30 APRIL 2020. - Besluit van de Waalse Regering houdende intrekking van de concessie van steenkolenmijnen van Espérance en Bonne-Fortune (nr. 187)

De Waalse Regering, Gelet op het decreet op de mijnen van de Waalse Gewestraad van 7 juli 1988, artikel 71;

Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 30 april 1992 tot vaststelling van de procedure en de voorwaarden betreffende de intrekking van een mijnvergunning, de artikelen 24 tot 26;

Gelet op het verslag, plannen en bijlagen inbegrepen, van 30 maart 2020, van de Directie Industriële, Geologische en Mijnrisico's, Departement Leefmilieu en Water van de Waalse Overheidsdienst, Landbouw, Natuurlijke hulpbronnen en Leefmilieu;

Overwegende dat de huidige concessie van Espérance en Bonne-Fortune krachtens de volgende akten is gevormd : - het koninklijk besluit van 8 maart 1825 waarbij de concessie van Espérance werd verleend; - het koninklijk besluit van 5 oktober 1827 houdende uitbreiding van de concessie van Espérance met een oppervlakte van 46 ha, 24 a; - het koninklijk besluit van 9 augustus 1838 waarbij de concessie van Bonne-Fortune werd verleend; - het koninklijk besluit van 7 september 1843 houdende uitbreiding van de concessie van Bonne-Fortune met een oppervlakte van 79 ha 96 a 14 ca; - het koninklijk besluit van 7 februari 1876 houdende vereniging van de concessies van Espérance en Bonne-Fortune; - het koninklijk besluit van 12 maart 1887 houdende uitbreiding van de concessie van Espérance en Bonne-Fortune met een oppervlakte van 1 ha, 38 a; - het koninklijk besluit van 3 juni 1898 houdende uitbreiding van de concessie van Espérance en Bonne-Fortune door de overdracht van een deel van de concessie van Gosson-Lagasse met een oppervlakte van 45 ha;

Overwegende dat de concessie van Espérance en Bonne-Fortune zoals aangegeven op het plan in bijlage wordt afgebakend; dat zij zich over 494 ha, 20 a, 92 ca uitstrekt: - onder de nieuwe gemeenten van Ans, Grâce-Hollogne, Luik en Saint-Nicolas; - onder de voormalige gemeenten van Alleur, Ans, Glain, Grâce-Berleur, Luik, Loncin, Montegnée en Saint-Nicolas;

Overwegende dat de concessie van Espérance en Bonne-Fortune tussen de volgende concessies ligt: - in het noordoosten : Ans (nr. 189); - In het oosten: Patience en Beaujonc (nr. 188), Bonne Fin-Banneux-Batterie (nr. 190); - in het zuiden: Gosson-Kessales (nr. 185); - in het westen: Bonnier (nr. 186);

Overwegende dat krachtens het koninklijk besluit van 3 juni 1898 tot vaststelling van de laatste uitbreiding van de concessie voor de maatschappij van Espérance en Bonne-Fortune, laatstgenoemde houder van de concessie is;

Overwegende dat krachtens het koninklijk besluit van 3 juni 1898, de huidige houder van de concessie van steenkolenmijnen van Espérance en Bonne-Fortune de naamloze vennootschap van Espérance en Bonne-Fortune is (BE 0404.412.794), die thans in vereffening is en haar vennootschap heeft gevestigd te 4430 Ans Rue Bonne-Fortune 102;

Overwegende dat de heer Guy Paquot op 21 september 2016 als vereffenaar van de naamloze vennootschap Espérance en Bonne-Fortune benoemd is; dat, als gevolge van zijn overlijden, de aangewezen vereffenaar op 11 december 2019 de vennootschap "s.c.a. FINGAREN" is, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is te 1000 Brussel, Wildewoudstraat 17 KBO 0464.852.011;

Overwegende dat de naamloze vennootschap Espérance en Bonne-Fortune op 13 april 1989 een aangetekende brief heeft gericht aan de Waalse Regering waarbij zij verklaart dat zij afstand doet van de concessie waarvan zij houder is en die zij onder de benaming Espérance en Bonne-Fortune heeft uitgebaat; dat de verklaring door de heer G. Paquot, vereffenaar, wordt ondertekend;

Overwegende dat het dossier, na onderzoek, als volledig kan worden beschouwd;

Overwegende dat uit de inventaris blijkt dat 124 schachten of uitgangen over de gehele concessie zijn waargenomen;

Overwegende dat 15 schachten en mijnuitgangen zichtbaar zijn of gemakkelijk bereikbaar zijn; dat werkopdrachten betreffende beveiliging aan de concessiehouder zijn gericht; dat er verslagen over de uitvoering van deze maatregelen zijn opgesteld;

Overwegende dat 109 overblijvende schachten en mijnuitgangen niet meer zichtbaar zijn op de oppervlakte; dat de Directie Industriële, Geologische en Mijnrisico's van de Waalse Overheidsdienst, Landbouw, Natuurlijke hulpbronnen en Leefmilieu geen verslag heeft betreffende de voorwaarden waaronder ze zijn beveiligd vóór het achterlaten ervan;

Overwegende dat, voor deze categorie van schachten en mijnuitgangen: - de in coördinaten X/Y uitgedrukte posities als bij benadering moeten worden beschouwd en in de toekomst kunnen worden verbeterd in geval van ontdekking van het ene of het andere gangenwerk; - uit de analyse van de risico's blijkt dat het niet nodig is de concessiehouder te vragen zware en dure werkzaamheden te verrichten om ze op te sporen en te beveiligen; dat 73 schachten te strenge technische toegangsvereisten vertonen; dat 36 schachten een lage inzet vertonen;

Overwegende dat uit het onderzoek van het dossier, blijkt dat de concessiehouder aan zijn verplichtingen voldoet; dat bijgevolg, de Directie Industriële, Geologische en Mijnrisico's van de Waalse Overheidsdienst, Landbouw, Natuurlijke hulpbronnen en Leefmilieu een gunstig advies uitbrengt over het verzoek tot intrekking van de concessie van Espérance en Bonne-Fortune;

Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De concessie van steenkolenmijnen van Espérance en Bonne-Fortune (nr.187) wordt ingetrokken.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Namen, 30 april 2020.

Voor de Regering: De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER