Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 28 februari 2019
gepubliceerd op 17 mei 2019

Besluit van de Waalse Regering tot herziening van het gewestplan Charleroi , tot aanneming van het ontwerpplan met het oog op de opneming van een gemengde bedrijfsruimte op het grondgebied van de gemeente Charleroi, evenals van de ontwerp-inhoud van het milieueffectrapport

bron
waalse overheidsdienst
numac
2019030484
pub.
17/05/2019
prom.
28/02/2019
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 FEBRUARI 2019. - Besluit van de Waalse Regering tot herziening van het gewestplan Charleroi (blad 46/8), tot aanneming van het ontwerpplan met het oog op de opneming van een gemengde bedrijfsruimte op het grondgebied van de gemeente Charleroi, evenals van de ontwerp-inhoud van het milieueffectrapport


De Waalse Regering, Gelet op het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling, op de artikelen D.I.1, D.II.20 tot 23, D.II.28 tot 30, D.II.44 tot 45, D.II.48 tot 50, D.II.63, D.VIII.1 tot 2, D.VIII.4 tot 5, D.VIII.7, D.VIII.9, D.VIII.14 tot 15, D.VIII.17 tot 22, D.VIII.24, D.VIII.28 tot 33, D.VIII.35 tot 37 ;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 september 1979 tot opstelling van het gewestplan van Charleroi en de latere herzieningen ervan;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 28 juli 2017 tot vastlegging van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 3 augustus 2017 houdende regeling van de werking van de Waalse Regering;

Gelet op het ruimtelijk ontwikkelingsplan goedgekeurd door de Waalse Regering op 27 mei 1999;

Uiteenzetting van de aanvraag Overwegende dat de "SPRL BSAP", hierna "de aanvrager" genoemd, bij de Waalse Regering een aanvraag heeft ingediend die voornamelijk betrekking heeft op de opneming van een gemengde bedrijfsruimte, overeenkomstig artikel D.II.48 van het Wetboek;

Overwegende dat de aanvraag gebaseerd is op een basisdossier dat de in artikel D.II.44, lid 1, 1° tot en met 7° vermelde elementen bevat;

Overwegende dat uit het dossier blijkt dat de aanvraag betrekking heeft op de wijziging van de bestemming van een industriële bedrijfsruimte van 7,29 hectare en, bijkomstig, van een openbaar dienstverlenings- en gemeenschappelijk uitrustingsgebied van 0,53 hectare, in een gemengde bedrijfsruimte over een oppervlakte van 7,82 hectare;

Overwegende dat het hoofddoel van de aanvraag erin bestaat te zorgen voor de vestiging van nieuwe economische activiteiten waarvan de kenmerken overeenkomen met de criteria van de gemengde bedrijfsruimte in de zin van artikel D.II.29 van het Wetboek, in functie van de ligging van de site;

Overwegende dat het basisdossier bepaalt dat de aanvrager de eigenaar is van de meerderheid van de gronden waarop de herziening van het gewestplan betrekking heeft; dat het openbaar dienstverlenings- en gemeenschappelijk uitrustingsgebied wordt ingenomen door een centrum voor autokeuring; dat de industriële bedrijfsruimte woningen omvat die voornamelijk eigendom zijn van de "Société wallonne des Aéroports" (Waalse Maatschappij voor Luchthavens) (SOWAER), alsook een gebouw dat eigendom is van Proximus, dat wordt omschreven als een belangrijke telecommunicatierelais;

Overwegende dat het basisdossier vermeldt dat er op de site werkgelegenheid voor ongeveer 180 personen kan worden gecreëerd ;

Dat het basisdossier vermeldt dat de site een dubbele verankering heeft, zowel lokaal als regionaal, vanwege zijn ligging en zijn toegankelijkheid; dat dit aspect met name ten goede komt aan een uitgestrekt marktgebied en tegelijkertijd de toegang tot lokale werkgelegenheid mogelijk maakt;

Overwegende dat het basisdossier het onderwerp was van een voorafgaandelijke publieke informatievergadering, overeenkomstig artikel D.VIII.5 van het Wetboek, op 24 mei 2018;

Overwegende dat de voorafgaandelijke publieke informatievergadering enkele omwonenden van het project heeft samengebracht; dat de interventies voornamelijk bestonden uit vragen over het lot van de huizen gelegen langs de rue du Carrosse, alsook over het statuut van laatstgenoemde in geval van de ontwikkeling van een project op de site; dat geen enkele interventie het beginsel van de herziening van het gewestplan in twijfel heeft getrokken;

Overwegende dat het gemeentecollege op het einde van de vijftien dagen na de informatievergadering, zoals voorzien in artikel D.VIII.5, § 6, van het Wetboek, geen bemerkingen of suggesties of andere opmerkingen of aanvragen met betrekking tot het ontwerp van herziening van het gewestplan heeft ontvangen;

Overwegende dat de brief aan de Waalse Regering het advies van de gemeentelijke adviescommissie ruimtelijke ordening en mobiliteit (CCATM) van de stad Charleroi van 29 mei 2018 bevat; dat dit advies gunstig is voor de aanvraag;

Overwegende dat de gemeentelijke adviescommissie ruimtelijke ordening en mobiliteit erop wijst dat verschillende vaststellingen pleiten voor een wijziging van het gewestplan: - een aanvulling bieden op de commerciële ontwikkeling van de Rijksweg N5; - genieten van een uitstekende bereikbaarheid van Charleroi en Gosselies dankzij de Rijksweg N5, de lichte metro en de RAVeL, maar ook van een groot deel van het Waals Gewest dankzij een zeer gemakkelijke verbinding met de E42-snelweg; - de gewestelijke beperking of zelfs het verbod op de woonfunctie in de lawaaizone van de luchthaven van Brussels South Charleroi respecteren; - inspelen op het tekort aan gemengde bedrijfsruimtes, dat binnen 5 jaar in de ruime regio Charleroi is aangekondigd; het enige gebied van dit type dat nog beschikbaar is, ligt in Airport II Park, waarvan de grond onlangs te koop is aangeboden; - een bestemming mogelijk maken in overeenstemming met de grootte van de grond en de context ervan. De site is niet geschikt voor de ontwikkeling van grote industrie, vooral omdat het wordt omgeven door woningen, handelszaken en een schoolinrichting; - het gebrek aan alternatieven verhelpen: er zijn geen soortgelijke sites beschikbaar binnen een straal van 10 kilometer; - een laag beperkingsniveau hebben (groot, bijna vlak terrein);

Overwegende dat de gemeentelijke adviescommissie ruimtelijke ordening en mobiliteit van mening is dat, indien gekozen wordt voor de optie om de handel op de site te vestigen, concurrentie met de handel in het centrum van de stad moet worden vermeden;

Overwegende dat de gemeentelijke adviescommissie ruimtelijke ordening en mobiliteit van mening is dat het voor de aanvrager ook passend is om met de SOWAER te overleggen over de ontwikkeling van de site;

Overwegende dat de brief aan de Waalse Regering ook de beraadslaging van de Gemeenteraad van de stad Charleroi van 25 juni 2018 bevat, die een gunstig advies over de aanvraag geeft;

Overwegende dat de gemeenteraad onderstreept dat de site deel uitmaakt van een belangrijke dynamiek van economische ontwikkeling; dat het voornamelijk bestaat uit braakliggende gronden die al 20 jaar niet meer worden gebruikt; dat het wordt blootgesteld aan geluidsoverlast die het ongeschikt maakt voor de woonfunctie; dat de regio Charleroi tamelijk arm is aan vrije gemengde bedrijfsruimtes; dat momenteel alleen Airport II Park, beheerd door de intergemeentelijke IGRETEC, nog 23 hectaren beschikbare grond heeft; dat bij het huidige commercialiseringstempo de reserves binnen 4 tot 5 jaar zullen zijn uitgeput; dat de infrastructuur van Airport II geen ruimte biedt voor grootschalige bedrijven, aangezien de grootste beschikbare oppervlakte 3,5 hectaren bedraagt; dat de site niet geschikt is voor industriële bestemmingen; dat er in de regio Charleroi een aanzienlijke hoeveelheid uitgeruste industriële bedrijfsruimtes beschikbaar zijn; dat het gebied waarschijnlijk zal voldoen aan sociaal-economische behoeften;

Overwegende dat de gemeenteraad van de stad Charleroi tot de conclusie komt dat de site, gelet op de behoeften en de directe omgeving, perfect is aangepast aan een omvorming van zijn industriële bestemming in een gemengde bestemming;

Rechtvaardiging van de behoeften Overwegende dat het aanvraagdossier de volgende informatie bevat: - de regio Charleroi is vrij "arm" aan gebieden met een vrije gemengde bedrijfsruimte ; - alleen Airport II Park heeft nog 23 hectaren beschikbaar; - in het geval van het behoud van de vullingsgraad van de percelen met 4,3 hectaren per jaar, zal Airport II Park binnen 4 tot 5 jaar vol zijn; - de afbakening van de percelen van Airport II Park zou de vestiging van een onderneming met een hoge ruimtebehoefte niet mogelijk maken;

Gezien de tijd die nodig is om nieuwe ruimten voor economische activiteit ter beschikking te stellen, is het noodzakelijk om voortaan rekening te houden met de situatie;

Overwegende dat het aanvraagdossier de volgende elementen met betrekking tot de industriële economische activiteit vermeldt, die overeenkomen met de huidige bestemming van de site: - de site is niet geschikt voor een industriële bestemming omdat het deel uitmaakt van een commerciële dynamiek die zich langs de N5 heeft ontwikkeld, uitgedrukt in het gewestplan door een brede strook aan gemengde bedrijfsruimtes; - de nabijheid van woningen en een school maakt het moeilijk om industriële activiteiten op te starten vanwege mogelijke overlast; - de beschikbaarheid van industriële bedrijfsruimtes is aanzienlijk in de regio Charleroi en wordt op lange termijn gedekt;

Overwegende dat de industriële economische activiteit niet noodzakelijkerwijs overlast veroorzaakt voor de naburige activiteiten;

Overwegende dat de grote beschikbaarheid van industriële bedrijfsruimtes, gezien het potentiële tekort aan gemengde bedrijfsruimtes, de behoefte aan nieuwe ruimtes voor gemengde economische activiteit rechtvaardigt;

Verantwoordingen ten opzichte van artikel D.I.1 van het Wetboek Overwegende dat de terbeschikkingstelling van nieuwe ruimtes die bestemd zijn voor een economische activiteit die aangepast is aan de site, het mogelijk maakt om in een economische behoefte te voorzien;

Overwegende dat de potentiële creatie van ongeveer 180 banen het mogelijk maakt om in sociale behoeften te voorzien;

Overwegende dat de site niet in staat is om huisvesting te bieden vanwege de ligging in de zones A en B van de langetermijnontwikkelingsplan van de luchthaven van Brussels South Charleroi, kan de site op zich niet voldoen aan een demografische behoefte; dat de ontwikkeling van economische activiteiten echter de opvang van nieuwe inwoners in naburige gebieden kan bevorderen;

Overwegende dat de goede algemene toegankelijkheid van de site voor de verschillende vervoerswijzen de mobiliteit voor deze soort bestemming kan bevorderen;

Overwegende dat door de ontwikkeling van de economische activiteit mogelijk te maken in gebieden die reeds bestemd zijn voor verstedelijking en niet geschikt zijn voor huisvesting, het project een karig gebruik van de grond ten gunste van het milieu beoogt;

Overwegende dat het project, onder voorbehoud van de in het milieueffectrapport uit te voeren analyse, a priori geen significante gevolgen heeft voor de energie- of erfgoedbehoeften;

Overwegende dat het ontwerp derhalve in overeenstemming is met de bepalingen van artikel D.I.1, § 1, van het Wetboek Noodzaak om het gewestplan te herzien Overwegende dat de gemengde bedrijfsruimte het voor verstedelijking bestemde gebied van het gewestplan is dat het meest geschikt is voor het soort economische activiteiten dat in het basisdossier wordt voorzien en hierboven wordt gerechtvaardigd;

Overwegende dat de aanvrager een analyse gemaakt heeft van de beschikbaarheid van onroerend goed dat bestemd is voor gemengde economische activiteiten in de regio Charleroi en dat voldoet aan de behoeften inzake ligging;

Overwegende dat het, tot slot, passend is het gewestplan te herzien met het oog op de opneming van een gemengde bedrijfsruimte in plaats van de industriële bedrijfsruimte;

Overwegende dat het openbaar dienstverlenings- en gemeenschappelijk uitrustingsgebied dat momenteel in het gewestplan ter hoogte van de site is opgenomen, grotendeels wordt ingenomen door de activiteiten van een centrum voor autokeuring;

Overwegende dat, hoewel deze activiteit niet a priori onverenigbaar is met het soort activiteiten dat in een gemengde bedrijfsruimte kan worden ondergebracht, zij niettemin overeenkomt met het soort activiteiten waarop het openbaar dienstverlenings- en gemeenschappelijk uitrustingsgebied zich richt;

Overwegende bijgevolg dat het a priori en onder voorbehoud van de analyse die in het kader van het milieueffectrapport moet worden uitgevoerd, niet nodig is om het gewestplan te herzien ter hoogte van het openbaar dienstverlenings- en gemeenschappelijk uitrustingsgebied;

Onderzochte alternatieve projecten Overwegende dat de auteur van het basisdossier de basisvoorwaarden heeft gedefinieerd die noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling van het op de site voorgestelde project: - snelle toegang tot een grote snelweg; - zicht vanaf een grote weg; - oppervlakte van ten minste 7 hectare in één stuk; - vlak terrein;

Overwegende dat de auteur op zoek is gegaan naar mogelijke alternatieven binnen een straal van 10 km rond het project, waaronder de gehele agglomeratie Charleroi, met inbegrip van de ring die gevormd wordt door de Ring 3, en die verder reikt dan Fosses-la-ville, Les Bons villers en Fleurus ;

Overwegende dat de auteur opmerkt dat alleen een gemengde bedrijfsruimte in het gewestplan, de zogenaamde "5 Bascoup"-steenbergtop in Trazegnies, over het algemeen de criteria benadert, zonder dat echter op bevredigende wijze aan deze criteria wordt voldaan, temeer daar dit een nieuw handelscentrum zou creëren en niet tot doel zou hebben om een bestaand centrum te versterken;

Overwegende dat de auteur opmerkt dat de beschikbaarheden inzake grond binnen de bestaande parken onvoldoende ruimte biedt;

Overwegende dat de auteur ook rekening heeft gehouden met de ruimtes van de voormalige "Caterpillar"-site, die vrij goed aan de voorwaarden voldoen; dat deze site niettemin wordt overwogen voor nieuwe industrieën;

Overwegende dat uit de analyse van het project blijkt dat het project erop gericht is de samenhang van het gewestplan te waarborgen door binnen duidelijke en passende grenzen te blijven: de N5 in het oosten, een woongebied in het zuidwesten (rue du Carrosse), de RAVeL 119 in het noordwesten en bezette percelen in het noorden;

Overwegende evenwel, en onder voorbehoud van de analyse die in het milieueffectrapport moet worden uitgevoerd, dat het niet passend is om de gemengde bedrijfsruimte op te nemen in het openbaar dienstverlenings- en gemeenschappelijk uitrustingsgebied dat door het centrum voor autokeuring wordt ingenomen;

Overwegende dat de Waalse Regering daarom voorstelt om, als afbakeningsalternatief, de grens van de gemengde bedrijfsruimte te wijzigen;

Analyse van de bestaande feitelijke en rechtstoestand Overwegende dat de onroerende goederen die het voorwerp uitmaken van de aanvraag zich uitstrekken over het gemeentelijk grondgebied van de stad Charleroi;

Overwegende dat de site zich op een hoogte van ongeveer 175 meter ten westen van de luchthaven van Brussels South Charleroi bevindt, op een plateau ten oosten van het kanaal Brussel Charleroi;

Overwegende dat de site waarop het project zich richt, grotendeels vrij is van bewoning en gekenmerkt wordt door een spontane vegetatie die een "onbebouwd terrein" vormt zonder bijzonder biologisch belang; dat het geen waardevolle boom of haag heeft;

Overwegende dat in het basisdossier tijdens de veldwaarnemingen geen diersoorten worden vermeld, wat verklaard wordt door de insluiting van de site in een stedelijke omgeving;

Overwegende dat de enige bezettingen van de site zijn: - een leegstaande loods aan de westkant, grenzend aan een groter gebouw dat voor Proximus een belangrijk telecommunicatiemiddel is; - in het noordwesten, vier ongebruikte bassins die verbonden zijn met een voormalige kwekerijactiviteit; - in het zuiden, twee huizen langs de rue du Carrosse, waarvan er momenteel één verlaten is;

Overwegende dat het beoogde terrein vlak is; dat het eindigt onder een helling van 2 tot 4 meter hoog die vorm geeft aan het niveauverschil met de N5;

Overwegende dat er geen oppervlaktewater wordt opgespoord ter hoogte van de beoogde omtrek of in de buurt ervan;

Overwegende dat de site niet wordt bedreigd door een risico op overstromingen door het buiten de oevers treden van waterlopen;

Overwegende dat de site is bedreigd door een risico op overstromingen door hemelwater ; dat de auteur van het basisdossier van mening is dat deze informatie niet relevant is gezien de gebruikte modellering, die geschikt is voor landbouwgrond;

Overwegende dat de bodem van de site bestaat uit heterogene vulling en geelachtig quaternair slib;

Overwegende dat een kleiachtige zandvorming (Carnières-formatie) de basis vormt van de waterlaag van het Brussels zand; dat deze zelfde formatie een beschermende ondoordringbare laag van de onderste Silezische laag vormt;

Overwegende dat de auteur van het dossier acht dat de laag van het Brussels zand zich waarschijnlijk op een diepte van meer dan 10 meter bevindt; dat de 4 meter boringen die in 2006 in het kader van een indicatief bodemonderzoek zijn geboord, deze hoe dan ook niet hebben bereikt;

Overwegende dat de conclusie van de bodemstudie luidde dat er geen overschrijding van de drempelwaarden voor economische activiteiten werd vastgesteld;

Overwegende dat, hoewel de site grotendeels leeg is, hij omringd is door vele activiteiten: commerciële activiteiten, industriële activiteiten, residentie, schoolinrichting, luchthaven;

Overwegende dat de site is gelegen in de geluidszones A en B van de "PDLT" van de luchthaven van Brussels South Charleroi;

Overwegende dat de wegen rondom het terrein normaal gesproken voorzien zijn van water, elektriciteit, straatverlichting en telefoon; dat alleen het rioleringsbeheer nog in de planningsfase zit;

Overwegende dat er een gasleiding in het oostelijke deel van de site aanwezig is;

Overwegende dat de bodemstudie een riool vermeldt die de site van oost naar west doorkruist; dat dit riool niet wordt vermeld in het saneringsplan per onderstroomgebied (PASH) en dat er geen aanvullende informatie over bestaat;

Overwegende dat de site direct toegankelijk is via de N5, die zelf rechtstreeks verbonden is met de A54 en E42; dat deze wegen zowel een snelle toegang tot het stadscentrum van Charleroi als tot het hele Waalse grondgebied mogelijk maken;

Overwegende dat de lokale wegen ten westen van de site een snelle toegang tot de woonwijken van Gosselies mogelijk maken;

Overwegende dat de site geniet van een uitstekende bereikbaarheid met het openbaar vervoer: - het station "Carrosse" van de M3 lichte metro bevindt zich naast de site; - vele buslijnen bedienen ditzelfde station, evenals een andere buslijn die zich op 250 meter van de site bevindt;

Overwegende dat de toegang tot de site via de zachte verkeersmodi gemakkelijk is, zowel door de aangrenzende RAVeL, die het netwerk rond Charleroi verbindt, als door de fietsuitrusting van de N5;

Overwegende dat de site gelegen is in de agglomeratie Charleroi-Gosselies, die deel uitmaakt van een belangrijke pool van de Waalse ruimtelijke structuur in het kader van het ruimtelijk ontwikkelingsplan (SDT);

Overwegende dat het ruimtelijk ontwikkelingsplan ook wijst op de aanwezigheid van de Eurocorridor die gevormd wordt door de Waalse hoofdverbindingsweg en door de kruising van grote transportassen die gekenmerkt worden door belangrijke communicatieknooppunten (luchthaven, binnenhaven, multimodaal platform, station);

Overwegende dat de beoogde omtrek betrokken is bij het ontwerp van herziening van het gewestplan van Charleroi, dat op 23 december 2010 voorlopig door de Waalse regering werd aangenomen; dat dit project tot doel heeft een omtrek op te nemen voor de reservering van ruimten die nodig zijn voor de bescherming en het onderhoud van de luchthaveninfrastructuur, als overdruk van de gebieden van het gewestplan die zich binnen de omtrek van zone A van de "PDLT" van de luchthaven van Brussels South Charleroi bevinden; dat, ondanks het feit dat dit ontwerp nog niet definitief is aangenomen door de Waalse regering, er wordt vastgesteld dat deze herziening van het gewestplan niet afwijkt van of in tegenspraak is met dit plan, aangezien het niet voorziet in de mogelijkheid om zich te vestigen;

Overwegende dat het Strategisch Plan van Charleroi Métropole het " noordelijke district " identificeert als een plaats van grote groei dankzij de ontwikkeling van de luchthaven van Brussel South Charleroi, de Aeropole en de aangrenzende bedrijfsparken; dat het gebied ook wordt genoemd als secundair winkelcentrum, maar met een regionale dimensie;

Overwegende dat het project de mogelijkheid kan bieden om de groei van de genoemde "noordelijke district" te ondersteunen;

Overwegende dat het project niet in tegenspraak is met het Gemeentelijk Mobiliteitsplan van de stad Charleroi;

Overwegende dat de omtrek is opgenomen in het gemeenschappelijk saneringsgebied voor economische activiteiten; dat wordt gespecificeerd dat de wegen (rue du Carrosse en N5) moeten worden uitgerust met een, tot op heden onbestaande, zwaartekrachtriolering; dat het rioleringsnet is aangesloten op het zuiveringsstation Bordia in Jumet, met een capaciteit van 31.500 equivalent-inwoners, en wordt beheerd door de intercommunale IGRETEC;

Procedure Overwegende dat, overeenkomstig artikel D.II.48, § 1, van het Wetboek, een aanvraag tot herziening van een gewestplan tot opneming van een bedrijfsruimte door de Waalse Regering kan worden ingediend om gevolg te geven aan een met redenen omkleed verzoek van een privaatrechtelijke natuurlijke persoon of rechtspersoon;

Omtrek die het gewestplan herziet Overwegende dat het, na de analyse van de vraag en de hierboven genoemde elementen en onder voorbehoud van de analyse die in het kader van het milieueffectrapport moet worden uitgevoerd, niet passend is om het openbaar dienstverlenings- en gemeenschappelijk uitrustingsgebied waarin het centrum voor autokeuring is ondergebracht, op te nemen in de gemengde bedrijfsruimte die in het gewestplan moet worden opgenomen;

Overwegende dat er geen reden is om de omtrek verder te wijzigen zoals voorgesteld door de aanvrager;

Bijkomende voorschriften Overwegende dat het gewestplan bijkomende voorschriften kan bevatten overeenkomstig artikel D.II.21, § 3;

Overwegende dat de aanvrager niet aangeeft dat het nodig is om enig bijkomend voorschrift op te nemen als overdruk van de geplande gemengde bedrijfsruimte; dat de inhoud van het basisdossier niet a priori de noodzaak van een dergelijk voorschrift vereist;

Op de herziening van het gewestplan toepasselijke principes Overwegende dat de in artikel D.II.45 van het Wetboek gestelde voorwaarden voor de opneming van een nieuw voor bebouwing bestemd gebied niet van toepassing zijn daar het nieuwe gebied is opgenomen op een gebied dat momenteel in het gewestplan voor bebouwing is bestemd;

Advies van de instanties Overwegende dat overeenkomstig artikel D.II.48, § 4, van het Wetboek, de volgende personen en instanties om advies is gevraagd: de gemachtigde ambtenaar van de buitendienst van Henegouwen II, de Beleidsgroepen "Ruimtelijke Ordening" en "Leefmilieu", de Beleidscel Ruimtelijke Ontwikkeling, het Operationeel directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu (DGO3) van de Waalse Overheidsdienst (SPW), het Operationeel Directoraat-generaal Wegen en Gebouwen (DGO1) van de SPW, de "Société wallonne des Aéroports" (Waalse Maatschappij voor Luchthavens) (SOWAER), Brussels South Charleroi Airport (BSCA), de intercommunale IGRETEC, het Departement Economische Ontwikkeling van het Operationeel Directoraat-generaal Economie, Werk en Onderzoek (DGO6) van de SPW;

Overwegende dat de intercommunale IGRETEC en de gemachtigde ambtenaar geen advies hebben uitgebracht;

Overwegende dat de andere instanties en personen allen een gunstig of voorwaardelijk gunstig advies hebben uitgebracht betreffende het verzoek om herziening van het gewestplan;

Overwegende dat het schrijven aan de Waalse Regering het advies van de gemeentelijke adviescommissie ruimtelijke ordening en mobiliteit (CCATM) van de stad Charleroi van 29 mei 2018 bevat; dat dit advies gunstig is voor de aanvraag;

Overwegende dat de de gemeentelijke adviescommissie ruimtelijke ordening en mobiliteit erop wijst dat verschillende vaststellingen pleiten voor een wijziging van het gewestplan: - een aanvulling bieden op de commerciële ontwikkeling van de N5; - genieten van een uitstekende bereikbaarheid van Charleroi en Gosselies dankzij de N5, de lichte metro en de RAVeL, maar ook van een groot deel van het Waals Gewest dankzij een zeer gemakkelijke verbinding met de E42-snelweg; - de gewestelijke beperking of zelfs het verbod op de woonfunctie in de lawaaizone van de luchthaven van Brussels South Charleroi respecteren; - inspelen op het tekort aan gemengde bedrijfsruimtes, dat binnen 5 jaar in het groot-Charleroi is aangekondigd; het enige gebied van dit type dat nog beschikbaar is, ligt in Airport II Park, waarvan de grond onlangs te koop is aangeboden; - een bestemming mogelijk maken in overeenstemming met de grootte van de grond en de context ervan. De site is niet geschikt voor de ontwikkeling van grote industrie, vooral omdat het wordt omgeven door woningen, handelszaken en een schoolinrichting; - het gebrek aan alternatieven verhelpen: er zijn geen soortgelijke sites beschikbaar binnen een straal van 10 kilometer; - een laag beperkingsniveau hebben (groot, bijna vlak terrein);

Overwegende dat de de gemeentelijke adviescommissie ruimtelijke ordening en mobiliteit acht dat, indien gekozen wordt voor de optie om de handel op de site te vestigen, concurrentie met de handel in het centrum van de stad moet worden vermeden;

Overwegende dat de de gemeentelijke adviescommissie ruimtelijke ordening en mobiliteit acht dat het voor de aanvrager ook passend is om met de SOWAER te overleggen over de ontwikkeling van de site;

Overwegende dat de brief aan de Waalse Regering ook de beraadslaging van de Gemeenteraad van de stad Charleroi van 25 juni 2018 bevat, die een gunstig advies over de aanvraag geeft;

Overwegende dat de gemeenteraad onderstreept dat de site deel uitmaakt van een belangrijke dynamiek van economische ontwikkeling; dat het voornamelijk bestaat uit braakliggende gronden die al 20 jaar niet meer worden gebruikt; dat het wordt blootgesteld aan geluidsoverlast die het ongeschikt maakt voor de woonfunctie; dat de regio Charleroi tamelijk arm is aan vrije gemengde bedrijfsruimtes; dat momenteel alleen Airport II Park, beheerd door de intergemeentelijke IGRETEC, nog 23 hectaren beschikbaarheden inzake grond heeft; dat bij het huidige commercialiseringstempo de reserves binnen 4 tot 5 jaar zullen zijn uitgeput; dat de infrastructuur van Airport II geen ruimte biedt voor grootschalige bedrijven, aangezien de grootste beschikbare oppervlakte 3,5 hectaren bedraagt; dat de site niet geschikt is voor industriële bestemmingen; dat er in de regio Charleroi een aanzienlijke hoeveelheid uitgeruste industriële bedrijfsruimtes beschikbaar zijn; dat het gebied waarschijnlijk zal voldoen aan sociaal-economische behoeften;

Overwegende dat de gemeenteraad van de stad Charleroi tot de conclusie komt dat de site, gelet op de behoeften en de directe omgeving, perfect is aangepast aan een wijziging van zijn industriële bestemming in een gemengde bestemming;

Overwegende dat de SOWAER op 29 oktober 2018 een gunstig advies heeft uitgebracht over het verzoek tot wijziging van het gewestplan;

Overwegende dat de beleidsgroep "Leefmilieu" op 14 november 2018 een gunstig advies heeft uitgebracht over het verzoek om het gewestplan te herzien en de procedure voort te zetten;

Overwegende dat de beleidsgroep "Leefmilieu" aanbeveelt de volgende punten in het milieueffectrapport te bestuderen: impact op de mobiliteit, de multimodale toegankelijkheid van de site en de valorisatie ervan, de riolering en de sanering, de biologische kwaliteit van de site;

Overwegende dat de Beleidscel Ruimtelijke Ontwikkeling op 16 november 2018 een gunstig advies heeft uitgebracht; dat zij, in het bijzonder, van mening is dat het verzoek in overeenstemming is met het voornemen om de bouw of reconstructie van gebouwen die bestemd zijn voor het verblijf of de huisvesting van personen in zone A van het ontwikkelingsplan op lange termijn (PDLT) van de luchthaven van Brussel South Charleroi te verbieden;

Overwegende dat de beleidsgroep "Ruimtelijke Ordening" op 16 november 2018 een gunstig advies heeft uitgebracht over het verzoek om het gewestplan te herzien en de procedure voort te zetten; dat hij benadrukt dat het doel is te voorzien in de behoefte aan grond met een gemengde economische bestemming in de regio;

Overwegende dat de beleidsgroep "Ruimtelijk Ordening" suggereert dat de milieueffectbeoordeling de mogelijkheden van de soorten activiteiten die op de site kunnen worden uitgevoerd, moet beoordelen, met name om de goede multimodale toegankelijkheid van de site optimaal te benutten;

Overwegende dat BSCA zich ertoe beperkt de aandacht te vestigen op de noodzaak de verenigbaarheid van de opneming van een gemengde bedrijfsruimte met de erfdienstbaarheden op het gebied van de luchtvaart te garanderen;

Overwegende dat de Directie Handelsvestigingen van het Departement Economische Ontwikkeling van het Operationeel Directoraat-generaal Economie, Werk en Onderzoek (DGO6) van de Waalse Overheidsdienst (SPW) van mening is dat, indien de site gebruikt zou worden voor kleinhandelsactiviteiten, het een aanvulling zou moeten zijn op wat er in het stadscentrum van Gosselies bestaat; dat zij bijvoorbeeld van mening is dat de handel in lichte halve stroom aankopen (persoonlijke uitrusting zoals kleding, schoenen, enz.) moet worden vermeden; dat men meer de voorkeur zou moeten geven aan handel in zwaar halve stroom aankopen, die meer in overeenstemming zijn met de situatie en de configuratie van het betrokken gebied;

Overwegende dat de Directie Handelsvestigingen van mening is dat handelszaken voor dagelijkse aankopen, zoals voedingswinkels, een plaats kunnen vinden in het gebied, op voorwaarde dat bijzondere aandacht wordt besteed aan de verbinding en de ontwikkeling van voetgangers-fietspaden met de weinige nabijgelegen woningen;

Overwegende dat in het gunstig advies van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu (DGO3) van de Waalse Overheidsdienst met name wordt benadrukt dat de in ERRUISSOL in kaart gebrachte concentratieassen voor het afvloeiend water niet overeenstemmen met de werkelijkheid, gezien de gedeeltelijke verstedelijking in de omgeving van het project; dat het project derhalve geen significante gevolgen mag hebben voor de lokale waterstromen en geen bestemmingsgebied mag creëren die gevoeliger is voor het overstromingsrisico door concentratie van de afvloeiingsstromen;

Milieueffectenbeoordeling Overwegende dat het voorgestelde herziene gewestplan waarschijnlijk aanzienlijke milieueffecten zal hebben, rekening houdend met de activiteiten die in de nieuwe gemengde bedrijfsruimte kunnen worden uitgevoerd;

Overwegende dat, overeenkomstig de bepalingen van de artikelen D.II.48, § 5, D.VIII.31, § 1, 2° en D.VIII.31, § 4, van het Wetboek, de Waalse Regering verplicht is een milieueffectenonderzoek te laten uitvoeren en het ontwerp van de inhoud voor advies voor te leggen aan de beleidsgroepen "Ruimtelijke Ordening" en "Leefmilieu" en aan de personen en instanties die zij nuttig acht om te raadplegen;

Overwegende, wat betreft de omvang van het uit te voeren milieueffectbeoordelingonderzoek, dat de auteur van het onderzoek zijn analyse beperkt tot de bestanddelen van het voorontwerp van plan die een niet te verwaarlozen effect op het leefmilieu kunnen hebben; dat hij de relevantie van zijn keuzes verantwoordt;

Overwegende dat de analyse van de behoeften die de opneming van de gemengde bedrijfsruimte in het gewestplan van Charleroi rechtvaardigt, zich zal beperken tot het grondgebied dat deel uitmaakt van de Ring 3 en de snelweg E42;

Overwegende dat wat betreft de mate van nauwkeurigheid van de informatie die in de milieueffectbeoordeling moet worden verstrekt, een bijzondere aandacht moet worden besteed aan de analyse: - van de gevolgen op de mobiliteit - van de multimodale toegankelijkheid van de site en de valorisatie ervan; - van de riolering en waterzuivering; - van de biologische kwaliteit van de site; - van de verenigbaarheid van de opneming van een gemengde bedrijfsruimte met de erfdienstbaarheden op het gebied van de luchtvaart;

Overwegende dat in de milieueffectbeoordeling bijzondere aandacht zal worden besteed aan de bestudering van het potentieel van de site in termen van de typologie van de activiteiten die er kunnen worden uitgevoerd; dat in dit verband bijzondere aandacht zal worden besteed aan commerciële activiteiten, alsmede aan mogelijke verbanden met luchthavenactiviteiten;

