Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 20 november 1997
gepubliceerd op 20 januari 1998

Besluit van de Waalse Regering houdende uitvoering van artikel 203 van het Boswetboek

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
1998027014
pub.
20/01/1998
prom.
20/11/1997
ELI
eli/besluit/1997/11/20/1998027014/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 NOVEMBER 1997. Besluit van de Waalse Regering houdende uitvoering van artikel 203 van het Boswetboek


De Waalse Regering, Gelet op de wet van 19 december 1854 houdende het Boswetboek, inzonderheid op artikel 203, ingevoegd bij het decreet van 16 februari 1995;

Overwegende dat het in artikel 202 van het Boswetboek bedoelde begeleidingscomité voorstellen heeft gedaan i.v.m. de aard van de te verzamelen gegevens, de wijze voor de verzameling ervan, de te verschaffen resultaten en de wijze waarop deze bericht moeten worden;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, Besluit :

Artikel 1.De in het kader van de vaste inventaris van de houthulpbronnen te verzamelen metingen en waarnemingen en de wijze waarop ze moeten worden verzameld, worden omschreven in bijlage 1. Een gedetailleerde methodologische gids, die bijgehouden wordt, is verkrijgbaar bij de Afdeling Natuur en Bossen.

Art. 2.De vaste inventaris van de houthulpbronnen bevat de in bijlage 2 omschreven gestandaardiseerde resultaten die betrekking hebben op de administratieve, dendrometrische, economische en ecologische kenmerken, alsook op het duurzame beheer van de bossen.

Die resultaten worden bekendgemaakt via publicaties, persberichten of andere middelen.

Art. 3.Niet gestandaardiseerde resultaten kunnen ook op verzoek verschaft worden met de instemming van de inspecteur-generaal van de Afdeling Natuur en Bossen. Het begeleidingscomité wordt op de hoogte

gebracht van de resultaten die eigendom van het Gewest blijven.

Art. 4.De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 20 november 1997.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, G. LUTGEN Bijlage 1 Lijst van de geïnventariseerde gegevens en uitvoeringsregels A) Verzamelde gegevens. 1) Algemene en administratieve informatie : - kaartnummer en nummer van de steekproefeenheid; - coördinaten in het Lambert-referentiesysteem; - houtvesterij; - provincie; - datum en tijdstip van de realisatie van het proefveld; - ecologisch grondgebied; - bosgebied; - plaats; - aard van de eigenaar; - individueel nummer van de eigenaar (als het bos onder de bosregeling valt); - omtrek van de boomgroep; - indeling van het punt : bos/geen bos, produktief/niet-produktief, populierenaanplant/aanplant buiten bosverband; - herkenning en identificatie van de vier controlebomen; 2) Gegevens betreffende de omgeving : - topografie : reliëf, ligging, helling, hoogte; - pedologie : soort teelaarde, textuur, aard en keigehalte, drainageklasse, soort profiel, gronddiepte, soort grond (cartografische afkorting), grondsteekproef voor de meting van de PH en van het gehalte aan de voornaamste voedende elementen (op een deelmonster); - fytosociologie : lijst van de soorten die zich in de houtlaag bevinden (hoge, tussen-, lage onderlaag), de kruidlaag en de moslaag, bepaling van de plantengemeenschap en van de ecologische groep. 3) Op de populatie gerealiseerde waarnemingen : - oorsprong van de populatie en vorige teelten; - soort populatie en structuur ervan; - lijst van de kaalslagen (soort, leeftijd van de kap, leeftijd van de populatie op het ogenblik van de kap, exploitatievoorwaarden); - lijst van de leegten (omliggend soort, leeftijd van de populatie, oorzaken van de leegte); - schatting van de verbrande oppervlakten; - schatting van de door stormen vernietigde oppervlakten; - beoordeling van de op de populatie toegepaste bosbouw : aanwezigheid/afwezigheid, uitdunning, hoogsnoeiing, soort en intensiteit van de dunning, markering van de toekomstbomen, regelmatigheid van de ruimtelijke verdeling van de stengels (leegten,..); - sanitaire toestand van de populatie : schatting van het aantal zieke bomen, ziekteoorzaken, stadium van het ziekteverloop; - kwaliteit van de populatie : beoordeling van de algemene kwaliteit van de populatie : schatting van het aantal bomen met externe gebreken, lijst van de voornaamste gebreken; - door grof wild aangerichte schade : niveau van de aanval (volwassen populatie/regeneratie), intensiteit van de aanval (aantal getroffen bomen), aard en ernst van de schade (diepte), eventuele beschermingsmaatregelen; - regeneratie : aanwezigheid/afwezigheid, ontwikkelingsstadium in geval van aanwezigheid, soort regeneratie (natuurlijk zaaiveld), evaluatie van de noodzaak om de populatie te regenereren; - exploitatievoorwaarden : draagvermogen van de grond, afvoerafstand; - studie van de bosranden : (lengte, soort) als de steekproefeenheid twee verschillende grondbestemmingen of verschillende soorten populatie omvat; - in de omtrekken voor grond- en waterbescherming : schatting van de kaalgeslagen oppervlakten en van de leegten, afwezigheid/aanwezigheid van sporen; afwezigheid/aanwezigheid/functionaliteit van de drainagebuizen; - bepaling van de hoofdbestemming van de boomgroep : houtproduktie, jacht, recreatieve functie, instandhouding. 4) Dendrometrische metingen. Voor elke boom waaruit het monster bestaat : - identificatie van het soort; - metingen van de omtrek op 1 m 50; - coördinaten t.o.v. het centrum (afstand en azimut); - populatiezone waartoe de boom behoort; - boomspruiten van het hakhout : alleen soort en omtrek op 1 m 50; - totale hoogte (voor zover mogelijk, loofbomen; in geval van harsbomen, hoogte van het dikste hout); - kwaliteit van het werkhout (loofbomen van 120 cm en meer, harsbomen van 90 cm en meer); - hoogte kap voor de handel (loofbomen van 120 cm en meer, kwaliteiten 1-2-3); - hoogte kap eerste groot gebrek (loofbomen van 120 cm en meer, kwaliteiten 1 en 2); - sanitaire toestand van elke boom; - op een deelmonster, uitvoerige lijst van de sanitaire toestand van de bomen, opgemaakt overeenkomstig de regels die toegepast worden door het netwerk van de fytosanitaire waarnemingen (ontbladerings- en ontkleuringsgraad); - lijst van de markeringen met een blesbijl; - leeftijd van de populatie van gelijkjarige harsbomen; - percentage van elk soort (niet-gemeten punten); - schatting van de regeneratie van de drie voornaamste soorten van de steekproefeenheid, ontwikkelingsstadium : zaaivelden, struikgewas, stakenbossen met de grondinnemingsgraad en het aantal boomspruiten (struikgewas en zaaivelden); - lijst van de windworp en de dode bomen : omtrek, lengte voor zover mogelijk, ligging, waarschijnlijke doodsoorzaken; - schatting van het volume van de in het bos achtergelaten kronen en stukken dood hout; - lijst van de stronken van de sinds drie jaar geëxploiteerde bomen om het volume van de kappen te schatten;

