Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 30 maart 2000
gepubliceerd op 05 mei 2000

Besluit van de Waalse Regering betreffende de berekening, inning, invordering, vrijstelling en terugbetaling van de belasting op het lozen van industrieel en huishoudelijk afvalwater

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2000027186
pub.
05/05/2000
prom.
30/03/2000
ELI
eli/besluit/2000/03/30/2000027186/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 MAART 2000. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de berekening, inning, invordering, vrijstelling en terugbetaling van de belasting op het lozen van industrieel en huishoudelijk afvalwater


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 30 april 1990 tot invoering van een belasting op het lozen van industrieel en huishoudelijk afvalwater, inzonderheid op de artikelen 27, tweede lid, 30, vierde lid, 31 à 33 en 36, vierde lid, ingevoegd bij het decreet van 23 december 1993;

Gelet op artikel 12 van het decreet van 23 december 1993 houdende wijziging van het decreet van 30 april 1990 tot invoering van een belasting op het lozen van industrieel en huishoudelijk afvalwater;

Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 31 januari 1991 betreffende de inning van de belasting op het lozen van ander afvalwater dan industrieel afvalwater, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 19 december 1996;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 augustus 1996;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 12 oktober 1999;

Op de voordracht van de Minister van Begroting, Uitrusting en Openbare Werken en van de Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, Besluit : HOOFDSTUK I. - Berekening en inning van de belasting op het lozen van ander afvalwater dan industrieel afvalwater Afdeling 1. - Aangifte en berekening van de belasting

Artikel 1.Krachtens artikel 30, § 1, moet elke belastingplichtige het Bestuur jaarlijks alle op het vorige jaar slaande gegevens verstrekken die nodig zijn voor de berekening van de belasting.

In afwijking van het eerste lid wordt een vrijstelling van aangifte verleend aan de belastingplichtigen die : 1° slechts huishoudelijk afvalwater lozen, met uitzondering van landbouwafvalwater;2° het totaalbedrag van de belasting vereffenen overeenkomstig artikel 33 van het decreet van 30 april 1990 tot invoering van een belasting op het lozen van industrieel en huishoudelijk afvalwater, hierna "het decreet" genoemd. Voor zover ze het Bestuur toekomen binnen de termijnen bedoeld in de artikelen 19 en 20 van het decreet, worden onderstaande aangiften van rechtswege gelijkgesteld met de aangifte bedoeld in het eerste lid : 1° de aangifte, voor zover ze volledig en juist is, die de belastingplichtige bij het Bestuur indient overeenkomstig de regelgeving voor de bescherming en de exploitatie van grondwater en tot drinkwater verwerkbaar water;2° de aangifte, voor zover ze volledig en juist is, die de belastingplichtige bij het Bestuur indient overeenkomstig artikel 2 van het besluit van de Waalse Regering van 11 december 1997 betreffende het belastingstelsel dat van toepassing is op lozingen van afvalwater uit veehouderijen of fokkerijen;3° de aangifte, voor zover ze volledig en juist is, die de belastingplichtige bij het Bestuur indient overeenkomstig de artikelen 18 à 20 van het decreet.

Art. 2.De in artikel 1 bedoelde aangifte en de berekening van de belasting vallen onder de bepalingen van de artikelen 19 à 26 van het decreet. Afdeling 2. - Inning van de belasting

Art. 3.De openbare watermaatschappijen, hierna "verdelers" genoemd, worden belast met de inning van de belasting op het lozen van ander afvalwater dan industrieel afvalwater.

Art. 4.§ 1. Onderstaande registers worden gedurende twee jaar door de verdelers bewaard : 1° een register van de belastingplichtigen die op hun voorzieningsnet aangesloten zijn, al is het maar tijdelijk, en waarin wordt aangegeven of ze al dan niet over een telsysteem beschikken;2° een register van de per kalenderjaar verzonden berichten voor de belastingbetaling;3° een register van de betaalde belastingen;4° een register van de onbetaalde belastingen waarin maandelijks de belastingbedragen worden opgenomen die geheel of gedeeltelijk verschuldigd blijven na afloop van een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag waarop de verdeler het betalingsbericht verzendt. De verdelers bezorgen de met de invordering belaste ambtenaar uiterlijk de twintigste dag van elke maand een afschrift van het in 4° bedoelde register, dat wordt opgemaakt op de laatste dag van de maand vóór die van de verzending. § 2. Als ze erom verzocht worden, moeten de verdelers het Bestuur, de inspecteur-generaal van de Afdeling Thesaurie van het Ministerie van het Waalse Gewest, of de met dat ambt beklede ambtenaar, of de met de invordering belaste ambtenaar ter plaatse inzage geven van elk document dat nodig is voor de controle op de goede uitvoering van de verplichtingen die opgelegd worden krachtens de bepalingen van het decreet of van dit besluit.

