Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 28 februari 2008
gepubliceerd op 23 april 2008

Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de rechten te betalen inzake de inschrijving van de rassen in de nationale rassencatalogi voor landbouwgewassen en groentegewassen

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2008201327
pub.
23/04/2008
prom.
28/02/2008
ELI
eli/besluit/2008/02/28/2008201327/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 FEBRUARI 2008. - Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de rechten te betalen inzake de inschrijving van de rassen in de nationale rassencatalogi voor landbouwgewassen en groentegewassen


De Waalse Regering, Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, inzonderheid op de artikel 2, § 1, 6°;

Gelet op het programmadecreet van 18 december 2003 houdende verschillende maatregelen inzake gewestelijke fiscaliteit, thesaurie en schuld, organisatie van de energiemarkten, leefmilieu, landbouw, plaatselijke en ondergeschikte besturen, erfgoed, huisvesting en ambtenarenzaken, inzonderheid op artikel 45;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 september 1982 tot bepaling van de rechten te betalen inzake de inschrijving van de rassen in de nationale rassencatalogi, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 februari 1984, 3 februari 1992 en 20 juli 2000;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 8 januari 2008 tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 augustus 2007;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 20 september 2007;

Gelet op het overleg gepleegd tussen de Gewestregeringen en de Federale overheid op 18 oktober 2007 en goedgekeurd op 8 november 2007;

Gelet op het advies nr. 43.927/4 van de Raad van State, gegeven op 9 november 2008, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "Fonds" : het "Fonds budgétaire de la qualité des produits animaux et végétaux" bedoeld in de artikelen 43 tot 48 het programmadecreet van 18 december 2003 houdende verschillende maatregelen inzake gewestelijke fiscaliteit, thesaurie en schuld, organisatie van de energiemarkten, leefmilieu, landbouw, plaatselijke en ondergeschikte besturen, erfgoed, huisvesting en ambtenarenzaken;2° "Dienst" : de Directie Productkwaliteit van het Directoraat-generaal Landbouw van het Ministerie van het Waalse Gewest;3° "Minister" : de Minister van Landbouw;4° "genetisch gewijzigd gewas" : gewas dat beantwoordt aan de definitie van een "genetisch gemodificeerd organisme" in de zin van het koninklijk besluit van 21 februari 2005 tot reglementering van de doelbewuste introductie in het leefmilieu evenals van het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten.

Art. 2.De rechten die aan het Fonds betaald moeten worden in het kader van de toepassing van het koninklijk besluit van 8 juli 2001 betreffende de nationale rassencatalogi voor landbouwgewassen en groentegewassen worden bij dit besluit bepaald voor : 1° de neerlegging van de aanvraag tot inschrijving in de nationale catalogi;2° de deelneming aan de onderzoeken van het onderscheid, de homogeniteit en de bestendigheid (OHB);3° de deelneming aan de onderzoeken van de cultuur- en gebruikswaarde (VCU);4° het behoud van de inschrijving in de nationale catalogus.

Art. 3.§ 1. De rechten verschuldigd voor de inschrijving van de rassen in de nationale rassencatalogi worden bepaald overenkomstig de bijlage bij dit besluit.

De bedragen van die rechten worden verhoogd per indexsprong van 5 % op 1 juli van het jaar dat volgt op het jaar in de loop waarvan het indexcijfer van de consumptieprijzen toeneemt met een veelvoud van 5 % t.o.v. de basisindex.

De basisindex is het indexcijfer van de consumptieprijzen in juli 2007. § 2. Om het bedrag van de rechten te bepalen worden de gewassoorten in vier klassen ingedeeld : Klasse A : maïs en suikerbiet;

Klasse B : gerst, tarwe, aardappelen, vlas, koolzaad voor oliewinning en niet-duurzame grasgewassen;

Klasse C : duurzame grasgewassen en andere duurzame landbouwgewassen;

Klasse D : landbouwgewassen die niet in de klassen A, B en C opgenomen zijn en groentegewassen. § 3. Deze rechten zijn voor rekening van de persoon die de aanvraag tot inschrijving heeft ingediend.

