Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 27 maart 2014
gepubliceerd op 09 april 2014

Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 23 januari 2014 tot erkenning van een netwerk armoedebestrijding in Wallonië

bron
waalse overheidsdienst
numac
2014202158
pub.
09/04/2014
prom.
27/03/2014
ELI
eli/besluit/2014/03/27/2014202158/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 MAART 2014. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 23 januari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/01/2014 pub. 11/02/2014 numac 2014200977 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de erkenning van een netwerk armoedebestrijding in Wallonië sluiten tot erkenning van een netwerk armoedebestrijding in Wallonië


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 23 januari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/01/2014 pub. 11/02/2014 numac 2014200977 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de erkenning van een netwerk armoedebestrijding in Wallonië sluiten betreffende de erkenning van een netwerk armoedebestrijding in Wallonië;

Gelet op het advies van de "Conseil économique et social de Wallonie" (Sociaal-Economische Raad van Wallonië), gegeven op 9 september 2013;

Gelet op het advies van de "Commission wallonne de l'Action sociale et de la Santé" (Waalse Commissie voor Sociale actie en Gezondheid), gegeven op 10 september 2013;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 februari 2014;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 13 februari 2014;

Gelet op advies van de Raad van State, gegeven op 12 maart 2014, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister-President, van de Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, van de Minister van Begroting, Financiën, Tewerkstelling, Vorming en Sport, van de Minister van Economie, K.M.O.'s, Buitenlandse Handel en Nieuwe Technologieën, van de Minister van Plaatselijke Besturen en de Stad, van de Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke kansen, van de Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit en van de Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt krachtens artikel 138 van de Grondwet een aangelegenheid bedoeld in artikel 128, § 1, ervan.

Dit besluit strekt tot de uitvoering van de bepalingen van het decreet van 23 januari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/01/2014 pub. 11/02/2014 numac 2014200977 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de erkenning van een netwerk armoedebestrijding in Wallonië sluiten betreffende de erkenning van een netwerk armoedebestrijding in Wallonië.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° decreet : het decreet van 23 januari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/01/2014 pub. 11/02/2014 numac 2014200977 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de erkenning van een netwerk armoedebestrijding in Wallonië sluiten betreffende de erkenning van een netwerk armoedebestrijding in Wallonië;2° DGO5: het Operationeel Directoraat-generaal Plaatselijke Besturen, Sociale Actie en Gezondheid;3° DiCS : de interdepartementale Directie Sociale Cohesie van het Secretariaat-generaal van de Waalse Overheidsdienst.

Art. 3.Om de voorwaarde van artikel 5, 7°, van het decreet te vervullen, beschikt het netwerk over een team minstens samengesteld uit: 1° een persoon die het algemeen secretariaat van het netwerk waarneemt;2° een persoon belast met het secretariaat en het bestuurlijk beheer;3° drie personeelsleden voor projectontwikkelingen;4° één persoon voor de communicatie.

Art. 4.De jury bedoeld in artikel 6, lid 4, van het decreet bestaat uit volgende leden : - één vertegenwoordiger van de Federatie van de O.C.M.W.'s; - één vertegenwoordiger van de Federatie van de sociale dienstencentra; - één vertegenwoordiger van DGO5; - één vertegenwoordiger van de DiCS, die het secretariaat waarneemt; - één vertegenwoordiger van het kabinet van de minister-president, belast met het voorzitterschap.

Art. 5.§ 1. De procedure voor de opschorting en de intrekking van de erkenning bedoeld in artikel 7, § 1, 1° en 2°, van het decreet is de volgende.

Wanneer de voorwaarden waarvan sprake in de artikelen 5 en 8 van het decreet niet in acht genomen worden, kan de Regering de erkenning van het netwerk opschorten.

De Regering geeft het netwerk bij aangetekend schrijven kennis van haar ontwerp-beslissing. Binnen een termijn van vijftien dagen te rekenen van de ontvangst van het aangetekend schrijven wordt het netwerk door de dienst bedoeld in artikel 12 van het decreet opgeroepen om zijn argumenten te gelde te maken.

Na afloop van die hoorzitting, opgetekend in een proces-verbaal, beslist de Regering binnen de dertig dagen of zij al dan niet de erkenning van het netwerk opschort voor een duur van drie maanden die één maal verlengbaar is bij vaststelling dat het netwerk niet-conform is.

Als het netwerk tijdens de opschortingsperiode zijn conformiteit herstelt, houdt die opschorting op uitwerking te hebben. § 2. Na afloop van de verlengde opschortingsperiode kan de Regering de erkenning van het netwerk intrekken als dat netwerk in gebreke blijft om zich te schikken naar de bepalingen van de artikelen 5 en 8 van het decreet.

De Regering stelt een voorstel tot intrekking van de erkenning van het netwerk op binnen de dertig dagen te rekenen van het verstrijken van de opschortingstermijn.

De Regering geeft het netwerk bij aangetekend schrijven kennis van haar ontwerp-beslissing. Binnen een termijn van vijftien dagen te rekenen van de ontvangst van het aangetekend schrijven wordt het netwerk door de dienst bedoeld in artikel 12 van het decreet opgeroepen om zijn argumenten te gelde te maken.

