Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 19 juni 1997
gepubliceerd op 01 augustus 1997

Besluit van de Waalse Regering betreffende de halftijdse vervroegde uittreding

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
1997027335
pub.
01/08/1997
prom.
19/06/1997
ELI
eli/besluit/1997/06/19/1997027335/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 JUNI 1997. Besluit van de Waalse Regering betreffende de halftijdse vervroegde uittreding


De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, 3, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1994 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 mei 1996;

Gelet op de wet van 21 juni 1937 houdende oprichting van de autonome haven van Luik, gewijzigd bij de wet van 10 januari 1969;

Gelet op de wet van 12 februari 1971 houdende oprichting van de autonome haven van Charleroi, gewijzigd bij de wet van 20 juni 1978;

Gelet op de wet van 20 juni 1978 houdende oprichting van de autonome haven van Namen en tot wijziging van de wet van 12 februari 1971 houdende oprichting van de autonome haven van Charleroi;

Gelet op het decreet van 25 oktober 1984 tot instelling van de "Société régionale wallonne du Logement" (Waalse gewestelijke huisvestingsmaatschappij), gewijzigd bij de decreten van 1 december 1988, 4 juli 1991, 29 oktober 1992, 7 juli 1994, 24 november 1994 en 25 januari 1996;

Gelet op het decreet van 16 december 1988 houdende oprichting van de "Office régional de l'Emploi" (Gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling), gewijzigd bij de decreten van 4 november 1993 en 26 mei 1994;

Gelet op het decreet van 7 juni 1990 houdende oprichting van het "Institut scientifique de Service public en Région wallonne" (Openbaar wetenschappelijk instituut van het Waalse Gewest);

Gelet op het decreet van 22 december 1994 houdende oprichting van de "Office régional de promotion de l'agriculture et de l'horticulture" (Gewestelijke dienst voor de promotie van de land- en tuinbouw), gewijzigd bij de decreten van 20 juni en 25 juli 1996;

Gelet op het decreet van 23 maart 1995 houdende oprichting van een Gewestelijk hulpcentrum voor gemeenten dat instaat voor de follow-up van en de controle op de beheersplannen van de met schulden bezwaarde gemeenten en dat het financiële evenwicht van de gemeenten van het Waalse Gewest moet helpen handhaven;

Gelet op het decreet van 6 april 1995 betreffende de integratie van gehandicapte personen;

Gelet op het decreet van 6 april 1995 betreffende het beheer van psychiatrische ziekenhuizen in het Waalse Gewest;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende sommige verloven toegestaan aan personeelsleden van de rijksbesturen en betreffende de afwezigheden wegens persoonlijke aangelegenheid, inzonderheid op artikel 3, 3, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 oktober 1987 en 6 november 1991, artikel 6, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 oktober 1987, en artikel 6bis, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 mei 1975, 7 maart 1977 en 1 oktober 1987;

Gelet op de beraadslaging van de raad van bestuur van de autonome haven van Luik;

Gelet op de beraadslaging van de raad van bestuur van de autonome haven van Charleroi;

Gelet op de beraadslaging van de raad van bestuur van de autonome haven van Namen;

Gelet op de beraadslaging van de raad van bestuur van de "Société régionale wallonne du Logement";

Gelet op de beraadslaging van de raad van beheer van de "Office communautaire et régional de la Formation professionnelle et de l'Emploi" (Gemeenschaps- en gewestdienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling);

Gelet op de beraadslaging van de raad van bestuur van de "Office régional de Promotion de l'Agriculture et de l'Horticulture";

Gelet op het advies van het beheerscomité van het "Agence wallonne pour l'Intégration des Personnes handicapées" (Waals agentschap voor de integratie van gehandicapte personen);

Gelet op het protocol nr. 239 van het Sectorcomité nr. XVI, opgemaakt op 24 maart 1997;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting;

Gelet op het akkoord van de federale Minister van Pensioenen;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de ambtenaren van de Regeringsdiensten en de personeelsleden van de instellingen van openbaar nut, die aan het statuut van gewestelijk ambtenaar onderworpen zijn, net zoals de personeelsleden van de federale diensten aanspraak moeten kunnen maken op de regeling van halftijdse vervroegde uittreding;

Overwegende dat de voor de federale ambtenaren bedoelde bepalingen slechts tot 31 december 1997 van toepassing zijn;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Besluit

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de ambtenaren van het Gewest. Het is ook van toepassing op de personeelsleden : 1° van de instellingen die vallen onder het besluit van de Waalse Regering van 1 december 1994 houdende het statuut van de agenten van sommige instellingen van openbaar nut van het Waalse Gewest;2° van het "Institut scientifique de Service public";3° van de psychiatrische ziekenhuizen.

