Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 28 februari 2013
gepubliceerd op 02 april 2013

Besluit van de Waalse Regering betreffende de toekenning van toelagen door het Waalse Gewest voor de uitvoering van stadsvernieuwingsoperaties

bron
waalse overheidsdienst
numac
2013201860
pub.
02/04/2013
prom.
28/02/2013
ELI
eli/besluit/2013/02/28/2013201860/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 FEBRUARI 2013. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de toekenning van toelagen door het Waalse Gewest voor de uitvoering van stadsvernieuwingsoperaties


De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie, inzonderheid op de artikelen 173,174, 184, gewijzigd bij de decreten van 6 mei 1999 en 23 januari 2006;

Gelet op het ministerieel besluit van 23 mei 1995 houdende uitvoering van artikel 4 van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 6 december 1985 betreffende de toekenning van toelagen door het Gewest voor de uitvoering van stadsvernieuwingsoperaties, zoals gewijzigd bij de besluiten van 15 januari 1987, 4 november 1993 en 7 juli 1994;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 23/09/2004 pub. 21/10/2004 numac 2004203204 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende de toekenning van toelagen door het Gewest voor het uitvoeren van stadsvernieuwingsoperaties sluiten betreffende de toekenning van toelagen door het Gewest voor het uitvoeren van stadsvernieuwingsoperaties;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 september 2011;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 28 februari 2013;

Gelet op het advies van de "Commission régionale d'Aménagement du Territoire" (Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening), gegeven op 14 juni 2012;

Gelet op het advies 52.428/4 van de Raad van State, gegeven op 17 december 2012, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Op de voordracht van de Minister van de Plaatselijke Besturen en de Stad;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Afdeling 1. - Dossier betreffende de stadsvernieuwing en de

gemeentelijke commissie voor stadsvernieuwing

Artikel 1.De gemeente die om de toekenning van toelagen verzoekt om een stadsvernieuwingsoperatie te verrichten, dient bij de Waalse Overheidsdienst, Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Erfgoed en Energie, hierna het Bestuur genoemd, een stadsvernieuwingsdossier in, waarvan de inhoud, die minstens de algemene gegevens, een verzameling van objectieve gegevens, een verzameling van subjectieve gegevens, het stadsvernieuwingsproject en stukken m.b.t. de financiering van de verrichting omvat, bepaald wordt bij een ministerieel besluit goedgekeurd door de Minister bevoegd voor stadsvernieuwing, hierna de Minister genoemd.

Voor het opmaken van het stadvernieuwingsdossier wijst de gemeenteraad de volgende personen aan : 1° als projectontwerper, een ploeg van privaat- of publiekrechtelijke natuurlijke of rechtspersonen die minstens stedenbouwkundige, historische, geografische, economische en sociologische competenties heeft en die zijn ervaring inzake het opmaken van een stadvernieuwingsdossier kan aantonen;2° de leden van de gemeentelijke adviescommissie voor ruimtelijke ordening en mobiliteit of, bij gebrek, de plaatselijke commissie voor stadsvernieuwing en de afgevaardigden van de buurtbewoners van de plaats waar de vernieuwing moet plaatsvinden, die de gemeentelijke commissie voor stadsvernieuwing waarvan hij de samenstelling en het huishoudelijk reglement bepaalt, zullen samenstellen. Het Bestuur bericht ontvangst van het stadsvernieuwingsdossier binnen vijftien dagen na de zending ervan door de gemeente.

Art. 2.De Minister bepaalt het bedrag van de toelage en de uitvoeringsmodaliteiten die bestemd zijn voor de opmaking van het stadsvernieuwingsdossier op grond van de beslissing tot gunning van de overheidsopdracht voor aanneming van diensten betreffende de aanwijzing van de projectontwerper.

Het percentage van de toelage betreffende het stadsvernieuwingsdossier wordt bepaald op zestig procent van het bedrag van de overheidsopdracht voor aanneming van diensten betreffende de aanwijzing van de projectontwerper waarvan sprake in artikel 1, tweede lid, 1°.

Art. 3.De Minister keurt de aanwijzing van de in artikel 1, tweede lid, 2°, bedoelde plaatselijke commissie voor stadsvernieuwing, de samenstelling en het huishoudelijk reglement ervan goed. Afdeling 2. - Erkenning en duur van de stadsvernieuwingsoperatie

Art. 4.Het Bestuur zendt per aangetekend schrijven met bericht van ontvangst het stadvernieuwingsdossier aan de Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening, hierna de "Gewestelijke commissie" genoemd, die haar advies binnen vijfenveertig dagen uitbrengt. De termijn wordt tussen 16 juli en 15 augustus geschorst; na afloop van die termijn wordt het advies geacht gunstig te zijn.

Art. 5.De Waalse Regering keurt de omtrek en het stadsvernieuwingsdossier en de desbetreffende begroting goed.

De erkenning van de operatie en van de volledige uitvoering ervan heeft betrekking op een maximale duur van vijftien jaar. HOOFDSTUK II. - Toelagen van de stadsvernieuwingsoperatie

Art. 6.Tijdens de duur van de operatie en voor 15 december van elk jaar moet het Bestuur de aanvragen om toelagen gegrond op een aankoopdossier (lijst van de goederen met schatting) of een voorontwerp gekregen hebben van de gemeente die toelagen aanvraagt in het kader van haar stadsvernieuwingsoperatie. Gemotiveerde aanvragen kunnen later ingediend worden indien omstandigheden het rechtvaardigen.

Het Bestuur bericht ontvangst van elke aanvraag binnen vijftien dagen na de indiening ervan bij het Bestuur.

De inhoud van de voorontwerpdossiers wordt door de Minister bepaald. Afdeling 1. - Toelagen betreffende de aankoop van onroerende goederen

Art. 7.De Minister bepaalt het bedrag van de toelage betreffende elke aankoop van onroerende goederen op grond van de schatting van de ontvanger der registratie, van het aankoopcomité, van een notaris, van een landmeter-deskundige opgenomen in de tabel opgesteld door de Federale Raad van landmeters-experten of van een architect ingeschreven bij de Orde der Architecten.

Bij gerechtelijke onteigening wordt de toelage berekend op grond van het oordeel tot bepaling van het bedrag van de toelagen.

Het geheel van de kosten ten laste van de gemeente die uitdrukkelijk zijn vermeld in het oordeel en met uitzondering van de kosten van de hypothecaire inschrijving en van de erelonen van advocaten worden in aanmerking genomen.

De aankopen vermeld in het stadsvernieuwingsdossier die ten vroegste op de in artikel 5 bedoelde erkenningsdatum zijn verricht, kunnen het voorwerp uitmaken van een toelage.

Art. 8.Het bedrag van de toelage betreffende de aankopen bedraagt : 1° tachtig procent wanneer de aankoop de rehabilitatie of de bouw van woningen, van in de woningen ingebouwde garages, op basis van maximum één plaats per woning, of de aanleg of de verbetering van groengebieden of gezelligheidsruimtes mogelijk maakt;2° zestig procent wanneer de aankoop de oprichting of de verbetering van gezamenlijke uitrustingen, met uitzondering van de gezelligheidsruimtes, de rehabilitatie of de bouw van andere dan in 1° bedoelde garages, van de nabijheidsinfrastructuur alsmede van de oppervlakten van de gebouwen bestemd voor handels- en dienstenactiviteiten, waarvan de handelsoppervlakte kleiner is dan 250 m2 en waarvan de verdiepingen uitsluitend voor de huisvesting bestemd zijn, mogelijk maakt;die gebouwen zijn gelegen in handelsgebieden die met een onttrekkingsprobleem voor de woningen in de verdiepingen worden geconfronteerd. Afdeling 2. - Toelagen betreffende de uitvoering van werken

Art. 9.Op grond van de in artikel 6 bedoelde voorontwerpdossiers bepaalt de Minister het voorlopige bedrag van de toelage die nodig is voor de uitvoering van de werken.

Bij de kennisgeving van de toelage en met het oog op de uitwerking van het project kan het Bestuur om bijkomende gegevens of wijzigingen in het voorontwerpdossiers verzoeken.

De gemeente zendt de documenten m.b.t. het project van de werken, waarvan de inhoud door de Minister wordt bepaald, bij aangetekend schrijven en uiterlijk binnen twaalf maanden na de zending van de kennisgeving van het subsidiëringsbesluit. Indien die termijn niet wordt nageleefd, kan de begunstigde van de toelage niet meer aanspraak maken op de toelage.

