027818 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten sluiten tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten

Art. 49.In bijlage I bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 04/07/2002 pub. 21/09/2002 numac 2002027818 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten sluiten tot bepaling van de lijst van de aan een effectonderzoek onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten, laatst gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 22 december 2016, wordt het opschrift van de rubriek 63.12.09.03.01 vervangen als volgt : "63.12.09.03.01 gelijk is aan 3.000 liter of meer en lager dan 25.000 liter met uitsluiting van de opslagen voor de verwarming van gebouwen". Afdeling 2. - Overgangsbepalingen

Art. 50.§ 1. Dit besluit is van toepassing op de bestaande opslagen. § 2. In afwijking van paragraaf 1 zijn de artikelen 8 tot en met 10, 18, 19, 23, § 4 en 33 niet van toepassing op bestaande opslagen. § 3. Binnen drie jaar na overdracht van onroerende goederen : 1° zijn de dubbelwandige bestaande tanks die niet uitgerust zijn met een lekdetectiesysteem, uitgerust met een lekdetectiesysteem van klasse 1 in de zin van de normen NBN EN 13160-1 en NBN EN 13160-2;2° is de afvoer van de tank conform met artikel 12 3° zijn de in batterij geplaatste tanks uitgerust met een geschikte aansluitkit en geplaatst in overeenstemming met de technische handleiding;4° voldoen de ontluchters aan artikel 27;5° zijn de bestaande tanks uitgerust met een overloopbeveiligingssysteem overeenkomstig artikel 28;6° zijn de bestaande tanks geplaatst in een retentiebak uitgerust met een klasse 3 lekdetectiesysteem dat voldoet aan de voorschriften van de normen NBN EN 13160-1 en NBN EN 13160-4 7° worden de drijfmeters voor ingegraven tanks vervangen door een meter als bedoeld in artikel 31;8° is de lekvrije kuil met een of meer bestaande enkelwandige tanks uitgerust met een klasse 3 lekdetectiesysteem dat voldoet aan de voorschriften van de normen NBN EN 13160-1 en NBN EN 13160-4. In afwijking van lid 1, punt 5, worden vóór de inwerkingtreding van dit besluit aangebrachte overloopbeveiligingssystemen van het fluitjestype toegestaan, op voorwaarde dat : 1° zij voldoen aan de technische handleiding 2° en dat de vulopening niet wordt verplaatst.

Art. 51.§ 1. De verklaringen van klasse 3 in de zin van het decreet van 11 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten betreffende de milieuvergunning, die vóór de inwerkingtreding van dit besluit krachtens rubriek 63.12.09.03.01 zijn ingediend voor opslagen voor de verwarming van gebouwen, blijven geldig tot hun vervaldatum. § 2. Wanneer de opslag voor gemengde doeleinden wordt gebruikt, zijn alleen de voorschriften van het decreet van 11 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten betreffende de milieuvergunning van toepassing.

Art. 52.Binnen twee jaar na de inwerkingtreding van dit besluit doet de eigenaar van een bestaande tank die aan de voorschriften van de integrale voorwaarden van 17 juli 2003 vóór de inwerkingtreding van dit besluit is onderworpen en die niet is voorzien van een kleurplaatje, een beroep op een controleur om : 1° de opslag te controleren overeenkomstig artikel 37;2° een plaatje toe te kennen zoals bedoeld in artikel 38.

Art. 53.De kleurplaatjes die overeenkomstig de integrale voorwaarden van 17 juli 2003 zijn afgegeven, zijn geldig tot hun vervaldatum.

Art. 54.Binnen een jaar na de inwerkingtreding van dit besluit worden de ondergrondse parallellepipedische tanks overeenkomstig de artikelen 42 en 43 definitief buiten gebruik gesteld. Afdeling 3. - Slotbepalingen

Art. 55.Dit besluit treedt in werking zes maanden nadat het in het Belgisch Staatsblad wordt bekend gemaakt.

Art. 56.De Minister tot wiens bevoegdheden het Leefmilieu behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 18 juli 2019.

Voor de Regering : De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Leefmilieu, Ecologische Overgang, Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Mobiliteit, Vervoer, Industriezones en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO

Bijlage 1 : Minimuminhoud van de technische handleiding De technische handleiding bevat ten minste de volgende voorschriften : Hoofdstuk I : Levering Leveringsprocedure : o Ontvangst van de bestelling o Levering - Ontlading o Controles na de levering.

Hoofdstuk II : Tanks 1. Verdubbeling van een enkelwandige tank 2.Minimale ruimte rond bestaande bovengrondse tanks Hoofdstuk III : Bijbehorende uitrustingen 1. Leidingen Conformiteit van een ontluchtingsleiding 2.Overloopbeveiligingssysteem Conformiteit van een overloopbeveiligingssysteem van het fluitjestype dat op bestaande tanks is geplaatst Hoofdstuk IV : Goedkeuringsprocedure voor nieuwe tanktypen - Certificering van een tank.

Hoofdstuk VI : Gelijkwaardigheidsprocedure met betrekking tot een norm of technisch voorschrift Hoofdstuk VII : Controles 1. Checklist van controle § Controle bij ingebruikname; § Periodieke controle; § Controle van een bovengrondse tank; § Controle van een parallellepipedische tank; § Controle van de kathodische bescherming 2. Procedure voor de controle van het lekdetectiesysteem § Klasse 1 controle van het lekdetectiesysteem; § Klasse 2 controle van het lekdetectiesysteem; § Klasse 3 controle van het lekdetectiesysteem; § Controle van een tank uitgerust met een blaas. 3. Regels voor de toewijzing van kleurplaatjes 4.Het uitvoeren van een lektest 5. Lekkagetest van een tank uitgerust met een blaas Hoofdstuk VIII : Buitenbedrijfstelling 1.Tijdelijke buitenbedrijfstellingsprocedure 2. Definitieve buitenbedrijfstellingsprocedure Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 18 juli 2019 betreffende het beheer van stookolieopslag voor verwarmingsdoeleinden met een capaciteit tussen 500 en 24.999 liter en tot wijziging van diverse bepalingen terzake.

Namen, 18 juli 2019.

Voor de Regering : De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Leefmilieu, Ecologische Overgang, Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Mobiliteit, Vervoer, Industriezones en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO

Bijlage 2 : Referentienormen I. TANKS Bovengrondse tank : Bouw : 1. De metalen tanks voldoen aan de eisen van de NBN EN 12285-2 bouwnorm : In de werkplaats vervaardigde stalen tanks - deel 2 : horizontale enkel- en dubbelwandige tanks voor de bovengrondse opslag van ontvlambare en niet-ontvlambare vloeistoffen die het water vervuilen in de versie die van kracht is op de datum van installatie van de tank. De in de werkplaats of ter plaatse gelaste parallellepipedische tanks met een inhoud van 500 tot 24.999 liter voldoen aan de Franse norm NF E 86- 255 : Opslagtanks, parallellepipedische stalen tanks met een inhoud van 1500 liter en meer voor de onbegraven opslag van diesel, stookolie en diverse vloeistoffen, in de versie die van kracht is op de datum van installatie. 2. De buitenste metalen behuizing is beschermd tegen corrosie overeenkomstig de voorschriften van norm NBN EN 12285-1 : In de werkplaats vervaardigde stalen tanks - deel 1 : horizontale cilindrische enkel- en dubbelwandige horizontale tanks voor de ondergrondse opslag van ontvlambare en niet-ontvlambare vloeistoffen die het water vervuilen, in de versie die van kracht is op de datum van installatie van de tank. Elke andere beschutting met een gelijkwaardige weerstand kan aangenomen worden voor zover de milieubeschermingsgraad ervan aan genoemde norm voldoet. 3. Thermoplastische of polyethyleen tanks voldoen aan de eisen van de NBN EN 13341+A1 bouwnorm : Thermoplastische vaste tanks voor de onbegraven opslag van huisbrandolie, lampolie en gasolie - Geblazen en rotatiegegoten polyethyleen tanks en rotatiegegoten tanks van anionisch gepolymeriseerd polyamide 6 - Eisen en testmethoden.4. De enkelwandige horizontale cilindrische tanks van versterkte thermohardende plastic voldoen aan de eisen van de norm NBN EN 13121-3 : GVK-tanks en -houders voor bovengrondse toepassingen - Deel 3 : ontwerp en vervaardiging in de versie die van kracht is op de datum van ingebruikneming van de tank of een andere gelijkwaardige Europese norm die door de administratie volgens de procedure van de technische handleiding wordt erkend. Vestiging : 1. De metalen tanks met een inhoud van 500 en 24.999 liter voldoen aan de voorschriften van de norm NBN I.03.002. Horizontale cilindrische stalen tanks voor vloeibare koolwaterstoffen (vlampunt boven 55°C en beneden 100°C) met een inhoud van 0,5 tot 250 m3 - Transport, installatie en aansluiting in de versie die van kracht is op de datum van installatie van de tank. 2. De enkelwandige horizontale cilindrische tanks van versterkte thermohardende plastic voldoen aan de eisen van de norm NBN EN 13121-4 : GVK-tanks en -houders voor bovengrondse toepassingen - deel 4 : ontwerp en vervaardiging in de versie die van kracht is op de datum van ingebruikneming van de tank of een andere gelijkwaardige Europese norm die door de administratie volgens de procedure van de technische handleiding wordt erkend. Ingegraven tanks : Bouw : De dubbelwandige metalen tanks voldoen aan de eisen van de NBN EN 12285-1 bouwnorm : In de werkplaats vervaardigde stalen tanks - deel 1 : horizontale enkel- en dubbelwandige tanks voor de bovengrondse opslag van ontvlambare en niet-ontvlambare vloeistoffen die het water vervuilen in de versie die van kracht is op de datum van installatie van de tank of een andere gelijkwaardige Europese norm die door de Administratie erkend wordt volgens de procedure van de technische handleiding.

Vestiging : De metalen tanks met een inhoud van 500 en 24.999 liter voldoen aan de voorschriften van de norm NBN I.03.002. Horizontale cilindrische stalen tanks voor vloeibare koolwaterstoffen (vlampunt boven 55°C en beneden 100°C) met een inhoud van 0,5 tot 250 m3 - Transport, installatie en aansluiting in de versie die van kracht is op de datum van installatie van de tank of een andere gelijkwaardige Europese norm die door de Administratie erkend wordt volgens de procedure van de technische handleiding.

II. Overloopbeveiligingssysteem De overloopbeveiligingssystemen voldoen aan de voorschriften van de norm EN-1361616-2 : 2016 : Vullingsbegrenzers voor vaste tanks voor vloeibare brandstoffen - Deel 2 : Vullende beperkende voorzieningen zonder sluitinrichting.

III. Lekdetectiesysteem 1. Lekdetectiesystemen van klasse 1 moeten voldoen aan de eisen van de normen NBN EN 13160-1 en NBN EN 13160-2 (druk- of vacuümsysteem) in de versie die van kracht is op de datum van inwerkingtreding van het genoemde systeem of een andere gelijkwaardige Europese norm.2. Lekdetectiesystemen van klasse 2 moeten voldoen aan de eisen van de normen NBN EN 13160-1 en NBN EN 13160-3 (systemen op basis van vloeistof- en/of gasdetectoren) in de versie die van kracht is op de datum van ingebruikname van het genoemde systeem of een andere gelijkwaardige Europese norm.3. Lekdetectiesystemen van klasse 3 moeten voldoen aan de eisen van de normen NBN EN 13160-1 en NBN EN 13160-4 (systemen op basis van vloeistof- en/of gasdetectoren) in de versie die van kracht is op de datum van ingebruikname van het genoemde systeem of een andere gelijkwaardige Europese norm. IV. Kathodische bescherming Kathodische beschermingssystemen voldoen aan NBN EN 13636 in de versie die van kracht is op de datum van inwerkingtreding van de genoemde bescherming of een andere gelijkwaardige Europese norm.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 18 juli 2019 betreffende het beheer van stookolieopslag voor verwarmingsdoeleinden met een capaciteit tussen 500 en 24.999 liter en tot wijziging van diverse bepalingen terzake.

Namen, 18 juli 2019.

Voor de Regering : De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Leefmilieu, Ecologische Overgang, Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Mobiliteit, Vervoer, Industriezones en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO

^