Art. 2.De in artikel 1 bedoelde ambtenaren en personeelsleden hebben het recht om halftijds te werken gedurende een ononderbroken periode van maximum vijf jaar voorafgaand aan de datum van hun al dan niet vervroegde opruststelling.

Daartoe moeten ze een aanvraag indienen die de datum vermeldt waarop zij op rust gesteld wensen te worden. Na het indienen van hun aanvraag kan de datum van opruststelling niet meer gewijzigd worden, tenzij hij om welke reden ook wordt vervroegd.

Art. 3.De ambtenaar moet in de loop van een maand de helft van de aan een volledige baan gebonden prestaties verrichten. De ambtenaar die voor halftijdse vervroegde uittreding kiest, blijft zijn ambt in overleg met zijn meerdere van minstens rang A2 halftijds uitoefenen, hetzij dagelijks, hetzij op grond van een wekelijkse of maandelijkse verdeling. De prestaties worden over volle of halve dagen verspreid.

Tijdens zijn verlof mag de ambtenaar geen winstgevende activiteit uitoefenen.

Art. 4.De ambtenaar die halftijds werkt onder de in dit besluit bedoelde voorwaarden, krijgt een maandelijkse premie van 11940 frank.

Art. 5.Als twee ambtenaren binnen hetzelfde ministerie of dezelfde instelling gebruik maken van het in arti-kel 2 bedoelde recht, moet een bijkomende ambtenaar in dienst genomen worden.

Art. 6.De halftijdse vervroegde uittreding kan geweigerd worden aan ambtenaren van niveau 1 en 2+, als ze de goede werking van de dienst in gevaar brengt. Als de in artikel 3, tweede lid, bedoelde meerdere oordeelt dat de ambtenaar vanwege zijn specifieke bevoegdheden, begaafdheden of bekwaamheden of vanwege het belang van zijn opdracht voltijds moet blijven werken, kan hij het recht op vervroegde uittreding verschuiven naar een latere datum dan die door de ambtenaar werd bepaald. De periode tussen de gekozen datum en die waarmee de meerdere instemt mag echter niet langer zijn dan zes maanden.

Art. 7.1. De ambtenaar die gebruik wenst te maken van het recht op halftijdse vervroegde uittreding, moet zijn aanvraag langs de hiërarchische weg indienen. De aanvraag moet ten minste drie maanden vóór het begin van de verlofperiode wegens halftijdse vervroegde uittreding ingediend worden. De verlofperiode wegens halftijdse vervroegde uittreding gaat in op de eerste dag van de maand. De in artikel 3, tweede lid, bedoelde meerdere beschikt over twee weken, te rekenen van de dag die op de indiening van de aanvraag volgt, om zich op artikel 6, tweede lid, te beroepen.

Art. 8.De periode van afwezigheid wegens halftijdse vervroegde uittreding wordt met dienstactiviteit gelijkgesteld. De betrokkene kan echter geen aanspraak maken op bevordering. Hij heeft ook geen recht op een verlof om dwingende redenen van familiaal belang, noch op een daarmee gelijkgesteld verlof. Bovendien mag hij, om welke reden ook, geen beperkte prestaties meer verrichten, noch aanspraak maken op een halftijdse loopbaanonderbreking.

Art. 9.In artikel 3, 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende sommige verloven toegestaan aan personeelsleden van de rijksbesturen en betreffende de afwezigheden wegens persoonlijke aangelegenheid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 oktober 1987, wordt tussen de punten 2° en 3° een punt 2°bis ingevoegd, luidend als volgt : "2°bis het verlof wegens halftijdse vervroegde uittreding;".

Art. 10.In artikel 6, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 oktober 1987, worden de woorden "of van halftijdse vervroegde uittreding" ingevoegd tussen de woorden "van deeltijdse arbeid" en "de duur".

Art. 11.In artikel 6bis, vierde lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 mei 1975, 7 maart 1977 en 1 oktober 1987, worden de woorden "of van halftijdse vervroegde uittreding" ingevoegd tussen de woorden "van deeltijdse arbeid" en "de duur".

Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en houdt op uitwerking te hebben op 1 januari 1998.

Art. 13.De Minister tot wiens bevoegdheden het Bestuur behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 19 juni 1997.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, B. ANSELME

^