Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 21 december 2017
gepubliceerd op 25 januari 2018

Besluit van de Waalse Regering tot aanneming van de inhoud van het milieueffectenverslag voor de herziening van het ruimtelijk ontwikkelingsplan

bron
waalse overheidsdienst
numac
2018200509
pub.
25/01/2018
prom.
21/12/2017
ELI
eli/besluit/2017/12/21/2018200509/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 DECEMBER 2017. - Besluit van de Waalse Regering tot aanneming van de inhoud van het milieueffectenverslag voor de herziening van het ruimtelijk ontwikkelingsplan


De Waalse Regering, Gelet op het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling, inzonderheid op de artikelen D.II.3, § 1, derde lid, en D.VIII.33;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 28 juli 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 28/07/2017 pub. 07/08/2017 numac 2017030923 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten sluiten tot vastlegging van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 3 augustus 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 03/08/2017 pub. 24/08/2017 numac 2017012974 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot regeling van de werking van de Regering sluiten tot regeling van de werking van de Regering;

Gelet op het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan, aangenomen door de Waalse Regering op 27 mei 1999;

Overwegende dat bij het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling, artikel D.II.58, bepaald wordt dat het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan dat op de datum van inwerkingtreding van het Wetboek vigerend is, het ruimtelijk ontwikkelingsplan wordt en aan de desbetreffende bepalingen onderworpen wordt;

Overwegende dat de Waalse Regering op 8 juni 2017 ingestemd heeft met de methodologie inzake de herziening van het ruimtelijk ontwikkelingsplan;

Overwegende dat de Waalse Regering akte genomen heeft van het ruimtelijk ontwikkelingsplan en de ontwerp-inhoud van het milieueffectenverslag goedgekeurd heeft, op 26 oktober 2017;

Overwegende dat de Minister van Ruimtelijke Ordening de ontwerp-inhoud van het milieueffectenverslag en het ruimtelijk ontwikkelingsplan ter advies heeft voorgelegd; - aan de Beleidsgroep Leefmilieu; - aan de Beleidsgroep Ruimtelijke Ordening; - aan de Sociaal-economische Raad van Wallonië; en aan de bevoegde overheden : - het Vlaams Gewest; - het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; - de Franse Republiek, regio « Grand Est »; - de Franse Republiek, regio « Hauts-de France »; - de Duitse Bondsrepubliek, Land « Rheinland-Pfalz »; - de Duitse Bondsrepubliek, Land « Nordrhein-Westfalen »; - het Koninkrijk der Nederlanden, provincie Limburg; - het Groothertogdom Luxemburg;

Overwegende dat de Beleidsgroep Leefmilieu en de Beleidsgroep Ruimtelijke Ordening hun advies hebben ingediend binnen een termijn van dertig dagen, zoals opgelegd bij het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling;

Overwegende dat de Sociaal-economische Raad van Wallonië en de bevoegde overheden van de naburige regio's en landen geen advies hebben ingediend binnen een termijn van dertig dagen, zoals opgelegd bij het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling; dat die adviezen overeenkomstig artikel D.VIII.31, § 4, gunstig worden geacht;

Overwegende dat de Beleidsgroep Leefmilieu in zijn advies van 22 november 2017 (ENV.17.30.AV) verklaart dat de ontwerp-inhoud van het milieueffectenverslag overeenstemt met de bepalingen van het Wetboek en nader ingaat op een bepaald aantal verwachtingen inzake de omvang en de nauwkeurigheid van de informatie die hij geanalyseerd wil zien door de auteur van het milieueffectenverslag;

Overwegende dat de Beleidsgroep Leefmilieu wenst dat de relevante plannen en programma's opgelijst worden, namelijk onder andere de Waalse strategie inzake duurzame ontwikkeling, het plan lucht-klimaat-energie, het Marshall-plan, het Waals plan inzake ruimtelijke ontwikkeling, de beheersplannen per stroomdistrict, de beheersplannen inzake overstromingsrisico's, het Waals plan inzake afval en grondstoffen, het investeringsplan 2013-2025 van de NMBS;

Overwegende dat de Waalse Regering die analyse deelt en beslist de definitieve inhoud van het milieueffectenverslag op dat punt te wijzigen;

Overwegende dat de Beleidsgroep Leefmilieu wijst op de leidende principes inzake de duurzame ontwikkeling zoals opgenomen in de Waalse strategie inzake duurzame ontwikkeling, namelijk de principes inzake efficiëntie, resilience en sufficiency; dat van de auteur van het milieueffectenverslag verwacht wordt dat hij nagaat in welke mate het ruimtelijk ontwikkelingsplan en deze beginselen overeenstemmen;

