Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 29 oktober 2015
gepubliceerd op 14 november 2017

Besluit van de Waalse Regering tot herziening van de gewestplannen Charleroi en Philippeville-Couvin en tot aanneming van het voorontwerp van plan met betrekking tot de opneming van het ontwerp-tracé van de E420-N5 bezuiden Charleroi en van de daarbij betrokken reserveringsomtrek, evenals van de ontwerp-inhoud van het effectenonderzoek

bron
waalse overheidsdienst
numac
2017013916
pub.
14/11/2017
prom.
29/10/2015
ELI
eli/besluit/2015/10/29/2017013916/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 OKTOBER 2015. - Besluit van de Waalse Regering tot herziening van de gewestplannen Charleroi en Philippeville-Couvin en tot aanneming van het voorontwerp van plan met betrekking tot de opneming van het ontwerp-tracé van de E420-N5 bezuiden Charleroi en van de daarbij betrokken reserveringsomtrek, evenals van de ontwerp-inhoud van het effectenonderzoek


De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium (« CWATUP »), artikelen 1, 22, 40, 42 tot 44 en 452/25;

Gelet op het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan, aangenomen door de Waalse Regering op 27 mei 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 september 1979 tot oprichting van het gewestplan Charleroi, inzonderheid gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Gewestexecutieve van 3 en 6 mei 1993 en bij de besluiten van de Waalse Regering van 1 april 1999 en 22 april 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 april 1980 tot oprichting van het gewestplan Philippeville-Couvin, inzonderheid gewijzigd bij het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 12 januari 1989 en bij het besluit van de Waalse Regering van 29 oktober 1998;

Overwegende dat het besluit van de Waalse Regering van 29 oktober 1998 de gedeeltelijke herziening van het gewestplan Philippeville-Couvin definitief aanneemt met het oog op de opneming van de oostelijke singelweg om Couvin en de verlenging ervan via de verbinding Couvin-Brûly;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 22 juli 2014 tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten, gewijzigd op 23 juli 2015;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 24 juli 2014 tot regeling van de werking van de Waalse Regering;

Overwegende dat de Waalse Regering op 4 oktober 2001 besliste om de gewestplannen Charleroi en Philippeville-Couvin aan een herziening te onderwerpen met het oog op de opneming van een ontwerp-tracé voor een brede snelverkeersweg bezuiden Charleroi op het wegvak tussen Charleroi en Somzée (E420);

Overwegende dat die beslissing gemotiveerd was door : - de verbetering van de functies die de E420-N5 moet invullen in termen van internationaal, grensoverschrijdend, interregionaal en regionaal verkeer; - de wil om een beter beheer van het doorgaand verkeer te garanderen, evenals een verhoogde mobiliteit voor de bevolking die in het zuiden van Charleroi woont; - de optimalisering van de infrastructuur in haar omgeving;

Overwegende dat de beslissing van de Waalse Regering betrekking had op de opneming, in de betrokken gewestplannen, van drie ontwerp-tracés: een westelijk, een centraal en een oostelijk tracé en hun reserveringsomtrekken;

Overwegende dat de Waalse Regering het voorontwerp van herziening van de gewestplannen Charleroi (bladen 46/7, 46/8, 52/3 en 52/4) en Philippeville-Couvin (bladen 52/4 en 52/8) op 19 december 2002 (Belgisch Staatsblad van 31 januari 2003) aangenomen heeft na een fase van vrijwillige raadpleging van het publiek, waarvan zij de nadere regels had vastgelegd en die afgesloten werd met de veertig, door de bevolking voorgestelde alternatieven;

Overwegende dat de auteur van het onderzoek, aangewezen door de Waalse Regering om het effectenonderzoek uit te voeren, wat de gepastheid en de verantwoording van het voorontwerp van plan betreft, tot het besluit gekomen is dat het voorstel van de Waalse Regering om een nieuwe verkeersinfrastructuur aan te leggen, waardoor drie hoofddoelen waarvan sprake in haar besluit bereikt kunnen worden, volledig verantwoord wordt door de vooruitzichten inzake de toekomstige evolutie van het verkeer in Europa en dit, zelfs nu grote inspanningen werden gedaan om aan te zetten tot overschakelingen op andere verkeersmodi;

Overwegende dat de auteur van het onderzoek de milieubeoordeling voor negen wegvakken heeft verricht en na een streng selectieproces na afloop van het tweede deel van het effectenonderzoek drie tracés overhield, met een uitgesproken voorkeur voor één ervan; dat ze het gemeenschappelijk kenmerk hebben om twee "knelpunten" te vermijden, namelijk de "trou des Sarrazins" en de valleien "Ri de Sinri" en "Bièrlêre";

Overwegende dat het effectenonderzoek aangevuld werd met document waarvan de inhoud door de Waalse Regering werd vastgesteld op 19 april 2007 (Belgisch Staatsblad van 23 mei 2007) om te voldoen aan het programmadecreet van 3 februari 2005 betreffende de economische heropleving en de administratieve vereenvoudiging;

Overwegende dat de auteur van het onderzoek, aangewezen door de Waalse Regering om het aanvullend effectenonderzoek uit te voeren, de beoordelingen van de auteur van het effectenonderzoek aangevuld en af en toe genuanceerd heeft op basis van recentere informatie, maar onder aanwending van dezelfde methodes; dat hij eveneens, op verzoek van de Waalse Regering, bijzondere aandacht heeft geschonken aan de landbouwproblematiek;

Overwegende dat de conclusies van beide auteurs wat de gepastheid en de verantwoording van de uitvoering van de E420 - N5 bezuiden Charleroi in dezelfde richting wijzen;

Overwegende dat de auteur van het aanvullend onderzoek dan weer acht dat de keuze voor een "westelijk" of "oostelijk" tracé de facto het niet-bediende deel van de agglomeratie onopgelost laat en geen oplossing biedt voor de lokale verkeersproblemen, zoals verkeersopstoppingen en vluchtwegen in de slecht bediende geografische zone, het gebruik van de A503 en van de kleine ring R9 als oost-west-verbinding, het behoud van de N5 als invalsweg naar Charleroi voor de bestuurders komende uit oostelijke dan wel westelijke richting, al naar gelang de gekozen optie, en dus de blijvende verkeershinder, in het bijzonder tussen "le Bultia" en "Ma Campagne", nadeel dat juist verholpen diende te worden zoals gevraagd in het besluit van de Waalse Regering van 19 april 2007;

Overwegende dat de auteur van het aanvullend onderzoek bijgevolg een nieuwe variante voorgelegd heeft, die een combinatie zou vormen van een aftakking naar de westelijke agglomeratie van Charleroi en van een aftakking naar het oosten met de omvorming van de N5 tot stadsboulevard en een verbeterd openbaar vervoersnet op de N5;

Overwegende dat die variante erin bestaat, het bestaande N5-tracé vanaf Somzée tot aan de noordelijke grens van het woongebied « Tri des Marais » in Walcourt te gebruiken en dan naar het westen af te buigen om te eindigen in een centrale verkeerswisselaar die aan te leggen zou zijn ter hoogte van de rue du Châtelet in Ham-sur-Heure en vervolgens over te gaan in een aan te leggen weg naar Blanche Borne, oostwaarts, en naar Mont-sur-Marchienne, westwaarts;

Overwegende dat de Waalse Regering akte genomen heeft van de conclusies van het aanvullend onderzoek op 17 juli 2008;

Overwegende dat de Waalse Regering besloten heeft de nadruk te leggen op nieuwe prioriteiten voor dit dossier, bij aanvang van de legislatuur 2009-2014;

Overwegende dat de gewestelijke beleidsverklaring 2009-2014 er immers in voorzag, « in functie van de beschikbare begrotingskredieten, het ontwerp van de zuidelijke uitvalsweg van Charleroi af te werken door middel van een verbindingsweg tussen de rotonde `Ma Campagne' en de afrit `Blanche Borne' op de R3 (twee maal één vak) en een aanvullend effectenonderzoek voor een ondergrondse doorsteek (twee maal één vak) onder `Bultia'. Het plaatselijk verkeer en het verkeer naar het centrum van de agglomeratie zal verbeterd worden door de aanleg van een nieuwe tramlijn in eigen bedding tussen Nalinnes Bultia en Charleroi";

Overwegende dat de Waalse Regering, door voor die opties te kiezen, het doel nastreefde om de verbindingsweg Somzée-R3 versneld af te werken; dat dit immers erop wees dat het niet meer nodig zou zijn, de betrokken gewestplannen te herzien als bleek dat de geplande ondergrondse Bultia-doorsteek uitgevoerd kon worden door niet meer af te wijken van de in het gewestplan opgenomen hoofdverkeersweg en in ieder geval om de verbinding tussen de rotonde 'Ma Campagne' en de R3 uit te voeren gelet op de breedte van bedoelde verkeersinfrastructuur;

Gelet op het onderzoek uit 2013 over de capaciteit van de N5 tussen Somzée en de R3 met het oog op de aanleg van een ondergrondse doorsteek onder de Bultia-rotonde, eventueel gekoppeld aan de opwaardering van de verbinding tussen de rotonde 'Ma Campagne' en de R3;

Overwegende dat bedoeld onderzoek tot de conclusie leidt dat de aanleg van een doorsteek onder de rotonde en de instandhouding van een continue breedte van 2x2 wegvakken aanzienlijke capaciteitswinsten zou opleveren aan de zuidkant van de rotonde `Bultia', maar dat de noordelijke sector (Bultia - R3) in de huidige stand van zaken de verkeersstromen die overeenstemmen met de in het zuiden vrijgekomen capaciteiten niet weg kan laten vloeien en dat er dus vanaf de rotonde `Ma Campagne' gezocht dient te worden naar een verbinding N5-R3 om in het westen de A503 en in het oosten de R3 te bereiken indien men eenzelfde dienstverlening wil aanbieden op de rest van de N5;

Overwegende dat de Waalse Regering akte genomen heeft van die conclusies; dat het project herzien moet worden om de resultaten van dat onderzoek op te nemen en dat dit de herziening inhoudt van de gewestplannen Charleroi en Philippeville-Couvin voordat overgegaan kan worden tot de ontsluiting van een verbinding N5-R3 vanaf de rotonde "Ma Campagne";

Overwegende dat het steeds groeiende internationaal, regionaal en lokaal verkeer op de N5 bezuiden Charleroi en de voortgang van de aan de gang zijnde werkzaamheden aan weerszijden van de Franse grens oorzaak van nog meer druk zullen zijn op deze verkeersweg zodra ze afgehandeld zullen zijn; dat dit nog de overtuiging van de Waalse Regering sterkt, dat de uitvoering van een oplossing voor een vlotter verkeer op deze verschillende schalen prioritair blijft;

Overwegende dat de milieubeoordelingen die de Waalse Regering reeds liet uitvoeren, evenals de bemerkingen en vaststellingen die de verschillende instanties hebben medegedeeld bij vorige procedures haar een vrij goed inzicht hebben verschaft in alle op dit gebied inwerkende drukfactoren (van mensenhand of vanwege het leefmilieu) die;

Overwegende dat de Waalse Regering bijgevolg een nieuw ontwerp-tracé heeft vastgelegd, op grond van de variante uit het aanvullend effectenonderzoek dat rekening houdt met de evoluties die het grondgebied sinds de indiening van het onderzoek onderging en met de drukfactoren die verband houden met de technische uitwerking van een verkeersinfrastructuur van dat type; dat benadrukt dient te worden dat bedoeld ontwerp meer naar het zuiden, ter hoogte van Somzée, de N5 verdubbelt en dat het aangevuld wordt met het ontwerp-tracé van een singelweg rond Somzée-dorp via het westen en van een nieuwe verbinding tot aan de N978 in het noordoosten vanaf een verkeerswisselaar die aangelegd zou worden ter hoogte van de weg naar Philippeville, met het oog op een verbeterde leefomgeving voor de inwoners van deze plaats;

Overwegende dat de Waalse Regering het, ten overstaan van deze conclusies, van de voorstellen tot verbetering, door het nieuwe ontwerp-tracé, van het tracé uit het aanvullend effectenonderzoek en van de recentere evoluties inzake de aanleg van wegverkeersinfrastructuren op zowel Europees als regionaal niveau, wenselijker achtte, de procedure voor de herziening van de gewestplannen ab initio op te starten en dus de procedures die gevoerd werden in het vervolg van het besluit van 4 oktober 2001 tot herziening van de gewestplannen Charleroi en Philippeville-Couvin niet voort te zetten;

Sociaal-economische verantwoording en verantwoording van de aanleg Verantwoording van de behoeften Overwegende het infrastructuurbeleid van de Europese Unie ertoe strekt, de huidige mozaïek van wegen, spoorwegen, luchthavens en kanalen in Europa om te bouwen tot een basisvervoersnetwerk (TEN-T);

Overwegende dat het Europees Parlement en de Europese Raad in 2013 een kernvervoersnetwerk hebben vastgesteld; dat het gebouwd is op negen hoofdcorridors die tegen 2030 afgewerkt moeten zijn (Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU);

Overwegende dat Wallonië doorkruist wordt door de corridor "Noordzee - Middellandse Zee"; dat die corridor, wat de wegen betreft, Brussel met Parijs verbindt, via Bergen, en Brussel met Lyon via Luxemburg en Dijon;

Overwegende dat dit nieuwe kernvervoersnetwerk aangevuld moet worden door een globaal net op gewestelijk en nationaal niveau; dat dit globale net de gehele Europese Unie zal bedekken en vanaf elke regio toegankelijk zal zijn;

Overwegende dat het doel erin bestaat, de meeste Europese ondernemingen en burgers een toegang tot dat net te garanderen op minder dan dertig minuten tijd;

Overwegende dat de lidstaten zich ertoe verbonden hebben, elke mogelijke inspanning te doen om dat nieuwe net in uiterlijk 2050 te verwezenlijken;

Overwegende dat de verbinding E420 (Nijvel-Reims) deel uitmaakt van het globale net;

Overwegende dat de verbinding E420 een noord-zuidelijke as met een hoog dienstverleningsniveau mogelijk maakt als alternatief voor de snelwegen E19-A2-A1-A6-A26 Brussel/Parijs/Beaune en E411-A31 Brussel/Luxemburg/Beaune, evenals een nieuwe verbinding tussen de regio Ile-de-France en België;

Overwegende dat Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU in artikel 10 bepaalt : "Bij de ontwikkeling van het uitgebreide netwerk wordt in het algemeen prioriteit verleend aan maatregelen die nodig zijn om: c) ontbrekende schakels te realiseren en knelpunten weg te werken, in het bijzonder op grensoverschrijdende trajecten";

Overwegende dat het Europees Parlement en de Europese Raad reeds in 1996 op de ontbrekende schakel Charleroi - Charleville-Mézières heeft gewezen in beschikking nr. 1692/96/EG van 23 juli 1996 betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een transeuropees vervoersnet; dat dit bevestigd werd bij beschikking nr. 884/n° 884/2004/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 29 april 2004 tot wijziging van beschikking nr. 1692/96/EG betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet;

Overwegende dat de verbinding Charleroi - Charleville-Mézières vandaag nog steeds verloopt via de N5 in België en vervolgens via de D986, de N51 en de N43 in Frankrijk;

Overwegende dat de werkzaamheden voor de aanleg van de snelweg A34 tussen Charleville-Mézières en de Frans-Belgische grens ter hoogte van Gué-d'Hossus via Rocroi aan de gang zijn en dat de openstelling van die snelweg verwacht wordt tegen 2017; dat de wegverbinding aan Waalse kant tussen Brûly en Frasnes-lez-Couvin, de zgn. "singelweg rond Couvin" in aanbouw is;

Overwegende dat ze als projecten in het kader van het TEN-T in aanmerking komen voor financiering door de Europese Investeringsbank ten titel van artikel 309c van het Europees verdrag;

Overwegende dat de Europese Investeringsbank inderdaad deelneemt aan de financiering van deze infrastructuren, ten bedrage van tachtig miljoen euro, ondertekend op 6 maart 2014 voor het wegvak Brûly-Frasnes-lez-Couvin en ten bedrage van honderd miljoen euro, ondertekend op 15 mei 2014, voor het wegvak Charleville-Mézières - Rocroi;

Overwegende dat de « Société wallonne de financement complémentaire des infrastructures » (SOFICO) bij haar oprichting bij het decreet van 10 maart 1994 infrastructuren van gewestelijk belang waarvan zij de financiering, de uitvoering, het onderhoud en de exploitatie op zich neemt, ter beschikking te stelt van de gebruikers; dat de N5 onder de infrastructuren van gewestelijk belang valt;

Overwegende dat het besluit van de Waalse Regering van 26 maart 1998 het besluit van de Waalse Regering van 8 februari 1996 tot bepaling van de infrastructuren die door de SOFICO ontsloten moeten worden aanvult via de ontdubbeling van de N5 bezuiden Charleroi en te Couvin;

Overwegende dat verordening nr. 1315/2013/EU bepaalt dat de infrastructuren voor het wegvervoer uit wegen van hoge kwaliteit bestaan die speciaal ontworpen en aangelegd worden voor als autowegen, autosnelwegen of traditionele strategische wegen, voor verkeer met motorvoertuigen;

Overwegende dat wegen van hoge kwaliteit die wegen zijn, die een belangrijke rol vervullen voor het goederen- en reizigersvervoer over lange afstand, de belangrijkste stedelijke en economische centra ontsluiten, op andere vervoerswijzen aansluiten of de bergachtige, afgelegen, niet aan zee grenzende en perifere NUTS 2-regio's met de centrale regio's van de Unie verbinden;

Overwegende dat het wegvak van de N5 tussen Frasnes-lez-Couvin en de « bareel » van Tarcienne in twee keer twee stroken met middenberm is ontworpen, over bijna het geheel van zijn traject;

Overwegende dat de kruisingen met de « rue de Tarcienne/rue de l'Espenne », vervolgens met de « Grand'Rue/Rue Saint-Antoine" te Somzée, evenals met de "Route de Philippeville/Rue Lumsonry (bareel de Tarcienne)" met verkeerslichten zijn uitgerust; dat de verkeers- en wegvakcapaciteit hierdoor wordt geregeld;

Overwegende dat de N5 vervolgens uit een weg met slechts twee stroken bestaat, tot in Bultia;

Overwegende dat de tellingen door de Waalse Overheidsdienst, in 2007, van een verkeersraming van 20.500 voertuigen/dag tussen Laneffe en Somzée uitgaan; dat recentere tellingen (2011) van een verkeersstroom van 29.000 voertuigen/dag bezuiden Bultia uitgaan (op een weg van twee stroken), vervolgens van 34.000 voertuigen/dag tussen Bultia en Ma Campagne;

Overwegende dat er minder verkeer het traject Ma Campagne - R3 (2+1 stroken) gebruikt (iets meer dan 28.000 voertuigen/dag), maar dat een aanzienlijk deel van het verkeer naar de R3 afbuigt via Blanche Borne (om en bij de 20.000 voertuigen/dag);

Overwegende dat de rotonde van Bultia tijdens de ochtendspits tegen zijn maximumcapaciteit gebruikt wordt, met files als gevolg op elke aftakking; dat de verkeerscapaciteit op de kruispunten met verkeerslichten (Somzée en Lumsonry) op meer dan 85% draait, waardoor er verkeersgolven ontstaan; dat de rotonde rue de Villers/Longue Haie richting Blanche Borne eveneens voor grotere filelengtes zorgt;

Overwegende dat de avondspits door het verkeer op de rotondes van Couillet, Ma Campagne en Bultia op hun maximumcapaciteit voor aangroeiende files zorgt door voertuigen die hoofdzakelijk uit noordelijke (Charleroi) en oostelijke richting (rue de la Blanche Borne en rue du Bultia) komen; dat de verzadigde rotonde van Bultia nog eens verkeer uit het winkelcentrum van Bultia te slikken krijgt; dat dit voor aanzwellende files zorgt tot op de R3, afrit Blanche Borne;

Overwegende dat deze verkeersverzadiging voor aanzienlijk sluipverkeer zorgt dwars door de dorpen gelegen op de gemeentewegen, namelijk Nalinnes, om de A503 en de R3 West, en Loverval, om de R3 Oost, te bereiken;

Overwegende dat de openstelling van de A34 in Frankrijk en de "singelweg om Couvin" nog voor gevoelig hogere voertuigenaantallen op de N5 zal zorgen;

Overwegende dat het gemeentelijk mobiliteitsplan van de stad Charleroi, bijgewerkt in 2014, aanbeveelt om de verplaatsingen te organiseren rond onder andere "de aanleg van complementaire radiale buslijnen in de verkeersgebieden waar het openbaar vervoer heden deficitair is", "een deklassering van bepaalde hoofdinvalswegen naar het stadscentrum" en "de deviatie van grote stromen doorgaand autoverkeer naar de R3";

Overwegende dat het verkeersgebied rond de N5 als deficitair aangemerkt wordt voor het aanbod inzake structurerend openbaar vervoer en dat de hoge dienstverleningsbuslijnen op dat tracé bezuiden Charleroi tussen de R9 en Ma Campagne aanbevolen wordt;

Overwegende dat de uitvoering van deze aanbeveling zou betekenen dat de huidige verkeerslast op de N5 met 200 tot 400 voertuigen per uur en per rijrichting gedrukt zou moeten worden;

Overwegende dat het capaciteitsonderzoek op de N5 tussen Somzée en de R3 met het oog op de aanleg van een ondergrondse doorsteek onder de rotonde van Bultia, eventueel gekoppeld aan de heropwaardering van de verkeersverbinding tussen de rotonde Ma Campagne en de R3 tot het besluit kwam dat gestreefd moet worden naar een verbinding N5-R3 in die optiek, met het mogelijke aanbod van een dienstverleningsniveau gelijk aan de rest van de N5, westwaarts richting A503 en oostwaarts richting R3;

Betrokken tracé Overwegende dat het overwogen traject uit vijf wegvakken bestaat, waarvan de omschrijving als volgt samengevat kan worden : - wegvak I : Singelweg om Somzée genoemd, voert om Somzée heen via het westen vanaf km 65 van de N5 te Laneffe tot km 62 na de hoeve « Chant des Alouettes » en leidt dan naar het noorden tot aan de aan te leggen wisselaar oostelijk van de "bareel de Tarcienne" op de weg naar Philippeville; - wegvak Ibis : verbinding « bareel de Tarcienne - N978 » genoemd, verbindt de aan te leggen wisselaar ten oosten van de « bareel de Tarcienne » en de N978 op de kruising met de rue de la Bareel te Tarcienne; - wegvak II : « bareel de Tarcienne - Le Bultia » genoemd, leidt naar het noorden en voert om via het oosten "om de bareel de Tarcienne" heen vooraleer weer af te buigen naar de westkant van de N5 en tussen de gehuchten Housseroule, la Ferrée en le Bultia te voeren. Er dient een wisselaar aangelegd te worden bij de toegang tot Warchissaux : - wegvak III : het naar het westen afbuigend wegvak Le Bultia - A503 dwarst het bos "La Ferrée", "Le bois du Prince" en het "Bois de la Magneroule" bezuiden de wijk "Champ de courses". Dit wegvak laat de terril Cerisier links liggen voor de aansluiting op de N577 ter hoogte van de rotonde met de A503; - wegvak IV : het wegvak Le Bultia - La Blanche Borne verbindt de wisselaar ter hoogte van de wijk "Le Bultia" met de R3 ter hoogte van La Blanche Borne. Vanaf de wisselaar waarborgt dit wegvak de aansluiting op de N5 bij km 65 ter hoogte van de wijk Balmoral en buigt dan oostwaarts af om in de as te komen te liggen van de "rue de la Blanche Borne". Dit wegvak dwarst het "bois de Roumont", de "Taille" te l'Auniau en het "bois de Fromont" om via het zuiden om de bezinkingsbekkens van Solvay heen te voeren voor aansluiting te vinden op de R3 in de as van de "chemin du Bourbier";

Noodzaak om de gewestplannen Charleroi en Philippeville-Couvin te herzien Overwegende dat de vorige onderzoeken tot het besluit waren gekomen dat de aanleg van een wegverkeersinfrastructuur tussen Somzée en Charleroi nodig is om in te spelen op de vastgestelde mobiliteitsbehoeften en dat genoemde infrastructuur niet mag worden aangelegd in de huidige staat van het gewestplan, noch door verbetering van het bestaande wegennet noch door overschakeling op andere verkeersmodi tegen verantwoorde kosten voor de gemeenschap;

Overwegende dat het betrokken gebied geen enkele evolutie doormaakte waardoor er vandaag een alternatief aangeboden zou kunnen worden voor de steeds groeiende, heden vastgestelde mobiliteitsbehoeften;

Overwegende dat die gezamenlijke gegevens de Waalse Regering bevestigen in de overtuiging dat het noodzakelijk is het laatste deel van deze verkeersinfrastructuur tussen Somzée en de ring rond Charleroi uit te voeren;

Overwegende dat de uitvoering van het overwogen project inhoudt dat de voorafgaandelijke herziening van de gewestplannen Charleroi en Philippeville - Couvin noodzakelijk is;

Overwegende dat de Waalse Regering beslist het voorontwerp van herziening van de betrokken gewestplannen op basis van volgende principes vast te stellen: 1. Opneming van een ontwerp-tracé en van de daarmee verbonden reserveringsomtrek. Overwegende dat de Waalse Regering de optie kiest om het ontwerp-tracé van de nieuwe verkeersinfrastructuur, met inbegrip van de verkeerswisselaars, op de gewestplannen op te nemen, evenals de daarmee verbonden reserveringsomtrek;

Overwegende dat de Waalse Regering de breedte van de reserveringsomtrek op 150 m vastlegt om de ontwerpers ervan in staat te stellen de grondinneming ervan in functie van de plaatselijke kenmerken nauwkeuriger te omschrijven; 2. de opneming van het tracé van bepaalde wegen zoals ze heden zijn uitgetekend en de schrapping van de nutteloos geworden reserveringsomtrekken; Overwegende dat de R3, als ontwerp opgenomen op het gewestplan, ondertussen is aangelegd; dat het bijgevolg aangewezen is om het exacte tracé van de verkeersinfrastructuur tussen zijn kruising met de rue du Cimetière te Mont-sur-Marchienne en de Champ de Péchenne te Châtelet op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Châtelet op te nemen, en het ontwerp-tracé en de daarmee verbonden reserveringsomtrek te schrappen;

Overwegende dat de verkeerswisselaars Marcinelle-Est, Marcinelle en Couillet op het grondgebied van de gemeente Charleroi en de verkeerswisselaar Châtelet op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Châtelet, opgenomen op het gewestplan, sindsdien zijn aangelegd; dat het bijgevolg aangewezen is de nauwkeurige tracés ervan op het gewestplan op te nemen en de ontwerp-tracés en de daarmee verbonden reserveringsomtrekken te schrappen; 3. Schrapping van de opneming van een deel van het tracé van de N5 Overwegende dat artikel 23, eerste lid, § 1, 2°, van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium het volgende bepaalt: "het gewestplan bevat het bestaande en het geplande tracé of de vervangende reserveringsomtrek van het net van de voornaamste verbindings- en verkeerswegen voor het vervoer van vloei- en brandstoffen"; Overwegende dat de nieuwe infrastructuur een hoofdverbindingsweg op schaal van Wallonië vormt; dat het bijgevolg gepast is het tracé van de N5 tussen Laneffe (KP 65.3) en Balmoral (KP 56.5) op het gewestplan te laten staan daar de enige functie die hem op dat wegvak nog zal resten, een plaatselijke bediening betreft;

Overwegende dat er een wisselaar aangelegd dient te worden op de nieuwe verkeersinfrastructuur om aan te sluiten op de N5 bezuiden Balmoral;

Overwegende dat die verkeerswisselaar in drie delen kan worden opgedeeld : - Een oprit vanaf de N5 uit het noorden ter hoogte van KP 65, waardoor de toegang tot de nieuwe infrastructuur richting zuiden gegarandeerd wordt; - Een afrit vanaf de nieuwe verkeersinfrastructuur uit het noorden waardoor de N5 opgereden kan worden ter hoogte van KP 56.2 richting zuiden; - Een op- en een afrit op de E420 in zuid-noordelijke richting om aansluiting te vinden op de N5 ter hoogte van KP 56.5 via een rotonde;

Overwegende dat het deel van de N5 gelegen benoorden die rotonde als toegangspoort tot Charleroi zal blijven dienen en als stadsboulevard heraangelegd zou moeten worden met een belangrijke plaats voor het openbaar vervoer en in het bijzonder voor een buslijn met hoogrenderende dienst; dat die functie als toegangspoort tot de eerste stad van Wallonië op vlak van inwonerstal het behoud van de opneming van het tracé ervan op het gewestplan rechtvaardigt; 4. Opneming van het ontwerp-tracé en van de desbetreffende reserveringsomtrek tussen de nieuwe verbindingsinfrastructuur en de N978, ten noorden van Somzée; Overwegende dat het ontwerp-tracé van de nieuwe verkeersinfrastructuur de singelweg om Somzée via het westen verantwoordt, evenals de schrapping van de opneming van het tracé van de N5 in het dwarsen ervan;

Overwegende dat een ontwerp-tracé en de daarmee verbonden reservingsomtrek op het gewestplan opgenomen zijn met het oog op de wijziging van de N978 in het dwarsen van Somzée; dat het ontwerp-tracé via het zuidoosten om het dorp heen voert;

Overwegende dat de aanleg van beide verkeersinfrastructren de volledige omsingeling van het dorp Somzée als gevolg zal hebben; dat het aangewezen is, van de aanleg van de ontworpen verkeersinfrastructuur in het zuid-oosten af te zien en het ontwerp van een verbinding E420-N978 ter hoogte van de bareel de Tarcienne;

Overwegende dat die verbinding overigens korter is dan de ontbrekende schakel in de N978 opgenomen in het gewestplan; dat ze eveneens het voordeel vertoont, de afstand tussen de infrastructuur en de dorpskern van Somzée groter te maken;

Overwegende dat het bijgevolg gepast is het tracé en het ontwerp-tracé van de N978 te schrappen, evenals de reserveringsomtrek die daarmee verband houdt, tussen de aan te leggen verkeerswisselaar in het westen van Somzée, tussen de N978 en de nieuwe verkeersinfrastructuur (KP 6.3) en de rue de la Barrière (KP 3.9); dat het statuut van hoofdverkeersinfrastructuur overgenomen zal worden door de nieuwe infrastructuur tussen beide punten;

Overwegende dat het gepast is, het tracé van de verkeerswisselaar van Somzée tussen de N5 en de N978 te schrappen, evenals de wegen die deze tracés belichamen daar ze hun statuut van hoofdverkeersinfrastructuren verloren hebben;

Verantwoording ten opzichte van artikel 1 van het Wetboek Overwegende dat de aanvraag inspeelt op economische en mobiliteitsnoden van de gemeenschappen voor zover de verbinding Charleroi - Charleville-Mézières erdoor verbeterd wordt, en vandaar ook de Europese corridor tussen Noordzee en Middellandse Zee; dat de opneming van Charleroi in die Europese corridor voor een sterkere economische ontwikkeling ervan zorgt, met name in de zuidelijke rand;

Overwegende dat het voorontwerp van plan een gevolg is van een gedetailleerd milieuonderzoek uit meerdere tientallen mogelijke alternatieve tracés; dat de verkozen optie ertoe strekt, de plaatselijke bediening en het doorgangsverkeer te verbeteren en tegelijk ook de impacten ervan op de bevolking zo laag mogelijk te houden door de dorpskernen te ontzien;

Overwegende dat de N5, dankzij de verkeersontlasting, op termijn tot een stadsboulevard zou kunnen evolueren, met het ontwikkelen van een openbaar vervoersaanbod, het heropwaarderen van dorpskernen maar ook het verminderen van de geluidshinder langs deze weg en het verhelpen van de verkeersonveiligheid door de zich opstapelende lagen druk verkeer;

Overwegende dat de N5, wegvak R3 Couillet - Philippeville N40, immers opgenomen is op de lijst hoofdverkeerswegen met meer dan zes miljoen doorrijdende voertuigen per jaar zoals vermeld in artikel 2 van het besluit van de Waalse Regering van 13 september 2007 in verband met het in kaart brengen van de geluidshinder;

Overwegende dat uit de vorige milieuonderzoeken blijkt dat de uitvoering van de alternatieven voor de aanleg van de nieuwe wegverkeersinfrastructuur (verbeterd bestaand net en overschakeling verkeersmodi), naast de onzekere haalbaarheid ervan, een zeer kwistig bodemgebruik in de hand zou werken; dat dit laatste dus de beste optie is vanuit dat gezichtspunt om op de noden, bekend bij de Waalse Regering, in te spelen;

Overwegende dat de nieuwe verkeersinfrastructuur daarnaast een bestaand werk gebruikt om in het westen op de R3 aan te sluiten;

