Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 19 december 2002
gepubliceerd op 07 maart 2003

Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 november 2001 betreffende de zoogkoeienpremie en het extensiveringsbedrag voor zoogkoeien

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2003200245
pub.
07/03/2003
prom.
19/12/2002
ELI
eli/besluit/2002/12/19/2003200245/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 DECEMBER 2002. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 november 2001 betreffende de zoogkoeienpremie en het extensiveringsbedrag voor zoogkoeien


De Waalse Regering, Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, laatst gewijzigd bij de wet van 22 februari 2001;

Gelet op de verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad van 27 november 1992 tot instelling van een geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen, laatst gewijzigd bij verordening (EG) nr. 495/2001 van 13 maart 2001;

Gelet op de verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees, laatst gewijzigd bij de verordening (EG) nr. 2345/2001 van 30 november 2001;

Gelet op de verordening (EG) nr. 2342/1999 van de Commissie van 28 oktober 1999 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees met betrekking tot de premieregelingen, laatst gewijzigd bij verordening (EG) nr. 169/2002 van 30 januari 2002;

Gelet op de verordening (EG) nr. 2419/2001 van de Commissie van 11 december 2001 houdende uitvoeringsbepalingen inzake het bij verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad ingestelde geïntegreerde beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 november 2001 betreffende de zoogkoeienpremie en het extensiveringsbedrag voor zoogkoeien;

Gelet op het akkoord van 15 juli 2002 op de Interministeriële Conferentie Landbouw betreffende de overheveling van de bevoegheden in verband met het landbouwbeleid naar de Gewesten voor wat betreft in het bijzonder de toepassingswijze van de zoogkoeienpremie en het extensiveringsbedrag voor zoogkoeien;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 18 december 2002;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 19 december 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat onverwijld maatregelen getroffen dienen te worden betreffende zoogkoeienpremie en het extensiveringsbedrag voor zoogkoeien, om de toepassingswijze na te leven van de verordening (EEG) nr. 3508/92 gewijzigd en van de verordeningen (EG) nrs. 1254/1999 en 2342/1999 en van de nieuwe verordening (EG) nr. 2419/2001;

Overwegende dat de Gewesten vanaf 1 januari 2002 bevoegdheden zijn toegewezen op het vlak van landbouw;

Gelet op het protocol-akkoord van 13 maart 2002 tussen de federale overheid, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Hoofdstedelijk Gewest Brussel betreffende de uitoefening van de bevoegdheden die naar de Gewesten zijn overgeheveld op het vlak van landbouw en visvangst voor de overgangsperiode die op 1 januari 2002 ingaat en op 15 oktober 2002 beëindigd wordt;

Overwegende dat maatregelen getroffen moeten worden om de beslissingen in verband met de bevoegdheidsoverheveling toe te passen;

Overwegende dat de continuïteit van de opdrachten van de openbare diensten gewaarborgd moet worden, met naleving van de verplichten opgelegd door de Europese regelgeving op het vlak van landbouw;

Overwegende dat er in boetes is voorzien bij niet-naleving van de termijnen die zijn opgelegd bij de Europese regelgeving om de betrokken premies te storten aan de producenten of in geval van vertraging in het toepasselijk maken van de betrokken regelgevingen of indien zij slecht worden toegepast;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 30 november 2001 betreffende de zoogkoeienpremie en het extensiveringsbedrag voor zoogkoeien worden volgende punten toegevoegd : « 5. Zone : één van de hierna omschreven zones : a. zone 1 : het Vlaamse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;b. zone 2 : het Waalse Gewest.6. Gewestelijke referentiehoeveelheid : de totale som van het aantal premierechten toegewezen aan alle individuele producenten van een zone bij het begin van het landbouwseizoen 2002.7. Gewestelijke premierechtenreserve : het gedeelte van de nationale reserve dat aan een zone toebehoort, berekend op grond van de verhouding van de gewestelijke referentiehoeveelheden.»

Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « verordening (EG) nr.2342/1999 » vervangen door de woorden « verordening (EG) nr. 1254/1999 »; 2° § 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door volgende bepaling : « § 2.De gewestelijke premierechtenreserve zoals bepaald in artikel 1, punt 7, wordt afzonderlijk beheerd in elke betrokken zone en wordt gespijsd met de premierechten die wegens niet-gebruik ervan ingetrokken worden. De Minister bepaalt de categorieën producenten die premierechten van de gewestelijke reserve kunnen krijgen. » 3° Er wordt een § 4 luidend als volgt toegevoegd : « § 4.De premierechten die aan een producent worden toegekend bij aanvang van het landbouwseizoen 2002, overeenkomstig § 1, behoren tot de gewestelijke referentiehoeveelheid van de zone van de betrokken producent.

Die zone wordt bepaald door de ligging van de productie-eenheid waarop de dieren zijn aangegeven in de premieaanvraag 2002.

Indien een producent in zijn premieaanvraag voor het landbouwseizoen 2002 rundachtigen op verschillende productie-eenheden heeft aangegeven die onder verschillende zones vallen, moet de producent de zone bepalen waartoe zijn premierechten behoren. Die keuze is onherroepelijk, behalve uitzonderlijke, met redenen omklede gevallen. »

Art. 3.In zone 2 in artikel 4 van hetzelfde besluit wordt § 2 vervangen door volgende bepaling : « § 2. In andere situaties dan die bepaald in § 1 kan de producent geheel of gedeeltelijk zijn premierechten overdragen aan andere producenten volgens één van beide hiernaomschreven wijzen: a) in het geval van bloed- of aanverwantschap in de eerste graad tussen de producent-overlater en de producent-overnemer kan de producent-overlater geheel of gedeeltelijke zijn premierechten aan de producent-overnemer overdragen tijdens de overdrachtperiode die door de minister is vastgesteld. In dat geval wordt een percentage over te dragen rechten dat door de minister is vastgesteld, voor de nationale reserve ingehouden; b) de producenten-overlaters kunnen geheel of gedeeltelijke hun premierechten aan producenten-verkrijgers overdragen via een Fonds voor de rechten op de zoogkoeienpremie dat door het Bestuur wordt beheerd.De minister bepaalt de categorieën producenten die in aanmerking kunnen komen voor de herverdeling van aldus door de producenten-overlaters vrijgemaakte premierechten. In het geval van een overdracht via dat Fonds wordt een percentage over te dragen rechten dat door de minister wordt bepaald, voor de nationale reserve ingehouden. »

Art. 4.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door volgende bepaling : « De Afdeling Landbouwsteun van het Directoraat-generaal Landbouw van het Ministerie van het Waalse Gewest is belast met de betaling van de premies alsmede met de inning van de onverschuldigd betaalde premies. »

Art. 5.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « (EEG) nr.3887/92 » worden vervangen door de woorden « (EG) nr. 2419/2001 »; 2° er worden een tweede en een derde lid toegevoegd, luidend als volgt : « De inbreuken op dit besluit en op diens uitvoeringsbesluiten kunnen met een administratieve geldboete worden bestraft overeenkomstig artikel 8 van de wet van 28 maart 1975, voornoemd. Als bevoegd ambtenaar voor het uitvoeren van de handelingen en het treffen van de beslissingen met betrekking tot de administratieve geldboetes bedoeld in vorig lid wordt aangewezen, de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Landbouw van het Ministerie van het Waalse Gewest of, bij afwezigheid of verhindering, de ambtenaar die hem vervangt. »

Art. 6.In hetzelfde besluit wordt een artikel 13bis luidend als volgt ingevoegd : « De inspecteur-generaal van de Afdeling Landbouwsteun van het Directoraat-generaal Landbouw van het Ministerie van het Waalse Gewest, of bij afwezigheid of verhindering, de ambtenaar die hem vervangt, hebben delegatie om de uitgaven betreffende de steun bepaald in dit besluit vast te leggen, goed te keuren en te ordonnanceren. »

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003, met uitzondering van artikel 4 dat uitwerking heeft vanaf 16 oktober 2002.

Art. 8.De Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 19 december 2002.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART

^