Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 29 juni 2000
gepubliceerd op 03 augustus 2000

Besluit van de Waalse Regering betreffende de bescherming van het oppervlaktewater tegen de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2000027329
pub.
03/08/2000
prom.
29/06/2000
ELI
eli/besluit/2000/06/29/2000027329/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 JUNI 2000. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de bescherming van het oppervlaktewater tegen de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen


De Waalse Regering, Gelet op Richtlijn 76/464/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 4 mei 1976 betreffende de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen die in het aquatisch milieu van de Gemeenschap worden geloosd;

Gelet op de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het decreet van 7 oktober 1985 inzake de bescherming van het oppervlaktewater tegen vervuiling, inzonderheid op de artikelen 3, 40 en 46;

Gelet op het advies van de Waalse Commissie voor de bescherming van het oppervlaktewater, gegeven op 8 juni 2000;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat overeenkomstig het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 21 januari 1999 (Zaak C207/97) zo spoedig mogelijk maatregelen moeten worden getroffen met het oog op de omzetting van de hierboven vermelde richtlijn van de Europese Unie, met name artikel 7, dat voorziet in de goedkeuring van verminderingsprogramma's door de Lidstaten voor de relevante stoffen vermeld in lijst II van de bijlage bij de richtlijn;

Overwegende dat dringend kwaliteitsdoelstellingen moeten worden vastgesteld voor de gevaarlijke stoffen die op Waalse schaal als relevant worden beschouwd en dat programma's opgemaakt moeten worden ter vermindering van de verontreiniging veroorzaakt door bovenbedoelde gevaarlijke stoffen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 22 juni 2000 overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, Besluit : HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en begripsomschrijving

Artikel 1.Dit besluit heeft tot doel het aquatisch milieu te beschermen tegen de verontreiniging veroorzaakt door de lozing van bepaalde gevaarlijke stoffen. Het is van toepassing op het geheel van de oppervlaktewateren.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "richtlijn" : de richtlijn 76/464/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 4 mei 1976 betreffende de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen die in het aquatisch milieu van de Gemeenschap worden geloosd;2° "oppervlaktewater" : het water van waterwegen, het water van de onbevaarbare waterlopen, met inbegrip van hun ondergrondse trajecten, de beken en rivieren, zelfs met onregelmatig debiet stroomopwaarts van het punt waar deze als onbevaarbare waterlopen worden ingedeeld, het water van meren, vijvers en ander stromend en stilstaand water;3° "gevaarlijke stoffen" : de in het water aanwezige stoffen die ofwel gevaarlijk kunnen zijn voor de menselijke gezondheid wegens hun toxiciteit, persistentie of bio-accumulatie, met uitzondering van die stoffen welke biologisch onschadelijk zijn of die snel worden omgezet in biologisch onschadelijke stoffen, ofwel een schadelijke werking kunnen hebben op het aquatisch milieu, dat beperkt kan worden tot een bepaald gebied en afhangen van de kenmerken van de ontvangende wateren en de plaats daarvan;4° "relevante gevaarlijke stoffen" : de gevaarlijke stoffen vermeld in kolom 5 van de bij dit besluit gevoegde tabel;5° "kwaliteitsdoelstelling" : toelaatbare concentratie voor een bepaalde stof in het oppervlaktewater;6° "Minister" : de Minister van de Waalse Regering tot wiens bevoegdheden het Waterbeleid behoort;7° "Bestuur" : de Afdeling Water van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van het Ministerie van het Waalse Gewest. HOOFDSTUK II. - Bepaling van de relevante gevaarlijke stoffen in het Waalse Gewest en de desbetreffende kwaliteitsdoelstellingen

Art. 3.§ 1. De stoffen die opgenomen kunnen worden op de lijst van de relevante gevaarlijke stoffen in het Waalse Gewest worden eerst gezocht onder de 99 stoffen van lijst II in bijlage bij de richtlijn, alsmede onder bepaalde metalen en metaalhoudende verbindingen. Deze stoffen worden vermeld in kolom 2 van de bij dit besluit gevoegde tabel. § 2. De lijst van de relevante stoffen in het Waalse Gewest wordt vastgesteld op grond van meetcampagnes voor het oppervlaktewater. § 3. Een stof die op lijst II opgenomen kan worden, wordt als relevant beschouwd zodra haar concentratie in het water die over minimum één jaar wordt gemeten, één keer de door het Bestuur bepaalde vaststellingsgrens overschrijdt.

De in het Waalse Gewest geïdentificeerde relevante stoffen worden vermeld in kolom 5 van de bij dit besluit gevoegde tabel. § 4. De aan de relevante gevaarlijke stoffen gebonden kwaliteitsdoelstellingen worden vermeld in kolom 6 van de bij dit besluit gevoegde tabel.

De waarden vermeld in de tabel zijn mediane waarden. De monsternemingen en de berekening van hun mediane waarden worden verricht als volgt : - de monsternemingen en de berekeningen worden jaarlijks uitgevoerd; - in de loop van het jaar worden minstens 5 monsternemingen op dezelfde plaatsten uitgevoerd; - de monsternemingen worden zo verspreid dat met verschillende weeromstandigheden rekening wordt gehouden. § 5. Het Bestuur beoordeelt op 31 december 2001 of de kwaliteitsdoelstellingen voor de relevante gevaarlijke stoffen in acht zijn genomen. Het beoordelingsrapport wordt aan de Minister overgemaakt.

Voor elke relevante stof die aan de lijst wordt toegevoegd na bijwerking ervan, zoals bepaald in artikel 5, wordt aan het einde van een meetjaar beoordeeld of de kwaliteitsdoelstelling ervan al dan niet in acht is genomen.

Art. 4.De kwaliteitsdoelstellingen gelden niet voor de oppervlaktewateren of voor bepaalde gedeelten ervan : 1° in geval van buitengewone droogte;2° wegens wetenschappelijk vastgestelde geologische natuurlijke eigenschappen of andere, die van dien aard zijn dat ze de waterkwaliteit aantasten.

Art. 5.§ 1. De lijst van de gevaarlijke stoffen en/of van de desbetreffende kwaliteitsdoelstellingen worden één keer en uiterlijk 31 december 2001 bijgewerkt. § 2. De Minister kent een kwaliteitsdoelstelling toe aan elke nieuwe relevante gevaarlijke stof die aan de lijst wordt toegevoegd. § 3. Vanaf de eerste bijwerking wordt de lijst om de drie jaar bijgewerkt. HOOFDSTUK III. - Controlenetwerk

Art. 6.Uiterlijk 31 december 2000 wordt een netwerk tot stand gebracht voor de controle van de oppervlaktewateren verontreinigd door de in het aquatisch milieu aanwezige relevante gevaarlijke stoffen.

Art. 7.Het overeenkomstig artikel 6 tot stand gebrachte controlenetwerk heeft o.a. tot doel : 1° de relevante gevaarlijke stoffen of groepen van relevante gevaarlijke stoffen na minimum één jaar te identificeren onder de in artikel 3, § 1, bedoelde stoffen die in lijst II opgenomen kunnen worden en in het water kunnen voorkomen; 2° de evolutie van de relevante gevaarlijke stoffen te volgen t.o.v. de kwaliteitsdoelstelling ervan; 3° het effect van de in hoofdstuk IV van dit besluit bedoelde programma's ter vermindering van de verontreiniging te beoordelen.

Art. 8.§ 1. De Minister gaat over of laat overgaan tot de representatieve monsternemingen volgens de minimale frequentie bedoeld in artikel 3, § 4. § 2. Tussen het moment van de monsterneming en dat van het laboratoriumonderzoek, wordt alles in het werk gesteld om de verslechtering van de oorspronkelijke kwaliteit van de monsters te voorkomen. § 3. De controle van de kwaliteitsdoelstellingen wordt bij voorkeur verricht via gestandaardiseerde analysetechnieken van het type ISO, EPA, EN. De laboratoria die aangepaste of andere methodes gebruiken, moeten zich vergewissen van de geldigheid van hun methodes die niet gestandaardiseerd zijn, en dat bewijzen aan de hand van herhaalbaarheids- en reproduceerbaarheidsproeven.

Het laboratorium zal rekening houden met de bestaande normen en methoden i.v.m. de maximale bewaartijd die men vóór de analyse aanraadt in acht te nemen. HOOFDSTUK IV. - Programma's ter vermindering van de verontreiniging veroorzaakt door de relevante gevaarlijke stoffen in het Waalse Gewest

Art. 9.De Minister bepaalt een programma ter vermindering van de verontreiniging veroorzaakt door elke relevante gevaarlijke stof bedoeld in kolom 3 van de bij dit besluit gevoegde tabel waarvan de kwaliteitsdoelstelling op 31 december 2001 niet in acht is genomen.

Deze programma's liggen vast binnen drie maanden, te rekenen van 31 december 2001.

De Minister bepaalt specifieke programma's ter vermindering van de relevante gevaarlijke stoffen die aan de lijst worden toegevoegd na 31 december 2001 en die niet voldoen aan hun kwaliteitsdoelstelling aan het einde van het meetjaar dat volgt op dat van hun indeling. Deze programma's worden goedgekeurd binnen zes maanden na het einde van het meetjaar.

Art. 10.De programma's ter vermindering van de verontreiniging bepalen in welke mate de verschillende aangenomen en/of voorziene instrumenten, met inbegrip van de wettelijke, reglementaire en administratieve maatregelen, tot hun verwezenlijking bijdragen.

De programma's kunnen ook specifieke bepalingen bevatten i.v.m. de samenstelling en het gebruik van de bedoelde stoffen en rekening houden met de recentste technische voortgangen die economisch realiseerbaar zijn.

De middelen die worden aangewend om de relevante gevaarlijke stoffen onder hun kwaliteitsdoelstelling te brengen, kunnen met name betrekking hebben op de vermindering bij de emissie en/of het gebruik, het erkenningssysteem, het belastingsysteem en het uitvoeringsverbod.

De kwaliteitsdoelstellingen moeten uiterlijk vijf jaar na de goedkeuring van het programma gehaald worden.

Art. 11.Als blijkt dat een kwaliteitsdoelstelling aan het einde van het overeenkomstige verminderingsprogramma niet in acht genomen wordt en voor zover vaststaat dat de oorzaak van de niet-inachtneming gedeeltelijk of geheel te wijten is aan menselijke activiteiten die op het Waalse grondgebied worden uitgevoerd, neemt de Minister bijkomende maatregelen om de inachtneming ervan te waarborgen. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 12.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 13.De Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 29 juni 2000.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET

Bijlage Lijst van de relevante gevaarlijke stoffen in het Waalse Gewest en kwaliteitsdoelstellingen Deze lijst van relevante gevaarlijke stoffen is opgemaakt op grond van een voorafgaande analyse van de oppervlaktewateren uitgevoerd over de periode 1999-2000 op verschillende representatieve punten van de Maas- en Scheldebekkens. Deze stoffen, waarvan de concentratie hoger is dan de gebruikte vaststellingsgrens, zijn in het water ontdekt in minstens één monsternemingsstation.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld * Lijst van de 16 prioritaire stoffen die op de lijst I kunnen worden opgenomen Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 29 juni 2000 betreffende de bescherming van het oppervlaktewater tegen de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen.

Namen, 29 juni 2000.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET

^