Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 21 februari 2008
gepubliceerd op 25 maart 2008

Besluit van de Waalse Regering waarbij beslist wordt een milieueffectenonderzoek te laten uitvoeren op het voorontwerp van herziening van het gewestplan Luik , aangenomen bij besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2007, bevestigd en aangevuld bij het besluit van de Waalse Regering van 20 december 2007

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2008200911
pub.
25/03/2008
prom.
21/02/2008
ELI
eli/besluit/2008/02/21/2008200911/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 FEBRUARI 2008. - Besluit van de Waalse Regering waarbij beslist wordt een milieueffectenonderzoek te laten uitvoeren op het voorontwerp van herziening van het gewestplan Luik (bladen 34/6, 34/7, 41/4S, 41/8N, 41/8S, 42/1N, 42/1S en 42/5N), aangenomen bij besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2007, bevestigd en aangevuld bij het besluit van de Waalse Regering van 20 december 2007


De Waalse Regering, Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 8 januari 2008 tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 26 augustus 2004 houdende regeling van de werking van de Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 16 september 2004 en 15 april 2005;

Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, inzonderheid op de artikelen 42 en 46;

Gelet op het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan goedgekeurd door de Waalse Regering op 27 mei 1999;

Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 26 november 1987 tot opstelling van het gewestplan Luik, inzonderheid gewijzigd bij het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 10 december 1992 en bij de besluiten van de Waalse Regering van 29 juli 1993, 4 mei 1995 en 6 februari 2003;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2007 tot aanneming van het voorontwerp van herziening van het gewestplan Luik (bladen 41/4S, 41/8N, 41/8S, 42/1N, 42/1S en 42/5N) met het oog op de herontplooiing van de Strijdkrachten te Luik-Bierset en de verlening van in het kader van de herziening van het gewestplan Luik gereserveerde planologische compensaties aan de gemeenten Ans en Saint-Georges-sur-Meuse om de uitbreiding van de luchthavenactiviteit van Luik-Bierset en de verwante activiteit mogelijk te maken;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 20 december 2007 tot bevestiging van het voorontwerp van herziening van het gewestplan Luik (bladen 41/4S, 41/8N, 41/8S, 42/1N, 42/1S en 42/5N), aangenomen op 19 juli 2007 en tot aanneming van het voorontwerp van herziening van bladen 34/6 en 34/7 op het grondgebied van de gemeenten Bitsingen en Wezet met het oog op de opneming van de aanvullende planologische compensaties;

Overwegende dat het voorontwerp van herziening van het gewestplan Luik en de ontwerp-inhoud van het effectenonderzoek overeenkomstig artikel 42 van voormeld Wetboek ter advies voorgelegd zijn aan de "Commission régionale d'Aménagement du Territoire" (Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening), aan de "Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable" (Waalse Raad voor het Leefmilieu voor Duurzame Ontwikkeling) en aan het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van het Ministerie van het Waalse Gewest op 8 januari 2008; dat de verzoeken om advies door die instanties in ontvangst zijn genomen op 9 januari 2008;

Overwegende dat de "Commission régionale d'Aménagement du Territoire" en de "Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable" hun adviezen hebben overgemaakt binnen de termijn van dertig dagen opgelegd bij het Wetboek;

Overwegende dat de "Commission régionale d'Aménagement du Territoire" in haar advies van 25 januari 2008 een gunstig advies uitbrengt over de voorgestelde inhoud;

Overwegende dat de Commissie evenwel van mening is dat het milieueffectenonderzoek nader zal moeten in gaan op de leefmilieuanaluse van de locatie van het fort en de maatregelen zal moeten opgeven die in het beheersplan opgenomen zullen moeten worden; dat dat plan in het bijzonder in een onderhoud zal moeten voorzien van het gebouw en van de glacis die tekenend zijn voor de historische en erfgoedwaarde van het fort;

Overwegende dat de graad van nauwkeurigheid van het milieueffectenonderzoek op dat punt aangevuld moet worden door een diepgaande leefmilieuanalyse van de locatie van het fort van Eben-Emael en de presentatie van aanbevelingen in verband met het beheer van de locatie te eisen;

Overwegende dat de "Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable" in zijn advies van 29 januari 2008 geopperd heeft dat het ontwerp-bestek, bepaald op 20 december 2007 door de Waalse Regering, voldoende voorkomt en blijkt te beantwoorden aan de algemene inhoud bepaald in artikel 42 van voornoemd Wetboek;

Overwegende dat het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van het Ministerie van het Waalse Gewest zijn advies niet medegedeeld heeft binnen de termijn van dertig dagen opgelegd bij het Wetboek; dat zijn advies bijgevolg gunstig geacht wordt overeenkomstig artikel 42, lid 5, van het Wetboek;

Overwegende dat het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van het Ministerie van het Waalse Gewest in zijn advies van 8 februari 2008 voorstelt om enkele punten toe te voegen aan de bijlagen D1, D2 en D4 en een deel van de inhoud ervan anders te verwoorden;

Overwegende dat die voorstellen nauwkeuriger ingaat op de vaststelling van de bestaande toestand en de bepaling van de gevolgen van de herziening van het gewestplan op fauna en flora; dat de bijlagen bij de inhoud van het effectenonderzoek op dat punt best aangevuld worden;

Overwegende dat de beoordeling en het beheer van geluidshinder in het leefmilieu specifieke technische vaardigheden vereisen; dat men zich er bijgevolg van moet vergewissen dat de auteur die het effectenonderzoek toevertrouwd krijgt op het voorontwerp van herziening van het gewestplan Luik, aangevuld door de opneming van bijkomende planologische compensaties, in het Waalse Gewest erkend is voor geluidshinder in de categoriëen 1 en 3 of dat hij dat onderzoeksdeel in onderaanneming doorgeeft aan een als dusdanig erkend kantoor;

Overwegende dat de inhoud van de aanvulling op het effectenonderzoek in bijlage bij dit besluit de draagwijdte van het voorgeschrevene van artikel 42, lid 2, van het Wetboek ruimer omschrijft, waarbij omvang en graad van nauwkeurigheid aangegeven worden van de informatie die in het onderzoek moet voorkomen ten opzichte van de specificiteit van het voorontwerp van herziening van het gewestplan Luik;

Overwegende dat geen enkel bestanddeel van het aangevulde voorontwerp van herziening van het gewestplan Luik vrijgesteld dient te worden van het effectenonderzoek overeenkomstig artikel 46, § 2, van het Wetboek;

Overwegende dat de aangevatte procedure voor de herziening van het gewestplan Luik verdergezet dient te worden door de bepalingen van artikel 42, lid 2, van het Wetboek uit te voeren;

Op de voordracht van de Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, Besluit :

Artikel 1.Er dient een milieueffectenonderzoek uitgevoerd te worden op het voorontwerp van herziening van het gewestplan Luik (bladen 34/6, 34/7, 41/4S, 41/8N, 41/8S, 42/1N, 42/1S en 42/5N), aangenomen bij besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2007, bevestigd en aangevuld bij het besluit van de Waalse Regering van 20 december 2007.