Overwegende dat de Waalse Regering die analyse deelt en beslist de definitieve inhoud van het milieueffectenverslag op dat punt te wijzigen;

Overwegende dat de Beleidsgroep Leefmilieu wenst dat er duidelijker ingegaan wordt op de toestand en de leefmilieukenmerken van de gebieden die een aanzienlijke invloed zouden kunnen ondergaan; dat de leefmilieukenmerken op een schaal worden voorgesteld die aangepast is aan de relevante nuances inzake gebieds- en/of sectorontwikkeling; dat de voornaamste actoren worden aangeduid; dat de impacten van het ruimtelijk ontwikkelingsplan op de buitenomgeving, maar ook op de impacten van de buitenomgeving op het gebied in rekening worden gebracht; dat de evolutie van de sterke elementen van de leefmilieutoestand onderzocht wordt indien het ruimtelijk ontwikkelingsplan niet uitgevoerd wordt; dat de laatst beschikbare gegevens inzake de toestand van het Waalse leefmilieu in overweging worden genomen en dat er met meer aandacht gekeken wordt naar thematische onderwerpen die zich in een globaal ongunstige situatie bevinden;

Overwegende dat de Waalse Regering acht dat de preciseringen die gevraagd worden onder datgene vallen dat van het milieueffectenverslag geëist wordt en beslist de inhoud op deze punten niet te wijzigen;

Overwegende dat de Beleidsgroep Leefmilieu wenst dat de evaluatie van het leefmilieu tot stand komt in rechtstreeks verband met de relevante doelstellingen inzake bescherming van het leefmilieu;

Overwegende dat dit gegeven reeds in de ontwerp-inhoud van het milieueffectenverslag te lezen staat; dat de Waalse Regering acht dat er bijgevolg niet dieper ingegaan hoeft te worden op de inhoud van het milieueffectenverslag op dat punt;

Overwegende dat de Beleidsgroep Leefmilieu in zijn advies wijst wat er verstaan moet worden onder analyse van de leefmilieuproblemen, corrigerende maatregelen, opvolgingsmaatregelen, mogelijke alternatieven, evaluatiemethode en niet-technische samenvatting;

Overwegende dat deze preciseringen formeel opgenomen zijn in artikel D.VIII.33, § 3, van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling en in de ontwerp-inhoud van het milieueffectenverslag; dat de Waalse Regering acht dat er op dit punt bijgevolg niet dieper ingegaan hoeft te worden op de inhoud van het milieueffectenverslag;

Overwegende dat de Beleidsgroep Ruimtelijke Ordening in zijn advies van 24 november 2017 (CRAT/17/AV.442) acht dat de ontwerp-inhoud van het milieueffectenverslag algemeen overeenstemt met de inhoud zoals vastgelegd in het Wetboek; dat er evenwel geacht wordt dat de omschrijving van hoofdstuk 5 "Mogelijke alternatieven" niet overeenstemt met punt 10° van artikel D.VIII.33, § 3;

Overwegende dat de Waalse Regering die analyse deelt en beslist de inhoud van het milieueffectenverslag op dat punt te wijzigen;

Overwegende dat de Beleidsgroep Ruimtelijke Ontwikkeling in de ontwerp-inhoud van het milieueffectenverslag de melding van het woord "voorontwerp" van ruimtelijk ontwikkelingsplan vaststelt; dat het gebruik van die term, die niet omschreven wordt in het Wetboek, volgens de beleidsgroep een bepaalde ambiguïteit veroorzaakt; dat gevraagd wordt deze term te schrappen; dat de Beleidsgroep Ruimtelijke Ontwikkeling voorstelt om volgende zin van de ontwerp-inhoud te herformuleren "Dit hoofdstuk moet de inhoud van het ontwerp van ruimtelijk ontwikkelingsplan samenvatten zoals uitgevoerd bij aanvang van het opstellen van het milieueffectenverslag en moet volgens de staat van voortgang van het plan verder worden aangevuld";

Overwegende dat de Waalse Regering deze vaststelling deelt; dat de procedure voor de uitwerking van het ruimtelijk ontwikkelingsplan zoals omschreven in artikel D.II.3, § 1, lid 3, van het Wetboek de uitvoering oplegt van een milieueffectenverslag bij de uitwerking van het ontwerp-plan; dat ze dientengevolge beslist te vermelden dat het het ontwerp betreft waarvan de Regering akte heeft genomen op 26 oktober 2017 en dat dit aangevuld zal moeten worden afhankelijk van de staat van voortgang ervan;

Overwegende dat de Beleidsgroep Ruimtelijke Ordening vragen heeft bij volgende zin, vermeld in meerdere hoofdstukken van de ontwerp-inhoud van het milieueffectenverslag "Dit zal aangevuld moeten worden wanneer het voorontwerp van het ruimtelijk ontwikkelingsplan aangenomen zal zijn door de Regering" en vraagt dat dit gewijzigd wordt;

Overwegende dat de Waalse Regering beslist die melding weg te nemen van de definitieve inhoud van het milieueffectenverslag;

Overwegende dat de Beleidsgroep Ruimtelijke Ordening acht dat de gewestelijke doelstellingen inzake ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijke ordening gewijzigd of aangevuld moeten kunnen worden door de auteur van het milieueffectenverslag; dat de term "verantwoorden" in de eerste paragraaf van het punt "Samenhang van de gewestelijke planificatie" herzien moet worden;

Overwegende dat de Waalse Regering die analyse deelt en beslist de definitieve inhoud van het milieueffectenverslag op dat punt te wijzigen;

Overwegende dat de Beleidsgroep Ruimtelijke Ordening vraagt dat de aspecten inzake mobiliteit in overweging worden genomen via het onderzoek en specifiek in de initiële staat van het leefmilieu en de gebieden die erdoor getroffen zouden kunnen worden;

Overwegende dat de Waalse Regering acht dat de mobiliteit niet beschouwd moet worden als een onderdeel van het leefmilieu die op het vlak van de effecten van de uitvoering van het ruimtelijk ontwikkelingsplan onderzocht zouden moeten worden maar als een behoefte waarop ingegaan moet worden in de zin van artikel D.I.1 van het Wetboek; dat het onderzoek naar die behoefte in het eerste deel van de ontwerp-inhoud van het milieueffectenverslag, aangenomen op 26 oktober 2017, beoogd wordt; dat dit punt bijgevolg geen wijziging behoeft;

Overwegende dat de Beleidsgroep Ruimtelijke Ontwikkeling acht dat er op het vlak van verantwoording en van de banden met andere plannen en programma's voor meer samenhang de gezamenlijke plannen en programma's in overweging genomen dienen te worden, evenals de bestaande of in bewerking zijnde rechtsbepalingen (met name inzake huisvesting, landbouw, bosbouw, mobiliteit en handel); dat ze eveneens acht dat het verstandig zou zijn de plannen en programma's van de aangrenzende gebieden in overweging te nemen;

Overwegende dat de evaluatie van de samenhang van de planificatie dient te gebeuren op grond van strategieën die reeds door de overheden zijn aangenomen; dat het dus niet gepast is die samenhang vast te stellen met in voorbereiding zijnde documenten; dat de Waalse Regering beslist, niet de in voorbereiding zijnde documenten te beogen in de definitieve inhoud van het milieueffectenverslag;

Overwegende dat de Waalse Regering het daarentegen wel eens is met de suggestie van de Beleidsgroep Ruimtelijke Ordening om de plannen en programma's van de aangrenzende gebieden in overweging te nemen en beslist de inhoud van het milieueffectenverslag op dat punt te wijzigen;

Overwegende dat de Beleidsgroep Ruimtelijke Ordening acht dat de initiële sociaal-economische toestand uitgewerkt dient te worden op basis van de contextuele analyse, maar eveneens op grond van elk ander bewijsleverend document; dat die contextuele analyse aangevuld moet kunnen worden door die initiële toestand;

Overwegende dat de Waalse Regering acht dat het de auteur van het milieueffectenverslag toebehoort, de bronnen uit te kiezen die gebruikt worden voor het vaststellen van de initiële sociaal-economische toestand en meer in het algemeen het verslag dat hij moet opstellen; dat zij niettemin beslist de inhoud van het milieueffectenverslag op dat punt te wijzigen om voor een groter begrip en meer duidelijkheid te zorgen;