Overwegende dat de nieuwe verkeersinfrastructuur de bestaande afzettingen in zand- en steengroeven niet aantast;

Overwegende dat de uitvoering van de weginfrastructuur eveneens een vermindering in het gebruik van sluipwegen, een daling van de geluidshinder bij het dwarsen van dorpen (luchtverontreiniging, geluid, onveiligheid...) mogelijk zal maken;

Overwegende dat de uitvoering van de weginfrastructuur een hiërarchisering van het wegennet en een verbeterde mobiliteit mogelijk zal maken waardoor de versnelde slijtage van de wegen die niet bestemd zijn voor zulk doorgangsverkeer voorkomen zal worden;

Overwegende dat de herkwalificatie van de N5 voor het wegvak Bultia - R9 en de vermindering van het verkeer dat er het gevolg van is, zal bijdragen tot de ontwikkeling van het openbaar vervoer en zachte verkeersmodi; dat de uitvoering van de weginfrastructuur een positieve energie-impact zal hebben ten opzichte van het huidige wegennet;

Overwegende dat de nieuwe weginfrastructuur hoofdzakelijk onder het maaiveld zal komen te liggen om de landschappelijke integratie te vergemakkelijken; dat er eveneens overwogen wordt bruggen aan te leggen om de beekvalleien van de Ferrée en de Prince te doorkruisen en het ecologisch netwerk te vrijwaren;

Overwegende dat het effectenonderzoek dat uitgevoerd zal moeten worden met betrekking tot het voorontwerp van plan, als een aantasting van het cultuur-, natuur- en landschapspatrimonium onvermijdelijk is bij de aanleg van een nieuwe, brede wegverkeersinfrastructuur, maatregelen zal moeten voorstellen om de negatieve effecten op dat patrimonium te voorkomen, te verminderen of te compenseren;

Overwegende dat de uitgevoerde milieueffectenonderzoeken overigens reeds een bepaald aantal verzachtende maatregelen voorgesteld hebben om de impact van het project op een leefmilieu te beperken, maatregelen die beoordeeld en in voorkomend geval in het kader van dit project ondersteund zullen worden;

Overwegende dat de opties inzake aanleg die via het voorontwerp van plan, zoals omschreven, aangenomen werden, ten slotte op duurzame wijze de vastgestelde behoefte inzake mobiliteit kunnen lenigen voor zover ze in een perspectief van kwalitatief beheer van de leefomgeving, van een spaarzaam bodemgebruik, de energieprestatie van de bebouwing en de gebouwen en de vrijwaring van het natuur-, cultuur- en landschapspatrimonium geplaatst worden; Analyse van de feitelijke en rechtstoestand Analyse van de feitelijke toestand Mobiliteit Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé gevolgen heeft op verschillende verkeersinfrastructuren van de interstedelijke en gemeentelijke netwerken; dat hij, bijvoorbeeld, door twee voormalige spoorlijnen loopt (L111 Thy-le-Château - Laneffe et L133 Couillet - Jamioulx) opgenomen in de projectfase in het autonoom net voor traag verkeer;

Landschap Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen als overdruk van de onroerende goederen gelegen in de landschappelijke oppervlaktes van het platteland gelegen buiten het land van Acoz van het landschappelijk geheel van het "plateau van de Condroz" en van de beboste hellingen van de Samber en zijn bijrivieren van het landschappelijk geheel van de "Haine en de Samber" waarvan de atlassen zijn bekendgemaakt;

Natuurgevaren en zware geotechnische drukfactoren Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé meermaals is opgenomen als overdruk van de onroerende goederen blootgelegd aan het overstromingsrisico;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen als overdruk van gebieden waarvan de ondergrond risico's inhoudt wegens de aard van deze ondergrond; dat de omtrek loopt door het uiteinde van het matige karstische drukgebied verbonden met het gehucht "Le trou des Sarrazins" (wegvak III);

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen als overdruk van de gronden die het voorwerp hebben uitgemaakt van een exploitatie van de ondergrond; dat er mijnconcessies bestaan betreffende deze exploitaties (wegvak II, III en IV);

Oppervlakte- en grondwater Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé een aantal waterlopen oversteekt;

Overwegende dat talrijke afvloeiende assen zullen worden opgevangen door de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé;

Landbouwactiviteit Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé voor het grootste deel is opgenomen als overdruk van de landbouwgronden van de Condroz;

Bebouwing Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen, op het grondgebied van de gemeente Walcourt (wegvak I), als overdruk van onroerende goederen opgenomen in een woongebied en in een openbaar dienstverlenings- en gemeenschappelijk uitrustingsgebied in Laneffe; dat ze zijn bebouwd en dat ze de sporthal van Laneffe, rue Les Battis, omvatten;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen, op het grondgebied van de gemeente Walcourt (wegvak I), als overdruk van onroerende goederen opgenomen in een gebied waarvan de inrichting door de gemeente aan een overlegprocedure onderworpen is gelegen tussen de rue Sainte-Antoine en de N5 in Somzée; dat deze niet is uitgevoerd ten opzichte van de artikelen 18ter en 33 van het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Erfgoed en Energie (CWATUP) en dat er geen enkele bebouwing wordt vastgesteld;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen, op het grondgebied van de gemeente Walcourt (wegvak I), als overdruk van onroerende goederen opgenomen in een woongebied op het niveau van de N5 te Somzée; dat ze het voorwerp uitmaken van een ambachtelijke en handelsactiviteit;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen, op het grondgebied van de gemeente Walcourt (wegvak Ibis), als overdruk van onroerende goederen opgenomen in een woongebied met een landelijk karakter op het niveau van de "rue de la Barrière te Tarcienne"; dat deze gedeeltelijk zijn gelegen in de omtrek van een bebouwingsvergunning en bebouwd;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen, op het grondgebied van de gemeente Walcourt (wegvak II), als overdruk van onroerende goederen opgenomen in een woongebied op het niveau van de "rue des Pommiers te Tarciennes"; dat deze gelegen zijn in de omtrek van een bebouwingsvergunning en bebouwd;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen, op het grondgebied van de gemeente Walcourt (wegvak II), als overdruk van onroerende goederen opgenomen in een woongebied op het niveau van de N5 te Tarciennes; dat ze gedeeltelijk het voorwerp uitmaken van een ambachtelijke en handelsactiviteit;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen, op het grondgebied van de gemeente Ham-sur-Heure-Nalinnes (wegvak II), als overdruk van onroerende goederen opgenomen in een gebied waarvan de inrichting door de gemeente aan een overlegprocedure onderworpen is van "de rue de la Ferrée"; dat deze niet is uitgevoerd ten opzichte van de artikelen 18ter en 33 van het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Erfgoed en Energie (CWATUP) en dat er geen enkele bebouwing wordt vastgesteld;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen, op het grondgebied van de gemeente Ham-sur-Heure-Nalinnes (wegvak III), als overdruk van onroerende goederen opgenomen in een woongebied op het niveau van de "rue de Châtelet"; dat ze gedeeltelijk worden bebouwd;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen, op het grondgebied van de gemeente Charleroi (wegvak III), als overdruk van onroerende goederen opgenomen in een gebied waarvan de inrichting door de gemeente aan een overlegprocedure onderworpen is van de "rue de Nalinnes"; dat deze niet is uitgevoerd ten opzichte van de artikelen 18ter en 33 van het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Erfgoed en Energie (CWATUP) en dat er geen enkele bebouwing wordt vastgesteld;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen, op het grondgebied van de gemeente Charleroi (wegvak III), als overdruk van onroerende goederen opgenomen in het openbaar dienstverlenings- en gemeenschappelijk uitrustingsgebied van "la Chapelle Notre Dame de la Bruyère, rue de Nalinnes"; dat deze gelegen zijn in de omtrek van een bebouwingsvergunning en bebouwd;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen, op het grondgebied van de gemeente Charleroi (wegvak III), als overdruk van onroerende goederen opgenomen in een woongebied, "rue de Nalinnes"; dat deze worden bebouwd;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen, op het grondgebied van de gemeente Charleroi (wegvak III), als overdruk van onroerende goederen opgenomen in een woongebied, "quartier du Champ de Courses"; dat deze gelegen zijn in de omtrek van een bebouwingsvergunning en bebouwd;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen, op het grondgebied van de gemeente Charleroi (wegvak III), als overdruk van onroerende goederen opgenomen in een gebied waarvan de inrichting door de gemeente aan een overlegprocedure onderworpen is van de "rue du Bois planté"; dat deze niet is uitgevoerd ten opzichte van de artikelen 18ter en 33 van het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Erfgoed en Energie (CWATUP) en dat er geen enkele bebouwing wordt vastgesteld;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen, op het grondgebied van de gemeente Charleroi (wegvak III), als overdruk van onroerende goederen opgenomen in een woongebied, op de N577; dat deze worden bebouwd;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen, op het grondgebied van de gemeente Gerpinnes (wegvak IV), als overdruk van onroerende goederen opgenomen in een woongebied, op de "Grande Drève"; dat deze gelegen zijn in de omtrek van een bebouwingsvergunning en bebouwd;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen, op het grondgebied van de gemeente Gerpinnes (wegvak IV), als overdruk van onroerende goederen opgenomen in een woongebied, op de N5 en de "rue de la Blanche Borne"; dat deze worden bebouwd en gedeeltelijk het voorwerp uitmaken van een ambachtelijke en handelsactiviteit;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen, op het grondgebied van de gemeente Gerpinnes (wegvak IV), als overdruk van onroerende goederen opgenomen in een gebied waarvan de inrichting door de gemeente aan een overlegprocedure onderworpen is zogenoemd "Ma Campagne"; dat deze niet is uitgevoerd ten opzichte van de artikelen 18ter en 33 van het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Erfgoed en Energie (CWATUP) en dat er geen enkele bebouwing wordt vastgesteld;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen, op het grondgebied van de gemeente Gerpinnes (wegvak III), als overdruk van onroerende goederen opgenomen in een woongebied, op de "rue Ry" van Saint-Ry; dat deze niet worden bebouwd;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen, op het grondgebied van de gemeente Châtelet (wegvak IV), als overdruk van onroerende goederen opgenomen in een groengebied en een woongebied, op "les rues Dufayx en Materne"; dat ze zijn bebouwd voor huisvesting;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen als overdruk van de onroerende goederen opgenomen in een landbouwgebied en een bosgebied waar enkele gebouwen werden gebouwd;

Overwegende dat de auteur van het effectenonderzoek deze feitelijke toestand zal moeten valideren, hem, in voorkomend geval, aanvullen en de nadruk leggen op de bijzondere verplichtingen dat hij op het project kan doen wegen;

Analyse van de rechtstoestand Overwegende dat de N5 in het project van ruimtelijke structuur voor Wallonië voorkomt als voornaamste vervoeras;

Overwegende dat het Waals structuurplan de optie weerhoudt om de toegankelijkheid van het gebied van Charleroi te verbeteren door de uitvoering van de nieuwe grensoverschrijdende verbindingen Charleroi Maubeuge (N54) en Charleroi-Charleville-Mézières (N5) om het Gewest op te nemen in de Transeuropese netwerken en in het bijzonder de opportuniteiten te valoriseren die zich in Wallonië voordoen op het vlak van de logistiek;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen als overdruk van verschillende gebieden van het gewestplan: 51,3 % in landbouwgebied, 35 % in bosgebied, 6 % in een gebied waarvan de inrichting door de gemeente aan een overlegprocedure onderworpen is, 1,9 % in woongebied en 0,5 % in woongebied met een landelijk karakter, 2,6 % in groengebied, 1,6 % in parkgebied, 0,8 % in een openbaar dienstverlenings- en gemeenschappelijk uitrustingsgebied;

Overwegende dat een landschappelijk waardevolle omtrek is opgenomen als overdruk van alle gebieden die niet bestemd zijn voor bebouwing gelegen op het wegvak III;

Overwegende dat een landschappelijk waardevolle omtrek is opgenomen als overdruk van het bosgebied opgenomen aan weerskanten van de N5 alsook van het groengebied opgenomen ten noordoosten van het gebied waarvan de inrichting door de gemeente aan een overlegprocedure onderworpen is "Ma campagne" te Gerpinnes gelegen op het wegvak IV;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé door het tracé loopt van een bestaande elektrische hoogspanningslijn op het grondgebied van de gemeente Charleroi (wegvak III);

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé door het tracé loopt van drie verbindingswegen: de N5 (wegvak I, II en IV), de N577 (wegvak III) en de N978 (wegvak I);

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé door het tracé loopt van een bestaande leiding op het grondgebied van de gemeente Gerpinnes (wegvak IV);

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen (wegvak IV) als overdruk van gebieden gelegen op het grondgebied van de gemeente Châtelet waarvoor er een gemeentelijk structuurplan en een gemeentelijk stedenbouwkundig reglement bestaat dat alle punten bedoeld in artikel 78, § 1, van het Wetboek bevat;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen (wegvak III), op het grondgebied van de gemeente Charleroi, als overdruk van een bosgebied gelegen in de omtrek van het gemeentelijk plan van aanleg nr. 5 "du bois du prince" goedgekeurd bij het koninklijk besluit van 8 januari 1958 waar ze worden bestemd als "bosgebied";

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen (wegvak IV), op het grondgebied van de gemeente Châtelet, als overdruk van een landbouwgebied gelegen in de omtrek van het gemeentelijk plan van aanleg nr. 1 "de la Blanche Borne" goedgekeurd bij het ministerieel besluit van 1 april 1988 waar ze worden bestemd als "gebied van straatwegen" en als "industriegebied met toekomstig bestemming van groene ruimte"; dat de stedenbouwkundige voorschriften van het gemeentelijk plan van aanleg het industriegebied bestemmen voor de vestiging van bezinkingsbekkens;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen (wegvak IV), op het grondgebied van de gemeente Gerpinnes, als overdruk van een bosgebied met landschappelijke waarde en een woongebied gelegen in de omtrek van de gemeentelijke plannen van aanleg "du bois de Bertransart" goedgekeurd bij de koninklijke besluiten van 11 december 1957, 8 mei 1958 en 27 juni 1967 waar ze worden bestemd voor verblijven; dat deze bepalingen niet in overeenstemming zijn met het gewestplan voor het gedeelte van het grondgebied dat vandaag als bosgebied is opgenomen;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen (wegvak IV), op het grondgebied van de gemeente Gerpinnes, als overdruk van een bosgebied en een woongebied gelegen in de omtrek van het gemeentelijke plan van aanleg nr. 6B goedgekeurd bij het ministerieel besluit van 15 januari 1999, ten westen, en van het gemeentelijk plan van aanleg nr. 6A goedgekeurd bij het koninklijk besluit van 16 juni 1972, ten oosten waar ze worden bestemd voor verblijven, verschillende gemeenschappelijk uitrustingen en voor de bouw van sociale woningen; dat het gemeentelijke plan van aanleg nr. 6B afwijkt van het gewestplan voor het gedeelte van het grondgebied dat vandaag als bosgebied in het gewestplan is opgenomen; dat de bepalingen van het gemeentelijk plan van aanleg niet in overeenstemming zijn met het gewestplan voor het gedeelte van het grondgebied dat vandaag als bosgebied is opgenomen;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé door een grondgebied loopt dat gedekt is door een gemeentelijk mobiliteitsplan op de gemeenten van Charleroi en Châtelet en een intergemeentelijk mobiliteitsplan op de gemeenten van Gerpinnes en Walcourt;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé door een grondgebied loopt dat gedekt is door een gemeentelijke plan voor natuurontwikkeling op de gemeenten van Charleroi,Gerpinnes, Ham-sur-Heure - Nalinnes en Walcourt;

Overwegende dat de subsidiering van het gemeentelijk programma voor plattelandsontwikkeling van de gemeente Gerpinnes geëindigd is op 30 september 2010 en dat het programma van de gemeente Walcourt zal eindigen op 31 mei 2016;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé de site van "la drève de la Ferrée" doorkruist op het grondgebied van de gemeente Ham-sur-Heure-Nalinnes (wegvak III) die beschermd is bij koninklijk besluit van 29 maart 1976;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé opgenomen is op het grondgebied van de gemeente Ham-sur-Heure-Nalinnes (wegvak III) als overdruk van een bosgebied gelegen in de omtrek van de site van het bos "de la Ferrée" dat beschermd is bij ministerieel besluit van 8 april 1987 wegens zijn esthetische en wetenschappelijke waarde;

Overwegende dat uit de vorige effectenonderzoeken blijkt dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé gevoelige archeologische gebieden doorkruist; dat er echter niet met zekerheid kan worden beweerd dat ze archeologische goederen bevat;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé opgenomen is op het grondgebied van de gemeente Charleroi (wegvak III) als overdruk van een bosgebied met landschappelijke waarde gelegen in de omtrek van de site van "bois du prince" die beschermd is bij ministerieel besluit van 19 februari 1991 wegens zijn esthetische en wetenschappelijke waarde;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé opgenomen is op het grondgebied van de gemeente Charleroi (wegvak III) als overdruk van een groengebied met landschappelijke waarde gelegen in de omtrek van de site van "du vallon du ruisseau de la fontaine qui bout" die beschermd is bij ministerieel besluit van 14 december 1992 wegens zijn esthetische waarde;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé opgenomen is op het grondgebied van de gemeente Gerpinnes (wegvak III) als overdruk van een bosgebied met landschappelijke waarde gelegen in de omtrek van de site van "bois du Bièrlêre" die beschermd is bij ministerieel besluit van 4 augustus 1989 wegens zijn esthetische en wetenschappelijke waarde;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé opgenomen is op het grondgebied van de gemeente Gerpinnes (wegvak IV) als overdruk van een bosgebied gelegen in de omtrek van de site van "bois de Roumont" die beschermd is bij koninklijk besluit van 27 november 1979 wegens zijn historische en esthetische waarde;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé opgenomen is op het grondgebied van de gemeente Gerpinnes (wegvak IV) als overdruk van een bosgebied gelegen in de omtrek van de site van "bois de Joncret" die beschermd is bij ministerieel besluit van 4 augustus 1989 wegens zijn esthetische en wetenschappelijke waarde;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé opgenomen is op het grondgebied van de gemeente Gerpinnes (wegvak IV) als overdruk van een bosgebied gelegen in de omtrek van de site van "bois de Houdrois" die beschermd is bij ministerieel besluit van 4 augustus 1989 wegens zijn esthetische en wetenschappelijke waarde;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé opgenomen is als overdruk van gebieden waar bomen ("rue de Gerpinnes" - wegvak Ibis en "drève de la Ferrée" - wegvak III) en hagen zijn geplant ("rue Alfred Nassaux" en aan de rand van de R3 - wegvak IV) die als waardevol worden beschouwd in de zin van de artikelen 266 en 267 van het Waals wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Erfgoed en Energie (CWATUP);

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé (wegvak I) het oosten van een grote omtrek met landschappelijke waarde doorkruist, opgemerkt door ADESA ten zuidwesten van Somzée;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé (wegvak III) door het zuidwestelijke uiteinde van het karstische complex van de "Trou des Sarrazins" loopt;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé (wegvak III) het zuiden doorkruist van een omtrek met landschappelijke waarde en een waardevol vergezicht opgemerkt door ADESA rond de beekvallei van "la fontaine qui bout";

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen, op het grondgebied van de gemeente Charleroi, als overdruk van gebieden gelegen in het voorkomingsgebied IIb van de winning van openbare distributie van de "rue Claire Fontaine" uitgebaat door de waterregie van Charleroi;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen, op het grondgebied van de gemeente Gerpinnes, als overdruk van gebieden gelegen in het voorkomingsgebied IIb van de winning van openbare distributie van de "Bois Haie Monsieur" uitgebaat door de waterregie van Charleroi;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen op het grondgebied van de gemeente Gerpinnes als overdruk van gebieden gelegen in de nabijheid van het domaniaal natuurreservaat van "Verger de Namêche" te Loverval;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé (wegvakn II, III, IV) gemeentelijk bossen onder bosregeling doorkruist;

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé (wegvak IV) zich in de onmiddellijke nabijheid bevindt van het domaniaal natuurreservaat van "Verger de Namêche" te Loverval (Gerpinnes);

Overwegende dat de reserveringsomtrek betrokken bij het geplande tracé is opgenomen op het grondgebied van de gemeente Charleroi, Gerpinnes en Walcourt als overdruk van onroerende goederen gelegen in de omtrek van een bebouwingsvergunning;

Overwegende dat de N5 eindelijk beoogd is onder de handelingen en werken waarvoor er gebleken is dat er dringende motieven van algemeen belang bestaan zodat de stedenbouwkundige vergunningen, de milieuvergunningen en de bedrijfsvergunningen verleend door de Waalse Regering worden bekrachtigd door het Waals Parlement;

Overwegende dat de auteur van het effectenonderzoek deze rechtstoestand zal moeten valideren, hem, in voorkomend geval, aanvullen en de nadruk leggen op de bijzondere verplichtingen dat hij op het project kan doen wegen;

Omvang en nauwkeurigheidsgraad van het effectenonderzoek Overwegende dat de herziening van de gewestplannen van Charleroi en van Philippeville-Couvin niet te verwaarlozen effecten op het leefmilieu zal hebben rekening houdend met de kenmerken van de communicatie-infrastructuur waarvan zij het kader vormt, de gebieden en de activiteiten die zouden kunnen geraakt worden;

Overwegende dat overeenkomstig de bepalingen van artikel 42, tweede en vierde lid van het Wetboek, de Waalse Regering gehouden is een milieueffectenonderzoek waarvan ze de omvang en de precisiegraad bepaalt, te laten verrichten, en het ontwerp van inhoud van het effectenonderzoek alsmede het voorontwerp van herziening van de gewestplannen van Charleroi en van Philippeville-Couvin ter advies voor te leggen aan de "Commission régionale d'Aménagement du Territoire" (Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening) en aan de "Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable" (Waalse Raad voor het Leefmilieu voor Duurzame Ontwikkeling);

Overwegende, wat betreft de omvang van het uit te voeren onderzoek, dat de auteur van het onderzoek zijn analyse beperkt tot de bestanddelen van het voorontwerp van plan die een niet te verwaarlozen effect op het leefmilieu kunnen hebben; dat hij de relevantie van zijn keuzes verantwoordt;

Overwegende dat het effectenonderzoek overeenkomstig artikel 42, derde lid, van het Wetboek meer bepaald kan berusten op de nuttige inlichtingen uit het effectenonderzoek uitgevoerd ter uitvoering van de beslissingen van de Waalse Regering van 20 september 2001 en 19 april 2007; dat deze inlichtingen niettemin geanalyseerd zullen moeten worden, en, desgevallend, bijgewerkt zullen moeten worden;

Overwegende dat het effectenonderzoek ook meer bepaald kan berusten op de nuttige inlichtingen van het onderzoek "N5 - Inrichting van een ondergrondse doorsteek onder de rotonde Bultia - Bijkomend onderzoek "capaciteit van de as N5 tussen Somzée en de R3""; dat deze inlichtingen niettemin geanalyseerd zullen moeten worden, en, desgevallend, bijgewerkt zullen moeten worden;

Overwegende dat de analyse van de behoeften die de opneming rechtvaardigt van een tracé-ontwerp in de gewestplannen van Charleroi en van Philippeville-Couvin en van de daarbij betrokken reserveringsomtrek als overdruk van de doorkruiste gebieden rekening zal moeten houden met de nationale, grensoverschrijdende en internationale context, i.v.m. Frankrijk, waarin het project van nieuwe communicatie-infrastructuur past;

Overwegende dat, gelet op wat voorafgaat, de Waalse Regering beslist om de ontwerp-inhoud van het effectenonderzoek alsmede het voorontwerp van herziening van de gewestplannen van Charleroi en van Philippeville-Couvin ter advies voor te leggen aan de Prefect van de "Région Champagne-Ardenne";

Overwegende dat de analyse van de relevantie van zijn ligging evenals het zoeken naar varianten van ligging zullen moeten beperkt worden tot de grondgebieden doorkruist door het tracé van een communicatie-infrastructuur die toelaat om zich aan te sluiten op de A34, via Couvin;

Overwegende dat de analyse van zijn afbakening en van de voorwaarden voor zijn ontsluiting, evenals het zoeken naar afbakeningsvarianten dan weer beperkt zouden moeten worden tot de meest relevante onderzoeksomtrek rekening houdende met de overwogen aard van het milieu en met de druk voortvloeiende uit de vestiging;

Overwegende dat wat de nauwkeurigheidsgraad van de informatie van het uit te voeren onderzoek betreft, de bij dit besluit gevoegde ontwerp-inhoud opgemaakt is met inachtneming van de specificiteiten van de opneming van een ontwerp-tracé in de gewestplannen van Charleroi en van Philippeville-Couvin en van de daarbij betrokken reserveringsomtrek en de type-inhoud omschreven in artikel 42, tweede lid, van het Wetboek naleeft;

Overwegende dat de auteur van het onderzoek de minimum dwarsprofielen van de communicatie-infrastructuur moet rechtvaardigen en het type van de uit te voeren verkeerswisselaars, gedeelten per gedeelten, door zijn verkeersramingen te vergelijken met de criteria bepaald door het operationele Directoraat-generaal Wegen en Gebouwen van de Waalse Overheidsdienst;

Overwegende dat uit de vorige conclusies van de effectenonderzoeken blijkt dat een bijzondere aandacht besteed zal moeten worden aan de evaluatie van de effecten van het voorontwerp van plan op het landschap (landschappelijk waardevolle omtrekken), het natuurlijk erfgoed (beschermde sites), het natuurlijk milieu (bos Robinet, de Louvroi, de la Ferrée, du Prince, de Magneroule, de Joncret, het woud van la Bièrlêre, de boomgaard Namêche, de dreef de la Ferrée, de bezinksbassins van Solvay, de terril van de champ de course, het dal van ri de Sinri), de waterlopen (beken van Moulin, van Ferrée, van fond des haies, van Saint-Hubert en van la Bièrlêre), de ondergrond (karstische complex van de "Trou des Sarrazins"), de fauna en het ecologische netwerk Overwegende dat een bijzondere aandacht zal moeten besteed worden aan de effecten van het voorontwerp van plan op de landbouw- en bosactiviteiten; dat de Waalse Regering hier de bezorgdheid bevestigt die zij op 17 juli 2008 reeds had uitgedrukt voor de landbouwproblematiek op het ogenblik dat zij akte genomen heeft van de indiening van de aanvullende effectenonderzoeken;

Overwegende dat een bijzondere aandacht zal moeten besteed worden aan de evaluatie van de effecten van het voorontwerp van plan op de plaatselijke mobiliteit, door namelijk tellingen uit te voeren of bijwerkingen van bestaande tellingen, een onderzoek van de verkeersstromen en een projectie van deze gegevens na de uitvoering van de infrastructuur-communicatie;

Overwegende dat een bijzondere aandacht zal moeten besteed worden aan de evaluatie van de effecten van het voorontwerp van plan op het behoud van de continuïteit van de interstedelijke en gemeentelijke netwerken en van de grote trektochten (wandelpad van de slakkenbergen);

Overwegende dat een bijzondere aandacht zal moeten besteed worden aan de evaluatie van de effecten van het voorontwerp van plan, in het bijzonder van de schrapping van de N5, op de bebouwing langs deze weg;

Overwegende dat een bijzondere aandacht zal moeten besteed worden aan de evaluatie van de effecten van het voorontwerp van plan op de ondergrond (bescherming van de voorraden) en zijn uitbating (geotechnische drukfactoren);

Overwegende dat het effectenonderzoek de eventuele varianten en de uit te voeren maatregelen nauwkeurig zal moeten aangeven waarvan het opportuun zou zijn om de definitieve aanneming van de herziening van de gewestplannen van Charleroi en van Philippeville-Couvin te voorzien, om de aan het licht gebrachte negatieve effecten te voorkomen, te beperken of te compenseren;

Raadpleging van de instanties Overwegende dat de Waalse Regering het nodig acht, overeenkomstig artikel 43, § 2 van het Wetboek, om de ontwerp-inhoud van het effectenonderzoek alsmede het voorontwerp van herziening van plan aan de bevoegde overheden van de Franse Republiek ter advies voor te leggen aangezien het internationaal karakter van de geplande wegverkeersinfrastructuur opmerkelijke effecten zou kunnen hebben op het leefmilieu van deze Staat;

Op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Besluit :

Artikel 1.De Waalse Regering beslist om de gewestplannen van Charleroi (bladen 46/7, 46/8, 52/3 en 52/4) en van Philippeville-Couvin (bladen 52/4 et 52/8) te herzien met het oog op de opneming van het ontwerp voor het tracé van een hoofdverbindingsinfrastructuur (E420 tussen Laneffe en Charleroi) en van de daarbij betrokken reserveringsomtrek.

Art. 2.Het voorontwerp van herziening van de gewestplannen Charleroi (bladen 46/7, 46/8, 52/3 en 52/4) en Philippeville-Couvin (bladen 52/4 en 52/8) wordt aangenomen door de Waalse Regering, overeenkomstig de hierbijgevoegde kaart, met het oog op : - de opneming van : * het tracé-ontwerp van een hoofdverbindingsinfrastructuur en van de desbetreffende reserveringsomtrek op het grondgebied van de gemeenten Charleroi, Châtelet, Gerpinnes, Ham-sur-Heure-Nalinnes en Walcourt; * het tracé-ontwerp van een hoofdverbindingsinfrastructuur en van de desbetreffende reserveringsomtrek tussen de nieuwe verbindingsinfrastructuur en de N978, ten noorden van Somzée; * het tracé van de R3 tussen de kruising ervan met « rue du Cimetière » in Mont-sur-Marchienne en « Champ de Péchenne » in Châtelet op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Châtelet; * de tracés van de verkeerswisselaars Marcinelle-Oost, Marcinelle en Couillet op het grondgebied van de gemeente Charleroi en de verkeerswisselaar Châtelet op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Châtelet; - en de schrapping van : * het tracé van de N5 tussen Laneffe (K-paal 65,3) en Balmoral (K-paal 56,5) op het grondgebied van de gemeenten Gerpinnes, Ham-sur-Heure-Nalinnes en Walcourt; * het tracé, het tracé-ontwerp en de desbetreffende reserveringsomtrek van de N978 tussen de aan te leggen verkeerswisselaar, ten westen van Somzée, tussen de N978 en de nieuwe infrastructuur (K-paal 6,3) en « rue de la Barrière » (K-paal 3,9) op het grondgebied van de gemeente Walcourt; * het tracé van de verkeerswisselaar van Somzée tussen de N5 en de N978 op het grondgebied van de gemeente Walcourt; * het tracé-ontwerp van de R3 en de desbetreffende reserveringsomtrek tussen de kruising ervan met « rue du Cimetière » in Mont-sur-Marchienne en « Champ de Péchenne » in Châtelet op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Châtelet; * de tracé-ontwerpen van de verkeerswisselaars Marcinelle-Oost, Marcinelle, Couillet en Châtelet en de desbetreffende reserveringsomtrekken op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Châtelet.

Art. 3.Het besluit van de Waalse Regering van 4 oktober 2001 (Belgisch Staatsblad van 6 november 2001) waarbij beslist wordt om de gewestplannen Charleroi en Philippeville-Couvin aan een herziening te onderwerpen met het oog op de opneming van een ontwerp-tracé voor een brede snelverkeersweg bezuiden Charleroi op het wegvak tussen Charleroi en Somzée wordt vervangen door dit besluit.

De procedure die ingezet werd na voornoemd besluit van 4 oktober 2001 waaruit met name het besluit van de Waalse Regering van 19 december 2002 waarbij het voorontwerp van herziening van de gewestplannen van Charleroi en van Philippeville-Couvin worden aangenomen met het oog op de opneming van een ontwerp-tracé voor een brede snelverkeersweg tussen Charleroi en Somzée (E420) en het besluit van de Waalse Regering van 19 april 2007 waarbij beslist wordt een aanvullend effectenonderzoek te laten uitvoeren over het voorontwerp van herziening van de gewestplannen Charleroi en Philippeville-Couvin met betrekking tot de opneming van het tracé van de E420-N5 bezuiden Charleroi voortvloeien, wordt niet verdergezet.

Art. 4.De Waalse Regering neemt de ontwerp-inhoud van het bij dit besluit gevoegde milieueffectonderzoek aan.

Art. 5.De Waalse Regering belast er de Minister van Ruimtelijke Ordening mee de ontwerp-inhoud van het milieueffectenonderzoek alsmede het voorontwerp van herziening van de gewestplannen van Charleroi en van Philippeville-Couvin, overeenkomstig artikel 42, vierde lid, van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, voor advies voor te leggen aan de "Commission régionale d'Aménagement du territoire" (Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening), aan de "Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable" (Waalse Raad voor het Leefmilieu voor Duurzame Ontwikkeling) en aan de bevoegde overheden van de Franse Republiek, en haar daarna ter goedkeuring voor te leggen.

Namen, 29 oktober 2015.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO

Ontwerp-inhoud van het effectonderzoek De omvang en de nauwkeurigheidsgraad van de gegevens die het effectenonderzoek dient te bevatten zijn in dit document nader omschreven.

De aangewezen projectontwerper zal de gegevens en de resultaten verkregen in het kader van de voorheen uitgevoerde onderzoeken aanvullen, meer bepaald de onderzoeken verricht ter uitvoering van de beslissingen van de Waalse Regering van 20 september 2001 en van 19 april 2007 alsook het onderzoek "N5 - Inrichting van een ondergrondse doorsteek onder de rotonde Bultia - Bijkomend onderzoek "capaciteit van de as N5 tussen Somzée en de R3" .

Het effectenonderzoek moet een zo groot mogelijk aantal gegevens vermelden die vereist worden voor de effectenbeoordeling zodat het effectenonderzoek betreffende de aanvraag van de vergunning voor de aanleg van de nieuwe wegverkeersinfrastructuur er zijn voordeel in vindt.

Om tegemoet te kunnen komen aan punt 11 van deze inhoud, geeft de auteur aan welke methode hij gekozen heeft voor alle analyses.

DEEL I. - Algemene princiepsanalyse van het grondgebied en analyse van de ligging van het voorontwerp van plan 1. Omschrijving van de doelstellingen van het voorontwerp van plan De omschrijving van de doelstellingen van het voorontwerp van plan strekt ertoe, de oorsprong, de motiveringen en de doelstellingen ervan ruimer te omschrijven met het oog op het heronderzoek van de geschiktheid ervan enerzijds en van de ligging ervan anderzijds ten opzichte van artikel 42, lid 2, 2°, van het "CWATUP". 1.1. Inhoud van de herziening van de gewestplannen 1.1.1. Initiatiefnemer van de aanvraag voor de herziening van de gewestplannen en beheerder van de toekomstige wegverkeersinfrastructuur. 1.1.2. Inhoud van de herziening van de gewestplannen * Opneming van het ontwerp-tracé van een hoofdverbindingsinfrastructuur en van de desbetreffende reserveringsomtrek en schrapping van tracés en ontwerp-tracés van hoofdverbindingsinfrastructuren alsook van de desbetreffende reserveringsomtrekken. * Beoogd type communicatie-infrastructuur. * Profiel. * Oorsprong en bestemming (polen van de ontwikkelingsstructuur van het Waals structuurplan die verbonden worden). * Lengte van het ontwerp-tracé. * Omschrijving van het ontwerp-tracé. * Algemene ligging van het ontwerp-tracé op een NGI-basiskaart op schaal 1/50.000e en 1/250.000e, en op een Europese schaal indien relevant. * Nauwkeurige weergave van het ontwerp-tracé en van de desbetreffende reserveringsomtrek op de recentste NGI-basiskaart op schaal 1/10.000e en op het vigerende gewestplan op schaal 1/10.000e. 1.2. Verantwoording van de uitvoering van een nieuwe weginfrastructuur en banden met andere plannen en programma's. 1.2.1. Grondslag van de herziening t.o.v. het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan, het leefmilieubeleidsplan voor de duurzame ontwikkeling, de verordenign van het Europees Parlement en de Raad nr. 1315/2013/EU, de gemeentelijke structuurplannen, de gemeentelijke en intergemeentelijke mobiliteitsplannen, enz.

Dit punt legt een verband tussen het voorontwerp van plan en de andere relevante plannen en programma's (art. 42, tweede lid, 1°, partim van het Wetboek) en identificeert de relevante doelstellingen van de milieubescherming ten opzichte van het voorontwerp van plan (art. 42, tweede lid, 7°, partim van het Wetboek). 1.2.2. Sociale, economische en mobiliteitsbehoeften waaraan tegemoetgekomen kan worden door de aanvraag. * functie van de nieuwe communicatie-infrastructuur in het Europese, nationale, regionale, lokale wegennet; * verantwoording van het voorontwerp van plan ten opzichte van de dynamiek van het betrokken grondgebied, meer bepaald de bedrijfsruimten en de woonkernen van het betrokken gebied op de verschillende schalen. 1.2.3. Huidige toestand van het net, huidige verkeersdrukte, met actualisering van de tellingen en de gerezen problemen in termen van verbinding en verkeer. 1.2.4. Algemene ontwikkelingstrends van het verkeer tegen 2030. 1.2.5. Soorten verkeer met betrekking tot de nieuwe wegverkeersinfrastructuur.

Verantwoording van de minimale dwarsprofielen van de communicatie-infrastructuur en van het type uit te voeren verkeerswisselaars, weggedeelte per weggedeelte. 1.2.6. Bewijs van de behoefte aan de nieuwe wegverkeersinfrastructuur om tegemoet te komen aan de mobiliteitsbehoeften.

Bewijsvoering inzake de onmogelijkheid om tegemoet te komen aan de geïdentificeerde behoeften zonder herziening van de gewestplannen (= alternatief "0"): ofwel door de verbetering van het bestaande wegennet, ofwel door overschakeling op andere vervoersmodi (tegen een redelijke prijs voor de gemeenschap) 1.2.7. Weerslag van de nieuwe wegverkeersinfrastructuur op de bestaande netten (raming van de herverspreiding van het verkeer). 2. Omschrijving van het beoogde grondgebied volgens de menselijke en leefmilieukenmerken ervan en volgens de potentialiteiten ervan 2.1 Onderzoek van het territoriaal verband van het voorontwerp van plan.

Voorafgaande analyse van het territoriaal verband waarin het voorontwerp van het plan kadert Dat onderzoek naar het territoriaal verband moet er eveneens toe leiden het bij het voorontwerp van plan "beoogd grondgebied" af te bakenen.

De kaarten en de schema's worden uitgetekend op de meest relevante schaal om een beter inzicht te krijgen in de ruimtelijke organisatie van het polariseringsgebied waarvan sprake in het voorontwerp van plan. 2.1.1 Afbakening van het invloedsgebied van de nieuwe wegverkeersinfrastructuur. 2.1.2 Analyse van het territoriaal verband bedoeld bij het voorontwerp van plan. * Verspreiding van de voornaamste woonkernen. * Ligging van de voornaamste activiteits- en attractiepolen (handel, cultuur, recreatie, nijverheid, ...). * Ligging van de voornaamste gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen. * Ligging van de communicatienetten en schemaweergave van de voornaamste stromen. 2.2 Inrichtinggerelateerde reflectie over de mogelijke alternatieven voor de tracés ten opzichte van de na te streven economische, sociale en mobiliteitsdoelstellingen. 2.2.1 Onderzoek naar de mogelijke tracé-alternatieven. 2.2.2 Troeven en zwakheden van het ontwerp-tracé opgenomen in het voorontwerp van plan en van zijn alternatieven. 2.2.3 Lijst in toe- of afnemend belang van de voor- en nadelen van de verschillende mogelijke ontwerp-tracés.

In het onderzoek worden de voor- en nadelen van de alternatieve liggingen geanalyseerd volgens de maatschappelijke, economische en mobiliteitskenmerken ervan.

Dat vergelijkend onderzoek strekt ertoe de verschillende liggingen in functie van hun toe- of afnemend belang te vergelijken die voortvloeiden uit de analyse van het territoriale verband in functie van hun troeven en drukfactoren ten opzichte van de behoeften en de wijze om erop in te spelen ten opzichte van: - het kwalitatief beheer van de leefomgeving; - het spaarzame gebruik van de bodem en diens rijkdommen; - de energieprestatie van de bebouwing en van de gebouwen; - de vrijwaring en de ontwikkeling van het cultureel, het natuurlijk en het landschappelijk erfgoed.

De liggingen die niet op duurzame wijze op de behoeften inspelen, zullen via die vergelijking uitgeschakeld worden ten voordele van de optimale alternatieven. 2.3 Omschrijving van het beoogde grondgebied. 2.3.1 Afbakening van het beoogde grondgebied.

Het beoogde grondgebied wordt afgebakend vanaf het onderzoek naar het territoriale verband van het voorontwerp van plan en de inrichtinggerelateerde reflectie over de liggingsalternatieven. Daarin zijn ook het voorontwerp van plan en de liggingsvarianten vervat. 2.3.2 Analyse van de feitelijke en rechtstoestand van het beoogde grondgebied. a) In de feitelijke toestand worden de kenmerken van de bevolking en van haar activiteiten, van de beschikbare uitrustingen en van het leefmilieu van het beoogde grondgebied onderscheiden en omschreven. In de bestaande rechtstoestand wordt de lijst opgemaakt van de rechtshandelingen waarmee bij de herziening rekening moet worden gehouden en van te wijzigen rechtshandelingen. b) Bewijs van de verenigbaarheid van het voorontwerp van plan met de bestaande feitelijke toestand. - Menselijk milieu: * betrokken woongebieden; * huidige bodembezettingen en de gevolgen daarvan op de menselijke activiteiten; * landschappelijk waardevolle sites; * erfgoed, zelfs zonder bijzondere rechtsbescherming. - Natuurlijk milieu: * Natura 2000-locaties; * biologisch waardevolle gebieden, zelfs zonder bijzondere rechtsbescherming; * voorspelbare natuurgevaren of zware geotechnische drukfactoren (mijnen en mijnconcessies); * hydrologische, hydrogeologische drukfactoren (karst) en afvloeiend hemelwater; c) Bewijs van de verenigbaarheid van het voorontwerp van plan met de bestaande rechtstoestand van de betrokken onroerende goederen en omgeving ervan. 2.3.3 Voornaamste potentialiteiten en drukfactoren tegenover de opneming van de nieuwe verkeersinfrastructuur.

In de diagnose van de bestaande toestand wordt gewezen op de voornaamste potentialiteiten, de overduidelijke zware drukfactoren en gevoelige leefmilieupunten van het grondgebied dat voor de aanleg van een nieuwe verkeersinfrastructuur in aanmerking komt. 3. Verantwoording van het voorontwerp van plan t.o.v. artikel 1, § 1, van het Wetboek.

Doel van die stap is, een eerste kritische conclusie te formuleren over het voorontwerp van plan ter zake van het beginsel ervan en van de ligging ervan.

Het beginsel van de herziening van de plannen wordt beoordeeld op grond van de motiveringselementen verwoord in het besluit van de Waalse Regering tot aanneming van het voorontwerp van plan, onderbouwd en van kritiek voorzien dankzij de elementen van de analyse die in dit effectenonderzoek bijeengezocht zijn.

Het voorontwerp van plan en de voornaamste alternatieve tracés worden verantwoord door een systematische toetsing van alle analysecriteria afgeleid van artikel 1, § 1, namelijk de sociale, economische, energetische, mobiliteits-, erfoged-, en leefmilieubehoeften van de gemeenschap waaraan ze tegemoetkomen.

In het onderzoek moet onder andere de onmogelijkheid aangetoond worden om tegemoet te komen aan de sociale, economische en mobiliteitsbehoeften nagestreefd door het voortonwerp van plan via de verbetering van het bestaande net en de overgang op andere vervoersmodi.

De wijze waarop wordt overwogen om de op geïdentificeerde behoeften in te spelen ten opzichte van: - het kwalitatief beheer van de leefomgeving; - het spaarzame gebruik van de bodem en diens rijkdommen; - de energieprestatie van de bebouwing en van de gebouwen; - de vrijwaring en de ontwikkeling van het cultureel, het natuurlijk en het landschappelijk erfgoed.

Na beëindiging van de afweging van de voor- en nadelen van elkeen van de alternatieve tracés: * ofwel het voorontwerp van plan is niet verantwoord en de procedure wordt niet voortgezet; * ofwel het voorontwerpvan plan is niet geheel verantwoord en een betere ligging die beter tegemoetkomt aan de eisen van artikel 1, 1, komt tot uiting; * ofwel één van de tracés van het voorontwerp is verantwoord als beste oplossing - of minstens als één van de meest geschikte oplossingen.

DEEL II. - Beoordeling van het leefmilieu en van de inrichting van het voorontwerp van plan en alternatieven ervan 4. Diepere analyse van de "onderzoeksomtrek" waarvan sprake in het voorontwerp van plan en de alternatieven ervan De kaarten die de omschrijving en de analyse van de onderzoeksomtrek waarvan sprake in het voorontwerp van plan en de potentiële alternatieven ervan mogelijk maken, worden uitgewerkt op schaal 1/10. 4.1. Afbakening van de onderzoeksomtrek waarvan sprake in het voorontwerp van plan. 4.2. Gedetailleerde analyse van de bestaande feitelijke en rechtstoestand van de onderzoeksomtrek. 4.3. Analyse van de oorspronkelijke staat van het leefmilieu.

Die toestand wordt geanalyseerd voor het deel van het grondgebied dat door de uitvoering van het voorontwerp van plan beïnvloed zou kunnen worden.

Die analyse moet fijn genoeg zijn om de werkelijke toestand ter plaatse te benaderen.

Er wordt gebruik gemaakt van alle technische grafische uitdrukkingsmogelijkheden (kaart, schema, grafieken, enz.) die de kwaliteit en de objectiviteit van het onderzoek zouden kunnen verbeteren. 4.3.1. Het abiotisch of fysisch milieu. - De topografie, de geomorfologie, de geologie (met inbegrip van voormalige ondergrondse exploitaties), de hydrologie (onderzoek van de bestaande infrastructuren en uitrustingen en van de daarmee overeenstemmende gegevens), de hydrogeologie (met inbegrip van de karstische complexen, de waterwinningen en de voorkomings- en de bewakingsgebieden), de pedologie (kaarten); - Het klimaat, het microklimaat (met inbegrip van de windroos en de mistvorming) (grafieken); - Het geluid: bestaande normen, onderzoeken en verslagen betreffende de geluidsmetingen en de omschrijving van de impactgebieden (kaarten); - De lucht (kwaliteit); - De trillingen; - De geuren; - Het landschap: omschrijving van de onderzochte omtrek in het kader van het plaatselijk landschap; * Cartografie van de belangrijkste bebouwde en onbebouwde landschappelijke bestanddelen, * Analyse van de landschappelijke bestanddelen in verband met de landschappelijk waardevolle omtrekken opgenomen op de gewestplannen en de betrokken landschappelijk gehelen. 4.3.2. Biotisch milieu. - Het natuurlijk milieu ( "bois Robinet", "de Louvroi", "de la Ferrée", "du Prince", "de Magneroule", "de Joncret", "forêt de la Bièrlêre", "verger Namêche", "drève de la Ferrée", bezinkingsbekkens Solvay, "terril du champ de course", "vallon du ri de Sinri "en beken "du Moulin", "de la Ferrée", "du fond des haies", "de Saint-Hubert" en "de la Bièrlêre"); - De fauna (vogelsoorten die men hoofdzakelijk tegenkomt) en het ecologisch netwerk; - Oppervlakte- en grondwater (tabellen); - Het agro-pedologisch potentieel. 4.3.3. Menselijk milieu. - De bevolking (structuur, evolutie); - De bebouwing (omschrijving, evaluatie van de grondwaarde); - Het monumentale, natuurlijke (beschermde sites) en archeologische erfgoed (met inbegrip van het potentieel); - De economische activiteiten (diensten, nijverheid, landbouw, bosbouw, enz.): werkgelegenheid, natuur en kenmerken, cartografie, omschrijving en beoordeling, interactie met de landbouwgrond- en bosbouwkundige structuren; -De openbare dienstverleningsactiviteiten: de zorginstellingen, de rusthuizen, de schoolinrichtingen, de culturele uitrustingen, de openbare parken, ... -De communicatie-infrastructuren (autowegen, wegen, spoorwegen, bevaarbare wegen, luchtwegen, wegen voor traag verkeer, langeafstandswandelpaden), onderzoek naar de stromen, analyse van de interacties; - De infrastructuurnetten voor het vervoer van vloeistoffen en energie (water, riolering, gas, elektriciteit, enz.). 4.4 Conclusies betreffende de geschiktheid van de site om de nieuwe verkeersinfrastructuur te ontvangen. 5. Voorstelling van mogelijke alternatieven. De alternatieven worden gekozen met het oog op de optimalisering van de nieuwe communicatie- infrastructuur in zijn omgeving en op het bijdragen tot een merkelijke verbetering om tegemoet te komen aan de behoeften inzake plaatselijke mobiliteit en de verbeteringen die verwacht worden voor de verschillende functies die de E420-N5 moet waarnemen voor het internationale, grensoverschrijdende, interregionale, regionale en lokale doorvoerverkeer. 6. Beoordeling van de vermoedelijke effecten van de uitvoering van het plan op de mens en zijn activiteiten, de fauna, de flora, de bodem, de ondergrond, het oppervlakte- en grondwater, de lucht, de klimatische factoren, het culturele erfgoed en de landschappen en de interactie tussen die verscheidene factoren Voor elk onderzocht gebied wordt in het onderzoek aangegeven welke bestanddelen van het voorontwerp van plan effecten zouden kunnen hebben. De gevolgen voortvloeiend uit: - de werffase; - de aanwezigheid van de nieuwe communicatie-infrastructuur; - de ingebruikname ervan; moeten bestudeerd worden.

Het onderzoek maakt de secundaire, cumulatieve, synergische, vaste en tijdelijke, zowel positieve als negatieve, effecten op korte, op middellange en op lange termijn duidelijk op het leefmilieu, waarbij inbegrepen zijn: de biodiversiteit, de bevolking, de menselijke gezondheid, de fauna, de flora, de bodems, het water, de lucht, de klimaatfactoren, de materiële goederen, het culturele erfgoed met inbegrip van het architectonisch en het archeologisch erfgoed, de landschappen, de land- en bosbouwactiviteit en de interacties tussen die factoren (artikel 42, tweede lid, 8°, van het Wetboek).

Het onderzoek maakt ook de effecten duidelijk op de landbouw- en bosactiviteit (artikel 42, tweede lid, 9°, van het Wetboek).

Het onderzoek zal een bijzondere aandacht besteden aan de beoordeling van de effecten van het voorontwerp van plan op: - het landschap (landschappelijk waardevolle omtrekken), het natuurlijk erfgoed (beschermde sites), het natuurlijk milieu ( "bois Robinet", "de Louvroi", "de la Ferrée", "du Prince", "de Magneroule", "de Joncret", "forêt de la Bièrlêre", "verger Namêche", "drève de la Ferrée", bezinkingsbekkens Solvay, "terril du champ de course", "vallon du ri de Sinri "), de waterlopen (beken "du Moulin", "de la Ferrée", "du fond des haies", "de Saint-Hubert" en "de la Bièrlêre"), de ondergrond (karstisch complex van "trou des Sarrazins"), de fauna, het ecologische netwerk en de landbouw- en bosactiviteiten); - de mobiliteit in termen van internationaal, grensoverschrijdend, interregionaal en regionaal verkeer, door namelijk tellingen uit te voeren of bijwerkingen van bestaande tellingen, een onderzoek van de verkeersstromen en een projectie van deze gegevens na de uitvoering van de communicatie-infrastructuur; - het behoud van de continuïteit van de interstedelijke en gemeentelijke netwerken en van de grote trektochten; - de impact inzake geluid met inachtneming van de normen, onderzoeken en verslagen betreffende de geluidsmetingen en de omschrijving van de impactgebieden (kaarten); - de bebouwing langs de N5; - de ondergrond (bescherming van de watervoorraden) en van de uitbating ervan (geotechnische drukfactoren). 7. Maatregelen die ten uitvoer gebracht dienen te worden om de negatieve effecten van het voorontwerp van plan en van zijn alternatieven te voorkomen, te verminderen of op te heffen. Er weze aan herinnerd dat het onderzoek naar de maatregelen die uitgevoerd dienen te worden ter voorkoming, vermindering of opheffing van de negatieve effecten bedoeld in punt 42, tweede lid, 10°, van het Wetboek 2 ertoe strekken: - de maatregelen te bepalen die de versterking, de verbetering of de verfijning van het voorontwerp van plan en de alternatieven ervan beogen; - de doeltreffendheid van die maatregelen te analyseren; - en ten slotte het niveau van de resteffecten in te schatten. 7.1 Onderzoek naar de maatregelen die uitgevoerd dienen te worden voor elk alternatief om tegemoet te komen aan de relevante doelstellingen inzake de bescherming van het leefmilieu. 7.2 Doeltreffendheid van elke maatregel en inschatting van de (niet-reduceerbare) residuele effecten. 7.3 Raming van de financiële middelen voor de verschillende maatregelen. 8. Waarschijnlijke evolutie van de leefmilieutoestand als de niet-herziene plan niet worden uitgevoerd.9. Conclusies 10.Grenzen van het onderzoek en gerezen moeilijkheden.

Zaak is, de gerezen moeilijkheden nader te bepalen, met name in de inzameling van de gegevens, de gemaakte keuzes of evaluaties met een subjectief of willekeurig karakter aan te geven en de punten van het onderzoek aan te duiden waarop dieper zou moeten worden ingegaan in de milieueffectenonderzoeken die bij de aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning uitgewerkt zullen worden. 11. In het vooruitzicht gestelde maatregelen voor de opvolging van de uitvoering van de herziene gewestplannen. Doel is om in een vroegtijdig stadium de onvoorziene negatieve effecten aan te duiden en zodoende de gepaste correctiemaatregelen te kunnen invoeren.

Zaak is, de lijst op te maken van de niet-verwaarloosbare effecten, opvolgingsindicatoren voor die effecten voor te stellen, berekeningswijze ervan, de gebruikte gegevens en hun bron, evenals hun grenswaarden.

DEEL III. - Niet-technische samenvatting van bovenbedoelde maatregelen De niet-technische samenvatting dient voor informatie aan en raadpleging van het publiek met het oog op het openbaar onderzoek dat moet volgen op de voorlopige aanneming van het ontwerp-plan door de Regering (artikel 43 van het CWATUP). Het moet geschreven worden in een taal dat niet-deskundigen kunnen begrijpen zonder het evenwel te vervormen of er relevante gegevens uit weg te laten. Het mag niet dikker zijn dan dertig bladzijden.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^