Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 18 maart 2004
gepubliceerd op 31 maart 2004

Besluit van de Waalse Regering betreffende de vrijwillige vierdagenweek en het verlof wegens loopbaanonderbreking

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2004200876
pub.
31/03/2004
prom.
18/03/2004
ELI
eli/besluit/2004/03/18/2004200876/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 MAART 2004. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de vrijwillige vierdagenweek en het verlof wegens loopbaanonderbreking


De Waalse regering, Gelet op de artikelen LIII.CXIV.9 tot en met 15 van de Waalse Ambtenarencode betreffende de vrijwillige vierdagenweek;

Gelet op de artikelen LIII.CXIII.1 tot en met 8 van de Waalse Ambtenarencode betreffende de loopbaanonderbreking;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 10 maart 2003;

Gelet op de instemming van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 8 januari 2003;

Gelet op protocol nr. 368 van Sectorcomité XVI van 20 december 2002;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 35.184/2, gegeven op 23 juni 2003;

Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken, Besluit : HOOFDSTUK I. - De vrijwillige vierdagenweek

Artikel 1.De ambtenaar of het contractuele personeelslid (met uitsluiting van het personeel bedoeld in artikel 2, § 1, eerste en tweede lid, van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden) die kiest voor de regeling van de vierdagenweek krijgt de voor zijn verminderde prestaties verschuldigde wedde, verhoogd met een aanvullende wedde vastgesteld bij artikel 8 van de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector die volledig deel uitmaakt van de wedde.

De wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld geldt voor de aanvullende wedde, waarvan het bedrag verbonden is aan spilindex 117,19.

Art. 2.De afwezigheidsperiode van de ambtenaar of het contractuele personeelslid (met uitsluiting van het personeel bedoeld in artikel 2, § 1, eerste en tweede lid, van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden) wordt als een verlofperiode beschouwd en wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.

Art. 3.Indien de arbeidsovereenkomst eenzijdig wordt opgezegd, wordt de vooropzegtermijn waarvan kennis wordt gegeven aan het contractuele personeelslid dat zijn prestaties verminderd heeft in het kader van de regeling van de vierdagenweek berekend alsof hij ze niet verminderd zou hebben. Dezelfde aldus berekende opzegtermijn geldt om de vergoeding bepaald in artikel 39 van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomst te bepalen.

Art. 4.De ambtenaar of het contractuele personeelslid (met uitsluiting van het personeel bedoeld in artikel 2, § 1, eerste en tweede lid, van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden) kan de regeling van de vierdagenweek beëindigen mits een vooropzeg van drie maanden tenzij de overheid waaronder hij ressorteert op zijn verzoek een kortere termijn aanvaardt.

Art. 5.De arbeidstijd die vrijkomt wanneer minstens twee personeelsleden in eenzelfde ministerie of instelling voor een arbeidsregeling in de vierdagenweek kiezen, kan worden gebruikt voor de indienstneming, in het kader van een voltijdse of deeltijdse vervangingsovereenkomst, van : 1° uitkeringsgerechtigde volledig werklozen;2° bestaansminimumtrekkers;3° gehandicapten met een vervangingstoelage;4° contractuele personeelsleden van het ministerie of de instelling in dienst genomen in het kader van een vervangingsovereenkomst. HOOFDSTUK II. - Verlof voor loopbaanonderbreking

Art. 6.De bepalingen van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen gelden voor de ambtenaren of contractuele personeelsleden (met uitsluiting van het personeel bedoeld in artikel 2, § 1, eerste en tweede lid, van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden). HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2004.

Art. 8.De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 18 maart 2004.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ch. MICHEL

^