Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 31 augustus 2000
gepubliceerd op 27 september 2000

Besluit van de Waalse Regering betreffende de voortgezette vorming en de beroepsomscholing in de permanente vorming voor de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2000027408
pub.
27/09/2000
prom.
31/08/2000
ELI
eli/besluit/2000/08/31/2000027408/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

31 AUGUSTUS 2000. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de voortgezette vorming en de beroepsomscholing in de permanente vorming voor de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen


De Waalse Regering, Gelet op de artikelen 138 en 178 van de Grondwet;

Gelet op het decreet II van de Waalse Gewestraad van 22 juli 1993 betreffende de overheveling van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie;

Gelet op het samenwerkingsakkoord betreffende de permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen en het toezicht op het "Institut de formation permanente pour les classes moyennes et les petites et moyennes entreprises" (Instituut voor Permanente Vorming van de Middenstand en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen), gesloten op 20 februari 1995 door de Franse Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest, goedgekeurd bij het decreet van de Waalse Gewestraad van 4 mei 1995, inzonderheid op de artikelen 12 en 13;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het "Institut de formation permanente pour les classes moyennes et les petites et moyennes entreprises", gegeven op 18 maart 1999;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het "Institut de formation permanente pour les classes moyennes et les petites et moyennes entreprises", de permanente vormingscentra van de middenstand en de bedrijfsleiders hoe dan ook op de hoogte moeten zijn van de nieuwe bepalingen die betrekking hebben op de beroepscommissies en de vormingscommissies in de permanente vorming voor de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen vóór het nieuwe vormingsjaar op 1 september 2000 van start gaat;

Overwegende dat dit besluit derhalve zo spoedig mogelijk moet worden bekendgemaakt en in werking moet treden;

Op de voordracht van de Minister van Tewerkstelling en Vorming, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt de organisatie van de voortgezette vorming en de beroepsomscholing overeenkomstig artikelen 12 en 13 van het samenwerkingsakkoord betreffende de permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen en het toezicht op het "Institut de formation permanente pour les classes moyennes et les petites et moyennes entreprises", gesloten op 20 februari 1995, goedgekeurd bij het decreet van de Waalse Gewestraad van 4 mei 1995.

Art. 2.Een erkenningsaanvraag voorafgaand aan de organisatie van een vervolmakingswerkzaamheid, van een bijscholingscursus of van een omscholingsactiviteit moet uiterlijk vijftien dagen voor de werkzaamheid door het « Centre de formation permanente pour les classes moyennes et les petites entreprises » (Centrum voor Permanente Vorming voor de Middenstand en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen), hierna « het Centrum » genoemd, ingediend worden bij het "Institut de formation permanente pour les classes moyennes et les petites et moyennes entreprises", hierna het "Instituut" genoemd.

Art. 3.De erkenningsaanvraag moet voldoen aan de door het Instituut vastgestelde voorwaarden en modaliteiten.

Art. 4.§ 1. Om te kunnen worden erkend, dienen de in artikel 10 van bovenvermeld samenwerkingsakkoord bedoelde vervolmakingswerkzaamheden tegelijkertijd aan de volgende voorwaarden te voldoen : 1° de cursussen moeten minstens twee uur en mogen hoogstens drie uur duren;2° één en dezelfde groep cursisten mag slechts twee cursussen per dag bijwonen;3° één en dezelfde groep cursisten mag aan hoogstens tien cursuseenheden deelnemen;4° de cursussen mogen voor tien deelnemers voorzien zijn, behoudens afwijking toegestaan door het Instituut. § 2. Om te kunnen worden erkend, dienen de in artikel 11 van bovenvermeld samenwerkingsakkoord bedoelde bijscholingscursussen tegelijkertijd aan de volgende voorwaarden te voldoen : 1° overeenstemmen met een programma dat aan de bijscholingsbehoeften beantwoordt;2° zich richten tot ten minste acht deelnemers, behoudens afwijking toegestaan door het Instituut;3° ten minste 24 uur en ten hoogste 72 uur omvatten, behoudens afwijking toegestaan door het Instituut.

Art. 5.§ 1. De omscholingsactiviteiten richten zich tot : - hetzij personen die zich genoodzaakt zien hun beroepswerkzaamheid stop te moeten zetten om een door het Instituut als geldig erkende reden; - hetzij personen die in een situatie van beroepsintegratie of herintegratie verkeren; - hetzij kleine en middelgrote ondernemingen, met inbegrip van zelfstandigen en natuurlijke personen, geconfronteerd met een proces van technologische of economische veranderingen, om de beroepsvorming en omscholing van de bedrijfsleider, de meewerkende echtgenoot of van hun loontrekkenden te bevorderen. § 2. Om te kunnen worden erkend, dienen de in artikel 1, 4°, van bovenvermeld samenwerkingsakkoord bedoelde omscholingswerkzaamheden tegelijkertijd aan de volgende voorwaarden te voldoen : 1° zich richten tot ten minste vier deelnemers, behoudens afwijking toegestaan door het Instituut;2° ten hoogste 256 uren cursus en praktijkstage omvatten;3° overeenstemmen met een programma dat aan de omscholingsbehoeften beantwoordt en dat door het Instituut erkend is.

Art. 6.De voorwaarden waaraan de vormingswerkers van de voortgezette vorming en van de beroepsomscholing moeten voldoen, worden door het Instituut vastgesteld.

Art. 7.§ 1. Een toelage wordt door het Instituut toegekend, binnen de perken van de budgetaire kredieten, voor de in artikel 2 bedoelde werkzaamheden en cursussen die het voorwerp zijn van een erkenning. § 2. De toelagen worden toegekend voor de vervolmakingscyclussen of de bijscholingscursussen indien de cursussen over hun gehele duur, wat de aanwezigheden betreft, aan het gemiddelde beantwoorden.

Art. 8.Het Instituut is belast met de pedagogische coördinatie van de vervolmakingswerkzaamheden, de bijscholingscursussen en de omscholingsactiviteiten.

In de pedagogische coördinatie worden onderzocht : - de inhoud van de programma's en hun structuur; - de gekozen pedagogische methoden; - de materiële omstandigheden waarin de vormingswerkzaamheden verlopen.

Art. 9.Het Instituut kan vormingsconsulenten aanwerven die zullen zorgen voor de in artikel 7 bedoelde opdrachten.

Art. 10.De voorwaarden voor de aanwerving, de opdrachten en de regels voor de erkenning van de in artikel 9 bedoelde vormingsconsulenten worden door het Instituut vastgesteld.

Art. 11.Het Instituut organiseert een evaluatie na de afloop van de vervolmakingswerkzaamheden, de bijscholingscursussen en de omscholingsactiviteiten volgens de voorwaarden en modaliteiten die het bepaalt.

Art. 12.Het Centrum bezorgt een door het Instituut geviseerd getuigschrift aan de cursist die geslaagd is voor de in artikel 11 bedoelde evaluatie.

Art. 13.Bij dit besluit worden de artikelen 1 tot 3 en 5 tot 7 van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 24 oktober 1991 betreffende de voortgezette vorming, de beroepsomscholing en de aanvullende pedagogische volmaking opgeheven.

Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2000.

Art. 15.De Minister van Tewerkstelling en Vorming is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 31 augustus 2000.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Tewerkstelling en Vorming, Mevr. M. ARENA

^