Onverminderd het recht van het Bestuur, de inspecteur-generaal van de Afdeling Thesaurie van het Ministerie van het Waalse Gewest, of de met

dat ambt beklede ambtenaar, of van de met de invordering belaste ambtenaar om mondelinge inlichtingen te vragen, moet elke verdeler, als hij erom verzocht wordt, hen binnen de maand na de aanvraag elk nuttig gegeven verstrekken, hetzij schriftelijk, hetzij d.m.v. een drager die gekozen wordt door de voor financiën en het waterbeleid bevoegde Ministers. § 3. De verdelers krijgen een vergoeding voor de gezamenlijke kosten die ze maken in het kader van de belastinginning. Daarbij wordt rekening gehouden met het aantal verzonden betalingsberichten en wordt hen een forfaitair bedrag van 55 BEF per betalingsbericht terugbetaald, excl. BTW. De in artikel 6, § 3, bedoelde factuur betreffende een verhoging of een vermindering van de belasting, de eventuele rappelbrieven en de tussenfacturen worden niet beschouwd als betalingsberichten die recht geven op een vergoeding.

Om de forfaitaire vergoeding te verkrijgen, bezorgt de verdeler de met de invordering belaste ambtenaar op dezelfde datum als die waarop de in artikel 6, § 1, bedoelde stortingen verricht worden, een aangifte van schuldvordering in drie exemplaren, behoorlijk getekend en waar en oprecht verklaard. De aangifte slaat op het geheel van de toegezonden betalingsberichten betreffende de betaalde belastingen waarvan de bedragen aan de met de invordering belaste ambtenaar worden overgemaakt, alsmede op het geheel van de toegezonden betalingsberichten betreffende de onbetaalde belastingen waarvan hij de afschriften in de loop van hetzelfde trimester heeft overgemaakt.

Na onderzoek van de aangifte van schuldvordering wordt het goedgekeurde bedrag aan de verdeler betaald binnen zestig dagen na de storting die hij verricht heeft, voor zover de aangifte op dezelfde datum is ingediend. Deze termijn wordt verlengd met één dag per dag vertraging bij de indiening van de aangifte.

Van rechtswege en zonder aanmaning is interest verschuldigd tegen de wettelijke rentevoet, die begint te lopen op de dag na de vervaldag.

De voor financiën en het waterbeleid bevoegde Ministers bepalen welke gegevens op de aangifte van schuldvordering moeten worden vermeld.

Art. 5.De belasting die is ingevorderd op initiatief van de met de invordering belaste ambtenaar, moet betaald worden binnen twee maanden nadat hij het betalingsbericht heeft verzonden en uiterlijk 31 maart van het jaar na het aanslagjaar of van het jaar van de aanslag ambtshalve.

Art. 6.§ 1. De verdelers innen het belastingbedrag zoals bedoeld in de bepalingen van de artikelen 12 à 14 en 33 van het decreet.

Uiterlijk de dertigste dag van de maand na elk trimester van het kalenderjaar maken ze het totaalbedrag van de gedurende het bedoelde trimester geïnde belastingen over aan de met de invordering belaste ambtenaar.

Bij elke storting bezorgen ze de met de invordering belaste ambtenaar op dezelfde datum een afschrift van het register van de betaalde belastingen dat op het bedoelde trimester slaat.

Onverminderd § 3, eerste lid, mogen de verdelers het belastingbedrag niet terugbetalen aan de belastingplichtigen, noch deze laatsten vrijstellen van de belastingbetaling. § 2. De verdelers vermelden het belastingbedrag in alle rappelbrieven die de belastingplichtige worden toegezonden vóór het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 4, § 1, 1°.

Ze bezorgen de met de invordering belaste ambtenaar uiterlijk de twintigste dag van de maand een afschrift van de onbetaalde belastingen dat is opgemaakt op de laatste dag van de maand vóór die van de verzending.

De met de invordering belaste ambtenaar zorgt voor de invordering van de onbetaalde belastingen, onverminderd het vierde lid.

Het totaalbedrag van de onbetaalde belastingen die naderhand worden geïnd door elke verdeler, wordt wekelijks overgemaakt aan de met de invordering belaste ambtenaar.