Op grond van een met redenen omklede aanvraag van de gemeente kan het Bestuur een bijkomende termijn van maximum zes maanden toekennen aan de gemeente om haar dossier m.b.t. het ontwerp van de werken in te dienen.

De voorlopige opleveringen worden toegekend op grond van de instemming van het Bestuur dat schriftelijk daarvan op de hoogte wordt gesteld, en binnen een minimale termijn van vijftien dagen na de datum waarop de vergadering ter plaatse wordt georganiseerd.

De Minister bepaalt het definitieve bedrag van de voor de uitvoering van de werken nodige toelage op grond van de eindafrekening met een plafond vastgesteld op honderdtien procent van het bedrag van het aanbod gekozen aan het einde van de overheidsopdracht vermeerderd met een te rechtvaardigen forfaitair bedrag gelijk aan vijf procent van het bedrag van het aanbod gekozen aan het einde van de overheidsopdracht om de onderzoeks-, coördinatie- en toezichtkosten ten laste te nemen.

Art. 10.Het bedrag van de toelage betreffende de werken bedraagt : 1° 80 % met het oog op de rehabilitatie of de bouw van woningen, van in de woningen geïntegreerde garages, op basis van maximum één plaats per woning, of op de aanleg of de verbetering van groengebieden of gezelligheidsgebieden;2° zestig procent met het oog op de oprichting of de verbetering van gezamenlijke uitrustingen, met uitzondering van de gezelligheidsgebieden, de rehabilitatie of de bouw van andere dan in 1° bedoelde garages, van de nabijheidsinfrastructuur alsmede van de oppervlakten van de gebouwen bestemd voor handels- en dienstenactiviteiten, waarvan de handelsoppervlakte kleiner is dan 250 m2 en waarvan de verdiepingen uitsluitend voor de huisvesting bestemd zijn;die gebouwen zijn gelegen in handelsgebieden die met een leegstandsprobleem voor de woningen in de verdiepingen worden geconfronteerd.

Voor de toepassing van de artikelen 8 en 10 wordt verstaan onder : 1° "gezamenlijke uitrustingen" : de volgende ruimten, met inbegrip van de openbare bebakening, de riolering, de rechtverkrijgenden, het straatmeubilair, de elementen van stedelijke kunst en de openbare verlichting : a) de wegen;b) de trottoirs;c) de fietspaden;d) de voetgangersbruggen;e) de plaatsen;f) de openbare openruimten, met inbegrip van de minimale uitrusting die nodig is voor het gebruik ervan, bestemd voor ontmoetings- of recreatiedoeleinden;g) de verbindingstunnels voorbehouden aan traag verkeer;h) de oppervlakteparkings geïntegreerd in de openbare ruimte;2° "groengebieden" : de squares, de parken en tuinen die voor het publiek toegankelijk zijn en waarin het plantaardige element overheerst;3° "gezelligheidsruimtes" : de plaatsen en openbare open ruimtes bestemd voor ontmoetings- en recreatiedoeleinden voorbehouden aan de zachte vervoersmodi en waarvan de inrichting in het bijzonder kwaliteitsvol is;4° "garages" : de garages bestemd voor de inwoners van de stadsvernieuwingsomtrek;5° "nabijheidsinfrastructuur" : gebouw dat ter beschikking wordt gesteld van de bevolking van de omtrek zodat de sociale cohesie en het gezamenlijke leven op plaatselijk niveau worden bevorderd. In de bevoorrechte initiatiefgebieden bedoeld in artikel 174, § 2, 2° en 3°, van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie worden de in de artikelen 8 en 10 bedoelde percentages op negentig procent gebracht voor de aankopen en werken met het oog op de rehabilitatie of de bouw van woningen, van in de woningen geïntegreerde garages, op basis van maximum één plaats per woning, of de aanleg of de verbetering van groengebieden, van de nabijheidsinfrastructuur of van gezelligheidsgebieden. Afdeling 3. - Toelagen betreffende de indienstneming, de handhaving en

de opdrachten van een adviesgever inzake stadsvernieuwing

Art. 11.Te rekenen van de in artikel 1, tweede lid, 1°, bedoelde aanwijzing van de ontwerper kan de Minister een jaarlijkse terugkerende toelage van vijfentwintigduizend euro toekennen aan de gemeente die dat bij het Bestuur aanvraagt, voor de indienstneming en de handhaving van een raadsheer inzake stadsvernieuwing aangesteld voor de hulpopdrachten die nodig zijn voor de gemeente voor de erkenning en het beheer van de stadsvernieuwingsoperatie.