B) Regels voor de verzameling van gegevens.

De d.m.v. een systematische en eenvoudige steekproef gerealiseerde inventaris berust op een raster met rechthoekige mazen. De punten voor steekproefonderzoek liggen op de snijdingspunten van de maas, d.w.z. om de 1 000 m op de as oost-west en om de 500 m in de richting noord-zuid; elk punt stelt dus 50 ha terrein voor. Dit raster wordt geplaatst op een topografische kaart op een schaal van 1/25000, die als basisdocument voor de inventaris wordt gebruikt.

De inventaris heeft enkel betrekking op de punten die in een bosgebied gelegen zijn. Hij slaat op een cyclus van tien jaar en doorloopt jaarlijks een tiende van het proefveldennet, d.w.z. ongeveer 1050 punten die systematisch verdeeld worden over het hele Waalse Gewest.

Om de verplaatsingen te beperken worden de punten waaruit dit tiende bestaat, per vier gegroepeerd binnen rechthoeken waarvan de centra richting o-w op 4 km afstand liggen en op 5 km richting n-z.

Op elk punt dat in een produktief bosgebied ligt, wordt een vaste steekproefeenheid (S.E.) gevestigd die bestaat uit vier concentrische cirkelvormige proefvelden voor de steekproef van de populatie. Binnen die proefvelden, die een straal van respectievelijk 2,25 m, 4,50 m, 9 m en 18 m hebben, worden de bomen geïnventariseerd op grond van hun omtrek op manhoogte en van hun afstand in het centrum van de S.E. De andere waarnemingen worden uitgevoerd binnen die zone of in de onmiddellijke omgeving van de S.E. De verzamelde gegevens en de uitgevoerde waarnemingen en metingen worden op specifieke formulieren overgeschreven en in het bos en op kantoor gecontroleerd. Ze worden vervolgens gecodeerd in een minicomputer. Na verificatie hiervan en na verscheidene controles op de geldigheid van de gegevens, worden deze verwerkt en opgeslagen in een databank van het relationele type. Ze kunnen dan naar gelang van de aanvraag van de gebruikers geëxploiteerd worden en in verscheidene vormen uitgegeven worden : algemene of specifieke resultaten.

