23 APRIL 2009. - Besluit van de Waalse Regering houdende uitvoering van het decreet van 3 april 2009 houdende oprichting van de "Caisse d'Investissement de Wallonie" (Investeringskas voor Wallonië) en tot invoering van een vermindering van de personenbelasting bij inschrijving op aandelen of obligaties van de kas

De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 20;

Gelet op het decreet van 3 april 2009 houdende oprichting van de "Caisse d'Investissement de Wallonie" en tot invoering van een vermindering van de personenbelasting bij inschrijving op aandelen of obligaties van de kas, inzonderheid op de artikelen 3 tot 9;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 18 maart 2009;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 19 maart 2009;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat : Gelet op de huidige financiële en economische crisis en, in het bijzonder de alarmerende en gestage vermindering van de mogelijkheden van bankkrediet;

Overwegende dat het onder deze omstandigheden onvermijdelijk is dat de Waalse Overheid een toegang tot het krediet met name kan waarborgen aan de kleine en middelgrote ondernemingen; dat het bovenvermelde decreet krachtens welk dit uitvoeringsbesluit wordt opgesteld, daartoe erin voorziet een nieuw openbaar financieel instrument, genoemd "Caisse d'Investissement de Wallonie" (afgekort C.I.W.) op te richten ;

Dat gezien de buitengewone ernst van de crisis die het financieel systeem en het vertrouwen van de spaarders in dat systeem intens heeft geschokt, de "C.I.W." zo snel mogelijk opgericht moet worden; dat ze op die manier haar steunopdracht voor de K.M.O.'s zo spoedig mogelijk zal kunnen vervullen door een openbaar beroep op het spaarwezen; dat de obligatielening die de "C.I.W." zal uitgeven, in dit kader bovendien zal inspelen op de vraag van de spaarders die steeds meer moeilijkheden zullen ondervinden om beveiligde financiële producten te vinden;

Overwegende dat het onderzoek van het ontwerp van besluit van de Waalse Regering houdende uitvoering van het decreet van 3 april 2009 in die context zo snel mogelijk moet plaatsvinden; dat het een voorwaarde is van de goede doeltreffendheid van een dergelijk instrument voor economische tussenkomst;

Dat om die redenen gebonden aan het algemeen belang en het belang van de Waalse economie, de Regering om het advies van de Afdeling Wetgeving van de Raad van State binnen een termijn van hoogstens vijf dagen verzoekt;

Gelet op advies nr. 46.390/2 van de Raad van State, gegeven op 9 april 2009, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 2 januari 1273;

Gelet op het overleg met de federale Minister van Financiën, overeenkomstig artikel 9 van bovenvermeld decreet, ten gevolge van de brief gestuurd op 20 maart 2009 door de Minister van Economie en de opmerkingen gemaakt op 8 april 2009 door de Diensten van de Administratie van Fiscale Zaken;

Op de voordracht van de Minister van Economie en de Minister van Begroting, Financiën en Uitrusting;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.§ 1. De belastingplichtige die overeenkomstig de artikelen 3 tot 9 van het decreet van 3 april 2009 houdende oprichting van de "Caisse d'Investissement de Wallonie" en tot invoering van een vermindering van de personenbelasting bij inschrijving op aandelen of obligaties van de kas, aanspraak maakt op de belastingvermindering ingevoerd bij deze artikelen, houdt voor elk belastbaar tijdperk waarvoor hij deze belastingvermindering eist en voor zover hij op 1 januari van het overeenstemmende belastingjaar inwoner is geweest van het Waalse Gewest, het bewijs van de inschrijving op aandelen en/of obligaties uitgegeven door de "C.I.W." en het bewijs van het ononderbroken bezit van die aandelen en/of obligaties in volle eigendom sinds de inschrijving tot het einde van het belastbaar tijdperk of voor elke van de drie volgende belastbare tijdperken gedurende het hele betrokken belastbaar tijdperk, ter beschikking van de FOD Financiën. § 2. Het bewijs van de inschrijving op aandelen en/of obligaties van de "C.I.W." wordt geleverd door het vertonen van de afrekeningen met specificatie die bij de inschrijving op de aandelen en/of obligaties afgegeven zijn door de financiële tussenpersoon bij wie de aandelen en/of obligaties verkregen zijn.