Raadpleging van de instanties Overwegende dat de Waalse Regering het ontwerp van de inhoud van de milieueffectbeoordeling kan voorleggen aan andere instanties dan die welke uitdrukkelijk zijn voorzien in artikel D.VIII.31, § 4, van het Wetboek, namelijk de beleidsgroepen "Ruimtelijke Ordening" en "Leefmilieu";

Gelet op de verzoeken in verband met de mobiliteit en toegankelijkheid van de site;

Overwegende dat de Waalse Regering van mening is dat zij verantwoordelijk is voor het voorleggen van de ontwerpinhoud van de milieueffectbeoordeling aan het "Département de la Stratégie de la Mobilité" (Departement Mobiliteitsstrategie) van het Directoraat-generaal Mobiliteit en Waterwegen (DGO2) van de Waalse Overheidsdienst;

Overwegende dat het project gericht is op de opneming van een gebied dat bestemd is voor economische activiteit;

Overwegende dat de Waalse Regering van mening is dat zij verantwoordelijk is voor het voorleggen van de ontwerpinhoud van de milieueffectbeoordeling aan de Directie Uitrusting Bedrijvenparken van het Departement Investeringen van het Operationeel Directoraat-generaal Economie, Werk en Onderzoek (DGO6) van de Waalse Overheidsdienst;

Op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ordening, Besluit :

Artikel 1.De Waalse Regering beslist tot de herziening van het gewestplan van Charleroi (blad 46/8).

Art. 2.De Waalse Regering neemt het ontwerp van herziening van het gewestplan van Charleroi aan (blad 46/8) met het oog op de opnemingg van een gemengde bedrijfsruimte op het grondgebied van de gemeente Charleroi (Gosselies), overeenkomstig de bijgevoegde kaart.

Art. 3.De Waalse Regering beslist om het ontwerp van herziening van het gewestplan aan een milieueffectbeoordeling te onderwerpen en neemt de ontwerpinhoud van het bijgevoegde milieueffectenrapport aan.

Art. 4.De Waalse regering beslist om de ontwerpinhoud van het milieueffecten rapport voor advies voor te leggen: - aan de Beleidsgroepen "Ruimtelijke Ordening" en "Leefmilieu"; - aan het "Département de la Stratégie de la Mobilité" (Departement Mobiliteitsstrategie) van het Directoraat-generaal Mobiliteit en Waterwegen (DGO2) van de SPW; - aan de Directie Uitrusting Bedrijvenparken van het Departement Investeringen van het Operationeel Directoraat-generaal Economie, Werk en Onderzoek (DGO6) van de SPW, overeenkomstig de bepalingen van artikel D.VIII.33, § 4, van het Wetboek.

Namen, 28 februari 2019.

Voor de Regering : De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Leefmilieu, Ecologische Overgang, Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Mobiliteit, Vervoer, Dierenwelzijn en Industriezones, C. DI ANTONIO

ONTWERPINHOUD VAN HET MILIEUEFFECTENVERSLAG De ontwerp van herziening van blad 48/6 van het gewestplan van Charleroi, aangenomen bij het besluit van de Waalse Regering van 28 februari 2019, heeft betrekking op de opneming van een gemengde bedrijfsruimte.

Omvang In het milieueffectenverslag zal de impact van de opneming van de nieuwe gemengde bedrijfsruimte in het gewestplan van Charleroi worden geanalyseerd, overeenkomstig artikel D.VIII.33, § 2 en § 3 van het Wetboek.

De auteur van het milieueffectrapport zal zijn analyse beperken tot die onderdelen van het ontwerpplan die aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor het milieu, waarbij hij met name rekening zal houden met de opneming van de aanwijzing van de gemengde bedrijfsruimte op gronden die momenteel in het gewestplan zijn opgenomen in de industriële bedrijfsruimte. Hij zal de relevantie van zijn keuzes rechtvaardigen.

Het milieueffectenverslag verloopt volgens het "trechterbeginsel" waarbij de bestanddelen van het ontwerp-plan, afhankelijk van de aard van de besproken aspecten, geanalyseerd worden van de grootste tot de lokale schaal van de betrokken omtrek.

De analyse van de behoeften die de opneming van de gemengde bedrijfsruimte in het gewestplan van Charleroi rechtvaardigt, zal zich beperken tot het grondgebied dat deel uitmaakt van de Ring 3 en de snelweg E42;

De analyse van de afbakening en van de voorwaarden voor de uitvoering van de onderdelen van het ontwerpplan, evenals het zoeken naar varianten zullen beperkt moeten worden tot de meest relevante onderzoeksomtrek.

Nauwkeurigheidsgraad van de gegevens De hieronder overwogen inhoud van het verslag over de milieueffecten is een standaarddocument waarvan de elementen geacht worden voldoende te zijn wat betreft de artikelen D.VIII.29 tot en met 37 van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling (CoDT).

Onverminderd de kwaliteit en de zorg die aan het milieueffectrapport in zijn geheel moet worden geschonken, zal echter bijzondere aandacht worden besteed aan de volgende elementen gelet op: 1. de gevolgen op de mobiliteit 2.de multimodale toegankelijkheid van de site en de valorisatie ervan; 3. de riolering en waterzuivering;4. de biologische kwaliteit van het water;5. de verenigbaarheid van de opneming van een gemengde bedrijfsruimte met de erfdienstbaarheden op het gebied van de luchtvaart;6. de mogelijkheid om de strook van openbaar dienstverlenings- en gemeenschappelijk uitrusting ingenomen door het centrum voor autokeuring in stand te houden. Deze lijst is geenszins volledig.

FASE I Inleiding De inleiding heeft als doel het effectenrapport in zijn context te plaatsen en wil met name de procedure voor het publiek duidelijker maken. 1. Verwijzing naar de procedure voor de herziening van een gewestplan - artikelen D.II.45, D.II.48 tot 50 van het Wetboek 2. Voorstelling van het ontwerp van herziening van het gewestplan aangenomen door de Waalse Regering (art.D.VIII.33, § 3, eerste lid, 1° ) 3.Actoren van de herziening van het gewestplan 3.1. Beslissingmaker : Waalse Regering vertegenwoordigd door de Minister tot wiens bevoegdheden Ruimtelijke Ordening behoort. 3.2. Initiatiefnemer van het verzoek: promotor van het project, vennootschap of natuurlijke persoon die de groeve uitbaat. Organogram van de vennootschap (meer bepaald indien meerdere filialen, of meerdere vennootschappen in een groep). De contactpersoon (-personen) en zijn (hun) personalia vermelden. 3.3 . Auteur van het effectenrapport: erkend studiebureau: de categorieën erkenningen en de duur ervan nader omschrijven en de verschillende personen die aan het rapport hebben meegewerkt, vermelden en hun bevoegdheden specificeren. De contactpersoon (-personen) en zijn (hun) personalia vermelden. 4. Potentiële drukfactoren Het betreft de drukfactoren die de administratie heeft onderkend op grond van de analyse van de feitelijke en de rechtstoestand en van de verschillende adviezen die het in dit stadium van de procedure gekregen heeft (Gemeenteraad en -college, gemeentelijke adviescommissie ruimtelijke ordening en mobiliteit (CCATM), Directoraten-generaal van de Waalse Overheidsdienst, de beleidsgroep "Ruimtelijke Ordening", de beleidsgroep "Leefmilieu", de waterleidingmaatschappijen, INFRABEL, ...). HOOFDSTUK I. - Omschrijving van het ontwerpplan 1. Doel van de herziening van het gewestplan (art.D.VIII.33, § 3, lid 1,1° ) Ligging en oppervlakte van de bedrijfsruimte (of andere zones en/of omtrek(ken) voorzien in artikel D.II.21 van het Wetboek) opgenomen in het ontwerp van plan. 1.1. Exacte plaatsbepaling (provincie, gemeente[n], gehucht, straat, bladnr. NGI, Lambert-coördinaten) en illustratie op wegen- en topografische kaarten (1/50.000e en 1/10.000e) + ortofotoplan 1/10.000e; 1.2. kadastrale percelen betrokken bij de gewestplanherziening op de NGI-kaart aangebracht met schaal 1/10 000e en 1/25 000e, de totale oppervlakte van de eigendom van de aanvrager opgeven, afschrift van de akkoorden ivm de terbeschikkingstelling van de gronden, ...enz. 1.3. (huidige en geplande) bestemmingen in het gewestplan (kaarten 1/10.000e en 1/25.000e), de oppervlakten van de zones waarvan de bestemming verandert (met inbegrip van de omtrekken bedoeld in artikel D.II.21, § 2 van het Wetboek) nader bepalen. In voorkomend geval de bepaalde bijkomende voorschriften nader omschrijven (art. D.II.21, § 3, van het Wetboek) 2. Identificatie en explicitatie van de doelstellingen van de herziening van het gewestplan (art.D.VIII.33, § 3, lid 1e,1° ) Het milieueffectrapport zal de doelstellingen nagestreefd door de Waalse Regering, zoals vermeld in het besluit tot aanneming van het ontwerp van herziening van het gewestplan, duidelijk maken en analyseren.