Na afloop van die hoorzitting, opgetekend in een proces-verbaal, beslist de Regering binnen de dertig dagen of zij al dan niet de erkenning van het netwerk intrekt en geeft zij kennis van haar beslissing aan het netwerk.

Art. 6.Er wordt door de diensten van de Regering vóor verlenging van de jaarlijkse subsidie nagegaan of de verantwoordingsstukken waarvan sprake in lid 2 van dit artikel haar overgemaakt zijn binnen de vereiste termijn en of elke wijziging in de statuten van het netwerk en de samenstelling van het gesubsidieerde personeel aan haar is medegedeeld.

De subsidies worden per kalenderjaar aan het netwerk toegekend indien laatstgenoemde tegen uiterlijk 31 mei volgende stukken overmaakt: 1° zijn jaarlijks activiteitenverslag (balans, acties, verantwoordingsstukken voor de aanwending van de subsidie van het voorgaande jaar);2° zijn rekeningen;3° zijn voorbegroting.

Art. 7.Het bedrag van de jaarlijkse subsidie wordt door de Regering vastgelegd, binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten.

Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast volgens de gezondheidsindex van de maand december van het voorgaande jaar, berekend op grond van 2013 = 100.

Art. 8.De personeelsuitgaven, bestemd om de personeelskosten te dekken, worden in overweging genomen ten bedrage van de weddeschalen van de paritaire commissie waaronder het netwerk valt. De subsidies voor personeelskosten dekken : 1° de brutowedde van het personeel;2° de werkgeversbijdragen in de sociale zekerheid, evenals de kosten voor het vakantiegeld, de eindejaarspremie, de andere verscheidene onkosten en de andere wettelijke en conventionele verplichtingen inzake personeel en sociaal-secretariaatsonkosten.

Art. 9.De werkingskosten worden in overweging genomen voor zover ze het netwerk in staat stellen de lopende uitgaven te dekken voor het vervullen van zijn opdrachten, met name: 1° de reiskosten en de parkeerkosten;voor zover het doel van de reis duidelijk wordt omschreven; 2° de kosten voor internet- en telefoonaansluitingen en -verkeer;3° de kosten voor kantoorbenodigdheden voor de uitvoering van de activiteiten van het netwerk;4° materiaalaankopen : voor zover het gebruik ervan in verband staat met de uitoefening van de opdrachten van het netwerk;5° de kosten voor het huren van een gebouw of een gebouwgedeelte, met inbegrip van de desbetreffende huurkosten voor zover ze voortvloeien uit een huurovereenkomst in goede en behoorlijke vorm;6° de kosten voor deelname aan colloquia of opleidingen;7° de reis- en vergaderkosten voor het tussenbeidekomen ten voordele van personen die in een toestand van armoede of verpaupering verkeren;8° de honorariakosten voor zover het doel, de datum, de periodiciteit van de bedoelde prestatie duidelijk vermeld worden;9° de kosten voor communicatie, drukwerk en verspreiding van informatiedocumenten. Voor de toepassing van 5° worden de lasten, als het gebouw dient voor andere activiteiten dan welke die door de subsidie gefinancierd worden, opgesplitst ofwel volgens de tijd die uitgetrokken wordt voor de gefinancierde activiteit ofwel volgens de daarvoor aangewende oppervlakte.

Art. 10.Naast de werkingskosten bedoeld in artikel 9 komt de aflossing van zgn. vermogensgoederen met een geraamde gebruiksduur van meer dan één jaar in aanmerking voor het voordeel van de subsidie als werkingskosten, berekend volgens deze regels: 1° 10 jaar voor het meubilair;2° 5 jaar voor het bureaumaterieel;3° 3 jaar voor de informaticasoftware. De aanvraag wordt gerechtvaardigd en voor de aankoop samen met het gekozen aanbod ingediend, op straffe van niet-inoverwegingname van de uitgave. Bij gebrek aan antwoord van de Regeringsdiensten binnen één maand van het bericht van ontvangst van de aanvraag wordt ze geacht aangenomen te zijn.

Art. 11.De jaarlijkse subsidie wordt voor het eerst in een schijf van 80 % gestort op grond van een schuldvorderingsaanvraag van de begunstigde. Het saldo van de subsidie wordt uitbetaald voor 31 oktober van het volgend jaar, op grond van de goedkeuring van het activiteitenverslag door de Regering, evenals op grond van het onderzoek van de verantwoordingsstukken door de administratie, voor zover ze verstrekt werden binnen de termijn waarvan sprake in artikel 6.

Art. 12.De dienst, bedoeld in artikel 12 van het decreet, die de begeleiding en de financiële opvolging van het netwerk waarborgt, is de DiCS.

Art. 13.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend wordt.

Art. 14.De Minister-President is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 27 maart 2014.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Minister van Begroting, Financiën, Tewerkstelling, Vorming en Sport, A. ANTOINE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Buitenlandse Handel en Nieuwe Technologieën, J.-Cl. MARCOURT De Minister van de Plaatselijke Besturen en de Stad, P. FURLAN De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. E. TILLIEUX De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY De Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, C. DI ANTONIO

^