Bij opheffing van het erkenningsbesluit bedoeld in artikel 5 kan de gemeente niet meer aanspraak maken op de toelage. Afdeling 4. - Uitbetalingen van de toelagen

Art. 12.Voor de aankopen wordt de toelage uitbetaald op vertoon van een afschrift van de authentieke akte van aankoop of, bij onteigening, op vertoon van het oordeel tot bepaling van het bedrag van de toelage.

Die documenten worden binnen zes maanden na de ondertekening van de akte of van het oordeel voorgedragen; indien die termijn niet wordt nageleefd, kan de begunstigde van de toelage niet meer aanspraak maken op de toelage.

Art. 13.Voor de werken en de onderzoeks-, coördinatie- en toezichtkosten bedoeld in artikel 9, zesde lid, wordt de toelage uitbetaald volgens de volgende bepalingen : 1° een eerste schijf van twintig procent van het in artikel 9, eerste lid, bedoelde voorlopige bedrag kan uitbetaald worden op grond van het bevel om de werken aan te vatten;2° drie schijven van twintig percent van het in artikel 9, eerste lid, bedoelde voorlopige bedrag kunnen uitbetaald worden op grond van door de gemeente goedgekeurde staten van vordering van de werken die het gebruik van de vorige schijven aantonen;3° het saldo van het in artikel 9, eerste lid, bedoelde voorlopige bedrag wordt uitbetaald na instemming van het Bestuur met de eindafrekening, het proces-verbaal van de voorlopige oplevering van de werken en op grond van de facturen van de ontwerper.Die documenten worden binnen zes maanden na de voorlopige oplevering voorgedragen; indien die termijn niet wordt nageleefd, wordt de begunstigde van de toelage automatisch ontzet uit zijn recht op het nog niet uitbetaalde saldo van de toelage; 4° het in artikel 9, zesde lid, bedoelde definitieve bedrag wordt uitbetaald na ontvangst door het Bestuur van de voor die uitbetaling nodige documenten.

Art. 14.Voor de raadsheer inzake stadsvernieuwing wordt de toelage jaarlijks uitbetaald op grond van een verslag dat zijn werk in het kader van de stadsvernieuwingsoperatie rechtvaardigt.

De notulen van de vergaderingen van de gewestelijke commissie voor stadsvernieuwing zullen erbij gevoegd worden. HOOFDSTUK III. - Rechten en verplichtingen van de gemeente Afdeling 1. - Verslagen over de vorderingsstaat van de

stadsvernieuwingsoperatie

Art. 15.Tijdens de duur van de stadsvernieuwingsoperatie maakt de gemeente twee verslagen over de vorderingsstaat van de operatie op. Ze stuurt ze aan het Bestuur en aan de gewestelijke commissie.

In het kader van de opvolging van haar stadsvernieuwingsoperatie en met name bij de opmaking van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde verslagen wordt de in artikel 1, tweede lid, 2°, bedoelde gewestelijke commissie voor stadsvernieuwing door de gemeente erbij betrokken.

Het eerste verslag wordt bij aangetekend schrijven gezonden na een maximale termijn van vier jaar en zes maanden na de kennisgeving van het erkenningsbesluit bedoeld in artikel 5. Het tweede verslag wordt bij aangetekend schrijven gezonden na een maximale termijn van negen jaar en zes maanden na de kennisgeving van het erkenningsbesluit De verslagen kunnen een verzoek om bijwerking van het stadsvernieuwingsdossier omvatten.

De bijwerking kan slechts op één wijziging van het bevel tot uitvoering van de ontwerpen bedoeld in het stadsvernieuwingsdossier slaan.

Het Bestuur bericht ontvangst van elk verslag binnen vijftien dagen na de zending ervan door de gemeente.

Art. 16.Op grond van de in artikel 15 bedoelde verslagen beoordeelt het Bestuur de operatie, de naleving van de artikelen 1, tweede lid, 2°, en 17 tot 22, de naleving van de termijnen, het bereiken van de in het dossier bedoelde doelstellingen en de relevantie van de bijwerking. In geval van positieve beoordeling deelt het Bestuur de beslissing tot voortzetting aan de gemeente mee. In geval van negatieve beoordeling of indien de verslagen niet binnen de in artikel 15 bedoelde termijn zijn overgemaakt, heft de Waalse Regering het in artikel 5 bedoelde erkenningsbesluit op. Indien de gemeente geen beslissing binnen het jaar na de ontvangstdatum van de in artikel 15 bedoelde verslagen krijgt, kan de operatie voortgezet worden.

Bij voortzetting van de operatie kan de gemeente aanvragen om toelagen overeenkomstig artikel 6 blijven indienen.

Het opheffingsbesluit wordt na raadpleging van de Gewestelijke commissie genomen, die haar advies binnen vijfenveertig dagen na ontvangst van het dossier formuleert, zoniet wordt het geacht gunstig te zijn; van 16 juli tot 15 augustus is de termijn opgeschort.

Bij opheffing vóór de in artikel 5, tweede lid, bedoelde periode van vijftien jaar en met inachtneming van de in artikel 5, tweede lid, bepaalde maximale duur van vijftien jaar beschikt de gemeente over twee jaar om de ontwerpen die het voorwerp hebben uitgemaakt van een subsidiëringsbesluit, uit te voeren en om de documenten die de uitbetaling van de desbetreffende subsidies mogelijk maken, in te dienen. Zoniet kan de gemeente niet meer aanspraak maken op de subsidies.

Na afloop van de periode van vijftien jaar die bepaald is in artikel 5, tweede lid, kan de gemeente niet meer aanspraak maken op de subsidies waarvoor ze vóór die vervaldatum de documenten die de uitbetaling van de desbetreffende subsidies mogelijk maken, niet ingediend heeft. Afdeling 2. - Permanente inventaris van de onroerende goederen, van de

bewarende maatregelen en van de bestemming van de ontwerpen

Art. 17.Tijdens de duur van de stadsvernieuwingoperatie die met vijftien jaar vermeerderd wordt, houdt de gemeente een permanente inventaris van de onroerende goederen die in het kader van de stadsvernieuwingsoperatie zijn aangekocht of afgestaan. Ze worden aangeduid door hun kadastrale referenties en worden tegen de aankoop- en verkoopprijs in rekening gebracht. De aankoopwaarden worden aangepast telkens als nieuwe elementen van dien aard zijn dat ze laatstgenoemden beïnvloeden. Die inventaris wordt bij de in aritkel 15 bedoelde verslagen gevoegd.

Art. 18.De gemeente treftt elke bewarende maatregel ten opzichte van de te rehabiliteren onroerende goederen.

Art. 19.Tijdens vijftien jaar na de voorlopige oplevering van de werken of na de aankoopakte van het betrokken goed vrijwaart de gemeente de bestemming van de projecten, die in het kader van een stadsvernieuwinsoperatie in aanmerking zijn genomen voor toelagen.

In afwijking van het eerste lid kan de Minister de wijziging van de bestemming toelaten voor zover de nieuwe bestemming de opties van het goedgekeurde stadsvernieuwingsdossier naleeft. Afdeling 3. - Verlening van de rechten, terugbetaling en herbestemming

Art. 20.Tijdens dezelfde duur als die bedoeld in artikel 19, eerste lid, kan de gemeente huurrechten en gesplitste zakelijke rechten van de eigendom op de aangekochte, herbestemde of gebouwde onroerende goederen die in aanmerking zijn gekomen voor stadsvernieuwingstoelagen, verlenen voor zover de ontwerpovereenkomst tot verlening van de rechten goedgekeurd is door de Minister. Bij gebrek aan goedkeuring binnen twee maanden na de indiening bij het Bestuur van de goedkeuringsaanvraag door de gemeente, wordt het ontwerp van de overeenkomst geacht goedgekeurd te zijn.

De overeenkomst tot verlening van de rechten omvat de volgende bepalingen : 1° bij verhuur of vestiging van gesplitste zakelijke rechten worden de huurprijzen en de prijzen bepaald overeenkomstig de waarden vastgesteld op de markt op grond van het advies van de ontvanger der registratie, van het aankoopcomité, van een notaris, van een landmeter-deskundige opgenomen in de tabel opgesteld door de Federale Raad van landmeters-experten of van een architect ingeschreven bij de Orde der Architecten;2° bij verhuur van een woning die dankzij stadsvernieuwingstoelagen uitgevoerd is, wordt de huurprijs bepaald overeenkomstig de reglementering betreffende het verhuren van de woningen beheerd door de "Société wallonne du Logement" (Waalse Huisvestingsmaatschappij) of door de door haar erkende maatschappijen of overeenkomstig de bepalingen die overeenkomstig de Waalse Huivestingscode zijn genomen.

Art. 21.Tijdens dezelfde duur als die bedoeld in artikel 19, eerste lid, betaalt de gemeente het geheel of een gedeelte van de toelage terug in geval van : 1° inning van premies of toelagen toegekend door andere departementen of overheden overeenkomstig andere verbintenissen of voorschriften, met uitzondering van de Europese hulpen en dit, ten belope van de voor hetzelfde doel geïnde sommen;2° wijziging van de bestemming of van het gebruik van de projecten die in aanmerking zijn gekomen voor stadsvernieuwingstoelagen ten belope van de wijziging van het subsidiepercentage en van het percentage van de gewijzigde oppervlakte;3° verkoop van een goed dat in aanmerking gekomen is voor stadsvernieuwingstoelagen, en dit, in een verhouding gelijk aan het percentage van de geïnde subsidiëring en naar gelang van de verkoopwaarde van het goed zoals vastgesteld op het moment van de verkoop door de ontvanger der registratie, van het aankoopcomité, van een notaris, van een landmeter-deskundige opgenomen in de tabel opgesteld door de Federale Raad van landmeters-experten of van een architect ingeschreven bij de Orde der Architecten. In afwijking van artikel 21, eerste lid, 3°, is geen terugbetaling verschuldigd door de gemeente indien de verkoop van een goed dat in aanmerking gekomen is voor stadsvernieuwingstoelagen, na een duur van tien jaar berekend te rekenen van de voorlopige oplevering van de werken of, bij gebrek, van de aankoopakte van het betrokken goed en ten gunste van de gebruiker van het goed met uitzondering van degene die het zonder titel noch recht bewoont, plaatsvindt.

Art. 22.Tijdens de duur van de stadsvernieuwingsoperatie kan de gemeente de opbrengst van de verkoop van een goed dat in aanmerking gekomen is voor stadsvernieuwingstoelagen herbestemmen, en dit, in een verhouding gelijk aan het percentage van de geïnde subsidiëring en naar gelang van de verkoopwaarde van het goed zoals vastgesteld op het moment van de verkoop door de ontvanger der registratie, van het aankoopcomité, van een notaris, van een landmeter-deskundige opgenomen in de tabel opgesteld door de Federale Raad van landmeters-experten of van een architect ingeschreven bij de Orde der Architecten.

De herbestemming maakt het voorwerp uit van een overeenkomst tussen het Gewest en de gemeente die opgemaakt is op grond van het voorontwerpdossier bedoeld in artikel 6. De werken en de toelagenpercentages zijn welke die bedoeld zijn in artikel 10.

Binnen twee jaar na de herbestemmingsovereenkomst voert de gemeente de projecten uit die het voorwerp hebben uitgemaakt van een herbestemming, en stuurt de documenten die het gebruik van het herbestemde bedrag bevestigen. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 23.Opgeheven worden : 1° het ministerieel besluit van 23 mei 1995 houdende uitvoering van artikel 4 van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 6 december 1985 betreffende de toekenning van toelagen door het Gewest voor de uitvoering van stadsvernieuwingsoperaties, zoals gewijzigd bij de besluiten van 15 januari 1987, 4 november 1993 en 7 juli 1994;2° het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 23/09/2004 pub. 21/10/2004 numac 2004203204 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende de toekenning van toelagen door het Gewest voor het uitvoeren van stadsvernieuwingsoperaties sluiten betreffende de toekenning van toelagen door het Gewest voor het uitvoeren van stadsvernieuwingsoperaties.

Art. 24.Overgangsbepalingen voor de stadsvernieuwingsoperaties waarvan de erkenning een duur van negen jaar te rekenen van de inwerkingtreding van dit besluit heeft bereikt of overschreden. § 1. De gemeente beschikt over een termijn van zes jaar om de onderzoeken uit te voeren, de goederen aan te kopen en de projecten die het voorwerp van een goedgekeurde overeenkomst of toelagebesluit hebben uitgemaakt, uit te voeren en om de documenten die de uitbetaling van de desbetreffende subsidies mogelijk maken, in te dienen. Zoniet kan de gemeente niet meer aanspraak maken op de nog niet-uitbetaalde subsidies betreffende de bovenvermelde onderzoeken, aankopen of projecten.

De grondslag, de percentages en de berekening van de toelagen blijven degene die bepaald zijn overeenkomstig de reglementering die op de datum van de toekenning van de toelage van kracht was.

Het in de overeenkomst of in het subsidiëringsbesluit bedoelde bedrag kan herzien worden op grond van de gunningsresultaten, van de eindafrekening of van het bedrag van de aankoop.

Het bedrag van de aankoop wordt beperkt op de schatting van de ontvanger der registratie, van het aankoopcomité, van een notaris, van een landmeter-deskundige opgenomen in de tabel opgesteld door de Federale Raad van landmeters-experten of van een architect ingeschreven bij de Orde der Architecten.

Bij gerechtelijke onteigening wordt de toelage berekend op grond van het oordeel tot bepaling van het bedrag van de toelagen.

Het geheel van de kosten ten laste van de gemeente die uitdrukkelijk zijn vermeld in het oordeel en met uitzondering van de kosten van de hypothecaire inschrijving en van de erelonen van advocaten wordt in aanmerking genomen.

Indien een bijkomend bedrag nodig is, wordt het berekend op grond van de in dit besluit toepasselijke percentages. § 2.De gemeente beschikt over een termijn van 6 jaar om één of verschillende toelagen die overeenkomstig artikel 6 worden toegekend, aan te vragen.

Die toelagen moeten uitgevoerd zijn en de documenten die de uitbetaling van de desbetreffende subsidies mogelijk maken, moeten binnen de termijn van zes jaar ingediend worden, zoniet verliest de gemeente het recht om aanspraak te kunnen maken op de desbetreffende nog niet uitbetaalde subsidies. § 3. Aan het einde van die termijn van 6 jaar wordt de operatie automatisch opgeheven en wordt de gemeente vrijgesteld van haar verplichtingen behalve wat betreft de in de artikelen 20 tot 22 bedoelde verplichtingen. § 4. Aan het einde van die termijn van 6 jaar en wanneer een operatie het voorwerp heeft gemaakt van een herbestemmingsovereenkomst waarvan het doel niet bepaald is, betaalt de gemeente de bedragen terug die nog niet voor een bepaald doel worden gebruikt.

Art. 25.Overgangsbepalingen voor de stadsvernieuwingsoperaties waarvan de erkenning een duur van negen jaar te rekenen van de inwerkingtreding van dit besluit nog niet heeft bereikt.

Die operaties worden geacht erkend te zijn voor een duur van vijftien jaar.

Wat betreft de projecten die het voorwerp hebben uitgemaakt van een goedgekeurde overeenkomst of subsidiëringsbesluit blijven de grondslag, de percentages en de berekening van de toelagen degene die bepaald zijn overeenkomstig de reglementering die op de datum van de toekenning van de toelage van kracht was. De in de overeenkomst of in het subsidiëringsbesluit bedoelde termijnen blijven van toepassing.

Wat betreft de projecten die niet onderworpen worden aan artikel 25, derde lid, wordt de gemeente onderworpen aan de voorschriften van dit besluit.

Aan het einde van de termijn van vijftien jaar moeten alle documenten die de uitbetaling van de subsidies mogelijk maken, ingediend zijn, zoniet verliest de gemeente het recht om aanspraak te kunnen maken op de desbetreffende nog niet uitbetaalde subsidies.

Aan het einde van die termijn van vijfiten jaar wordt de operatie automatisch opgeheven en wordt de gemeente vrijgesteld van haar verplichtingen behalve die bedoeld in de artikelen 20 tot 22.

Art. 26.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2013.

Art. 27.De Minister bevoegd voor Stadsvernieuwing is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 28 februari 2013.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van de Lokale Besturen en de Stad, P. FURLAN

^