De argumenten die de noodzaak rechtvaardigen om het gewestplan te herzien met het oog op de uitvoering van het project dat ten grondslag ligt aan herziening, zullen nader toegelicht worden. 3. Kritische analyse van de verenigbaarheid van de doelstellingen van het ontwerp ten opzichte van artikel D.I.1 van het Wetboek en van andere de relevante plannen en programma's (art. D.VIII.33, § 3, eerste lid, 1° ) Die analyse dient onder andere de controle te bevatten van de verenigbaarheid van de doelstellingen van het ontwerp met de belangen voorgesteld in de gewestelijke regelgeving (het Wetboek) en beleidsteksten, de verschillende plannen en programma's (zoals het ruimtelijk ontwikkelingsplan (SDT), het milieubeleidsplan voor de duurzame ontwikkeling, ...) De doelstellingen van bedoelde gewestelijke documenten moeten niet samengevat worden. Wat wel gedaan moet worden, is de doelstellingen van het ontwerp analyseren ten opzichte van die documenten. HOOFDSTUK II. - Sociaal-economische verantwoording van de opneming van een gemengde bedrijfsruimte in het gewestplan In dit hoofdstuk wordt nagegaan of de gronden opgenomen als gemengde bedrijfsruimte in het gewestplan op de vraag kunnen ingaan en worden de relevante aspecten van de sociaal-economische toestand en de vermoedelijke evolutie bij niet-uitvoering van het plan aangeduid.(art. D.I.1 et D.VIII.33, § 3, lid 1, 2° ) 1. Analyse van de behoeften die het ontwerpplan rechtvaardigen 1.1. Evaluatie van de aanvraag: 7. omschrijving van de menselijke kenmerken van het referentiegebied. De potentialiteiten (troeven en opportuniteiten) en de drukfactoren (zwakke punten en bedreigingen), en in het bijzonder de potentialiteiten die van invloed kunnen zijn op de vraag naar ruimte, dienen te worden aangeduid. Alleen de ten opzichte van de economische activiteit relevante elementen moeten overwogen worden. 8. evaluatie van de aanvraag (of het tekort aan) ruimte voor de onderzochte economische activiteit binnen het referentiegebied. 1.2. Beoordeling van het aanbod 9. Identificatie van de liggingscriteria die voldoen aan de doelstellingen van het ontwerpplan, aan de gewestelijke opties en aan de vigerende reglementeringen.10. evaluatie van het relevante aanbod aan ruimte voor de onderzochte economische activiteit binnen het referentiegebied. 1.3. Beoordeling van het potentieel van het gewestplan Het potentieel evalueren van het vigerend gewestplan om zowel kwantitatief als kwalitatief aan de vraag te voldoen. 1.4. Conclusie over de evaluatie van de behoeften Evaluatie op kwantitatief en kwalitatief gebied van de noodzaak om nieuwe oppervlakten voor te behouden voor de onderzochte gemengde economische activiteit binnen het referentiegebied 2. Sociaal-economische gevolgen Hier wordt de daaruit voortvloeiende economische activiteit geschat, rechtstreekse en onrechtstreekse werkgelegenheid en de financiële impact (belastingen, retributies,...) de nationale en regionale economische activiteit, de geproduceerde toegevoegde waarde, het effect op de bestaande economische activiteiten, enz. 3. Waarschijnlijke evolutie bij niet-uitvoering van het plan (art. D.VIII.33, lid 1, 2° ) Hier wordt de waarschijnlijke ontwikkeling van de gebieden die op niet-verwaarloosbare wijze beïnvloed zouden kunnen worden indien een herziening van het gewestplan uitblijft. HOOFDSTUK III. - Validering van de ligging van het ontwerp-plan Identificatie en analyse van de liggingsvarianten Het gaat er hier om op schaal van de afzetkring de ligging van het ontwerp al dan niet te valideren: - ten opzichte van de gewestelijke opties die op dit grondgebied toepasselijk zijn; - in functie van de liggingscriteria; - en, indien nodig, mogelijke alternatieven voor de locatie op dat grondgebied voor te stellen (art. D.VIII.33, § 3, lid. 1, 10° ) 1. Ruimtelijke overschrijving van de grote gewestelijke opties De opties die bij gewestelijke beleidsdocumenten bepaald worden (ruimtelijk ontwikkelingsplan, milieubeleidsplan voor de duurzame ontwikkeling, Toekomstcontract, overkoepelende beleidsplannen,...) worden overgeschreven op het grondgebied dat de afzetkring uitmaakt. 2. Analyse van de relevantie van de ligging van de bestanddelen van het ontwerpplan Hier gaat het erom de relevantie van de ligging van de bestanddelen van het ontwerpplan te onderzoeken ten opzichte van de liggingscriteria, van de analyse van de eigenschappen van het referentiegrondgebied en van de daarop toepasselijke gewestelijke opties.3. Presentatie van wisseloplossingen inzake ligging van het ontwerp (art.D.VIII.33, § 3, lid 1, 10° ) De liggingsvarianten worden beknopt voorgesteld.

Hier wordt ook de vergelijking gemaakt van het ontwerp en van de liggingsvarianten wat betreft: - de gewestelijke opties, - de liggingscriteria, - de menselijke, sociaal-economische en ecologische potentialiteiten en drukfactoren van het grondgebied van de afzetkring, - de kostprijs van de ontsluiting voor de gemeenschap, en worden één of meer liggingsvarianten uitgekozen.

Als er geen enkele liggingsvariant beter aan de liggingscriteria beantwoordt dan het ontwerp, hoeft er geen wisseloplossing uitgekozen te worden.

FASE II HOOFDSTUK IV. - Aanwijzing en analyse van de drukfactoren en de potentialiteiten van de gebieden van aanhorigheden van een ontginning en/of de ontginningsgebieden bedoeld in het ontwerp en de liggingsvarianten 1. Omschrijving van het regelgevend verband 1.1. Inrichtingsgebieden en -omtrekken conform de regelgeving 1.1.1. Gewestelijk niveau : gewestplan, gewestelijke stedenbouwkundige handleiding, saneringsplan per onderstroomgebied, enz. 1.1.2. Gemeentelijk niveau : gemeentelijk ontwikkelingsplan, gemeentelijke stedenbouwkundige handleiding, lokaal beleidsontwikkelingsplan, gemeentelijk milieuplan voor duurzame ontwikkeling, gemeentelijk natuurbevorderingsplan, Saneringsplannen (PASH), enz. 1.2. Goederen waarvoor een bijzondere regelgeving geldt 1.2.1. Fauna en flora: rechtsstatuut van de bossen en wouden, natuurpark, natuurreservaten, Natura 2000-omtrekken, ruimten van gemeenschapsbelang, natuurlijke habitats (decreet van 06/12/2001) en soorten van gemeenschapsbelang, enz. 1.2.2. Menselijke activiteiten: rechtsstatuut van de wegen en verkeerswegen, autonoom net voor traag verkeer, buurtwegen, industrieën en uitrusting met een hoog SEVESO-risicogehalte, enz (art.

