Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 19 maart 1998
gepubliceerd op 02 april 1998

Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 24 oktober 1991 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden voor de leercontracten en leerverbintenissen in de permanente vorming voor de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
1998027208
pub.
02/04/1998
prom.
19/03/1998
ELI
eli/besluit/1998/03/19/1998027208/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 MAART 1998. Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 24 oktober 1991 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden voor de leercontracten en leerverbintenissen in de permanente vorming voor de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van de Raad van de Franse Gemeenschap van 3 juli 1991 betreffende de voortgezette opleiding voor de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op het decreet II van de Waalse Gewestraad van 22 juli 1993 betreffende de overheveling van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, inzonderheid op artikel 1°, § 1;

Gelet op het decreet van de Waalse Gewestraad van 4 mei 1995 houdende goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst betreffende de permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen, gesloten op 20 februari 1995 door de Franse Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 24 oktober 1991 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden voor de leercontracten en leerverbintenissen in de permanente vorming voor de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen, inzonderheid op artikel 13, 15;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Instituut voor permanente vorming voor de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen, gegeven op 13 november 1997;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de leertoelagen herwaardeerd worden vanaf 1 januari 1998 en dat de werkgevers en de sociale secretariaten zo spoedig mogelijk op de hoogte van de nieuwe bepalingen moeten worden gebracht;

Op de voordracht van de Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming, Besluit :

Artikel 1.Artikel 13, 15, van het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 24 oktober 1991 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden voor de leercontracten en leerverbintenissen in de permanente vorming voor de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen, wordt vervangen als volgt : « 15. aan de leerling een progressieve maandelijkse toelage te betalen van : a) F 7 500 voor het eerste leerjaar;b) F 10 000 voor het tweede leerjaar;c) F 13 000 voor het derde leerjaar. Als de bevoegde paritaire commissie hogere bedragen heeft vastgesteld, moet het bedrijfshoofd deze betalen.

Wanneer het contract voor een kortere duur gesloten wordt, moet bij de berekening van de toelage rekening worden gehouden met de vorige opleiding waardoor de leertijd kon worden ingekort.

Deze toelage bevat de voordelen in natura verleend door het bedrijfshoofd op grond van de percentages die vastgesteld zijn krachtens de reglementering waarin bepaald wordt boven welk toelagebedrag de leerling geen recht meer heeft op kinderbijslag.

Ze is verschuldigd zowel voor de verrichtingen van de leerling binnen het bedrijf als voor de leergangen die hij volgt en de examens die hij aflegt overeenkomstig het contract.

Het bedrijfshoofd stelt de leerling zijn maandelijkse toelage op geldige wijze ter hand, behalve verzet van de vader, moeder of voogd indien de leerling jonger is dan 18 jaar.

De in het eerste lid bedoelde bedragen worden jaarlijks op 1 januari aangepast op basis van het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand december van het voorgaande jaar.

Het geïndexeerde bedrag van de progressieve maandelijkse basistoelage, met inbegrip van de voordelen in natura, mag evenwel niet hoger zijn dan het bedrag waarboven de leerling geen recht meer heeft op kinderbijslag.

Het Instituut stelt de partijen schriftelijk in kennis van de geïndexeerde bedragen van de maandelijkse leertoelage.

Voor de leercontracten die na 1 januari 1998 worden gesloten, wordt de in het eerste lid bedoelde maandelijkse basistoelage verhoogd op 1 augustus voorafgaand aan de overgang naar het hogere jaar.

Voor de leercontracten die vóór 1 januari 1998 zijn gesloten, wordt de in het eerste lid bedoelde maandelijkse basistoelage verhoogd op de verjaardag van de sluiting van het contract. »

Art. 2.De Minister van Tewerkstelling en Vorming is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998.

Namen, 19 maart 1998.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE

^