Als bewijs van elke storting bezorgen de verdelers de met de invordering belaste ambtenaar een afschrift van het register van de onbetaalde belastingen dat op de bedoelde week slaat en enkel geldt voor de belastingplichtigen voor wie de verdelers een storting verrichten en waarin bovendien de innings- of, bij gebreke hiervan, de verrekeningsdata worden vermeld.

De in het vorige lid bedoelde storting mag in geen geval gelijkgesteld worden met die bedoeld in § 1.

De met de invordering belaste ambtenaar kan de verdelers toestemming geven om de in deze paragraaf bedoelde verplichtingen binnen andere termijnen na te komen. § 3. Behalve voor belastingen die na afloop van de in artikel 4, § 1, 4° bedoelde termijn onbetaald blijven, hebben de verdelers machtiging om verhoogde of verminderde belastingbedragen te innen of terug te betalen na rechtzetting van een verkeerde berekening van de geleverde jaarlijkse waterhoeveelheid. Voor onbetaalde belastingen maken de verdelers een nieuwe factuur op en bezorgen ze de met de invordering belaste ambtenaar maandelijks een afschrift van het register van de onbetaalde belastingen dat op de maand vóór die van de verzending slaat, en dat enkel geldt voor de belastingplichtigen voor wie een rechtzetting is uitgevoerd.

De met de invordering belaste ambtenaar zorgt voor de inning van het verschuldigde bedrag of voor de terugbetaling van het niet-verschuldigde bedrag.

De krachtens de §§ 1 en 2 overgemaakte afschriften van de registers van de betaalde en onbetaalde belastingen bevatten een uitvoerige omschrijving van de in deze paragraaf bedoelde verrichtingen voor het trimester en de maand waarop ze slaan.

Art. 7.De verdelers innen de belasting niet bij de belastingplichtigen als het product van de jaarlijks verbruikte waterhoeveelheid van de openbare voorziening, in m° uitgedrukt door de eenheidsbelasting bedoeld in artikel 12 van het decreet, hoger is dan of gelijk is aan het dubbele van het totaalbedrag van de belasting berekend door het Bestuur overeenkomstig de artikelen 10 en 14 van het decreet en voor zover het minstens 100 000 BEF bedraagt.

Het Bestuur bezorgt de verdelers een lijst van de op hun net aangesloten belastingplichtigen die de in het eerste lid bedoelde voorwaarden vervullen. Dit bericht geldt als richtlijn om de belasting niet meer te innen bij de belastingplichtigen die erin vermeld staan.

De richtlijn wordt geacht gekend te zijn vijftien dagen na de verzending van het bericht.

Het Bestuur bezorgt de verdelers de lijst van de op hun net aangesloten belastingplichtigen die de in het eerste lid bedoelde voorwaarden niet meer vervullen. Dit bericht geldt als richtlijn om de belasting te innen bij de belastingplichtigen die erin vermeld staan en het Bestuur voor elke belastingplichtige kennis te geven van de gefactureerde waterhoeveelheid die niet belast is sinds 1 januari van het jaar vóór dat waarin het bericht is verzonden. De richtlijn wordt geacht gekend te zijn vijftien dagen na de verzending van het bericht.

Art. 8.De afschriften en stukken die de verdeler aan het Bestuur of aan de met de invordering belaste ambtenaar moet bezorgen, worden via een elektronische drager overgemaakt, behoudens afwijking verleend door het Bestuur of de inspecteur-generaal van de Afdeling Thesaurie.

De technische specificaties van de bestanden en de overdrachtsmodaliteiten, die nader bepaald zullen worden door de voor financiën en het waterbeleid bevoegde Ministers, worden door het Bestuur of de inspecteur-generaal van de Afdeling Thesaurie bekendgemaakt uiterlijk drie maanden voor hun toepassing door de verdeler. HOOFDSTUK II. - Berekening en inning van de belasting op het lozen van industrieel afvalwater

Art. 9.De kohieren vermelden : 1° de naam van het Gewest;2° de naam, de voornaam of de firmanaam van de belastingplichtige, alsmede zijn adres en de plaats waar het afvalwater wordt geloosd;3° de verwijzing naar het decreet;4° het bedrag van de belasting, de grondslag ervan en het boekjaar waarop ze slaat;5° het bevel tot tenuitvoerlegging;6° het begrotingsartikel waarop de opbrengst van de belasting wordt toegerekend;7° het volgnummer of het artikel van het kohier. Naast de in het eerste lid bedoelde gegevens vermelden de aanslagbiljetten : 1° de opeisbaarheidsdatum;2° de benaming en het adres van de dienst die belast is met de berekening van de belasting.

