Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 20 mei 1999
gepubliceerd op 26 juni 1999

Besluit van de Waalse betreffende de milieu-initiatie in het Waalse Gewest

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
1999027496
pub.
26/06/1999
prom.
20/05/1999
ELI
eli/besluit/1999/05/20/1999027496/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 MEI 1999. - Besluit van de Waalse betreffende de milieu-initiatie in het Waalse Gewest


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 28 april 1999 betreffende de milieu-initiatie in het Waalse Gewest;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting;

Gelet op de dringendheid gemotiveerd door de noodzaak de opmerkingen van het Rekenhof te beantwoorden en zodoende een wettelijke basis te geven die noodzakelijk is voor de toekenning van werkingsmiddelen aan de opgerichte experimenteercentra voor leefmilieu-initiatie zodat zij hun opdrachten kunnen vervullen;

Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder : 1. Minister : de Minister tot wiens bevoegdheden leefmilieu en natuurbehoud behoren;2. VZW : vereniging zonder winstoogmerk opgericht overeenkomstig de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend;3. Bestuur : het directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu; 4. C.R.I.E. : centrum voor milieu-initiatie; 5. decreet : het decreet van 28 april 1999 betreffende de milieu-initiatie in het Waalse Gewest.

Art. 2.§ 1. Iedere vzw die aan de in artikel 5 van het decreet gestelde voorwaarden beantwoordt kan de erkenning i.v.m. het beheer van een C.R.I.E. aanvragen.

De erkenningsaanvraag moet in drie exemplaren ingediend worden bij het bestuur bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs en de volgende inlichtingen bevatten : 1. de benaming van de VZW, haar adres alsook een copie van de publicatie van haar statuten en van de laatste benoemingsakte van haar bestuurders of een eensluidend verklaarde copie van de publicatieaanvraag van de statuten;2. een copie van de bewijsstukken van de pedagogische en wetenschappelijke titels van vier van de in artikel 5, 3e lid, 2° van het decreet bedoelde personen; 3. een beschrijving van het geplande project i.v.m. de in artikel 4 van het decreet bedoelde opdrachten alsook de pedagogische en wetenschappelijke diploma's van het personeel dat in dienst wordt genomen voor de uitvoering van deze opdrachten; 4. een raming van het budget dat nodig is voor de verwezenlijking van het sub 3° bedoelde project in het kader van het bedrag vastgesteld in artikel 5, § 2. § 2. De Minister betekent aan de aanvragende VZW de erkenning of de weigering van de erkenning binnen drie maanden na de ontvangst van de als volledig beschouwde aanvraag.

Art. 3.Op elk ogenblik kan de Minister de erkenning intrekken op advies van het in artikel 9 van het decreet bedoelde begeleidingscomité indien één van de volgende voorwaarden niet meer vervuld wordt : 1. de VZW beantwoordt niet meer aan de in artikel 5, 3de lid bepaalde voorwaarden;2. de opdracht werd niet uitgevoerd overeenkomstig haar doelstelling zoals bepaald in de erkenning;3. de titularis van de erkenning heeft zich verzet tegen de controle door het bestuur van de uitvoering van zijn opdracht;4. het activiteitenverslag, het boekhoudverslag of welk ander document dan ook dat meegedeeld moet worden en die niet werden overhandigd door de titularis van de erkenning binnen de termijn voorgeschreven bij de beslissing tot erkenning;5. de toelagen werden niet aangewend voor de uitgaven die zij dienden te dekken. De Minister informeert de VZW van de beslissing tot intrekking van de erkenning bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs. De VZW antwoordt binnen dertig dagen na ontvangst van deze kennisgeving door middel van een aangetekende brief met ontvangstbewijs. De Minister neemt een beslissing binnen dertig dagen na ontvangst van het antwoord.

Art. 4.Onverminderd artikel 3 kan de Minister de erkenning verlengen na een periode van drie jaar.

Drie maanden voor het einde van de erkenning dient de VZW een nieuwe aanvraag in volgens de in artikel 2 bepaalde procedure.

De Minister neemt een beslissing binnen twee maanden na ontvangst van de aanvraag op grond van het advies van het begeleidingscomité.

Art. 5.§ 1. Binnen de grenzen van de beschikbare kredieten kent de Minister aan de erkende VZW een jaarlijkse toelage toe om de werking van de C.R.I.E. te verzekeren. - De uitgaven m.b.t. het personeel, - de comsumptieve kosten en de kosten voor leveringen i.v.m. de uitvoering van de in artikel 4 van het decreet bedoelde opdrachten, - de lasten verbonden aan de werking van de infrastructuur maken deel uit van de werkingskosten. § 2. Het bedrag van de jaarlijkse toelage wordt vastgesteld op 90 % van de werkingskosten met een maximum van vijf miljoen per C.R.I.E..

Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex van de maand mei 1999. § 3. Om aanspraak te maken op de jaarlijkse toelage doet de erkende VZW het begrotingsontwerp van de C.R.I.E. voor het volgende jaar en het programma van de geplande activiteiten aan het bestuur toekomen vóór 15 november. § 4. Op grond van het advies van het begeleidingscomité beslist de Minister binnen een termijn die niet langer dan één maand is na de ontvangst van het begrotingsproject over het beginsel de toelagen toe te kennen op basis van de in § 3 bedoelde documenten. § 5. De toelage wordt op volgende wijze uitbetaald : 1. bij de notificatie van de toelage, een eerste schijf gelijk aan maximum 40 % van de toelage op voorlegging van een voor waar en echt verklaarde schuldvordering samen met het jaarlijks activiteitenprogramma goedgekeurd door het evaluatiecomité van elke C.R.I.E.; 2. de volgende schijven waarvan het maximum totaal bedrag gelijk is aan 50 % van de toelage worden uitbetaald op het einde van elk kwartaal op voorlegging van een voor waar en echt verklaarde schuldvordering en van een tussenactiviteitenverslag en een boekhoudverslag, die door het evaluatiecomité van elke C.R.I.E. goedgekeurd zijn; 3. het saldo van de toelage wordt vereffend op voorlegging van een voor waar en echt verklaarde schuldvordering samen met de bewijsstukken van de toelage, het in artikel 8 van het decreet bedoelde activiteitenverslag en met een boekhoudverslag, die door het evaluatiecomité van elke C.R.I.E. goedgekeurd zijn. § 6. De boekhouding wordt gehouden overeenkomstig de wetgeving op de bedrijfsboekhouding.

Art. 6.§ 1. Het begeleidingscomité van het C.R.I.E.-netwerk bestaat uit : 1. een vertegenwoordiger van de Minister;2. twee vertegenwoordigers van het bestuur;het voorzitterschap wordt waargenomen door de directeur-generaal of zijn afgevaardigde; 3. een vertegenwoordiger van het Commissariaat-generaal voor Toerisme;4. een vertegenwoordiger van de Afdeling Patrimonium van het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium;5. een vertegenwoordiger van de Directie Communicatie van het Secretariaat-generaal van het Ministerie van het Waalse Gewest;6. vier deskundigen met een pedagogische of een wetenschappelijke titel in verband met vakken rond het leefmilieu; 7. een door alle C.R.I.E. gekozen vertegenwoordiger. § 2. De leden van het begeleidingscomité worden door de Minister aangesteld voor een termijn van vier jaar. Hun mandaat is hernieuwbaar.

Voor ieder gewoon lid duidt de Minister een plaatsvervanger aan die deel kan nemen aan de werken van het begeleidingscomité. Indien het mandaat van een gewoon lid vacant wordt voor zijn afloop voltooit het plaatsvervangend lid het lopend mandaat.

Art. 7.Het bestuur stelt de nodige lokalen ter beschikking van het begeleidingscomité.

Art. 8.§ 1. Er wordt uitspraak gedaan over de erkenningsaanvragen bij gewone meerderheid van de aanwezige leden. Bij staking der stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Wanneer ten minste een vierde van de aanwezige leden zich verzet tegen een advies gegeven door de meerderheid vult de voorzitter deze uitspraak aan door de tegengestelde opinie te vermelden. § 2. Het begeleidingscomité wordt door de voorzitter bijeengeroepen of, in voorkomend geval, door de Minister. Het vergadert minstens twee keer per jaar. Een door de Minister aangestelde waarnemener kan, zonder stemgerechtigd te zijn, de werkzaamheden van het begeleidingscomité bijwonen.

De bij de Minister van Leefmilieu geaccrediteerde inspecteur van Financiën wordt op de vergaderingen uitgenodigd.

De voorzitter kan iedereen met bijzondere bevoegdheden op de werkzaamheden van het begeleidingscomité uitnodigen. Zij nemen niet deel aan de stemming. § 3. Het begeleidingscomité maakt zijn huishoudelijk reglement op dat door de Minister wordt goedgekeurd. Het huishoudelijk reglement bepaalt met name : 1. de procedure voor de benoeming van de ondervoorzitter en de secretaris;2. de procedures voor de uitnodiging van de leden, voor het opmaken van de agenda, de bekrachtiging van de processen-verbaal, de adviezen en andere documenten opgemaakt namens het begeleidingscomité;3. de modaliteiten van de stemming alsook het aantal leden vereist om geldig te zetelen;4. de delegaties inzake handtekeningen;5. de werking van het secretariaat. De mandaten worden onbezoldigd uitgeoefend. De leden van het begeleidingscomité hebben recht op de terugbetaling van de reiskosten en van de verblijfkosten berekend volgens de regels die gelden voor de vergoedingen van de ambtenaren van het Waalse Gewest. Daartoe worden zij gelijkgesteld met ambtenaren van rang A4.

Art. 9.In het kader van zijn opdracht is het begeleidingscomité belast met : 1. de Minister een advies te geven over de aanvragen, de schorsingen en de verlengingen van de erkenningen;2. de door de erkende VZW's ingediende activiteiten- en boekhoudjaarverslagen; 3. de coördinatie en de evaluatie van de activiteiten georganiseerd door alle C.R.I.E. in het Waalse Gewest; 4. het overhandigen aan de Minister van het jaarlijks evaluatieverslag over de door alle C.R.I.E. georganiseerde activiteiten; 5. voorstellen te doen aan de Minister.

Art. 10.De Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen 20 mei 1999.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, G. LUTGEN

^