Overwegende dat de Beleidsgroep Ruimtelijke Ontwikkeling wenst het punt "initiële staat van het leefmilieu en van de gebieden die getroffen zouden kunnen worden" te wijzigen om de inhoud van milieueffectenverslag overeen te laten stemmen met artikel D.VIII.33, § 3, 6°, van het Wetboek; dat hij acht dat de term "onder" vervangen wordt door de termen "met inbegrip van"; dat hij acht dat de zin met betrekking tot het onderzoeksgebied aangevuld wordt als volgt: « Het onderzoeksgebied strekt zich over het hele grondgebied van Wallonië uit maar houdt rekening met de interacties met de aangrenzende gebieden";

Overwegende dat de Waalse Regering die analyse deelt en beslist de inhoud van het milieueffectenverslag op die punten te wijzigen;

Overwegende dat de Beleidsgroep Ruimtelijke Ordening acht dat het punt "Inoverwegingname van het leefmilieu" herzien moet worden om de inhoud van artikel D.VIII.33, § 3, 5°, van het Wetboek over te nemen, namelijk: "de relevante doelstellingen ter zake van de milieubescherming en de wijze waarop zij en de milieuoverwegingen in overweging zijn genomen in het kader van de opstelling van het plan of het ontwikkelingsplan";

Overwegende dat de Waalse Regering die analyse deelt en beslist de inhoud van het milieueffectenverslag op dat punt te wijzigen;

Overwegende dat de Beleidsgroep Ruimtelijke Ordening acht dat de analyse van de vermoedelijke niet te verwaarlozen gevolgen uitgevoerd moet worden op grond van alle onderdelen van het ruimtelijk ontwikkelingsplan zoals omschreven in artikel D.II.2 onder § 2, 1° en 3°, en § 3;

Overwegende dat de Waalse Regering die analyse deelt en beslist de inhoud van het milieueffectenverslag op dat punt te wijzigen;

Overwegende dat de procedure voor de herziening van het ruimtelijk ontwikkelingsplan verdergezet dient te worden door de bepalingen van de artikelen D.II.3-4 en D.VIII.28 en volgende van het Wetboek uit te voeren, Besluit :

Artikel 1.De Regering keurt de inhoud van het milieueffectenverslag goed, als bijlage bij dit besluit gevoegd.

Art. 2.De Minister van Ruimtelijke Ordening is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 21 december 2017.

Voor de Regering : De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Leefmilieu, Ecologische Overgang, Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Mobiliteit, Vervoer, Dierenwelzijn en Industriezones, C. DI ANTONIO

Bijlage Inhoud van het milieueffectenverslag In het milieueffectenverslag worden zowel de vermoedelijke niet te verwaarlozen effecten, voortvloeiend uit de uitvoering van het ruimtelijk ontwikkelingsplan, als de redelijke vervangingsoplossingen vastgesteld, omschreven en beoordeeld, rekening houdend met de doelstellingen en het geografisch toepassingsgebied van bedoeld document.

De informatie die het milieueffectenverslag zal bevatten, zal rekening dienen te houden met de bestaande kennis en evaluatiemethodes, met de inhoud en de nauwkeurigheidsgraad van het plan, met het stadium dat in de besluitvorming bereikt wordt en met de mogelijkheid dat sommige aspecten ervan beter in andere stadia van dat proces beoordeeld worden om een herhaling van de beoordeling te vermijden.

De nuttige informatie over de milieueffecten van het ontwikkelingsplan op het leefmilieu die op andere besluitvormingsniveaus of krachtens andere wetgevingen ingewonnen wordt, kan gebruikt worden.

Deel één - Algemene principiële gebiedsanalyse en strategische beoordeling Omschrijving van de gewestelijke doelstellingen en samenvatting van de inhoud van het ruimtelijk ontwikkelingsplan Omschrijving van de gewestelijke doelstellingen inzake ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijke ordening In dit hoofdstuk worden de gewestelijke doelstellingen inzake ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijke ordening omschreven.

Inhoud van het ruimtelijk ontwikkelingsplan In dit hoofdstuk moet de inhoud van het ruimtelijk ontwikkelingsplan, waarvan de Regering op 26 oktober 2017 akte genomen heeft, omschreven worden. Het dient te worden aangevuld naargelang de voortgang van het ontwikkelingsplan.

Coherentie van de gewestelijke planificatie In dit hoofdstuk worden de gewestelijke doelstellingen inzake ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijke ordening omschreven en wordt nagegaan, of ze coherent zijn voor de bepaling van een gebiedsstrategie voor Wallonië.