Deze afrekeningen bevatten minstens de volgende gegevens : 1° de naam en het adres van de inschrijver;2° de vermelding dat de inschrijver de oorspronkelijke inschrijver van de aandelen en/of obligaties is;3° het aantal aandelen en/of obligaties en de identificatie ervan;4° de details van de afrekening met vermelding van het totaal nettobedrag zonder kosten, de kosten en het totaal betaalde brutobedrag en 5° de uitvoeringsdatum. § 3. Het bewijs van het ononderbroken bezit van de aandelen en/of obligaties in volle eigendom gedurende het belastbaar tijdperk wordt vastgesteld : 1° voor de aandelen en/of obligaties op naam aan de hand van een door de "C.I.W." afgegeven document dat minstens de volgende informatie bevat : a) de naam en het volledige adres van de houder van de effectenrekening;b) het aantal aandelen en/of obligaties die de houder bezit, en de identificatie ervan;c) de vermelding dat deze effecten ingeschreven zijn op naam van de houder volgens het geval sinds de inschrijving tot het einde van het belastbaar tijdperk of gedurende het hele betrokken belastbaar tijdperk;2° voor de obligaties uitgegeven in de vorm van gedematerialiseerde effecten : een document afgegeven door de rekeninghouder erkend om die activiteit uit te oefenen en die de effecten bewaart, dat minstens de volgende informatie bevat : a) de naam van de houder;b) het aantal obligaties die de houder bezit en de identificatie ervan;c) de vermelding dat deze effecten ingeschreven zijn op naam van de houder volgens het geval sinds de inschrijving tot het einde van het belastbaar tijdperk of gedurende het hele betrokken belastbaar tijdperk. De inschrijver wordt ertoe gemachtigd om zijn effecten neer te leggen en te laten inschrijven op een rekening geopend op zijn naam bij een rekeninghouder erkend om die activiteit uit te oefenen, die verschillend is van degene bij wie hij de obligaties heeft ingeschreven. In een dergelijk geval moet het ononderbroken bezit van de effecten in volle eigendom gedurende het hele belastbaar tijdperk vastgesteld worden aan de hand van de documenten afgegeven door de rekeninghouders die de obligaties zullen hebben bewaard voor het betrokken belastbaar tijdperk.

Art. 2.§ 1. In geval van overdracht van aandelen en/of obligaties uitgegeven door de "C.I.W." wegens het overlijden van een belastingplichtige die aanspraak kan maken op de belastingvermindering bedoeld in de artikelen 4 en 5 van het bovenvermeld decreet van 3 april 2009 wordt het recht op de belastingvermindering overgedragen aan zijn rechthebbenden die de aandelen en/of obligaties overeenkomstig artikel 7, § 2, van het decreet genieten.