Art. 10.De kohieren worden opgemaakt door het Bestuur op de tijdstippen die het zelf bepaalt.

Ze worden vastgesteld door de voor het waterbeleid bevoegde Minister en uitvoerbaar verklaard door de inspecteur-generaal van de Afdeling Thesaurie of door de met dat ambt beklede ambtenaar.

Art. 11.De kohieren slaan op het begrotingsjaar dat loopt op de datum waarop ze uitvoerbaar worden verklaard.

Art. 12.De aanslagbiljetten worden aan de belastingplichtige verzonden zodra de kohieren uitvoerbaar worden verklaard.

De door het Bestuur opgemaakte berekeningsnota wordt bij het desbetreffende aanslagbiljet gevoegd. HOOFDSTUK III. - Vrijstelling en terugbetaling

Art. 13.Het Bestuur bezorgt de verdelers een driemaandelijkse lijst van de op hun net aangesloten belastingplichtigen die in aanmerking komen voor een vrijstelling, met de vermelding van de bedoelde voorzieningspunten. Dit bericht geldt als richtlijn om de belasting niet meer te innen bij de belastingplichtigen die erin vermeld staan.

De richtlijn wordt geacht gekend te zijn vijftien dagen na de verzending van het bericht.

Art. 14.Het Bestuur bezorgt de verdelers een driemaandelijkse lijst van de op hun net aangesloten belastingplichtigen die niet in aanmerking komen voor een vrijstelling, met de vermelding van de bedoelde voorzieningspunten. Dit bericht geldt als richtlijn om de belasting te innen bij de belastingplichtigen die erin vermeld staan en om voor elke belastingplichtige het Bestuur kennis te geven van de niet-belaste gefactureerde waterhoeveelheid vanaf 1 januari van het jaar vóór dat waarin het bericht is toegezonden. De richtlijn wordt geacht gekend te zijn vijftien dagen na de verzending van het bericht.

Art. 15.§ 1. Binnen drie maanden na de verzending van het dossier door het Bestuur betaalt de met de invordering belaste ambtenaar de sommen waarop een belastingplichtige overeenkomstig artikel 35 van het decreet recht heeft, van ambtswege terug, onder voorbehoud van het bewijs van de betaling van de bedragen waarvan de terugbetaling wordt gevraagd. § 2. Elke som die aan belastingplichtigen moet worden terugbetaald, kan zonder formaliteiten door de met de invordering belaste ambtenaar worden aangewend voor de aanzuivering van elke belasting in hoofdsom, interesten en kosten die door die belastingplichtigen verschuldigd is.

Als de belasting het voorwerp uitmaakt van bezwaren of beroepen en voor zover ze geen vaststaande en vlottende schuld is, wordt de aanwending als bewarende maatregel verricht.

Het door de met de invordering belaste ambtenaar verzonden bericht vermeldt de schulden voor de aanzuivering waarvan deze sommen worden aangewend. HOOFDSTUK IV. - Invordering

Art. 16.Als de belastingplichtige de belasting niet heeft betaald binnen de termijn en volgens de voorschriften bedoeld in de artikelen 29 of 34 van het decreet, zendt de met de invordering belaste ambtenaar hem een bevelschrift toe waarbij hij wordt aangemaand tot betaling op straffe van uitvoering bij beslag.

Als het bedrag dat in hoofdsom en interesten wordt teruggevorderd, niet hoger is dan 20 000 BEF, mag de met de invordering belaste ambtenaar het bevelschrift bij ter post aangetekende brief overmaken.

Het bevelschrift bedoeld in artikel 36, derde lid, van het decreet moet vergezeld gaan van een afschrift van het kohierartikel dat op de belastingplichtige slaat en van een afschrift van het bevel tot tenuitvoerlegging.

Art. 17.De gedeeltelijke stortingen die naar aanleiding van de betekening of de mededeling van een dwangschrift worden verricht, zijn geen beletsel voor de voortzetting van de vervolgingen.

Art. 18.Na afloop van de beveltermijn laat de met de invordering belaste ambtenaar tot de gedwongen tenuitvoerlegging overgaan.

Art. 19.Het uitvoerend beslag op onroerend goed is onderworpen aan de machtiging van de voor financiën bevoegde Minister.