Verantwoording ten opzichte van artikel D.I.1 van het Wetboek Het ruimtelijk ontwikkelingsplan is één van de beleidsinstrumenten voor het ruimtelijk ordeningsbeleid op gewestelijke schaal. In dit hoofdstuk dient te worden nagegaan, of de gewestelijke doelstellingen inzake ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijke ordening bijdragen tot de vaststelling van de grondslagen voor een duurzaam en aantrekkelijk gebiedsontwikkelingsbeleid waarmee op een evenwichtige manier tegemoet gekomen wordt aan of geanticipeerd wordt op de behoeften van de gemeenschap op sociaal, economisch, demografisch vlak, op vlak van energie, erfgoed, leefmilieu en mobiliteit, rekening houdend, zonder discriminatie, met de ruimtelijke dynamiek en specificiteit, alsook met de sociale cohesie.

Verantwoording en verbanden met andere plannen en programma's In dit hoofdstuk dienen de verbanden te worden vastgesteld tussen de gewestelijke doelstellingen inzake ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijke ordening en de doelstellingen die nagestreefd worden enerzijds door de andere relevante plannen en programma's, met inbegrip van het beleid in de aangrenzende gebieden, en anderzijds door andere planificatiedocumenten waarvan de verenigbaarheid met eerstgenoemden moet worden gewaarborgd.

Onder de relevante plannen en programma's legt het verslag de verbanden vast met de Waalse strategie inzake duurzame ontwikkeling (met inbegrip van de leidende principes inzake duurzame ontwikkeling die daaraan ten grondslag liggen, namelijk de principes inzake efficiëntie, veerkracht en sufficiency), het plan lucht-klimaat-energie, het Marshall-plan, het Waals plan voor landelijke ontwikkeling, de beheersplannen per stroomdistrict, de beheersplannen inzake overstromingsrisico's, het Waals plan inzake afval en grondstoffen, het investeringsplan 2013-2025 van de NMBS. Relevante aspecten van de sociaal-economische situatie en van de leefmilieutoestand van Wallonië Initiële stand van de sociaal-economische situatie In dit hoofdstuk dient een analyse van de initiële sociaal-economische situatie van Wallonië te worden uiteengezet op grond van de contextuele analyse en enig ander bewijsvoerend document.

De analyse van de initiële sociaal-economische situatie van Wallonië dient niet enkel te bestaan uit een presentatie of een opsomming van alle beschikbare gegevens, maar dient de componenten van de sociaal-economische situatie die het meest relevant worden geacht voor het ruimtelijk ontwikkelingsplan, hiërarchisch en nadrukkelijk op te lijsten.

Initiële leefmilieutoestand en situatie van de potentieel getroffen zones In dit hoofdstuk dient een overzicht te worden gemaakt van de initiële stand van het leefmilieu op basis van de contextuele analyse door met name de kenmerken uiteen te zetten van de gebieden die aanzienlijk door het ruimtelijk ontwikkelingsplan beïnvloed zouden kunnen worden, met inbegrip van thema's als: . Biodiversiteit; . Bevolking; . Menselijke gezondheid; . Fauna; . Flora; . Bodems; . Water; . Lucht; . Klimaatfactoren; . Materiële goederen; . Cultureel erfgoed (daarin inbegrepen architectonisch en archeologisch); . Landschappen.

Het detailonderzoek inzake de initiële stand van het leefmilieu heeft uitsluitend betrekking op de aspecten die relevant geacht worden voor het ruimtelijk ontwikkelingsplan. De keuze van de relevante aspecten wordt gemaakt aan de hand van een tabel waarin de componenten van het gebiedsontwikkelingsbeleid voor Wallonië (gewestelijke doelstellingen inzake ruimtelijke ontwikkeling en ordening, uitvoeringsbeginselen inzake doelstellingen, gebiedsstructuur en facultatie componenten bedoeld in artikel D.II.2, § 3, van het Wetboek) met vermoedelijke niet te verwaarlozen effecten op het leefmilieu, met inbegrip van de hierboven besproken thema's, duidelijk worden opgelijst.

Voor de niet-relevant geachte aspecten dient een bondige uiteenzetting te worden gemaakt van de reden van hun niet-relevantie (uitleg die voortspruit uit de duidelijke oplijsting van de componenten van het Waals gebiedsontwikkelingsbeleid).

Het onderzoeksgebied strekt zich over het gehele Waalse grondgebied uit, evenals over de aangrenzende gebieden waarmee het in interactie staat.

De analyse van de initiële stand van het leefmilieu dient niet enkel te bestaan uit een presentatie of een opsomming van alle beschikbare gegevens, maar dient de meest kwetsbare leefmilieuthema's ten opzichte van het ruimtelijk ontwikkelingsplan, hiërarchisch en nadrukkelijk op te lijsten, evenals de verschillende onderlinge effecten.

Vermoedelijke evolutie van het grondgebied In dit hoofdstuk dienen de evolutieperspectieven van de sociaal-economische toestand en van de stand van het leefmilieu van Wallonië te worden uiteengezet, mocht het ruimtelijk ontwikkelingsplan niet worden uitgewerkt.

Daartoe moet in het milieueffectenverslag minstens een vergelijking opgenomen worden van de evolutieperspectieven van de sociaal-economische toestand en van de stand van het leefmilieu van Wallonië na de uitvoering van het ruimtelijk ontwikkelingsplan en de evolutieperspectieven van de sociaal-economische toestand en de stand van het leefmilieu van Wallonië, mocht het ruimtelijk ontwikkelingsplan helemaal niet worden uitgevoerd en mochten de sociaal-economische toestand en de stand van het leefmilieu verder blijven evolueren bij onveranderde beleidsvoering.

Deel twee - Leefmilieubeoordeling Leefmilieuproblemen in verband met het ruimtelijk ontwikkelingsplan Inoverwegingname van het leefmilieu In dit hoofdstuk worden de relevante doelstellingen uiteengezet ter zake van de milieubescherming en de wijze waarop zij en de milieuoverwegingen in overweging zijn genomen in het kader van de opstelling van het ontwikkelingsplan, voor elk thema dat in het detailonderzoek van de initiële stand van het leefmilieu wordt besproken.

Vermoedelijke niet te verwaarlozen gevolgen In dit hoofdstuk dient een analyse te worden gemaakt van de vermoedelijke niet te verwaarlozen milieueffecten (secundaire, cumulatieve, synergische effecten, de effecten op korte, middellange en lange termijn, de permanente en tijdelijke, zowel positieve als negatieve effecten) op het leefmilieu door de uitvoering van het ruimtelijk ontwikkelingsplan (daarbij inbegrepen de facultatieve componenten bedoeld in artikel D.II.2, § 3, van het Wetboek), in het bijzonder op de aspecten die relevant worden geacht in het detailonderzoek van de initiële stand van het leefmilieu, evenals op de land- en bosbouwactiviteit.

Dit hoofdstuk dient voor de beoordeling van de effecten rekening te houden met de elkaar beïnvloedende factoren.

Correctiemaatregelen In dit hoofdstuk dienen de maatregelen te worden uiteengezet, die overwogen worden ter voorkoming, vermindering en, voor zover mogelijk, compensatie van elk eventueel vermoedelijk niet te verwaarlozen negatief effect van de uitvoering van het ontwikkelingsplan op het leefmilieu.

In dit hoofdstuk dienen de redenen duidelijk te worden opgelijst waarom de vermoedelijke niet te verwaarlozen effecten van de uitvoering van het ruimtelijk ontwikkelingsplan op het leefmilieu niet voorkomen kunnen worden, waarbij het inzetten van compensatiemaatregelen wordt verantwoord.

Opvolgingsmaatregelen In dit hoofdstuk worden de overwogen opvolgingsmaatregelen uiteengezet. Daarmee dienen met name in een vroeg stadium de onvoorziene negatieve impacten aangeduid te worden en de gepaste corrigerende acties ingezet te worden.

Mogelijke alternatieven In dit hoofdstuk dienen de mogelijke alternatieven en de verantwoording ervan naar gelang van de punten 1 tot 9° van artikel D.VIII.33, § 3, van het Wetboek te worden uiteengezet.

Beoordelingsmethode en ontstane moeilijkheden In dit hoofdstuk wordt de wijze omschreven, waarop het milieueffectenverslag tot stand gekomen is.

Daarmee dient de kwaliteit van de informatie vervat in het milieueffectenverslag te worden beoordeeld.

Het dient te verwijzen naar de moeilijkheden die bij de uitvoering van het verslag rezen (bv. technische tekortkomingen of een gebrek aan know-how) en naar de wijze waarop ze overwonnen werden.

Hier dienen eveneens voorstellen te worden gemaakt voor een verbetering die zou kunnen worden aangebracht als het milieueffectenverslag zou moeten worden overgedaan.

Deel drie - Niet-technische samenvatting Het doel van de niet-technische samenvatting is de essentiële gegevens en resultaten van het milieueffectenverslag bevattelijk te maken voor het publiek en de instellingen die in verband met dit document geraadpleegd zullen worden.

^