Naast het grondwerk voorziet de methodologie tegelijkertijd in de mogelijkheid om tot fotoïnterpretatie over te gaan. De in die werkfase gebruikte documenten, infrarode kleurenluchtfoto's op een schaal van 1/25000, worden onder bijzondere voorwaarden geanalyseerd met een drievoudig doel : een onafgebroken cartografie van de populaties realiseren, de bosoppervlakten rechstreeks meten, de grondslag leggen van een stratificatie die aan het boswerk voorafgaat.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 20 november 1997 houdende uitvoering van artikel 203 van het Boswetboek.

Namen, 20 november 1997.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, G. LUTGEN Bijlage 2 Soorten gestandaardiseerde resultaten die door de inventaris worden verschaft Algemene resultaten worden weergegeven d.m.v. gestandaardiseerde tabellen, voornamelijk vier verschillende soorten die inspelen op de meest voorkomende aanvragen van de resultatengebruikers.

Elke verzamelde variabele kan als basis dienen voor een resultatenventilatie, voor zover zo'n verdeling zinvol is. De meest voorkomende ventilaties worden verricht naar gelang van de aard van de eigenaar, de regeling, het soort populatie of zijn van territoriale aard (provincie, boscentrum en houtvesterij, bosgebied...). 1. Tabel van de resultaten volgens het soort populatie en de structuur ervan. Deze tabel vermeldt voor elk geïnventariseerd soort en het totaal : - de zone van de populatie waartoe het soort behoort; - het aantal stengels, het grondvlak en het volume per hectare; - de gemiddelde omtrek; - het relatieve aandeel van het soort in de populatie (in grondvlak); - een onderverdeling van het aantal stengels en van het volume in vijf handelsklassen; - het aantal S.E. die in aanmerking worden genomen voor de resultaten van de tabel; - een fout in de steekproef op de voorgestelde oppervlakten en volumen. 2. Tabel van de resultaten per leeftijdsgroep (voor gelijkjarige populaties). Voor elk geïnventariseerd soort en het totaal bevat de tabel per leeftijdsgroep de volgende gegevens : - het aantal gemeten en niet-gemeten S.E.; - het aantal stengels, het grondvlak en het gemiddelde volume per hectare; - de gemiddelde omtrek van de stengels; - de overheersende hoogte; - de gemiddelde produktiviteit-index; - een fout in de steekproef op de voorgestelde oppervlakten en volumen. 3. Tabel van de resultaten op grond van een omtrek van 1 m 50. Voor elk geïnventariseerd soort en het totaal bevat deze tabel per dikteklasse de volgende gegevens : - het aantal stengels per hectare; - het grondvlak per hectare; - het volume per hectare; - het aantal S.E. die in aanmerking worden genomen; - de foute steekproef op de in die tabel opgenomen oppervlakten en volumen. 4. Tabel van de resultaten voor elke S.E. Voor elke S.E. die aan de verplichte selectiecriteria voldoet, kunnen alle verzamelde bruto of verwerkte variabelen verkregen worden. De gestandaardiseerde listing bevat de volgende variabelen : - nummers van de kaart en van de S.E.; - Lambert-coördinaten x en y; - plaats van de S.E.; - helling en ligging; - soort populatie en structuur ervan; - voor elk in de S.E. tegengekomen soort : - de zone waartoe het behoort; - de leeftijd (gelijkjarige populaties); - het aantal stengels, het grondvlak en het volume per hectare; - het percentage van het soort in grondvlak; - de overheersende omtrek en hoogte; - de omtrek van de boom met een gemiddeld grondvlak; - de vruchtbaarheidsklasse (lidstengenbossen en douglassparrenbossen). 5. Diverse tabellen Bijzondere toestanden zoals totale leegten in de populaties, kaalslagen, natuurlijke regeneraties, populierenaanplanten, worden opgenomen in resultatentabellen waarin rekening wordt gehouden met elke specificiteit. "Speciale" punten zoals boswegen, venen, heiden, wildakkers, worden ook in bijzondere vormen weergegeven.

De in deze tabellen opgenomen becijferde resultaten kunnen op verzoek omgezet worden in grafieken of kaarten. De d.m.v. "punten" gerealiseerde cartografie kan veel aspecten omvatten, zoals de verdeling van de bossen die al dan niet onder bosregeling staan, de soorten populatie, de regelingen, de hellingsklassen...

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 20 november 1997 houdende uitvoering van artikel 203 van het Boswetboek.

Namen, 20 november 1997.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, G. LUTGEN

^