D.VIII.33, § 3, lid 1, 4° ) 1.2.3. Bodem: eventuele gegevens voor de gronden opgenomen in de gegevensbank van de bodemtoestand bedoeld in artikel 10 van het decreet bodembeheer of bij ontstentenis de best beschikbare gegevens van de Waalse Overheidsdienst of andere instellingen (SPAQUE - Walsols, enz.) 1.2.4. Water: gewestelijk schema voor de waterrijkdommen, waterwinningen, voorkomings- en bewakingsgebieden van de waterwinningen, saneringsplan per onderstroomgebied (PASH), onbevaarbare waterlopen (categorieën), kwetsbare gebieden, wateringen, enz. 1.2.5. Economische activiteiten: wettelijke ruilverkaveling van landelijke goederen, economische erkenningsomtrekken, stedelijke en landelijke vrije zones 1.2.6 Mobiliteit: gemeentelijke en intergemeentelijke mobiliteitsplannen 1.2.7. Natuurrisico's: overstromingsrisicogebied, afvloeiende assen, beheersplan voor overstromingsrisico's (PGRI), karst, enz. 1.3. De vergunningsomtrekken met beperking van de burgerlijke rechten: bestaande bebouwingsvergunningen, omtrekken waarvoor het rampenfonds is tegemoetgekomen, onroerende goederen onderworpen aan het recht van voorkoop, onroerende goederen onderworpen aan de onteigening ten algemenen nutte, enz. 1.4. De omtrekken gebonden aan de beleidsvormen inzake operationele inrichting: landelijke of stadsruilverkavelingsomtrekken, stadsheroplevingsomtrekken, stadsvernieuwingsomtrekken, bevoorrechte initiatiefgebieden, herin te richten sites, sites met landschappelijke en milieuheropwaarderingen, enz. 1.5. Erfgoed- en archeologische sites: monumenten en sites die als monument zijn beschermd, beschermde architectonische sites en gehelen, berschermingszones, archeologische kaart, goederen die zijn opgenomen in de inventaris van het gewestelijk erfgoed, het Belgisch monumentenerfgoed, goederen opgenomen in de gemeentelijke inventaris, beschermingslijsten, uitzonderlijk erfgoed, werelderfgoed, waardevolle bomen en heggen, ... en in het bijzonder de boerderij van Froidmont. 1.6. Drukfactoren van leefmilieuaard: ondergrondse holten van wetenschappelijk belang, vochtig gebieden met een biologisch belang, riviercontracten, gevoelige natuurgebieden, biologisch zeer waardevolle gebieden, speciaal beschermde gebieden voor avifauna, oppervlakte met een landschappelijke waarde, dichtbijgelegen en afgelegen preventiegebieden, toezichtsgebieden op waterwinningen, kwetsbare gebieden met de voornaamste waterhoudende lagen, enz. 2. Omschrijving van de menselijke en leefmilieukenmerken van het betrokken grondgebied evenals diens vermoedelijke evolutie indien het plan niet ten uitvoer wordt gebracht;(art. D.VIII.33, § 3, lid 1, 2° en 3° ) De uitgestrektheid van dat grondgebied wordt aangepast volgens de in het vooruitzicht gestelde kenmerken. Ze wordt nader bepaald en punt voor punt beargumenteerd door het studiebureau. 2.1. Menselijke kenmerken 2.1.1. Bebouwing - Materiële goederen en erfgoederen: (stedenbouwkundige structuur en architecturale morfologie van de bebouwing en de openbare ruimten, cultureel erfgoed (beschermde sites en goederen, beschermde gebieden,...), archeologische sites, dichtheidskaarten en ontwikkelingspolen, aanwezigheid van onroerende goederen op de site, enz. 2.1.2. Boven- en ondergrondse openbare infrastructuren, toegankelijkheid en uitrustingen: de wegen (netwerk, breedte, capaciteit, huidige verkeerssituatie op de toegangswegen), de spoorwegen (lijnen, stopplaats, frequentie), de trage wegen, TEC, de waterwegen (breedte, uitgeruste kades), de hoogspanningslijnen en zeer hoge spanningslijnen, telefoonlijnen, grondleidingen, ondergrondse leidingen (met inbegrip van de opvang en behandeling van afvalwater), enz + cartografie en evolutie van de capaciteiten. 2.1.3. Menselijke activiteiten: aard en kenmerken van de huidige en potentiële activiteiten w.o. landbouw (oppervlakte, landbouwers, productie (vee/teelt), toestand van de uitbaters), bosbouw, gemengde economische activiteiten of (Seveso) industriële activiteiten, toerisme, gevoelige sociaal-culturele uitrustingen zoals rusthuizen, scholen, kinderopvangcentra, ziekenhuizen, andere gevoelige menselijke bezigheden, enz. 2.1.4. Verrichte activiteiten en verontreinigingen: geëxploiteerde mijnbouwafzettingen, gemeentelijke stortplaats, industriële afvalstoffen, enz. 2.2. Leefmilieukenmerken 2.2.1. Pedologie : Karakterisering van de bodemsoort, kwaliteit en zeldzaamheid, een uittreksel van de pedologische kaart bijvoegen, enz. 2.2.2. Hydrologie en hydrogeologie: stroomgebieden, deelstroomgebieden, categorie van de waterlopen, watervlakken, hydrogeologische kaart, waterhoudende laag (soort opgeven), piëzometrie, waterwinningen, kwetsbare gebieden, beschermings- en bewakingsgebieden, gebieden onderhevig aan drukfactoren vanwege het leefmilieu, enz. 2.2.3. Topografie en landschappen: geomorfologie en landschappelijk waardevolle omtrekken, ADESA-vergezichten, uitzicht op het landschap vanaf de site en op de site vanuit een afgelegen punt in de omtrek + foto's, enz. 2.2.4. Lucht en klimaat - geluids- en geuromgeving - luchtkwaliteit en stof 2.2.5. Geluidshinder en trillingen : huidige bronnen en niveaus (akoestisch onderzoek) recht tegenover de woningen en de woongebieden, recreatiegebieden, gevoelige gebieden zoals rusthuizen, scholen, kinderopvangcentra en de dichtstbijgelegen gebieden met een technologisch risico, bestaande of gemeten gegevens, de plaatsen van de metingen aangeven, alsook data en uren, enz. 2.2.6. Fauna en flora: inventaris en omschrijving van de soorten en de habitats, de bijzondere biotopen, de aquatische en moerasbiotopen, eventuele aanwezigheid van soorten en beschermde milieus, enz. 2.2.7. Natuurrisico's en geotechnische drukfactoren: overstromingen, afvloeiende as, karstverschijnselen, mijnrisico's, instortingen, aardschuivingen, aardbevingsgevaar, enz. 2.3 Waarschijnlijke evolutie van de leefmilieukenmerken bij niet-uitvoering van het plan (art. D.VIII.33, al. 1, 2° ) Hier wordt de waarschijnlijke ontwikkeling van de leefmilieukenmerken van de gebieden die op niet-verwaarloosbare wijze beïnvloed zouden kunnen worden indien een herziening van het gewestplan uitblijft. 3. in voorkomend geval, de vermoedelijke niet te verwaarlozen specifieke effecten wanneer de opneming voorzien is van een gebied waarin bedrijven zich zouden kunnen vestigen die een hoog risico vertonen voor de personen, de goederen of het leefmilieu (in de zin van richtlijn 96/82/C.E/EG.) of wanneer de opneming voorzien is van gebieden die bestemd zijn als woongebieden, evenals van gebieden of infrastructuren die door het publiek worden bezocht en zich in de nabijheid van zulke bedrijven bevinden (art. D.VIII.33, § 3, lid 1, 4° ) 4. Conclusies over de analyses van de drukfactoren en de potentialiteiten De conclusie beschrijft in welke mate elk thema van de bestaande situatie al dan niet een troef, zwakte, kans of bedreiging vormt (SWOT-tabel) als de herziening van het gewestplan wordt uitgevoerd. Elementen die geen verband houden met het project worden niet ontwikkeld. HOOFDSTUK V. - Aanduiding van de waarschijnlijke gevolgen van de uitvoering van het ontwerp op mens en leefmilieu Doel is de niet-verwaarloosbare vermoedelijke drukfactoren en effecten (cumulatieve secundaire synergische, korte-, middelange- en langetermijneffecten, permanente en tijdelijke zowel positieve als negatieve effecten) op mens en leefmilieu duidelijk te maken).(art.

D.VIII.33, lid. 1, 6° ) 1. Impact op de leefkwaliteit (gezondheid, veiligheid, hygiëne, ...) 1.1. Bebouwing: verband van het project met de bestaande bebouwing en de aangrenzende eigendommen, verenigbaarheid met eventuele ontwikkelingsschema's, met de bestaande uitrustingen en de infrastructuur). 1.2. Effecten op de materiële goederen en het cultureel erfgoed: beschermde monumenten en sites en archeologische opgravingen, barsten in gebouwen, aantasting van de stabiliteit van de gebouwen, verdwijning of verslechtering van gemeentepaden en wegen (openbare erfdienstbaarheden en buurtwegen), ondergrondse leidingen (water, elektriciteit, gas, telefoon,...), elektrische lijnen, enz. 1.3. Verkeer : rechtstreeks en onrechtstreeks. 1.4. Geluidshinder: recht tegenover de woningen en de woongebieden, recreatiegebieden, gevoelige gebieden zoals de dichtstbijgelegen rusthuizen, scholen, kinderopvangcentra 1.5. Lucht en klimaat 1.6. Topografie en landschappen 2. Impact op de menselijke activiteiten : toeristische activiteiten, SEVESO-activiteiten, land- en bosbouwactiviteiten, enz.(art.

D.VIII.33, lid 1, 7° ) 3. Effecten op bodem en ondergrond : karst, mijnwerkzaamheden, grondverschuiving, erosie, of andere geotechnische drukfactoren, verontreiniging, enz.4. Impact op de hydrogeologie en hydrologie 5.Impact op de fauna, de flora, de biodiversiteit Tijdens en na de uitvoering van het project, verslechtering en verlies van faunistische habitats en ecosystemen, potentiële impact op soorten en habitats van soorten, met een gemeenschapsbelang, Natura 2000-omtrekken, enz. (wetgeving op het natuurbehoud en Europese richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG). 6. Interactie tussen die verschillende factoren 7.De relevante doelstellingen inzake milieubescherming (art.

D.VIII.33, al. 1e,5° ) Doel is om ten opzichte van de punten 1 t.e.m. 6 zoals hierboven, vast te stellen of de milieubeschermingsdoelstellingen op niet-verwaarloosbare wijze beïnvloed zouden kunnen worden, de kenmerken van die gebieden aan te geven en erop te wijzen hoe die kenmerken door het ontwerp gewijzigd dreigen te worden. HOOFDSTUK VI. - Onderzoek naar de uit te voeren maatregelen ter voorkoming, vermindering of compensatie van de negatieve effecten of ter versterking of verhoging van de positieve effecten van het ontwerp of de liggingsvarianten 1. Voorstelling van de afbakenings- en uitvoeringsvarianten (art. D.VIII.33, lid 1,10° ) De afbakeningsvarianten zijn wisseloplossingen voor de omtrek van de gebieden.

De uitvoeringsvarianten beantwoorden bijvoorbeeld aan: - een nadere omschrijving van de bestemmingen van de gebieden; - een fasering van de bezetting; - technische uitrustingen of bijzondere inrichtingen;

Op schaal van het invloedsgebied zijn de grondslagen voor de aanduiding van de afbakeningsvarianten en de uitvoeringsvarianten: - beantwoorden aan de doelstellingen van het ontwerp; - beantwoorden aan het bepaalde van het Wetboek (artikel D.I.1) en andere gewestelijke regelgevende of beleidsbepalende documenten; - zo goed mogelijk gebruik maken van de potentialiteiten en de dwingende omstandigheden van de site: de negatieve effecten zo klein mogelijk houden en de positieve effecten begunstigen op sociaal, economisch en ecologisch vlak. 2. Uit te voeren maatregelen (art.D.VIII.33, lid 1, 8° ) De uit te voeren maatregelen ter voorkoming, vermindering, verzachting of compensatie van de negatieve effecten of ter versterking of verhoging van de positieve effecten op het leefmilieu dienen voor elke variant aangeduid te worden.

Er dient nagegaan te worden of de uit te voeren maatregelen afgestemd zijn op de doelstellingen van de herziening en de bijzonderheden van de omgeving. Indien nodig kunnen nieuwe voorschriften worden toegevoegd. 2.1. Aanpassing van de regelgevende zonering (met inbegrip van de omtrekken bedoeld in artikel D.II.21 van het Wetboek) 2.2. Opstellen van bijkomende voorschriften De eventuele bijkomende voorschriften zijn de volgende (artikel D.II.21, § 3 van het Wetboek): 1° een nadere bepaling of een specialisering van de bestemming van de gebieden;2° de fasering van hun ingebruikname;3° de omkeerbaarheid van de bestemmingen;4° de verplichting om een bebouwingsschema voorafgaand aan hun uitvoering uit te werken. De bijkomende voorschriften wijken niet af van de gebiedsomschrijvingen. 2.3. Aanduiding van technische uitrustingen en bijzondere inrichtingen 2.4. Geschatte doeltreffendheid van die niet-herleidbare maatregelen en residuele effecten 3. Opmeten in hoeverre de doelstellingen die relevant zijn voor de bescherming van het menselijk en natuurlijk milieu in het kader van de herziening van het gewestplan in rekening zijn gebracht (art. D.VIII.33, lid. 1, 5° ) De in overweging te nemen doelstellingen inzake bescherming van het leefmilieu slaan minstens op volgende onderwerpen: de biodiversiteit, de bevolking, de menselijke gezondheid, de fauna, de flora, de bodems, het water, de lucht, de klimaatfactoren, de materiële goederen, het culturele erfgoed met inbegrip van het architectonisch en het archeologisch erfgoed, de landschappen en de interacties tussen die factoren.

Het betreft de doelstellingen inzake milieubescherming die "relevant" zijn voor bedoeld plan. De relevantie van een doelstelling wordt beoordeeld naar de waarschijnlijke aanzienlijke effecten van het plan op het leefmilieu zoals hierboven omschreven.

De in overweging te nemen doelstellingen inzake bescherming van het leefmilieu zijn die, welke vastgesteld zijn op internationaal, communautair of lidstatenniveau.

Wat het communautaire niveau betreft, kunnen die doelstellingen afgeleid worden uit meer bepaald het zesde milieuactieprogramma, maar eveneens uit de verschillende Europese richtlijnen zoals de kaderrichtlijn voor het waterbeleid.

Bij opname van de internationaal of Europees vastgestelde doelstellingen in nationaal, gewestelijk of lokaal vastgestelde doelstellingen hoeven enkel laatstgenoemden in overweging te worden genomen. 4. Vermoedelijke evolutie van de leefmilieutoestand als het plan niet wordt uitgevoerd (art.D.VIII.33, lid. 1, 2° ) Hier wordt de waarschijnlijke ontwikkeling van de leefmilieukenmerken opgegeven van de gebieden die op niet-verwaarloosbare wijze beïnvloed zouden kunnen worden (zie hoofdstuk VI, punt 7) indien een herziening van het gewestplan uitblijft. HOOFDSTUK VII. - Verantwoordingen, aanbevelingen en opvolging van de uitvoering van het gewestplan 1. Verantwoording en vergelijking van het voorontwerp en de verschillende afbakenings- en uitvoeringsvarianten (art.D.VIII.33, lid 1, 10° ) De verantwoording gebeurt op grond van artikel D.I.1 van het Wetboek en de analyse van de voorgaande hoofdstukken.

In de vorm van een tabel berust de vergelijking minstens op onderstaande elementen: effecten (zowel positieve als negatieve) op het leefmilieu, uit te voeren maatregelen ter verzachting van de effecten, overige effecten.

Erop wijzen welke de voornaamste potentialiteiten en drukfactoren van het herzieningsontwerp van het gewestplan zijn.

Conclusies over de aanvraag en, in voorkomend geval, aanbevelingen formuleren. 2. In het vooruitzicht gestelde maatregelen voor de opvolging van de uitvoering van het gewestplan (art.D.VIII.33, lid 1, 12° ) Zaak is, de lijst op te maken van de niet-verwaarloosbare effecten, opvolgingsindicatoren voor die effecten voor te stellen, wijze van berekening of vaststelling ervan, de gebruikte gegevens en hun bron, evenals hun grenswaarden.

De auteur kan raad geven over punten die in het vergunningsaanvraagdossier en het effectonderzoek van het ontwerp uitgewerkt moeten worden. HOOFDSTUK VIII. - Omschrijving van de evaluatiemethode en van de gerezen moeilijkheden 1. Omschrijving van de evaluatiemethode en van de gerezen moeilijkheden (art.D.VIII.33, lid 1, 11° ) Doel is de specifieke elementen van de evaluatiemethode te omschrijven en de moeilijkheden te bepalen die met name tijdens de verzameling van gegevens en de methodes voor de schatting van de behoeften ondervonden zijn. 2. Beperkingen van het verslag (art.D.VIII.33, lid 1, 11° ) De auteur van het verslag geeft aan op welke punten hij niet dieper is kunnen ingaan en die eventueel uitgediept kunnen worden in toekomstige milieubeoordelingen.

Bibliografie Niet-technische samenvatting (art. D.VIII.33, lid 1, 13° ) Inhoudstafel, gevolgd door de lijst van de kaarten, figuren en foto's (met opgave van het nummer van de bladzijde waar ze zich bevinden).

De niet-technische samenvatting is een onafhankelijk document van hoogstens dertig tekstbladzijden. Met een kaart-, figuur- en kleurenfotodocumentatie.

Dat document moet het effectenrapport van het plan samenvatten en het omzetten naar een niet-technische taal om het begrijpelijk te maken voor een publiek van niet-kenners en de deelneming van de burgers aan het openbaar onderzoek bevorderen.

De voorgestelde positieve en negatieve effecten en verzachtende maatregelen (aanbevelingen) worden in een samenvattingstabel gepresenteerd.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 28 februari 2019 tot herziening van het gewestplan Charleroi (blad 46/8) en tot aanneming van het ontwerp-plan met het oog op de opneming van een gemengde bedrijfsruimte.

Namen, 28 februari 2019.

Voor de Regering : De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Leefmilieu, Ecologische Overgang, Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Mobiliteit, Vervoer, Dierenwelzijn en Industriezones, C. DI ANTONIO

^