Art. 2.De omvang en de nauwkeurigheidsgraad van de gegevens die het effectenonderzoek dient te bevatten worden vastgesteld in de inhoud van het effectenonderzoek, met als opschrift "Bijlage 1 van het bijzonder bestek", als bijlage bij dit besluit.

Art. 3.Naast de vereiste erkenningen voor de opstelling van plannen moet de auteur van het effectenonderzoek erkend zijn voor geluidshinder in de categorieën 1 en 3 of het deel geluidsonderzoek in onderaanneming geven aan een als dusdanig erkend kantoor.

Art. 4.De Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 21 februari 2008.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

Bijlage INHOUD VAN HET ONDERZOEK BETREFFENDE HET GEWESTPLAN Het voorontwerp van herziening van het gewestplan Luik (bladen 41/4S, 41/8N, 41/8S, 42/1N, 42/1S, 42/5N, 19 en 2007), aangenomen bij besluit van de Waalse Regering van 20 december 2007, aangevuld bij het voorontwerp van herziening van de bladen 34/6 en 34/7 aangenomen bij het besluit van de Waalse Regering van 20 december 2007 heeft betrekking op : ? onderstaande bestanddelen van het voorontwerp : ? een reserveringsomtrek voor de luchthaveninfrastructuur van Luik-Bierset als overdruk op de gebieden van het gewestplan gelegen in de omtrek van zone A van het ontwikkelingsplan op lange termijn van de luchthaven Luik-Bierset op het grondgebied van de gemeenten Ans, Awans, Flémalle, Grâce-Hollogne en Saint-Georges-sur-Meuse; ? een woongebied, in combinatie met het bijkomend voorschrift gemerkt "*S.14" op het plan op het grondgebied van de gemeente Ans; ? twee woongebieden met een landelijk karakter, in combinatie met het bijkomend voorschrift gemerkt "*S.14" op het plan op het grondgebied van de gemeente Saint-Georges-sur-Meuse; ? een woongebied met een landelijk karakter op het grondgebied van de gemeente Saint-Georges-sur-Meuse; ? twee gebieden voor openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen op het grondgebied van de gemeente Ans; ? twee gebieden voor openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen op het grondgebied van de gemeenten Grâce-Hollogne en Fexhe-le-Haut-Clocher; ? een gebied voor openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen op het grondgebied van de gemeente Saint-Georges-sur-Meuse; ? een gemengde bedrijfsruimte, in combinatie met het bijkomend voorschrift gemerkt "*S.05" op het plan op het grondgebied van de gemeente Grâce-Hollogne; ? een gemengde bedrijfsruimte op het grondgebied van de gemeente Grâce-Hollogne; ? een gemengde bedrijfsruimte op het grondgebied van de gemeente Saint-Georges-sur-Meuse; ? een industriële bedrijfsruimte op het grondgebied van de gemeente Grâce-Hollogne; ? twee industriële bedrijfsruimtes, in combinatie met het bijkomend voorschrift gemerkt "*S.02" op het plan op het grondgebied van de gemeente Grâce-Hollogne; ? twee gebieden waarvan de inrichting door de gemeente aan een overlegprocedure onderworpen is, op het grondgebied van de gemeente Saint-Georges-sur-Meuse; * volgende planologische compensaties : ? negen landbouwgebieden op het grondgebied van de gemeente Saint-Georges-sur-Meuse; ? twee landbouwgebieden op het grondgebied van de gemeente Flémalle; ? een groengebied op het grondgebied van de gemeente Grâce-Hollogne; ? een parkgebied op het grondgebied van de gemeente Saint-Georges-sur-Meuse; ? een parkgebied op het grondgebied van de gemeente Bitsingen; ? twee natuurgebieden op het grondgebied van de gemeente Bitsingen; ? een groengebied op het grondgebied van de gemeente Bitsingen; ? een natuurgebied op het grondgebied van de gemeenten Bitsingen en Wezet; ? een landbouwgebied op het grondgebied van de gemeenten Bitsingen en Wezet; ? drie landbouwgebieden op het grondgebied van de gemeente Bitsingen; * en de correctie van een materiële vergissing die dateert van de herziening van het gewestplan Luik bij besluit van de Waalse Regering van 6 februari 2003; ? de grens van de gemengde bedrijfsruimte gelegen op het grondgebied van de gemeente Flémalle in combinatie met het bijkomend voorschrift gemerkt "*S.04" op het plan. 1. Omvang van het effectenonderzoek en nauwkeurigheidsgraad van de gegevens (artikel 42, lid 2, van het Wetboek) O.Omvang van het effectenonderzoek Het effectenonderzoek slaat op de opneming van : - reserveringsomtrek van de luchthaveninfrastructuur; - nieuwe bebouwingsgebieden; - een gebied voor openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen van 24 ha op het grondgebied van de gemeente Ans; - twee industriële bedrijfsruimten ten zuiden en ten oosten van Ferdoux en een geplande gemengde bedrijfsruimte in het zuiden van Bierset op het grondgebied van de gemeente Grâce-Hollogne.

Daarbij wordt de impact van de planologische compensaties bestudeerd : ? groengebied; ? natuurgebieden; ? landbouwgebieden; ? parkgebieden.

De auteur beperkt zijn analyse tot de bestanddelen van het voorontwerp die een niet te verwaarlozen effect op het leefmilieu kunnen hebben.

In dat geval verantwoordt hij zijn keuzes.

Voor het overige kan hij oordelen of wel dieper ingegaan moet worden op de gegevens die hij in zijn uitwerking zou aantreffen, verschillend van die vermeld in deze onderzoeksinhoud.

Het effectenonderzoek kan berusten op de nuttige inlichtingen uit het effectenonderzoek uitgevoerd in het kader van de behandeling van de herziening van het gewestplan Luik, aangenomen op 6 februari 2003, en van de afhandeling van de globale en de milieuvergunning waaronder de luchthavenuitbating valt; ze nader bepalen, aanvullen en bijwerken.

Het onderzoek verloopt volgens het "trechterbeginsel" waarbij de verschillende bestanddelen van het voorontwerp, afhankelijk van de aard van de besproken aspecten, geanalyseerd worden van de grootste tot de lokale schaal van de betrokken omtrek.

De analyse van de behoeften die het voorontwerp verantwoorden en de lokalisering van de verschillende bestanddelen ervan, alsook het zoeken naar varianten, moeten beperkt worden tot volgende gebieden : ? reserveringsomtrek van de luchthaveninfrastructuur : gebieden aanpalend aan de luchthaven Luik-Bierset; ? herontplooiing van de Strijdkrachten : gebieden aanpalend aan de start- en landingsbanen van de luchthaven Luik-Bierset; ? woongebieden en woongebieden met een landelijk karakter : grondgebied van de gemeenten Ans en Saint-Georges-sur-Meuse; ? bedrijfsruimten : grondgebied van de gemeenten Saint-Georges-sur-Meuse en Grâce-Hollogne; ? gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen; grondgebied van de gemeenten Ans en Saint-Georges-sur-Meuse; ? het grondgebied vallend onder het gewestplan Luik voor wat betreft de planologische compensaties van de woongebieden en woongebieden met een landelijk karakter voorbehouden bij het besluit van de Waalse Regering van 6 februari 2003; ? andere planologische compensaties; grondgebied van de gemeenten Ans, Awans, Fexhe-le-Haut-Clocher, Flémalle, Grâce-Hollogne en Saint-Georges-sur-Meuse.

Het effectenonderzoek is meer bepaald een onderzoek naar : - de voordelen op milieuvlak van de lokalisering van de bouw van een voetbalstadion en een vormingscentrum voor jongeren te Ans; - de impact van het voorontwerp op het orohydrografische evenwicht van de gemeente Awans.

De analyse van de afbakening van het project en van de voorwaarden voor de ontsluiting van de bestemmingsgebieden, evenals het zoeken naar varianten, moeten beperkt worden tot de meest relevante onderzoeksomtrek rekening houdende met de overwogen aard van het milieu en druk voortvloeiende uit de vestiging.

De onderzoeksomtrek (microgeografische schaal) van de bestanddelen van het voorontwerp die de biodiversiteit, de bevolking (mobiliteit,...), het water (ondergronds, oppervlakte-, lozingswater), de lucht, de klimaatfactoren, de landschappen, de land- en bosbouwactiviteit zouden kunnen verstoren hangt af van het grondgebied dat onder de invloed zou kunnen komen te staan van elk onderzocht vraagstuk.

Meer bepaald wordt de onderzoeksomtrek van de bestanddelen van het voorontwerp en van de compensaties ervan op fauna, flora, bodem, materieel goed en cultureel erfgoed beperkt tot de betrokken gronden. 2. Nauwkeurigheidsgraad van de gegevens Het effectenonderzoek is opgesteld rekening houdend met de specificiteiten van het project en is een document waarvan de nauwkeurigheidsgraad geacht wordt voldoende te zijn wat betreft artikel 42 van het Wetboek. Alle punten van deze inhoud moeten a priori als onontbeerlijk beschouwd worden, hoewel de auteur van het onderzoek voor kan stellen om de analyse op bepaalde punten in te korten voor zover hij aantoont dat ze ten opzichte van het onderzochte voorontwerp niet relevant zijn.

Overigens kan de auteur altijd, als hij dat in het onderzochte dossier belangrijk vindt, één of ander punt dat niet in het bestek voorkomt, aan bod laten komen en bespreken.

De wijzigingsfactoren (of de verstorende bestanddelen) van de omgeving en de bestanddelen die de feitelijke en de rechtstoestand uitmaken worden in bijlage aangegeven, en dan moeten de auteurs van het milieueffectenonderzoek slechts de relevante factoren in overweging nemen of de gegevens toevoegen die zij als noodzakelijk beschouwen.

Er wordt bijzondere aandacht besteed aan volgende gegevens : ? beoordeling van de impact van het voorontwerp van herziening van het gewestplan Luik op de mobiliteit, de netwerken en de infrastructuren (saneringsplan van het onderstroomgebied van de Maas-stroomafwaarts, enz.); ? beoordeling van de impact van de reserveringsomtrek van de luchthaveninfrastructuur Luik-Bierset op de onroerende goederen opgenomen op de erfgoedlijst van Wallonië; voorstellen tot herbestemmingen; ? beoordeling van de impact van de uitbreiding van de militaire basis op de menselijke gezondheid (geluidshinder) en de inrichting van naburige gebieden; ? analyse van de behoeften aan woongebieden op het grondgebied van de gemeenten Ans en Saint-Georges-sur-Meuse; ? beoordeling van de impact van het overwogen woongebied in de gemeente Ans op het (grond)water, het landschap en de inrichting van naburige gebieden; ? beoordeling van de drukfactoren bij de vestiging van de overwogen bebouwbare gebieden in de gemeente Ans; ? beoordeling van de impact van het gebied voor openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen in de gemeente Ans op de inrichting van de naburige gebieden; ? analyse van de behoeften aan bedrijfsruimten op het grondgebied van de gemeente Saint-Georges-sur-Meuse; ? beoordeling van de impact van de overwogen gemengde bedrijfsruimte in de gemeente Saint-Georges-sur-Meuse op de bevolking (mobiliteit) en op het landschap; ? beoordeling van de meer bepaald fysieke drukfactoren bij de vestiging van de overwogen bebouwbare gebieden in de gemeente Saint-Georges-sur-Meuse; ? beoordeling van de impact van de opneming van nieuwe gebieden bestemd voor landbouw te Flémalle en Saint-Georges-sur-Meuse op de landbouwactiviteit; ? beoordeling van de impact van de voorkomingsgebieden bepaald rondom de bestaande waterwinningen op het voorontwerp van herziening van het gewestplan Luik; ? beoordeling van de impact van de aanwezigheid van stortplaatsen op het voorontwerp van herziening van het gewestplan Luik; ? beoordeling van de vermoedelijke geluidsniveaus waaraan de voor bebouwing bestemde gebieden onderworpen zullen worden wegens het lawaai geproduceerd door de wegen- en spoorwegeninfrastructuur, het luchtverkeer en de nijverheid en activiteiten onderworpen aan een milieuvergunning. ? beoordeling van de impact van de aanwezigheid van voormalige mijnontginningen, van kalkfosfaat, krijt en silex op het voorontwerp van herziening van het gewestplan Luik. - uitgebreide leefmilieuanalyse van de locatie van het fort van Eben-Emael, presentatie van aanbevelingen in verband met het beheer van de locatie, met, meer bepaald, aandacht voor het onderhoud van de gebouwen en de glacis zodat het fort uit erfgoed- en historisch oogpunt gevrijwaard wordt;

Die lijst is onvolledig.

De herziening van het gewestplan Luik vormt het kader voor volgende projecten en activiteiten : ? vrijwaring en bescherming van de luchthaveninfrastructuur; ? herontplooiing van de Strijdkrachten. ? een woongebied van 43 ha op het grondgebied van de gemeente Ans en twee woongebieden van 45 ha op het grondgebied van de gemeente Saint-Georges-sur-Meuse; ? bouw van een voetbalstadion en een vormingscentrum voor jongeren te Ans; ? economische activiteiten in Grâce-Hollogne; ? bouw van een rusthuis en intergenerationele woningen in Saint-Georges-sur-Meuse;

De nauwkeurigheidsgraad van het effectenonderzoek moet in dat geval gelijkwaardig zijn aan de nauwkeurigheidsgraad die geëist zou worden voor de beoordeling van de effecten betreffende de aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen voor elk ervan.

Fase I : ANALYSE VAN HET VOORONTWERP A. SAMENVATTING VAN DE INHOUD VAN HET VOORONTWERP VAN HERZIENING VAN HET GEWESTPLAN EN OMSCHRIJVING VAN DE DOELSTELLINGEN EN MOTIVERINGEN VAN DE WAALSE REGERING (artikel 42, lid 2, 1°, van het Wetboek) A.1. Samenvatting van de inhoud van het voorontwerp van herziening van het plan en omschrijving van de doelstellingen en motiveringen van de Waalse Regering Hier moet alleen het doel van de herziening van het gewestplan Luik samengevat worden en moeten de doelstellingen en de motiveringen van de Waalse Regering zoals ze worden vermeld in het besluit tot aanneming van het voorontwerp van plan benoemd worden.

Onder het doel van de herziening van het gewestplan Luik worden verstaan : de bestemmingsgebieden, de omtrekken waar een bijzondere bescherming verantwoord is, de bijkomende voorschriften voor stedenbouw of planologie, de andere inrichtingsmaatregelen en de kaart.

Onder doelstellingen van de Waalse Regering worden de doelen verstaan die zij nastreeft door te beslissen tot herziening van het plan.

Onder motiveringen van de Waalse Regering worden verstaan de redenen waarvoor zij de herziening van het gewestplan Luik als noodzakelijk beschouwt voor de realisatie van de doelstellingen.

A.2. Analyse A.2.1. Onderzoek van de overeenstemming van de doelstellingen van het voorontwerp met de gewestelijke opties Enerzijds, wordt de band tussen het voorontwerp van herziening van het gewestplan Luik en andere relevante plannen en programma's aangeduid en, anderzijds, worden de relevante doelstellingen inzake de bescherming van het leefmilieu ten opzichte van het voorontwerp vernoemd.

A.2.2. Onderzoek van de bestemmingsgebieden ten opzichte van de doelstellingen van de Waalse Regering Er wordt nagegaan of de bestemmingsgebieden buiten de compensaties, de reserveringsomtrek van de luchthaveninfrastructuur, de bijkomende voorschriften op vlak van stedenbouw of planologie, de andere inrichtingsmaatregelen, opgenomen in het voorontwerp van plan bijdragen tot de doelstellingen van de Waalse Regering.

A.2.3. Onderzoek van de overeenstemming van het voorontwerp met de vigerende reglementeringen Er moet worden nagegaan of het voorontwerp met de vigerende reglementeringen en in het bijzonder artikel 46 van het Wetboek overeenstemt.

A.2.4. Identificatie/validering van het (de) referentiegrondgebied(en) Het referentiegrondgebied is het grondgebied waarop de reflectie moet berusten over de relevantie van de herziening van het gewestplan Luik voor wat betreft de behoeften en de ligging van de bestemmingsgebieden. Het beantwoordt aan wat in het Wetboek "bedoeld grondgebied" wordt genoemd (artikel 42, lid 2, 3°).

De analyse van de behoeften die het voorontwerp verantwoorden en de lokalisering van de verschillende bestanddelen ervan, alsook het zoeken naar varianten, moeten beperkt worden tot volgende gebieden : Wat betreft de reserveringsomtrek van de luchthaveninfrastructuur : gebieden aanpalend aan de luchthaven Luik-Bierset;

Wat betreft de herontplooiing van de Strijdkrachten : gebieden aanpalend aan de start- en landingsbanen van de luchthaven Luik-Bierset; # Wat betreft de woongebieden en woongebieden met een landelijk karakter : grondgebied van de gemeenten Ans en Saint-Georges-sur-Meuse; # Wat betreft de bedrijfsruimtes : grondgebied van de gemeenten Saint-Georges-sur-Meuse en Grâce-Hollogne; # Wat betreft de gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen : grondgebied van de gemeenten Ans en Saint-Georges-sur-Meuse; - Wat betreft de planologische compensaties van de woongebieden en woongebieden met een landelijk karakter voorbehouden bij het besluit van de Waalse Regering van 6 februari 2003 : grondgebied vallend onder gewestplan Luik; # Wat betreft de andere planologische compensaties : grondgebied van de gemeenten Ans, Awans, Fexhe-le-Haut-Clocher, Flémalle, Grâce-Hollogne en Saint-Georges-sur-Meuse.

De auteur van het onderzoek mag daar andere referentiegebieden bij betrekken. In dat geval verantwoordt hij zijn keuzes.

A.2.5. Synthese De nadruk wordt gelegd op de doelstellingen van het voorontwerp van herziening van het gewestplan Luik ten opzichte van de verenigbaarheid ervan met de gewestelijke opties en de conclusies op de referentiegebieden in combinatie met het voorontwerp of de andere bestanddelen of verzamelingen van bestanddelen ervan (de verschillende bestemmingsgebieden worden daarbij eventueel samengebracht tot samenhangende gehelen ten opzichte van hun referentiegebied).

A. ANALYSE VAN DE BEHOEFTEN DIE HET VOORONTWERP VERANTWOORDEN Hoe dan ook wordt voor elk bestanddeel of elk geheel van bestanddelen van het voorontwerp de vraag naar ruimte die daarvoor voorbehouden wordt beoordeeld en getoetst aan het relevante aanbod, middels volgend stramien.

B.1. Evaluatie van de vraag Omschrijving van de menselijke kenmerken van het betrokken grondgebied. De potentialiteiten (troeven en opportuniteiten) en de drukfactoren (zwakke punten en bedreigingen), en in het bijzonder de potentialiteiten die van invloed kunnen zijn op de vraag naar ruimte, dienen te worden aangeduid. Enkel de bestanddelen die relevant zijn ten opzichte van het voorontwerp of van één van de bestanddelen of van één van de verzamelingen bestanddelen ervan moeten worden overwogen.

B.1.2 Evaluatie van de vraag naar (of het gebrek aan) ruimte voor de bestemmingen onderzocht in het referentiegrondgebied.

B.2. Evaluatie van het aanbod B.2.1. Identificatie van de liggingscriteria die voldoen aan de doelstellingen van het voorontwerp, aan de gewestelijke opties en aan de vigerende reglementeringen.

B.2.2. Evaluatie van het pertinente aanbod van ruimte voor de bestemmingen onderzocht in het referentiegrondgebied.

B.3. Conclusie Evaluatie op kwantitatief en kwalitatief gebied van de noodzaak om nieuwe oppervlakten voor te behouden voor de onderzochte bestemmingen en om nieuwe verkeersinfrastructuren op te nemen in de referentiegebieden.

B. ANALYSE VAN DE LIGGING VAN DE BESTEMMINGSGEBIEDEN Het gaat er hier om op schaal van het (de) referentiegrondgebied(en) de ligging van de verschillende bestemmingsgebieden en tracés van het voorontwerp te valideren rekening houdend met : ? de menselijke, en ecologische potentialiteiten en drukfactoren van bovengenoemde gebieden; ? de gewestelijke opties die op die grondgebieden toepasselijk zijn; ? de liggingscriteria die in punt C geïdentificeerd moeten worden (naar gelang van de doelstellingen van het voorontwerp, van de princiepen inzake ruimtelijke ordening en van de vigerende reglementeringen); en, in voorkomend geval, liggingsvarianten die voldoen aan deze elementen binnen die grondgebieden te zoeken.

