Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 24 oktober 2013
gepubliceerd op 12 november 2013

Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van verschillende bepalingen van het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid, Deel II, Boek V, Titel XII, betreffende de machtiging tot verzorging van gehandicapte personen en betreffende de diensten die activiteiten voor gehandicapte personen organiseren

bron
waalse overheidsdienst
numac
2013206128
pub.
12/11/2013
prom.
24/10/2013
ELI
eli/besluit/2013/10/24/2013206128/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

24 OKTOBER 2013. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van verschillende bepalingen van het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid, Deel II, Boek V, Titel XII, betreffende de machtiging tot verzorging van gehandicapte personen en betreffende de diensten die activiteiten voor gehandicapte personen organiseren


De Waalse Regering, Gelet op het Decreetgevend deel van het Waalse Wetboek van Sociale actie en Gezondheid, Deel II, Boek IV;

Gelet op het Decreetgevend deel van het Waalse Wetboek van Sociale actie en Gezondheid, Deel II, Boek V, Titel XII;

Gelet op het advies van het beheerscomité van het "AWIPH" (Waals Agentschap voor de Integratie van Gehandicapte Personen), gegeven op 22 december 2011;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 18 oktober 2013;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 24 oktober 2013;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het belangrijk is zo spoedig mogelijk in een reglementair kader te voorzien om de bedragen van de toelagen te kunnen bepalen voor de diensten die onder de dekking vallen van de machtiging tot verzorging van prioritaire, door AWIPH geplaatste, gehandicapte personen in nood op te vangen of te huisvesten, alsook voor de diensten die activiteiten voor gehandicapte personen organiseren en die voor prioritaire, door AWIPH geplaatste, gehandicapte personen in nood zorgen;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Actie;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in artikel 128, § 1, ervan.

Art. 2.In het Reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid, Deel II, Boek V, Titel XII, wordt het opschrift "Machtiging tot verzorging van gehandicapte personen" vervangen als volgt : "Titel XII/1. - Machtiging tot verzorging van gehandicapte personen".

Art. 3.In hetzelfde Wetboek, Deel II, Boek V, Titel XII, wordt een Hoofdstuk V ingevoegd met de artikelen 1348/1 tot 1348/3, luidend als volgt : "Hoofdstuk V. - Verzorging van prioritaire gehandicapte personen"

Art. 1348/1.§ 1. Binnen de perken van het begrotingskrediet dat te dien einde is voorbehouden, kan een bijkomend punt voor de erkenning worden verleend voor de met naam genoemde tenlasteneming van gehandicapte personen die als prioritair en in nood worden verklaard.

Dit punt voor de erkenning geeft aanleiding tot een bijzondere toelage. § 2. Als prioritaire gehandicapte persoon wordt beschouwd de persoon die één van de volgende deficiënties vertoont : 1° hersenverweking, multiple sclerose, spina bifida, myopathie of neuropathie;2° zware geestelijke deficiëntie; 3°ernstige geestelijke deficiëntie; 4° stoornissen in de motoriek, dysmelie, poliomyelitis, skelet- en ledenmisvormingen met gepaard gaande handicap;5° stoornissen die inwerken op de ontwikkeling of gedragsstoornissen die gepaard gaan met de handicap(s);6° autisme;7° aangeboren of opgelopen hersenletsel. § 3. Om als in een noodsituatie verkerend te worden beschouwd, moet de gehandicapte persoon een van de volgende criteria vertonen : 1° het feit dat de voornaamste toeverlaat die hij in het gezin heeft, niet meer in staat is om zijn opdracht te vervullen;2° het feit dat de huidige toestand een gevaar vormt voor zijn integriteit of voor de integriteit van derden;3° het feit dat de persoon meerdere keren een uitsluitingsmaatregel is opgelegd.

Art. 1348/2.§ 1. Het tarief voor een opname in een residentiële dienst bedraagt 21.915,85 euro op jaarbasis.

Het tarief voor een opname in een opvangdienst bedraagt 16.916,45 euro op jaarbasis. § 2. De toelage van de dienst wordt verkregen door het tarief te vermenigvuldigen met het aantal dagen opname gedurende het jaar, gedeeld door 365 of 366 en dit, rekening houdend met het soort opname en met het aantal wekelijkse bezoekdagen.

Als dagen van opname worden beschouwd de dagen tussen de datum van toekenning van het punt voor de erkenning of de werkelijke datum waarop de persoon in de dienst wordt opgenomen (als deze later valt) en de datum waarop de persoon de dienst verlaat. § 3. Deze bedragen worden naar rato van de bedoelde maanden aan de schommelingen van de prijzenindex (gezondheidsindex) gekoppeld overeenkomstig de regels voorgeschreven bij de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld.

Art. 1348/3.De opvang van een prioritaire gehandicapte persoon in nood geeft aanleiding tot een aanpassing van de begeleidingsnormen rekening houdend met deze bijkomende opname.

De na te leven norm is 0,5589 VTE voor een opname in een residentiële dienst en 0,2077 VTE voor een opname in een opvangdienst.

Deze norm dient te worden vermenigvuldigd met het aantal dagen van opname gedurende het jaar, gedeeld door 365 of 366 en dit, rekening houdend met het soort opname en met het aantal wekelijkse bezoekdagen.

Onder begeleidingspersoneel wordt verstaan het opvoedend personeel en de maatschappelijke assistenten.".

Art. 4.In hetzelfde Wetboek, Deel II, Boek V, Titel XII/1, wordt een zevende afdeling ingevoegd met de artikelen 1368/1 tot 1368/6, luidend als volgt : "Afdeling 7. - Opname van prioritaire gehandicapte personen

Art. 1368/1.§ 1. Binnen de perken van het begrotingskrediet dat te dien einde is voorbehouden, kan een bijzondere toelage worden verleend voor de met naam genoemde opname van gehandicapte personen die als prioritair en in nood worden verklaard. § 2. Als prioritaire gehandicapte persoon wordt beschouwd de persoon die één van de volgende deficiënties vertoont : 1° hersenverweking, multiple sclerose, spina bifida, myopathie of neuropathie;2° zware geestelijke deficiëntie;3° ernstige geestelijke deficiëntie;4° stoornissen in de motoriek, dysmelie, poliomyelitis, skelet- en ledenmisvormingen met gepaard gaande handicap;5° stoornissen die inwerken op de ontwikkeling of gedragsstoornissen die gepaard gaan met de handicap(s);6° autisme;7° aangeboren of opgelopen hersenletsel. § 3. Om als in een noodsituatie verkerend te worden beschouwd, moet de gehandicapte persoon een van de volgende criteria vertonen : 1° het feit dat de voornaamste toeverlaat die hij in het gezin heeft, niet meer in staat is om zijn opdracht te vervullen;2° het feit dat de huidige toestand een gevaar vormt voor zijn integriteit of voor de integriteit van derden;3° het feit dat de persoon meerdere keren een uitsluitingsmaatregel is opgelegd.

Art. 1368/2.Wanneer een dienst een prioritaire gehandicapte persoon in nood opneemt, bezorgt hij, binnen drie dagen na de opname, een opvangbericht aan de administratie. De dienst beschikt over dezelfde termijn om een bericht betreffende de beëindiging van de opvang mede te delen.

Art. 1368/3.De prioritaire gehandicapte persoon in nood betaalt een forfaitair bedrag als bijdrage tot de kosten van zijn tenlasteneming.

Het bedrag van de financiële bijdrage die de dienst mag opvragen, wordt beperkt tot een dagelijks bedrag van 51,06 euro voor een opname in een residentiële dienst en 14,61 euro voor een dagopname. Voor de jongeren wordt dit bedrag beperkt tot 2/3 van de kinderbijslag, teruggebracht tot een dagelijkse basis.

Deze financiële bijdrage kan enkel worden opgevraagd voor de dagen van werkelijke aanwezigheid van de persoon op de dienst.

Art. 1368/4.§ 1. Het tarief voor een opname in een residentiële dienst bedraagt 21.915,85 euro op jaarbasis.

De prijs voor een opname in een opvangdienst bedraagt 16.916,45 euro op jaarbasis. § 2. De toelage van de dienst wordt verkregen door het tarief te vermenigvuldigen met het aantal dagen van opname gedurende het jaar, gedeeld door 365 of 366 en dit, rekening houdend met het soort opname en met het aantal wekelijkse bezoekdagen.

Als dagen van opname worden beschouwd, de dagen tussen de datum van inwerkingtreding van het verlenen van een bijzondere toelage besloten door het Beheerscomité of de werkelijke datum waarop de persoon in de dienst wordt opgenomen (als deze later valt) en de datum waarop de persoon de dienst verlaat.

Art. 1368/5.De opvang van een prioritaire gehandicapte persoon in nood geeft aanleiding tot een aanpassing van de begeleidingsnormen rekening houdend met deze bijkomende opname.

De na te leven norm is 0,5589 VTE voor een opname in een residentiële dienst en 0,2077 VTE voor een opname in een opvangdienst.

Deze norm dient te worden vermenigvuldigd met het aantal dagen van opname gedurende het jaar, gedeeld door 365 of 366 en dit, rekening houdend met het soort opname en met het aantal wekelijkse bezoekdagen.

Onder begeleidingspersoneel wordt verstaan het opvoedend personeel en de maatschappelijke assistenten.

Art. 1368/6.De bedragen bedoeld in de artikelen 1368/3 en 1368/4 worden naar rato van de bedoelde maanden aan de schommelingen van de prijzenindex (gezondheidsindex) gekoppeld overeenkomstig de regels voorgeschreven bij de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014.

Art. 6.De Minister bevoegd voor het Gehandicaptenbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 24 oktober 2013.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. E. TILLIEUX

^