De met de invordering belaste ambtenaar voegt de volgende stukken bij de machtigingsaanvraag : 1° een door de hypotheekbewaarder afgegeven certificaat van de inschrijvingen die de te verkopen goederen bezwaren;2° een staat met vermelding van : a) de naam van de belastingplichtige met betalingsachterstand;b) de aard en het bedrag van de in te vorderen belastingen;c) de geschatte verkoopwaarde van voormelde goederen;d) het kadastrale inkomen;e) de ruw geschatte waarde van de goederen die worden aangerekend op het voorrecht van de gewestelijke Schatkist en waarop beslag is gelegd of zou kunnen worden gelegd.

Art. 20.Als de onrechtstreekse vervolgingen betrekking hebben op een bedrag dat in hoofdsom en interesten en accessoria teruggevorderd wordt en niet hoger is dan 20 000 BEF, mag de met de invordering belaste ambtenaar handelen overeenkomstig artikel 39, §§ 2 à 4, van het decreet.

De betekening geldt als aanmaning met verzet op de inkomens, sommen en bezittingen van derden. Ze blijft geldig zolang de schuld niet vereffend is. De betaling mag slechts na het verstrijken van de verplichtingen van derde t.o.v. de belastingplichtige gevorderd worden.

Het bericht bedoeld in artikel 1390 van het Gerechtelijk Wetboek wordt door de met de invordering belaste ambtenaar aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg overgemaakt binnen 24 uur nadat de aangetekende brief die als beslag onder derden geldt bij de post is afgegeven.

Art. 21.De met de invordering belaste ambtenaar maakt het eventuele overschot weer over aan de belastingplichtige.

Art. 22.Behalve de vervolgingskosten, berekend volgens de voorschriften die gelden voor de handelingen van de gerechtsdeurwaarders in burgerlijke en commerciële zaken, zijn de volgende kosten ten laste van de belastingplichtige met betalingsachterstand : 1° de postkosten;2° de hypotheekkosten. In uitzonderingsgevallen kan de voor financiën bevoegde Minister de met de invordering belaste ambtenaar ertoe machtigen de vervolgingskosten aan de instrumenterende deurwaarder voor te schieten.

De volgende kosten komen niet in aanmerking voor vereffening : 1° de kosten voor handelingen van gerechtsdeurwaarders die niet bewezen zijn aan de hand van originelen;2° de kosten voor vervolgingen die niet krachtens een voorafgaand bevelschrift ingesteld zijn. HOOFDSTUK V. - Betalingen en kwijtscheldingen

Art. 23.Onverminderd de artikelen 3 en 6 is de belasting betaalbaar in handen van de met de invordering belaste ambtenaar.

Art. 24.§ 1. De belasting moet worden betaald d.m.v. : 1° een storting of een overschrijving op de rekening-courant van de met de invordering belaste ambtenaar of van de verdeler wanneer hij met de inning belast is;2° een postwissel ten gunste van de met de invordering belaste ambtenaar of van de verdeler als hij met de inning belast is;3° een op voorhand gekruiste betaalcheque uitgeschreven ten gunste van de met de invordering belaste ambtenaar of van de verdeler als hij met de inning belast is, op een financiële instelling die aangesloten of vertegenwoordigd is bij een clearinginstelling van het land. In bijzondere gevallen kan de voor financiën bevoegde Minister instemmen met andere betalingswijzen. § 2. Als hij het bij het aanslagbiljet of bij het betalingsbericht gevoegde formulier niet gebruikt, moet de belastingplichtige het bedrag van de belasting vermelden op zijn betalingsformulier. § 3. Behoudens bewijs van het tegendeel gelden de volgende stukken als betalingsbewijs : 1° voor stortingen en postwissels, de ontvangstbewijzen met de postdatum;2° voor overschrijvingen en cheques, de rekeningafschriften en de desbetreffende bijlagen. Als de voor financiën bevoegde Minister instemt met een andere betalingswijze, worden de bewijsstukken daarvoor door hem bepaald.

Art. 25.De betaling van de belasting heeft uitwerking : 1° voor betalingen verricht bij een postkantoor, door storting of met een wissel, op de op het document vermelde postdatum;2° voor betalingen verricht met een betaalcheque, op de datum waarop de met de invordering belaste ambtenaar de cheque in ontvangst neemt;3° voor de in de handen van een gerechtsdeurwaarder verrichte betalingen en voor beslagopbrengsten, op de datum waarop de fondsen in de handen van de gerechtsdeurwaarder worden overgemaakt;4° voor overschrijvingen, op de datum van het rekeningafschrift van de met de invordering belaste ambtenaar, die als betalingsbewijs geldt;5° voor de bij een verdeler verrichte betalingen, op de datum van zijn rekeningafschrift. Als de voor financiën bevoegde Minister instemt met een andere betalingswijze, bepaalt hij de datum waarop de betaling uitwerking heeft.

Art. 26.Als de belastingplichtige het achterstallige bedrag dat hij wil vereffenen niet vermeldt, worden de betalingen eerst toegerekend op : 1° het bedrag in hoofdsom van de belastingen die de met de invordering belaste ambtenaar wenst aan te zuiveren;2° de nalatigheidsinteresten betreffende de belastingen die de met de invordering belaste ambtenaar wenst aan te zuiveren;3° diverse kosten, ongeacht de belastingen waarop ze betrekking hebben.

Art. 27.Als de belastingplichtige het achterstallige bedrag dat hij wil vereffenen niet vermeldt, worden de sommen die hij aan de verdelers stort, eerst toegerekend op het bedrag van de waterfactuur, met uitzondering van de eventuele kosten voorgeschoten door de verdelers naar aanleiding van de brieven van rappel en vervolgingen voor de invordering van de in de waterfacturen vermelde bedragen alsmede de desbetreffende interesten.

Art. 28.Alleen de met de invordering belaste ambtenaar heeft machtiging om termijnen toe te staan voor de betaling van de belasting en om kwijtscheldingen te verlenen.

Onverminderd artikel 6, § 3, heeft alleen hij machtiging om over te gaan tot de terugbetalingen en teruggaven als gevolg van de toepassing van de bepalingen van het decreet en van dit besluit.

Art. 29.De betalingen van de verdelers hebben uitwerking op de datum van het rekeningafschrift van de met de invordering belaste ambtenaar, dat als betalingsbewijs geldt.

Van rechtswege en zonder aanmaning is interest verschuldigd tegen de wettelijke rentevoet, die op de dag na de vervaldag in werking treedt. HOOFDSTUK VI. - Diverse bepalingen

Art. 30.§ 1. De voor financiën en het waterbeleid bevoegde Ministers bepalen de vorm, inhoud en drager van de in dit besluit bedoelde registers, boeken en afschrifts. Ze bepalen het model van de aangifteformulieren. § 2. De betalingsberichten en aanslagbiljetten kunnen afzonderlijk gewag maken van de betalingen van de belastingen, heffingen of bijdragen bedoeld in de regelgeving voor de bescherming en de exploitatie van grondwater en tot drinkwater verwerkbaar water. § 3. Er mag slechts één enkel dwangschrift worden opgemaakt voor het geheel van de belastingen, heffingen of bijdragen die de belastingplichtige nog verschuldigd is op de dag waarop het toegezonden wordt.

Art. 31.Elke mededeling betreffende de aangifte en de controle alsmede de aanslagbiljetten en betalingsberichten wordt onder gesloten omslag overgemaakt aan de belastingplichtigen.

Art. 32.De belasting wordt in ieder stadium van de berekening in franken uitgedrukt; de frankdelen worden op een hele frank naar boven of beneden afgerond al naargelang ze meer of minder dan vijftig centiemen bedragen. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 33.Het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 31 januari 1991 betreffende de inning van de belasting op het lozen van ander afvalwater dan industrieel afvalwater, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 19 december 1996, wordt opgeheven.

Art. 34.Artikel 8 van het decreet van 23 december 1993 houdende wijziging van het decreet van 30 april 1990 tot invoering van een belasting op het lozen van industrieel en huishoudelijk afvalwater en dit besluit, met uitzondering van artikel 35, treden in werking op 1 april 2001.

Art. 35.Voor de vóór 1 april 2001 te betalen belastingen : 1° wordt het dwangschrift geviseerd en uitvoerbaar verklaard door de Secretaris-generaal van het Ministerie van het Waalse Gewest of door de met dat ambt beklede ambtenaar;2° worden de aanvragen om terugbetaling van het belastingbedrag ingediend bij exploot met dagvaarding voor het gerecht en meegedeeld aan het kabinet van de Minister-President van de Waalse Regering.

Art. 36.De Minister van Begroting, die bevoegd is voor Financiën, en de Minister die bevoegd is voor het Waterbeleid, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 30 maart 2000.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Begroting, Uitrusting en Openbare Werken, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET

^