22 DECEMBER 2005. - Besluit van de Waalse Regering tot beslissing over en goedkeuring van het voorontwerp van gedeeltelijke herziening van de gewestplannen Namen, Dinant-Ciney-Rochefort en Hoei-Borgworm met het oog op de opneming van planologische compensaties en tot bepaling van alternatieve compensaties gebonden aan de goedkeuring van het ontwerp van herziening van het gewestplan Philippeville-Couvin waarbij de opneming van een ontginningsgebied te Florennes (Hemptinne) beoogd wordt

De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, inzonderheid op de artikelen 22, 23, 25, 32, 42 tot en met 46;

Gelet op het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan die de Waalse Regering goedgekeurd heeft op 27 mei 1999;

Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 11 juli 1990 houdende goedkeuring van de inrichting van het « Parc naturel des vallées de la Burdinale et de la Méhaigne »;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 januari 1979 tot opstelling van het gewestplan Dinant-Ciney-Rochefort;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 april 1980 tot opstelling van het gewestplan Philippeville-Couvin, gewijzigd meer bepaald bij het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 12 januari 1989, bij het besluit van de Waalse Regering van 29 oktober 1998 en bij het besluit van de Waalse Regering van 14 maart 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 november 1981 tot opstelling van het gewestplan Hoei-Borgworm, gewijzigd meer bepaald bij het besluit van de Waalse Regering van 18 juli 1996;

Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 14 mei 1986 tot opstelling van het gewestplan Namen, gewijzigd meer bepaald bij het besluit van de Waalse Regering van 24 juli 1997;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 1 april 2004 tot voorlopige goedkeuring van de gedeeltelijke herziening van het gewestplan Philippeville-Couvin met het oog op de opneming van een ontginningsgebied te Florennes (Hemptinne);

Overwegende dat de bepalingen van artikel 101, lid 2, van het programmadecreet van 3 februari 2005 betreffende de economische heropleving en de administratieve vereenvoudiging inhouden dat de opneming van 122 hectare ontginningsgebied, voorlopig besloten op 1 april 2004, gecompenseerd wordt door de dienovereenkomstige omvorming van bestaande, voor bebouwing bestemde gebieden tot niet voor bebouwing bestemde gebieden dan wel door elke alternatieve compensatie die de regering bepaalt;

Overwegende dat er onder de voorstellen van « S.A. Carmeuse », als vennootschap die voordeel zou halen uit de opneming van 122 hectare ontginningsgebied te Florennes, meer bepaald gesuggereerd wordt om de volgende ontginningsgebieden tot niet voor bebouwing bestemde gebieden om te vormen : - 38,7 hectaren te Fosses-la-Ville (Le Roux); - circa vijf hectaren te Sambreville (Falisolle); - 37,7 hectaren te Anhée; - 8,65 hectaren te Wanze (Moha), in het gehucht « le Vallèche » genaamd; - 13,35 hectaren te Wanze (Moha), overeenstemmend met het « Bois de Hama »;

Overwegende dat voornoemd bedrijf het project tot omvorming van 38,7 ha ontginningsgebied tot landbouw- en groengebieden te Fosses-la-Ville (Le Roux) motiveert door het feit dat « de gronden een geologische complexiteit vertonen waardoor de exploitatie van de afzetting onmogelijk in het vooruitzicht gesteld kan worden »; dat de nieuwe voor die gronden voorgestelde bestemming « overeenstemt met de feitelijke toestand »;

Overwegende dat het verzoek om opneming van een groengebied van ca. 5 ha te Sambreville (Falisolle) ingegeven is door het feit dat de gronden een steenberg vormen die niet meer zal worden gebruikt;

Overwegende dat « S.A. Carmeuse » het project tot omvorming van het ontginningsgebied gelegen op de rechteroever van de Molignée, te Anhée motiveert door het feit dat « de exploitatie van de afzetting niet gemakkelijk in het vooruitzicht gesteld kan worden wegens de plaatsgesteldheid » en dat de nieuw overwogen bestemming overeenstemt met de feitelijke toestand;

Overwegende dat het project tot omvorming van 8,65 ha ontginningsgebied in het gehucht « le Vallèche » genaamd tot groengebied ingegeven is door het feit dat de gronden vroeger een bezinkbak waren; door de op die plaats waardevolle biodiversiteit en door het feit dat het naast de Natura 2000-site BE 33008, « Vallée de la Burdinale » gelegen is die aan de Europese Commissie is voorgesteld als bijzonder beschermingsgebied en als project van Natura 2000-site bij beslissing van de Waalse Regering van 26 september 2002;

Overwegende dat het voorstel om het ontginningsgebied « Bois de Hama » om te vormen ingegeven is door het feit dat de gronden geëxploiteerd werden; dat de bestemming als groengebied in aanmerking is genomen wegens de doorgevoerde herinrichting en wegens de nabijheid van de beschermde sites « Roche aux Corneilles » en « Rocher de la Marquise »;

Overwegende dat de oppervlakten waarop die projecten voor de planologische compensatie betrekking hebben niet overeenstemmen met de compensatie waarin voorzien wordt bij het besluit van de Waalse Regering van 1 april 2004; dat er bijgevolg alternatieve compensaties in het vooruitzicht gesteld dienen te worden;

Overwegende dat de vennootschap « Carmeuse » eigenaar is van 21,08 hectaren gronden gelegen op het grondgebied van de gemeente Hoei (Ben-Ahin), die de voormalige steengroeve van « Mont de Goesnes » uitmaken; dat die gronden als landschappelijk waardevol bosgebied opgenomen zijn op het gewestplan Hoei-Borgworm; dat zij een enclave vormen in de Natura 2000-site BE33010, « Vallée de la Meuse, à Huy et vallon de la Solières » genaamd;

Overwegende dat het beheer van die site door de Afdeling Natuur en Bossen van het Waalse Gewest, waarbij meer bepaald beoogd wordt de reiniging van de rotswand door te voeren om hem aantrekkelijker te maken voor de biodiversiteit, een rooster te plaatsen om op die plaats de nestbouw van vleermuizen te beschermen en informatieborden aan te brengen, bovenbedoelde alternatieve compensatie zou kunnen vormen;

Overwegende dat daartoe in het vooruitzicht gesteld wordt om een verlengbare vijftigjarige erfpachtovereenkomst te sluiten tussen « S.A. Carmeuse » en de Afdeling Natuur en Bossen van het ministerie van Waalse Gewest;

Overwegende dat de « S.A. Carmeuse » daartoe eveneens ofwel een som van 15.000 euro aan de Afdeling Natuur en Bossen zal storten om laatstgenoemde in staat te stellen de site te beheren ofwel voor hetzelfde bedrag het onderhoud van de site op zich neemt overeenkomstig de modaliteiten die vastgesteld zijn door de Afdeling Natuur en Bossen;

Overwegende dat de verbintenissen van de « S.A. Carmeuse », namelijk de ondertekening van voornoemde erfpachtovereenkomst en voornoemde andere overeenkomst, ingevuld moeten worden vóór de eventuele definitieve goedkeuring van het gewestplan Philippeville-Couvin met het oog op de opneming van een ontginningsgebied van ca. 122 hectaren te Florennes (Hemptinne);

Gelet op de bestaande feitelijke en rechtelijke toestand van de betrokken gronden en omgeving, evenals op de informatie die « S.A. Carmeuse » verstrekt heeft;

Op de voordracht van de Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, Besluit :

Artikel 1.De Regering beslist tot de herziening en keurt het voorontwerp van herziening goed voor : - het gewestplan Namen (blad 47/5) met het oog op de opneming van een landbouwgebied en een groengebied op het grondgebied van de gemeente Fosses-la-Ville (Le Roux) en een groengebied te Sambreville (Falisolle); - het gewestplan Dinant-Ciney-Rochefort (blad 53/3) met het oog op de opneming van een landbouwgebied en een landschappelijk waardevol bosgebied op het grondgebied van de gemeente Anhée; - het gewestplan Hoei-Borgworm (blad 41/6) met het oog op de opneming van twee groengebieden op het grondgebied van de gemeente Wanze (Moha), overeenkomstig de drie bijgevoegde kaarten.

Art. 2.De Regering legt « S.A. Carmeuse » als alternatieve compensatie op om haar in een toereikende termijn - en in ieder geval vóór de eventuele definitieve goedkeuring van de gedeeltelijke herziening van het gewestplan Philippeville-Couvin met het oog op de opneming van een ontginningsgebied te Florennes (Hemptinne) - een ontwerp van verlengbare erfpachtovereenkomst over 50 jaar ter ondertekening voor te leggen, evenals een overeenkomst waarbij « Carmeuse » zich ertoe verbindt ofwel een som van 15.000 euro aan de Afdeling Natuur en Bossen te storten om laatstgenoemde in staat te

stellen de site te beheren ofwel voor hetzelfde bedrag het onderhoud van de site op te nemen overeenkomstig de modaliteiten die vastgesteld zijn door de Afdeling Natuur en Bossen.

Art. 3.De Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 22 december 2005.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE