19 DECEMBER 2002. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 2001 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen

De Waalse Regering, Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, met name artikel 3, § 1, 1°, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001;

Gelet op de verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad van 24 juni 1991 inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen, laatst gewijzigd door verordening (EG) nr. 2491/2001 van de Commissie van 19 december 2001;

Gelet op de verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad van 27 november 1992 tot instelling van een geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen, laatst gewijzigd bij de verordening (EG) nr. 495/2001 van 13 maart 2001;

Gelet op de verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen, laatst gewijzigd door verordening (EG) nr. 1038/2001 van de Raad van 22 mei 2001;

Gelet op de verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees, laatst gewijzigd bij de verordening (EG) nr. 2345/2001 van 30 november 2001;

Gelet op de verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor de plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en afschaffing van een aantal verordeningen;

Gelet op de verordening (EG) nr. 1750/1999 van de Europese Commissie van 23 juli 1999 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), laatst gewijzigd bij de verordening (EG) nr. 2075/2000 van de Commissie van 29 september 2000;

Gelet op de verordening (EG) nr. 2316/1999 van de Commissie van 22 oktober 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen, laatst gewijzigd bij de verordening (EG) nr. 327/2002 van de Commissie van 21 februari 2002;

Gelet op de verordening (EG) nr. 2461/1999 van de Commissie van 19 november 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad wat het gebruik betreft van uit productie genomen grond voor de productie van grondstoffen voor de vervaardiging, in de Gemeenschap, van niet specifiek voor voeding of voor vervoedering bestemde producten, laatst gewijzigd bij de verordening (EG) nr. 345/2002 van de Commissie van 25 februari 2002;

Gelet op de verordening (EG) nr. 1673/2000 van de Raad van 27 juli 2000 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vezelvlas en -hennep voor de vezelproductie;

Gelet op de verordening (EG) nr. 2419/2001 van de Commissie van 11 december 2001 houdende uitvoeringsbepalingen inzake het bij verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad ingestelde geïntegreerde beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 december 2001 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen;

Gelet op het akkoord van 15 juli 2002 op de Interministeriële Conferentie Landbouw betreffende de overheveling van de bevoegdheden inzake landbouwbeleid naar de Gewesten en, in het bijzonder, wat betreft de toepassingswijze voor de slachtpremie in de rundvleessector;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 18 november 2002;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 19 november 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat onverwijld maatregelen getroffen dienen te worden voor een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen om de toepassingswijze te volgen van de verordening (EEG) nr. 3508/92 en de verordeningen (EG) nr. 1254/1999, nr. 2316/1999 en nr. 2461/1999 en van de nieuwe verordening (EG) nr. 2419/2001;

Overwegende dat de bevoegdheden op landbouwvlak vanaf 1 januari 2002 aan de Gewesten toegewezen zijn;

Gelet op het protocol-akkoord van 13 maart 2002 tussen de federale overheid, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Hoofdstedelijk Gewest Brussel betreffende de uitoefening van de bevoegdheden die naar de Gewesten zijn overgeheveld op het vlak van landbouw en visvangst voor de overgangsperiode die op 1 januari 2002 ingaat en op 15 oktober 2002 beëindigd wordt;

Overwegende dat er maatregelen getroffen dienen te worden om de beslissingen betreffende de bevoegdheidsoverheveling toe te passen;

Overwegende dat de continuïteit van de openbare dienstverlening gewaarborgd moet worden, met naleving van de verplichten opgelegd door de Europese regelgeving op het vlak van landbouw;

Overwegende dat er in boetes is voorzien bij niet-naleving van de termijnen die zijn opgelegd bij de Europese regelgeving om de betrokken premies te storten aan de producenten of in geval van vertraging in het toepasselijk maken van de betrokken regelgevingen of indien zij slecht worden toegepast;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 december 2001 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 2 wordt vervangen door volgende bepaling : « 2.Productie-eenheid : het geheel van de functioneel samenhangende middelen, waaronder de gronden, die noodzakelijk zijn voor de producent en voor zijn exclusieve gebruik met het oog op de exploitatie van één of meerdere land- of tuinbouwspeculaties. »; 2° er wordt een punt 6bis ingevoegd luidend als volgt : « 6bis.Voederoppervlakte : weiland, de andere voedergewassen en elke oppervlakte voor akkerbouw waarvoor geen aanvraag voor areaalbetalingen ingediend wordt maar die gebruikt wordt voor het staven van een steunaanvraag op grond van verordening (EG) nr. 1254/1999. In dat kader moet de voederoppervlakte beschikbaar zijn voor de veeteelt tijdens een minimumperiode van zeven maanden die ingaat op 1 januari van het aangiftejaar. »; 3° de punten 7bis en 7ter, luidend als volgt, worden ingevoegd : « 7bis.Aanvraag voor areaalbetalingen : elke aanvraag voor de betaling van een tegemoetkoming op grond van de steunregelingen zoals bedoeld, voor de sector plantaardige productie, in artikel 1, § 1, punt a), van de verordening (EEG) nr. 3508/92 en, voor de sector dierlijke productie, in artikel 1, § 1, punt b), iii) van dezelfde verordening. Die aanvragen hebben betrekking op de oppervlakten voor akkerbouwgewassen en voederoppervlakten waarvan aangifte is gedaan met het oog op de steunaanvragen in de dierlijke sector. » « 7ter. Gebruik : het type gewassen of de bodembedekker of de afwezigheid ervan. »; 4° er wordt een punt 8bis luidend als volgt ingevoegd : « 8bis.Bepaalde oppervlakte : de oppervlakte waarvoor alle voorwaarden die samen van toepassing zijn op het toekennen van tegemoetkoming, vervuld zijn. »; 5° er wordt een punt 10 luidend als volgt toegevoegd : « 10.Het Bestuur : de Afdeling Landbouwsteun van het Directoraat-generaal Landbouw van het Ministerie van het Waalse Gewest. Die afdeling beschikt over buitendiensten, buurtdiensten genoemd. »