Art. 4.§ 1. De rechten verschuldigd voor de neerlegging van de aanvraag tot inschrijving moeten betaald worden ten laatste op de uiterste datum voorzien voor de inontvangstname van de aanvraag.

Het bedrag van het verschuldigde recht is het bedrag van kracht op de uiterste datum van ontvangst van de aanvraag van het betrokken gewas en van de betrokken vegetatieve periode.

Indien verschillende types CGW. proeven voor eenzelfde gewas voorgesteld worden, is per aangevraagd type proef een recht verschuldigd voor de neerlegging van de aanvraag tot inschrijving. § 2. In geval van intrekking van de aanvraag worden de rechten die voor de neerlegging van de aanvraag zijn betaald niet terugbetaald.

Art. 5.§ 1. De rechten verschuldigd voor de deelneming aan het onderzoek van het onderscheid, de homogeniteit en de bestendigheid (OHB) zijn verschuldigd per onderzoeksperiode, die overeenstemt met een vegetatieve periode op de datum vermeld op de door de Dienst toegestuurde betalingsnota.

Het bedrag van het verschuldigde recht is het bedrag van kracht op de uiterste datum van ontvangst van het vegetatieve reproductie- of vermenigvuldigingsmateriaal met het oog op de OHB proeven van het betrokken gewas en van de betrokken vegetatieve periode.

Als het gewas genetisch gemodificeerd is, zijn reële bijkomende kosten verschuldigd overeenkomstig de voorwaarden opgelegd aan dat type gewas. Er wordt een voorafgaande kostenraming gemaakt. § 2. Indien voor het onderzoek van de OHB een beroep gedaan wordt op een buitenlandse dienst of deskundige, is het verschuldigde bedrag het door die dienst of deskundige gefactureerde bedrag, desgevallend met inbegrip van de bijkomende kosten verschuldigd overeenkomstig de aan de genetisch gemodificeerde gewassen opgelegde voorwaarden. Het uitgevoerde onderzoek van de variëteitsidentiteit wordt desgevallend beschouwd als deel uitmakend van dat onderzoek van de OHB. In de gevallen omschreven in het eerste lid worden de overeenkomstig de bepalingen van § 1 betaalde rechten beschouwd als voorschotten en wordt de afrekening gemaakt na ontvangst van de factuur van de buitenlandse dienst of deskundige.

Art. 6.De rechten verschuldigd voor de deelneming aan het onderzoek van de cultuur- en gebruikswaarde (CGW) zijn verschuldigd per onderzoeksperiode, die overeenstemt met een vegetatieve periode op de datum vermeld op de door de Dienst toegestuurde betalingsnota.

Het bedrag van het verschuldigde recht is het bedrag van kracht op de uiterste datum van ontvangst van het vegetatieve reproductie- of vermenigvuldigingsmateriaal met het oog op de CGW proeven van het betrokken gewas en van de betrokken vegetatieve periode.

Indien verschillende types CGW. proeven voor eenzelfde gewas voorgesteld worden, is het voor CGW proeven te betalen recht per aangevraagd type verschuldigd.

Wanneer een bijkomende CGW proef bovenop de basisproef gewenst wordt, ongeacht of het proefprotocol voor het beschouwde gewas al dan niet voorziet in die bijkomende CGW proef, wordt het bedrag van het recht voor de CGW-proef verhoogd met 20 % .

Wanneer een bijkomende analyse gevraagd wordt bovenop de basisanalyses waarin het proefprotocol voor het beschouwde gewas voorziet, ongeacht of het proefprotocol voor het beschouwde gewas al dan niet in die bijkomende analyse voorziet, is de reële kostprijs van die analyse verschuldigd.

Als het gewas genetisch gemodificeerd is, zijn de reële bijkomende kosten verschuldigd overeenkomstig de voorwaarden opgelegd aan dat type gewas. Er wordt een voorafgaande kostenraming gemaakt

Art. 7.§ 1. De gewassen waarvoor de betalingen niet verricht worden vóór de data bedoeld in de artikelen 4, 5 en 6 nemen niet deel aan de proeven of het resultaat van de proeven wordt niet in aanmerking genomen en de aanvraag wordt beschouwd als zijnde ingetrokken. § 2. Als de aanvraag ingetrokken wordt, worden de met het oog op het onderzoek van het gewas betaalde rechten slechts terugbetaald als de begindatum van de onderzoeksperiode voor het beschouwde gewas niet overschreden is op de datum waarop de aanvraag wordt ingetrokken.

Onder begindatum van een onderzoeksperiode wordt verstaan de grensdatum waarop het materiaal van de vegetatieve reproductie of vermenigvuldiging in ontvangst genomen wordt door de dienst die met onderzoek belast wordt.

Art. 8.§ 1. Vanaf het begin van het kalenderjaar dat volgt op het jaar in de loop waarvan een gewas in een nationaal rassencatalogus is ingeschreven, is een jaarlijks recht voor het behoud van de inschrijving verschuldigd per periode van twaalf maanden die ingaat op 1 januari.

Het bedrag van het verschuldigde jaarlijks recht is het bedrag van kracht op 1 januari van het beschouwde jaar.

Dat jaarlijks recht wordt jaarlijks betaald in de loop van het eerste kwartaal of uiterlijk op de datum vermeld op het betalingsbericht indien die datum na 31 maart van het beschouwde jaar valt. § 2. Als het jaarlijks recht niet betaald wordt binnen de termijn bedoeld in § 1, wordt de toelating van het gewas in de nationale rassencatalogus geschorst op 1 januari van het beschouwde jaar en wordt het gewas niet opgenomen bij de volgende bekendmaking van de nationale rassencatalogus.

Art. 9.De overeenkomstig de artikelen 5 en 6 van dit besluit gefactureerde bedragen zijn verschuldigd binnen dertig dagen na verzending van de factuur per gewone post, behalve als een andere termijn op de factuur vermeld wordt.

Als de factuur niet betaald is op de vervaldatum, wordt een eerste herinneringsbrief per gewone post toegestuurd. Als het bedrag niet betaald is binnen dertig dagen na de eerste herinnering, wordt een tweede herinneringsbrief met aanmaning toegestuurd bij aangetekend schrijven of door elk ander middel dat de verzending bevestigt. De verzending van een tweede herinneringsbrief heeft automatisch een verhoging van 50 euro van het aanvankelijk verschuldigde bedrag tot gevolg om de administratieve beheerskosten te dekken.

Onverminderd de toepassing van de bepalingen van artikel 48 van het programma-decreet van 18 december 2003, kunnen vanaf de dag van de verzending van de eerste herinneringsbrief wettelijke intresten opgeëist worden voor elke betaling die verricht wordt binnen dertig dagen na de verzending van de tweede herinneringsbrief.

Art. 10.De overtredingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 47 en 48 van het programmadecreet van 18 december 2003 houdende verschillende maatregelen inzake gewestelijke fiscaliteit, thesaurie en schuld, organisatie van de energiemarkten, leefmilieu, landbouw, plaatselijke en ondergeschikte besturen, erfgoed, huisvesting en ambtenarenzaken.

Art. 11.Het koninklijk besluit van 24 september 1982 tot bepaling van de rechten te betalen inzake de inschrijving van de rassen in de nationale rassencatalogi, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 februari 1984, 3 februari 1992 en 20 juli 2000 wordt opgeheven.

Art. 12.Dit besluit treedt in werking op 1 december 2007.

Art. 13.De Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 28 februari 2008.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

BIJLAGE RECHTEN (IN EURO) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 28 februari 2008 tot bepaling van de rechten te betalen inzake de inschrijving van de rassen in de nationale rassencatalogi voor landbouwgewassen en groentegewassen.

Namen, 28 februari 2008.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

^