C.1. Analyse van de menselijke en milieueigenschappen van de referentiegrondgebieden Omschrijving van de belangrijkste menselijke en leefmilieukenmerken van de grondgebieden. De potentialiteiten (troeven en opportuniteiten) en de drukfactoren (zwakke punten en bedreigingen) voor de ligging van de bestemmingsgebieden en de overwogen tracés dienen te worden aangeduid met aanmaking van een cartografische synthese.

Er wordt rekening mee gehouden op schaal van het (de) referentiegrondgebied(en). De feitelijke, de rechts- en de leefmilieutoestand worden (op microgeografische schaal) nauwkeurig besproken in fase II van het onderzoek.

C.2. Ruimtelijke overschrijving van de grote gewestelijke opties Het gaat er om de visie die door de gewestelijke oriënterende documenten aan het (de) referentiegrondgebied(en) wordt verleend in een cartografische synthese op te nemen.

C.3. Analyse van de relevantie van de ligging van de bestanddelen van het voorontwerp Hier gaat het erom de relevantie van de ligging van de verschillende bestemmingsgebieden of gehelen van bestemmingsgebieden en van de tracés van het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi te onderzoeken ten opzichte van de liggingscriteria die in fase B (namelijk punt B.2.1.) geïdentificeerd zijn, van de analyse van de eigenschappen van het referentiegrondgebied (C.1.) en van de daarop toepasselijke grote gewestelijke opties (C.2.).

C.4. Keuze van liggingsvarianten Als het studiebureau van mening is dat het zoeken naar liggingsvarianten niet gerechtvaardigd is, moet het zijn positie ernstig motiveren.

Doel is liggingsvarianten voor het voorontwerp of de bestanddelen of gehelen van bestanddelen ervan te zoeken en aan te nemen door de liggingscriteria die in fase B geïdentificeerd zijn op het referentiegrondgebied toe te passen met inachtneming van de analyse van de eigenschappen ervan (C.1.) en van de daarop toepasselijke gewestelijke opties (C.2.).

Deze poging kan indien nodig in twee etappes uitgevoerd worden : # het zoeken naar potentiële sites voor liggingsvarianten; # keuze van liggingsvarianten onder deze potentiële sites en de in het besluit overwogen sites.

C.5. Raming van de kosten en termijnen van de uitvoering van het plan en zijn liggingsvarianten Dit punt moet met name de kosten ten laste van de privéoperatoren en die ten laste van de gemeenschap (MET, grossiersbedrijven, gemeenten, intercommunales...) onderscheiden.

C.6. Synthese : vergelijking van het voorontwerp van plan en van zijn liggingsvarianten De voor- en nadelen van de ligging van de verschillende bestemmingsgebieden of gehelen van bestemmingsgebieden en van de tracés van het voorontwerp en de liggingsvarianten worden vastgesteld, met name voor de volgende gegevens : # de belangrijkste menselijke en ecologische potentialiteiten en drukfactoren van het grondgebied; # de gewestelijke opties die op dit grondgebied toepasselijk zijn; # de liggingscriteria (met inbegrip van de doelstellingen van het voorontwerp, de princiepen inzake ruimtelijke ordening en de vigerende reglementeringen); # de kosten en termijnen van de uitvoering C.7. Analyse van de impact van de planologische compensaties : groengebied; landbouwgebieden; natuurgebied; parkgebieden.

Afronding van fase I Samenvatting van de verantwoording van het voorontwerp of zijn verschillende bestanddelen of gehelen van bestanddelen en conclusies.

Fase II : LEEFMILIEUBEOORDELING A. ANALYSE VAN DE AFBAKENING EN VAN DE UITVOERING VAN DE BESTEMMINGSGEBIEDEN Op lokale schaal worden de afbakening en de voorwaarden voor de ontsluiting van de bestemmingsgebieden en de tracés van het voorontwerp en van elke liggingsvariant verder verfijnd na de gedetailleerde analyse van hun onderzoeksomtrek.

Als één of verschillende liggingsvarianten aan het einde van fase C in overweging worden genomen, moet punt D herhaald worden voor elke van de liggingsvarianten.

De onderzoeksomtrek van de bestemmingsgebieden van het voorontwerp en van de liggingsvarianten is dat deel van het grondgebied dat door de ontsluiting getroffen kan worden of dat bij vestiging ervan onder druk kan komen te staan. Hij kan dus verschillend zijn naar gelang van elk van de aspecten van de bestaande toestand aangezien hij afhankelijk is van de aard van het milieu (min of meer gevoelig voor de aan het project inherente wijzigingsfactoren) of van de overwogen drukfactor. (artikel 2, 11°, van het Wetboek) D.1. Beschrijving van de bestaande rechtstoestand De elementen van de bestaande rechtstoestand die dreigen te lijden onder de effecten van de in D 1 geïdentificeerde wijzigingsfactoren van de omgeving, die men "kwetsbaarheden van de omgeving" (art. 42, tweede lid, 4°, van het Wetboek) zal noemen, of die drukfactoren vormen voor de geplande vestiging, dienen te worden aangeduid. Ze moeten in kaart worden gebracht.

Een bijzondere aandacht zal worden besteed aan de gebieden die voor het leefmilieu bijzonder belangrijk zijn, zoals die aangewezen overeenkomstig de Richtlijnen 79/409/EG en 92/43/EG. (artikel 42, lid 2, 5°, van het Wetboek) De bestanddelen van een bestaande rechtstoestand worden in bijlage D.1 vermeld zonder volledigheid na te streven.

D.2. Beschrijving van de bestaande feitelijke toestand De elementen van de bestaande feitelijke toestand die dreigen te lijden onder de effecten van de in D 1 geïdentificeerde wijzigingsfactoren van de omgeving, die men "kwetsbaarheden van de omgeving" zal noemen, of die drukfactoren vormen voor de geplande vestiging, dienen te worden aangeduid. Zij moeten in kaart worden gebracht.

Er wordt een bijzondere aandacht besteed aan : - de gebieden die voor het leefmilieu bijzonder belangrijk zijn, zoals die aangewezen overeenkomstig de Richtlijnen 79/409/EG en 92/43/EG; - de aanwezigheid van vestigingen die een hoog risico vertonen voor de personen, de goederen of het leefmilieu in de zin van Richtlijn 96/82/EG; (Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de UCB-bedrijfslocatie waarvan de activiteit een lage SEVESO-drempel heeft.); - de opneming van gebieden waarin bedrijven zich zouden kunnen vestigen die een hoog risico vertonen voor de personen, de goederen of het leefmilieu in de zin van Richtlijn 96/82/EG. De bestanddelen van een bestaande rechtstoestand worden in bijlage D.2 vermeld zonder volledigheid na te streven.

D.3. Identificatie van de wijzigingsfactoren van het milieu gebonden aan de bestanddelen van het voorontwerp en beoordeling van hun effecten op natuurlijk en menselijk milieu De aspecten of componenten van het project die de omgeving zouden kunnen storen, worden geïdentificeerd en gerangschikt volgens hevigheid ervan (sterke, middelmatige, zwakke, te verwaarlozen of onbestaande verstoring) voor elk van de drie volgende stappen voor de uitvoering van het plan : # uitrusting van de bestemmingsgebieden, bouw van installaties en aanleg van infrastructuren; # werking van de activiteiten; # rehabilitatie van het activiteitsgebied.

In dit geval hoeft de rehabilitatiefase niet in overweging te worden genomen daar de overwogen bestemmingsgebieden in principe onomkeerbaar zijn.

De te onderzoeken wijzigingsfactoren van de omgeving worden in bijlage D.3 vermeld zonder volledigheid na te streven.

De te onderzoeken storende componenten van de omgeving worden in bijlage D.4 vermeld zonder volledigheid na te streven.

D.4. Voorstelling van de afbakenings- en uitvoeringsvarianten bij de ontsluiting van de bestemmingsgebieden Vertrekkend van de "kwetsbaarheden" en van de "drukfactoren" die onder D.1. en D.2. geïdentificeerd zijn, moet worden gezocht naar de afbakeningsvarianten en de varianten van de ontsluitingsvoorwaarden voor de bestemmingsgebieden en de tracés van het voorontwerp.

De varianten dienen ter voorkoming, ter vermindering of ter compensatie van de leefmilieueffecten en de drukfactoren voortvloeiend uit de vestiging. Een gelijkwaardige denkoefening zal in punt D.6. uitgevoerd worden na beoordeling van de milieueffecten van de hier geïdentificeerde varianten.

De afbakeningsvarianten slaan op de omtrek van een bepaald bestemmingsgebied en een bepaald tracé van een infrastructuur.

De uitvoeringsvarianten omvatten de bijkomende voorschriften en de andere denkbare inrichtingsmaatregelen (zie bijlage A ).

D.5. Beoordeling van de vermoedelijke effecten bij de verschillende stappen voor de uitvoering van het plan van de varianten voor de afbakening en de ontsluitingsvoorwaarden (art. 42, lid 2, 8° en 9° van het Wetboek) Aangeduid dienen te worden de elementen van de bestaande rechtstoestand en van de bestaande feitelijke toestand die dreigen te lijden onder de effecten van de wijzigingsfactoren van de omgeving, gebonden aan de liggingsvarianten aangeduid onder punt C en aan de varianten voor de afbakening en de ontsluitingsvoorwaarden aangeduid onder punt D om hun niet te verwaarlozen vermoedelijke (secundaire, cumulatieve, synergische, permanente en tijdelijke, zowel postieve als negatieve) effecten (op korte, middellange en lange termijn) op het leefmilieu, de land- en bosbouwactiviteit duidelijk te maken.

Die analyse dient uitgevoerd te worden voor elke stap in de uitvoering van de varianten : # uitrusting van de bestemmingsgebieden, bouw van installaties en aanleg van infrastructuren; # werking van de activiteiten;

D.5.1 Identificatie van de voornaamste milieueffecten De te onderzoeken milieueffecten worden opgesomd in bijlage D.4. in een niet-beperkende lijst.

D.5.2 Vergelijking van de varianten De effecten van het voorontwerp van plan en van de verschillende varianten op de omgeving worden vergeleken.

D.5.3 Vermoedelijke evolutie bij niet-uitvoering van het plan Hier wordt de vermoedelijke evolutie van de leefmilieutoestand onderzocht, mochten het plan of één van de bestanddelen ervan of een geheel van bestanddelen niet worden uitgevoerd ( artikel 42, lid 2, 3°, van het Wetboek).

D.5.4 Beoordeling van de vermoedelijke effecten op het leefmilieu van de naburige Gewesten/staten Met deze analyse moet eveneens worden vastgesteld of de in het voorontwerp van plan en zijn varianten (inzake ligging/afbakening/uitvoering) voorgestelde inrichting belangrijke effecten zou kunnen hebben op het leefmilieu van de naburige Gewesten met het oog op de eventuele toepassing van de bepalingen van artikel 43, § 2bis, van het Wetboek.

D.6. Maatregelen die uitgevoerd dienen te worden ter voorkoming, vermindering of compensatie van de varianten voor de afbakening of ontsluitingsvoorwaarden (artikel 42, lid 2, 10°, van het Wetboek) D.6.1. Uit te voeren maatregelen Doel is de maatregelen die moeten worden genomen om de negatieve effecten van de in D.4. bepaalde verschillende afbakenings- en uitvoeringsvarianten te beperken, te verminderen of te compenseren, te identificeren.

Het kan gaan om : # een aanpassing van naburige bestemmingsgebieden; # bijkomende voorschriften; # andere inrichtingsmaatregelen.

D.6.2. Doeltreffendheid van elke maatregel en inschatting van de (niet-reduceerbare) residuele effecten van het voorontwerp of zijn verschillende bestanddelen of gehelen van bestanddelen en elke variant D.6.3. Vergelijking van het voorontwerp of zijn verschillende bestanddelen of gehelen van bestanddelen en elke variant D.7. Raming van de kosten en termijnen van de uitvoering van de varianten voor de afbakening en de ontsluitingsvoorwaarden De raming betreft de kostprijs en de termijn voor de uitvoering van de varianten voor de afbakening en de ontsluitingsvoorwaarden, aangeduid onder punt D.4, en zij worden vergeleken met kostprijs en termijn van het voorontwerp of de bestanddelen of gehelen van bestanddelen en liggingsvarianten, aangeduid onder punt C.6.

D.8. Vermoedelijke evolutie van de leefmilieutoestand als het plan niet wordt uitgevoerd A. SYNTHESE VAN DE EVALUATIE (stemt gedeeltelijk overeen met artikel 42, lid 2, 11°, van het Wetboek) De voor- en nadelen van de verschillende varianten aangeduid onder punt C (liggingsvarianten) en onder punt D (varianten voor de afbakening en de ontsluitingsvoorwaarden) worden hier vastgesteld.

De resultaten worden hier besproken, met name ten opzichte van de inachtneming van artikel 1, § 1 ervan het Wetboek en ten opzichte van de inoverwegingname van de milieubeschermingsdoelstellingen aangeduid onder punt A.2.1., met inbegrip van de motiveringen van het voorontwerp.

Die synthese dient om te beslissen of het gepast is om het plan te wijzigen op grond van een vollediger wetenschappelijke analyse dan die waarop het voorontwerp van herziening van het gewestplan Nijvel gegrond was en, mocht dat het geval zijn, om te opteren voor een inrichting die verenigbaar is met art. 1, § 1 van het Wetboek. Zij maakt al dan niet een validering mogelijk van de motiveringen van het voorontwerp, aangeduid in punt A.1.

Met deze synthese moet worden vastgesteld of de in het voorontwerp van plan en zijn varianten (inzake ligging/afbakening/uitvoering) voorgestelde inrichting belangrijke effecten zou kunnen hebben op het leefmilieu van de aangrenzende Gewesten met het oog op de eventuele toepassing van de bepalingen van artikel 43, § 2bis, van het Wetboek.

Dat standpunt moet verantwoord worden door de resultaten van het onderzoek.

B. AANVULLINGEN F.1. In het vooruitzicht gestelde maatregelen voor de opvolging van de belangrijke milieueffecten van de uitvoering van het gewestplan (artikel 42, lid 2, 13°, van het Wetboek) Hier wordt de lijst opgemaakt van de niet-verwaarloosbare effecten, worden opvolgingsindicatoren voor die effecten voorgesteld, evenals berekeningswijze ervan, de gebruikte gegevens en hun bron, en hun grenswaarden.

F.2. Omschrijving van de evaluatiemethode en van de gerezen moeilijkheden (artikel 2, 12°, van het Wetboek) Doel is de specifieke elementen van de evaluatiemethode te beschrijven en de moeilijkheden te bepalen die met name tijdens de verzameling van gegevens en de methodes voor de schatting van de behoeften ondervonden zijn.

F.3. Grenzen van het onderzoek Het betreft de punten van het onderzoek die in de milieueffectbeoordelingen diepgaand onderzocht zouden moeten worden, die bij de vergunningsaanvragen op de concrete projecten uitgevoerd zullen worden.

C. NIET-TECHNISCH SAMENVATTING (maximum 30 bladzijden + illustraties) (artikel 2, 14°, van het Wetboek) Die samenvatting moet verstaanbaar zijn voor een leek. Zij moet voldoende gedocumenteerd zijn en op zichzelf staan.

Bijlage A Bijkomende voorschriften en andere inrichtingsmaatregelen de bijkomende voorschriften (artikel 23, § 2, 2°, WWROSP) worden bepaald in artikel 41 en kunnen met name betrekking hebben op : # de bepaling van de bestemming van de gebieden; # de fasering van hun bezetting; # de omkeerbaarheid van de bestemmingen; # de dichtheid van de gebouwen of woningen; # de verplichting om een gemeentelijk plan van aanleg voorafgaand aan hun uitvoering uit te werken; # de verplichting om een voorafgaand gemeentelijk stedenbouwkundig reglement uit te werken; of nog enig ander soort voorschrift inzake stedenbouw of planologie.

De in artikel 23, tweede lid, 2° van het Wetboek bedoelde andere inrichtingsmaatregelen omvatten met name : (artikel 42, lid 2, 3°, van het Wetboek) # de in of buiten de site geplande uitrustingen (infrastructuren voor vervoer, water-, gas-, elektriciteitaanvoer, riolering/zuivering); # de voorzieningen voor het milieubeheer en voor de vermindering van de effecten (zuiveringsstation, vergaarkom); # de maatregelen voor landschapsintegratie.

Bijlage D.1.

Bestaande rechtstoestand De volgende elementen moeten overwogen worden : # De omtrekken en de reglementaire inrichtingsgebieden; gedecentraliseerde gemeenten en/of gemeenten die een gemeentelijk stedenbouwkundig reglement hebben goedgekeurd, omtrekken van gemeentelijke plannen van aanleg, gemeentelijk rioleringsplan, omtrekken vastgesteld in toepassing van het algemeen reglement op de bouwwerken in landelijk gebied,...; # De territoriale elementen onderworpen aan een bijzondere regelgeving : juridisch statuut van het wegennet en van de verbindingswegen; juridisch statuut van de bossen en wouden, autonoom net voor traag verkeer... # De vergunningsomtrekken met beperking van het burgerlijk recht : omtrekken van de bestaande verkavelingen, omtrekken waarvoor het rampfonds is tegemoetgekomen, onroerende goederen onderworpen aan het recht van voorkoop, onroerende goederen onderworpen aan de onteigening ten algemenen nutte... # De omtrekken gebonden aan de beleidsvormen inzake operationele inrichting : ruilverkavelingsomtrekken, stadsheroplevingsomtrekken, stadsvernieuwingsomtrekken, bevoorrechte initiatiefgebieden... # De patrimoniale omtrekken en sites : beschermde monumenten en sites met inbegrip van de archeologische opgravingen, monumentaal erfgoed van België, lijst van de bomen en bijzondere hagen... # De omtrekken van de drukfactoren vanwege het leefmilieu (w.o. de voorkomingsgebieden van de waterwinningen, de Natura 2000-gebieden, de (domaniale en erkende) natuurreservaten, de biologisch waardevolle vochtige gebieden, de wetenschappelijk waardevolle ondergrondse holten, de gebieden met een overstromingsrisico, de gebieden waar een overstromingsonderzoek gevoerd wordt,...). # De omtrekken met een ecologische doorgang; afbakening van de landschappelijk waardevolle omtrekken zoals opgenomen in het gewestplan. # De landschappelijk waardevolle omtrekken : afbakening van de landschappelijk waardevolle omtrekken zoals opgenomen in het gewestplan.

Bijlage D.2.

Bestaande feitelijke situatie Biofysisch milieu # Lucht en klimaat (waarvan windrichting) # Oppervlakte- en grondwater # Grond en ondergrond (waarvan het reliëf en de identificatie van afzettingen met een te beschermen hoge economische of patrimoniale waarde) # Biotopen, w.o. : de bestaande steen- en zandgroeven, de habitats met een communautair belang (al dan niet prioritair), de habitats van soorten met een communautaire belang (al dan niet prioritair), de biologisch zeer waardevolle gebieden, de bestanddelen (in lijn of als punten) van de ecologische vermazing; # Flora en fauna (w.o. bij de wet op natuurbehoud beschermde diersoorten); # Risico's op natuurrampen en geotechnische drukfactoren waaraan de studieomtrek onderworpen is : ? overstromingen; ? karstnatuurfenomenen; ? mijnrisico; ? instorting; ? grondverschuiving; ? aardbevingsrisico. # Landschappelijk waardevolle omtrekken (naar gelang van de krachtlijnen van het landschap en de aanwezigheid van uitzonderlijke uitzichten) # Gebieden voor de aanleg van eventuele spaarbekkens.

Menselijk milieu # Geluids- en geuromgeving; # Ligging van de woongebieden, stedenbouwkundige structuur en architecturale vorm van het bebouwd gedeelte en van de openbare ruimten; # Culturele en natuurlijke erfgoederen; # Landschap en visuele omgeving; # Infrastructuren en uitrustingen; # Het verkeer van de langzame vervoermiddelen; # Aanwezigheid van onroerende goederen of van een beschermde site; # Net van openbare vervoersmiddelen en frequenties - bereikbaarheidskaarten. # Bestaan van kwetsbare gebieden bij SEVESO-vestigingen.

De menselijke activiteiten # Aard en eigenschappen van de huidige en potentiële activiteiten (in het kader van het huidige gewestplan); # Gevoelige sociaal-culturele uitrustingen; # Andere menselijke bezigheden gevoelig voor de storende activiteiten; # Landbouwactiviteiten; # Andere economische activiteiten.

Bijlage D.3.

Wijzigingsfactoren van het milieu Wijzigingsfactor van het milieu gebonden aan de mobilisatie of de consumptie van natuurlijke hulpbronnen # Immobilisatie van de bodem en ondergrond (winning uit de bodem en de ondergrond ten opzichte van andere bestaande en potentiële menselijke activiteiten); # Waterconsumptie Wijzigingsfactoren van het milieu gebonden aan de lozingen en emissies van de activiteiten # Geluidshinder # Vaste, vloeibare en gasachtige lozingen, afvalstoffen.

Wijzigingsfactoren van het milieu of risico's gebonden aan de opslag van producten # Grondstoffen, processtoffen, producten, bijproducten en afvalstoffen,...

Wijzigingsfactoren van het milieu gebonden aan de mobilisatie van de infrastructuren en openbare uitrustingen binnen en buiten de site # Mobilisatie van de wegen - verkeer; # Mobilisatie van de parkeerplaatsen; # Mobilisatie van de aanvoeruitrustingen (rechtverkrijgenden : water, elektriciteit, pijpleidingen,...); # Mobilisatie van de infrastructuren voor opvang en zuivering van afvalwater.

Bijlage D.4.

Milieueffecten Effecten op lucht en klimaat # Eventuele verstoring van het microklimaat door hoge gebouwen (schaduw, turbulentie aan de voet van hoogbouw...); # Eventuele deelneming aan de mistvorming door de emissie van stoffen in de lucht onder gunstige spreidingsvoorwaarden. # Eventuele uitstoot van broeikasgassen, energieverbruik.

Effecten op het oppervlakte- en grondwater # Wijziging van het hydrogeologische stelsel van de waterhoudende en hydrologische lagen van de waterlopen gebonden aan de impregnatie van de gronden door de gebouwen en inrichtingen in de bodem (wegen en parkeerplaatsen); # Effecten op de rioleringsplannen (saneringsplan per onderstroomgebied), # Wijziging van de chemische en microbiologische kwaliteit en van de troebelheid van de waterlopen gebonden aan de lozingen van regen- en gezuiverd water; # Wijziging van het stelsel van de waterlopen gebonden aan de lozingen van regen- en gezuiverd water; # Gevaar voor toevallige verontreiniging gebonden met name aan de opslag van producten of afvalstoffen; # Mogelijk gebruik van plaatselijke watervoorraden door het putten; # Karststelsel en instortingen door de bronbemaling van de lagen. # Wijziging van de stroomgebieden na rechttrekkingen van kleine beddingen van waterlopen; # Effecten op de kwaliteit van het ondergrondse water.

Effecten op de grond en ondergrond # Onomkeerbare immobilisatie van de grond en ondergrond gebonden aan de ligging van de gebouwen en aan inrichtingen van de bodem door de wegen en parkeerplaatsen; # Gevaar voor toevallige verontreiniging gebonden met name aan de opslag van producten of afvalstoffen; # Kaarst- en/of mijninstortingen met hoge risico's; # Grondverschuivingen wegens de aard van het geologisch substraat.

Effecten op de fauna en de flora # Impact op de plantensoorten en/of het habitat van plantensoorten, bij de wet op natuurbehoud beschermd; # Impact op de dierensoorten en/of op de habitats van dierensoorten, beschermd bij de wet op natuurbehoud; # Verwoesting en/of verbrokkeling van de biotopen wegens de ligging van de gebouwen, de inrichtingen van de bodem en de wijziging van het bodemreliëf; # Verslechtering van de ecotopen door gasachtige, vloeibare of vaste verontreinigende stoffen; # Verstoring van de fauna gebonden aan de activiteiten (geluid, bewegingen, verdwijning van habitats,...); # de gebieden die voor het leefmilieu bijzonder belangrijk zijn, zoals die aangewezen overeenkomstig de Richtlijnen 79/409/EG (instandhouding van het wilde vogelbestand) en 92/43/EEG (instandhouding van de natuurlijke habitats en van de wilde fauna en flora). De analyse van die impact moet gevoerd worden met inachtneming van meer bepaald de voorschriften van artikel 6 van de Habitatrichtlijn (92/43/EEG); # Impact op de biologisch zeer waardevolle en op de belangrijke elementen voor de biodiversiteit en de ecologische doorgangen.

Effecten op de menselijke gezondheid en veiligheid # Verslechtering van de gezondheid gebonden aan lawaai geproduceerd door de wegen- en spoorweginfrastructuur, het luchtverkeer, de industrie en de activiteiten onderworpen aan een milieuvergunning; # Verslechtering van de gezondheid gebonden aan de emissie van atmosferische verontreinigende stoffen; # Inbreuk op de veiligheid gebonden aan de toename van het verkeer van motorfietsen, wagens, vrachtwagens op het wegennet; # Trillingen te wijten aan de processen van de ondernemingen (zeven, stamp- en breekmachines...).

Effecten op aangenaam leefklimaat # Verslechtering van de geuromgeving door de emissie van gasachtige verontreinigende stoffen en zelfs afvalstoffen; # Verslechtering van de geluidsomgeving door de luidruchtige activiteiten en de toename van het verkeer; # Verslechtering van de visuele kwaliteit gebonden aan de volumetrie of aan de architecturale en stedenbouwkundige samenstelling van de toekomstige gebouwen alsmede aan de vermoedelijke wijzigingen van het bodemreliëf om ze te bouwen.

Effecten op de materiële en patrimoniale goederen # Beschadiging van de patrimoniale onroerende goederen door de atmosferische emissies van enkele verontreinigende industrieën; # Schade aan eventuele archeologische plaatsen; # Impact op de vastgoedtoestand.

Effecten op mobiliteit, verkeersnetten en infrastructuren # Scheiding van het verkeer per vervoersmiddel; # Ongeschikte mobilisatie van de verkeersinfrastructuren verantwoordelijk voor de gevolgen op de vlotte doorstroming van het verkeer; # Verstoring door een ongeschikte last op het netwerk voor bruikbaarheid en zuivering van water; # Overbelasting van de elektriciteits-, gas- en communicatienetten.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering waarbij beslist wordt een milieueffectenonderzoek te laten uitvoeren op het voorontwerp van herziening van het gewestplan Luik (bladen 34/6, 34/7, 41/4S, 41/8N, 41/8S, 42/1N, 42/1S en 42/5N), aangenomen bij besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2007, bevestigd en aangevuld bij het besluit van de Waalse Regering van 20 december 2007.

Namen, 21 februari 2008.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

^