De rechthebbende die de aandelen en/of obligaties geniet en die in aanmerking wenst te komen voor de belastingvermindering, houdt de volgende bewijsstukken ter beschikking van de FOD Financiën : 1° voor het belastbaar tijdperk waarin het overlijden is gebeurd : a) het bewijs van de inschrijving door de overledene op aandelen en/of obligaties van de "C.I.W."; b) de akte van bekendheid;c) ofwel de akte van scheiding en deling van de nalatenschap, ofwel een verklaring van de notaris belast met de liquidatie en de deling, ofwel een verklaring ondertekend door alle rechthebbenden, waarin de identiteit van de rechthebbenden alsmede het aantal aandelen en/of obligaties die aan elke onder hen toegekend zijn, en de identificatie ervan worden vermeld;d) het bewijs dat hij overeenkomstig de akte van scheiding en deling of de verklaring bedoeld in c), aandelen en/of obligaties bezat in volle eigendom en op ononderbroken wijze sinds de datum van het overlijden tot het einde van het betrokken belastbaar tijdperk;2° voor de volgende belastbare tijdperken waarvoor het recht op de belastingvermindering nog van toepassing is, het bewijs dat hij overeenkomstig de akte van scheiding en deling of de verklaring bedoeld in 1°, c), de aandelen en/of obligaties bezat in volle eigendom en op ononderbroken wijze gedurende het hele betrokken belastbaar tijdperk. § 2. Het bewijs van de inschrijving en het ononderbroken bezit van de aandelen en/of obligaties in volle eigendom wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 2, §§ 2 en 3. § 3. Als de aandelen en/of obligaties uitgegeven door de "C.I.W." overgedragen worden aan verschillende rechthebbenden, wordt de bij de artikelen 3 tot 9 van hetzelfde decreet ingevoerde belastingvermindering voor elke rechthebbende berekend volgens de verhouding tussen, enerzijds, het aantal aandelen en/of obligaties die hem overgedragen zijn wegens het overlijden van de inschrijver en, anderzijds, het totaal aantal aandelen en/of obligaties die deel uitmaken van de erfrechtelijke activa van de overledene.

Het maximumbedrag van de stortingen die in de artikelen 4 en 5 van hetzelfde decreet overwogen worden, wordt voor elke rechthebbende in dezelfde verhouding verminderd.

De belastingvermindering waarop de rechthebbende in die hoedanigheid aanspraak kan maken, wordt gecumuleerd met die waarop hij recht heeft voor de aandelen en/of obligaties uitgegeven door de "C.I.W." waarop hij persoonlijk heeft ingeschreven.

Voor de aandelen en/of obligaties uitgegeven door de "C.I.W." waarop hij persoonlijk heeft ingeschreven, wordt het maximumbedrag van de stortingen die in de artikelen 4 en 5 van hetzelfde decreet worden overwogen, met het maximumbedrag zoals verminderd overeenkomstig het tweede lid gecumuleerd.

Art. 3.§ 1. De door de "C.I.W." uitgegeven obligaties genieten de gewestelijke garantie. Die garantie is integraal, onvoorwaardelijk, onherroepelijk en bij het eerste verzoek opeisbaar.

De houders van obligaties uitgegeven door de "C.I.W." of hun rechthebbenden kunnen een beroep doen op de gewestelijke garantie als aan het einde van de termijn de obligatie zoals gewaarborgd door het Gewest niet volledig is terugbetaald, ongeacht de reden van deze niet-terugbetaling.

Zodra een beroep wordt gedaan op de gewestelijke garantie overeenkomstig § 2, staat de gewestelijke garantie vast voor de begunstigde onherroepelijk. § 2. De begunstigden van de garantie delen bij ter post aangetekende brief aan het Gewest mede dat ze een beroep doen op de garantie. Die brief vermeldt het aantal obligaties en hun bedrag waarvoor een beroep wordt gedaan op de garantie en, in voorkomend geval, het verschil tussen de eventuele storting die in hun voordeel is verricht door de "C.I.W." en het gewaarborgde bedrag. Die brief moet uiterlijk binnen twee maanden nadat de begunstigde heeft kunnen vaststellen dat de obligatie zoals gewaarborgd door het Gewest niet terugbetaald is, gestuurd worden.

Na verificatie van het gebrek aan terugbetaling betaalt het Gewest de begunstigden het door hem gewaarborgde bedrag van de betrokken obligaties, dat niet door de "C.I.W." terugbetaald is.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 5.De Minister van Economie en de Minister van Begroting en Financiën zijn, elk wat hem betreft, bevoegd voor de uitvoering van dit besluit.

Namen, 23 april 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Begroting, Financiën en Uitrusting, M. DAERDEN De Minister van Economie, Tewerkstelling, Buitenlandse Handel en Patrimonium, J.-C. MARCOURT