Art. 2.In artikel 2, § 1, van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt a) wordt vervangen door volgende bepaling : « a) enerzijds, in basisoppervlakten die als volgt zijn afgebakend : - basisareaal I : wat maïs betreft, het nationale grondgebied met uitzondering van het Waalse Gewest; - basisareaal II : wat betreft de andere akkerbouwgewassen dan maïs, het nationale grondgebied met uitzondering van het grondgebied van het Waalse Gewest en, wat betreft alle akkerbouwgewassen samen, het grondgebied van het Waalse Gewest; »; 2° punt b) wordt vervangen door volgende bepaling : « b) anderzijds, in dertien productieregio's.Voor elke productieregio wordt de gemiddelde opbrengst in de bijlage bij dit besluit vastgelegd. »

Art. 3.In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt een eerste streepje ingevoegd, luidend als volgt : « - het daadwerkelijk en exclusief gebruik hebben van de productiemiddelen die noodzakelijk zijn voor de exploitatie van zijn productie-eenheid of -eenheden, niettegenstaande elke andersluidende bepaling met betrekking tot de indiening van de steunaanvraag en de areaalbetalingen. »

Art. 4.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 5.Om in aanmerking genomen te worden, moet de aanvraag betrekking hebben op percelen bouw- of braakland met minstens een aaneengesloten oppervlakte van 0,30 ha en een minimumbreedte van 20 meter.

De voederoppervlakten waarvan aangifte is gedaan met het oog op het verkrijgen van steun in de dierlijke sector mogen in een buurland liggen op voorwaarde dat ze zich op maximum 30 km van de productie-eenheid bevinden en dat minstens 20 % van de oppervlakte die betrekking heeft op steun voor rund- en schaapachtigen in België ligt.

De voederoppervlakten die in een buurland liggen, mogen aangegeven worden door een Belgische producent met het oog op het verkrijgen, in dat buurland, van de steun in de dierlijke sector. Daartoe dient de producent als bijlage bij zijn aanvraag voor areaalbetalingen een bij de buurtdienst van het Bestuur verkrijgbare correspondentietabel indienen. In die tabel worden voor elk perceel dat in het buitenland ligt en in de in België ingediende aanvraag opgenomen is, de gegevens opgenomen die dienen voor de situering en de afbakening van dat perceel in het geïntegreerd beheers- en controlesysteem dat in dat buurland van kracht is. Bovendien deelt de producent zijn identificering in dat buurland aan het Bestuur mee. »

Art. 5.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de punten c) en d) luidend als volgt toegevoegd : « c) voor het aanplanten/inzaaien van een bodembedekker die bij voorkeur door de fauna als habitat wordt gebruikt in het kader van de bijzondere bepalingen die getroffen zijn met betrekking tot de met braakland samenhangende fauna; d) voor de ontbossing en verrekend als verplichting tot bevriezing, voorzover zij aangegeven zijn na 28 juni 1995 bij het Waalse of het Vlaamse Gewest in het kader van hoofdstuk 8 van de verordening (EG) nr.1257/1999 inzake de communautaire steunregeling voor de bosmaatregelen in de landbouw. »

Art. 6.In artikel 8 vanhetzelfde besluit wordt § 1 vervangen door volgende bepaling : « § 1. De inbreuken op dit besluit, op diens uitvoeringsbesluiten, op de verordening (EEG) nr. 3508/92, op de verordeningen (EG) nrs. 1251/1999, 1257/1999 en 1673/1999 van de Raad en op de verordeningen (EG) nrs. 2316/1999, 2461/1999 en 2419/1999 van de Commissie worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten. »

Art. 7.Bijlage II bij hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.

Art. 8.In hetzelfde besluit wordt een artikel 9bis ingevoegd, luidend als volgt : « De inspecteur-generaal van de Afdeling Landbouwsteun van het Directoraat-generaal Landbouw van het Ministerie van het Waalse Gewest en, wanneer deze afwezig of verhinderd is, de ambtenaar die hem vervangt, is gedelegeerd om de uitgaven met betrekking tot de steun bepaald bij dit besluit vast te leggen, goed te keuren en te ordonnanceren. »

Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking vanaf het verkoopseizoen 2002/2003 (oogst 2002), met uitzondering van artikel 1, 5°, dat uitwerking heeft vanaf 16 oktober 2002 en artikel 2, 1°, dat in werking treedt vanaf het verkoopseizoen 2003/2004 (oogst 2003).

Art. 10.De Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 19 december 2002.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART

Bijlage Gemiddelde regionale opbrengsten Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 2001 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen.

Namen, 19 december 2002.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART