Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 22 juli 2014
gepubliceerd op 20 augustus 2014

Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten

bron
waalse overheidsdienst
numac
2014204995
pub.
20/08/2014
prom.
22/07/2014
ELI
eli/besluit/2014/07/22/2014204995/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 JULI 2014. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten


De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wetten van 8 augustus 1988, 5 mei 1993,16 juli 1993, 13 juli 2001, 12 augustus 2003, 19 juli 2012 en 6 januari 2014;

Gelet op het bijzonder decreet van 12 juli 1999Relevante gevonden documenten type bijzonder decreet prom. 12/07/1999 pub. 13/07/1999 numac 1999027571 bron ministerie van het waalse gewest Bijzonder decreet tot opvoering van het maximumaantal Regeringsleden sluiten tot opvoering van het maximumaantal Regeringsleden;

Gelet op het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 12/05/2014 numac 2014202999 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie overgedragen wordt sluiten betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie overgedragen wordt;

Overwegende dat de Regering in staat dient te worden gesteld om zo doeltreffend mogelijk te werken;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, inzonderheid ingegeven door de noodzaak voor de Waalse Regering, samengesteld overeenkomstig artikel 60 van voormelde bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, om de continuïteit van de openbare dienstverlening te vrijwaren;

Op de voordracht van de Minister-President, Besluit :

Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "Minister" : een Minister, Lid van de Waalse Regering;2° "wet" : de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wetten van 8 augustus 1988, 5 mei 1993,16 juli 1993, 13 juli 2001, 12 augustus 2003, 19 juli 2012 en 6 januari 2014;3° "decreet" : het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 12/05/2014 numac 2014202999 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie overgedragen wordt sluiten betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie overgedragen wordt.

Art. 2.Paul Magnette, Minister-President, is bevoegd voor : 1° de coördinatie van het regeringsbeleid en van de mededeling ervan;2° de onderlinge Belgische betrekkingen, met inbegrip van de aanhangigmaking van zaken bij het overlegcomité "Federale Regering, Gemeenschaps- en Gewestregeringen", alsmede de werking van de instellingen, met inbegrip van de betrekkingen met het Parlement;3° de evaluatie, toekomstverwachtingen en statistiek;4° de coördinatie van het plan Marshall 2022;5° de coördinatie van de dossiers betreffende de Structuurfondsen, van hun uitvoering en evaluatie, met inbegrip van de betrekkingen met de Europese, de nationale en de gewestelijke instellingen, met uitzondering van de vertegenwoordiging van de Regering binnen de instanties van de Grote Regio;6° de coördinatie van de armoedebestrijding;7° de financiële tegemoetkoming naar aanleiding van schade veroorzaakt door algemene rampen, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, II, 5°, van de wet; 8° de coördinatie van het plan "P.L.U.I.E.S."; 9° de verdeling van de middelen afkomstig van de Nationale Loterij;10° het verzoek om vervolgingen te gelasten, de deelneming aan de uitwering van richtlijnen inzake het strafbeleid en de deelneming aan de vergaderingen van het College van de procureurs-generaal;11° de "Espace Wallonie-Bruxelles";12° de internationale betrekkingen, met inbegrip van de betrekkingen met de Europese instellingen en de ontwikkelingssamenwerking zoals bedoeld in artikel 6ter van de wet;13° de in-, de uit- en de doorvoer van wapens, munities en materieel die in het bijzonder bestemd zijn voor een militair gebruik of voor de ordehandhaving en van de daarmee verband houdende technologie, evenals van de producten en technologieën voor beide doeleinden, onverminderd de federale bevoegdheid voor in- en uitvoer met betrekking tot leger en politie, en mits naleving van de criteria die bepaald zijn door de Gedragscode van de Europese Unie inzake wapenuitvoer, zoals bedoeld in artikel 6, § 1,VI, 4°, van de wet;14° de licenties voor de in-, de uit- en de doorvoer van wapens, munities en materieel die in het bijzonder bestemd zijn voor een militair gebruik of voor de ordehandhaving en van de daarmee verband houdende technologie, evenals van de producten en technologieën voor beide doeleinden, onverminderd de federale bevoegdheid voor in- en uitvoer met betrekking tot leger en politie, zoals bedoeld in artikel 6, § 1,VI, vijfde lid, 8°, van de wet.

Art. 3.Maxime Prévot, Vice-President en Minister van Openbare Werken, Gezondheid, Sociale Actie en Erfgoed, is bevoegd voor : 1° de aankoop, de aanleg, de uitrusting van gronden voor industrie, ambachtswezen en diensten of van andere onthaalinfrastructuren voor investeerders, met inbegrip van de investeringen voor de uitrusting van industriezones bij de havens en de beschikbaarstelling daarvan voor de gebruikers, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, I, 3°, van de wet;2° de monumenten en landschappen, met inbegrip van de opgravingen, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, I, 7°, van de wet;3° de openbare werken, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, X, 1° tot 6°, van de wet, met inbegrip van de langs de wegen en bevaarbare waterwegen gelegen groengebieden, behalve het uitbaggeren van de waterwegen, en de verkeersveiligheid, met inbegrip van het toezicht op de aanvullende reglementen voor openbare wegen;4° het beleid inzake de verkeersveiligheid, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, XII, van de wet;5° het gezondheidsbeleid, zoals bedoeld in artikel 3, 6°, van het decreet;6° de bijstand aan personen, zoals bedoeld in artikel 3, 7°, van het decreet, met uitzondering van de wetgeving betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en het toezicht daarop;7° het prijzenbeleid in de rustoorden;8° de gezinsbijslag bedoeld in artikel 3, 8°, van het decreet;9° de grote kunstwerken zoals bepaald in het koninklijk besluit van 2 februari 1993 tot vaststelling van de lijst van de waterwegen en hun aanhorigheden overgedragen van de Staat aan het Waalse Gewest;10° de bevordering van de waterwegen en van RAVEL-wegennet; 11° de gewestelijke aspecten van de uitvoering van het investeringsplan van de N.M.B.S.; 12° de regels van politie over het verkeer op waterwegen, met uitsluiting van de regelgeving inzake het vervoer van dierlijke stoffen die een gevaar vormen voor de bevolking, het vervoer van radioactieve stoffen en het vervoer van ontplofbare stoffen;13° de regels met betrekking tot de bemanningsvoorschriften inzake de binnenvaart en de regels inzake de veiligheid van binnenschepen en binnenschepen die ook voor niet-internationale reizen op zee worden gebruikt;14° de minimale technische veiligheidsnormen inzake het bouwen en onderhouden van wegen en hun aanhorigheden, en van waterwegen en hun aanhorigheden;15° de reglementering inzake het vervoer van gevaarlijke goederen en uitzonderlijk vervoer over de weg, met uitsluiting van de regelgeving inzake nucleair vervoer, het vervoer van explosieven en het vervoer van dierlijke stoffen die een gevaar vormen voor de bevolking;16° onder de voorwaarde van het afsluiten van een samenwerkingsakkoord overeenkomstig artikel 92bis, § 4nonies, en voor een periode die beperkt is tot de duur ervan, de bijkomende financiering voor investeringen in de aanleg, aanpassing of modernisering van de spoorlijnen, alsook van de bijkomende uitrusting op de onbewaakte stopplaatsen, om hun zichtbaarheid en intermodaliteit met openbaar vervoer, actieve vervoerswijzen, taxi's en autodelen te verbeteren voor zover deze verder gaan dan de investeringen die voorzien zijn in een meerjareninvesteringsplan dat effectief in voldoende financiering door de federale overheid voorziet teneinde een aantrekkelijk en performant aanbod voor het spoorvervoer dat goed aansluit op de andere vervoermiddelen te verzekeren op het gehele grondgebied, en in een door het bovengenoemde samenwerkingsakkoord vastgelegde evenredigheid ten opzichte van de federale financiering;17° de coördinatie van het plan "Permanente bewoning in de toeristische uitrustingen";18° de gelijke kansen;19° de rechten van de vrouwen.

Art. 4.Jean-Claude Marcourt, Vice-President en Minister van Economie, Industrie, Innovatie en digitale technologieën, is bevoegd voor : 1°, economie, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, VI, 1° tot 3°, en 6° tot 8°, van de wet, met inbegrip van : a) de kmo's en de erkenning van de ondernemers;b) het economisch impulsfonds ten gunste van de meest benadeelde reconversiegebieden, met inbegrip van de coördinatie van de dossiers;c) de concurrentiepolen en de coördinatie ervan;d) de sociale economie;e) het afzetmarktbeleid en de uitvoer en de promotie van land- en tuinbouwproducten buiten het gewest;f) de begeleiding van buitenlandse investeringen;g) het prijzenbeleid in de watersector;2° het wetenschappelijk onderzoek, zoals bedoeld in artikel 6bis van de wet;3° de buitenlandse handel;4° de nieuwe Technologieën met inbegrip van het glasvezelnet;5° de telecommunicatie;6° de cyberscholen en de cyberklassen;7° de digitale economie;8° de handelsvestigingen;9° het toezicht op de "SA SOWAFINAL" onverminderd de specifieke bevoegdheden van de functionele Ministers inherent aan de financieringsprogramma's.

Art. 5.Paul Furlan, Minister van Plaatselijke Besturen, Stedenbeleid, Huisvesting en Energie, is bevoegd voor : 1° de stadsvernieuwing, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, I, 4°, van de wet;2° de huisvesting, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, IV, van de wet;3° de energie zoals bedoeld in artikel 6, § 1,VII, van de wet, met inbegrip van de valorisering van de terrils;4° het klimaat;5° de ondergeschikte besturen, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, VIII, van de wet;6° het administratief toezicht, zoals bedoeld in artikel 7 van de wet;7° het toezicht op de politiezones zoals omschreven bij het decreet van 12 februari 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/02/2004 pub. 29/03/2004 numac 2004200840 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende wijziging van het decreet van 1 april 1999 houdende organisatie van het toezicht op de gemeenten, de provincies en de intercommunales van het Waalse Gewest sluiten tot wijziging van het decreet van 1 april 1999 tot regeling van het toezicht op de gemeenten, provincies en intercommunales van het Waalse Gewest;8° de wetgeving betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en het toezicht daarop;9° de grote steden.

Art. 6.Carlo Di Antonio, Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn, is bevoegd voor : 1° de ruimtelijke ordening, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, I, van de wet, met uitzondering van 3°, 4° en 7°;2° de duurzame ontwikkeling;3° het leefmilieu zoals bedoeld in artikel 6, § 1, II, 1° tot 4°, van de wet waaronder milieuopvoeding en het uitbaggeren van rivieren en kanalen, waaronder het eigenlijke uitbaggeren zelf, de behandeling, de droging en de valorisering van baggerresten;4° de natuurlijke rijkdommen, zoals bedoeld in artikel 6, § 1,VI, 5° van de wet;5° de ontwatering zoals bedoeld in artikel 6, § 1, III, 9°, van de wet;6° de mobiliteit, met inbegrip van de zachte mobiliteit, met uitzondering van de waterwegen en van RAVEL-wegennet;7° de luchthavens, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, X, 7° en 9°, van de wet, alsook de uitrusting en exploitatie daarvan; 8° het openbaar vervoer, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, X, 8°, van de wet en de acties van begrotingsprogramma 14.02; 9° het dierenwelzijn, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, XI, van de wet;10° de gerechtelijke procedure die bijzonder van toepassing is in geval van onteigening ten algemenen nutte, zoals bedoeld in artikel 6quater van de wet;11° het leerlingenvervoer, zoals bedoeld in artikel 3, 5°, van het decreet;12° het prospectief voor de uitbreiding van de stedelijke gebieden;13° de cartografie.

Art. 7.Eliane Tillieux, Minister van Tewerkstelling en Vorming, is bevoegd voor : 1° het tewerkstellingsbeleid, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, IX, van de wet;2° de sociale promotie, zoals bedoeld in artikel 3, 2°, van het decreet;3° de beroepsomscholing en -bijscholing, zoals bedoeld in artikel 3, 3°, van het decreet, behalve in de landbouwsector;4° de stelsels inzake alternerende opleiding bedoeld in artikel 3, 4°, van het decreet.

Art. 8.Christophe Lacroix; Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, is bevoegd voor : 1° het authenticeren van de handelingen met een onroerend karakter, zoals bedoeld in artikel 6quinquies van de wet;2° de begroting, de financiën en de Schatkist, met inbegrip van de uitvoering van het decreet van 7 juli 1993 tot oprichting van vijf publiekrechtelijke maatschappijen voor het beheer van de schoolgebouwen van het door de overheid gesubsidieerde onderwijs en de fiscale bevoegdheden die naar de Gewesten zijn overgeheveld bij de bijzondere wet van 1993 juli 13 tot herfinanciering van de Gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de Gewesten;3° de Ambtenarenzaken en de overheidsbesturen, met inbegrip van het Departement Juridische Zaken van het Secretariaat-generaal;4° de vestiging van de diensten en instellingen, alsook het beheer van onroerende goederen;5° het roerend beheer;6° de administratieve vereenvoudiging;7° de E-Government en administratieve informatica.

Art. 9.René Collin, Minister van Landbouw, Natuur, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme en Sportinfrastructuren, afgevaardigde voor de Vertegenwoordiging bij de Grote Regio, is bevoegd voor : 1° de landinrichting en het natuurbehoud, zoals bedoeld in artikel 6, § 1erIII van de wet, de ruilverkaveling en de natuuropvoeding;2° de landbouw, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, V, 1°, 2° en 3°, van de wet, met inbegrip van financiële tegemoetkoming naar aanleiding van schade veroorzaakt door landbouwrampen, het "Centre wallon de recherches agronomiques" van Gembloux, de slachthuizen en de aanvullende en suppletieve hulp aan landbouwbedrijven, behalve de toepassing van de wetten op de economische expansie en de bevordering van landbouw- en tuinbouwproducten in het buitenland;3° het toerisme, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, VI, 9°, van de wet;4° de beroepsomscholing en -bijscholing, zoals bedoeld in artikel 3, 3°, van het decreet, voor de landbouwsector;5° de gemeentelijke, provinciale, intercommunale en private infrastructuren voor lichamelijke opvoeding, sport en openluchtleven zoals bedoeld in artikel 3, 1°, van het decreet;6° de vertegenwoordiging van de Regering binnen de instanties van de Grote Regio;7° het impulsfonds voor landelijke economische ontwikkeling, met inbegrip van de coördinatie van de dossiers;8° de opvanginfrastructuren voor peuters, ongeacht de aard ervan, de financiering van die infrastructuren en de opvolging van die financiering.

Art. 10.De binnen de Regering beraadslaagde decreetsontwerpen en besluiten worden ondertekend door de Minister die bevoegd is voor de aangelegenheid waarop zij betrekking hebben.

De besluiten en beslissingen van de Regering inzake ambtenarenzaken voor overheidsinstellingen worden samen ondertekend door de Minister van Ambtenarenzaken en de Minister(s) die het toezicht uitoefenen op de betrokken overheidsinstellingen.

Art. 11.Als een delegatie wordt verleend overeenkomstig het besluit tot regeling van de werking van de Regering, worden de besluiten ondertekend door de Minister aan wie die delegatie wordt verleend.

Bij afwezigheid of verhindering van een minister kan deze de Minister aanwijzen die gemachtigd is om in zijn naam en opdracht te tekenen.

Art. 12.In de ondertekening van de decreten en de besluiten hoeft in de titel van de Minister enkel de aangelegenheid vermeld te worden die betrekking heeft op die decreten en besluiten.

De decreten en besluiten van de Regering worden door de Minister-President medeondertekend.

Art. 13.Het besluit van de Waalse Regering van 15 december 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 15/12/2011 pub. 23/12/2011 numac 2011206410 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten sluiten tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten wordt opgeheven.

Art. 14.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend wordt.

Art. 15.De Ministers zijn, elk wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 22 juli 2014.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Vice-President en Minister van Openbare Werken, Gezondheid, Sociale Actie en Erfgoed, M. PREVOT De Vice-President en Minister van Economie, Industrie, Innovatie en Digitale Technologieën, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Plaatselijke Besturen, Stedenbeleid, Huisvesting en Energie, P. FURLAN De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO De Minister van Tewerkstelling en Vorming, Mevr. E. TILLIEUX De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, C. LACROIX De Minister van Landbouw, Natuur, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme en Sportinfrastructuren, afgevaardigde voor de Vertegenwoordiging bij de Grote Regio, R. COLLIN

^