Etaamb.openjustice.be
Bijakte van 29 januari 1998
gepubliceerd op 02 juli 1998

Bijakte nr. 3 bij het samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 tussen de Federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot bepaalde initiatieven om de internationale rol en de functie van hoofdstad van Brussel te bevorderen

bron
diensten van de eerste minister
numac
1998021090
pub.
02/07/1998
prom.
29/01/1998
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 JANUARI 1998. - Bijakte nr. 3 bij het samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 tussen de Federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot bepaalde initiatieven om de internationale rol en de functie van hoofdstad van Brussel te bevorderen


Gelet op het samenwerkingsakkoord gesloten op 15 september 1993 tussen de Federale Staat en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest waar, voor de jaren 1993 en 1994, een reeks van initiatieven, bedoeld in artikel 43 van de bijzondere wet van 12 januari 1989, bepaald worden teneinde de internationale rol en de functie van hoofdstad van Brussel te bevorderen;

Gezien de bijakte nr. 1 van 29 juli 1994 die de toepassing van het samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 uitbreidt tot de jaren 1995 en 1996;

Gezien de bijakte nr. 2 van 22 mei 1997 die de toepassing van het samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 uitbreidt tot het jaar 1997;

Overwegende dat de contracterende partijen, in verlenging van het samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 en zijn bijakten nr. 1 van 29 juli 1994 en nr. 2 van 22 mei 1997, een budgettair programma willen voorzien, hetwelke voor 1998 en 1999 een reeks initiatieven, bedoeld in artikel 43 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 omvat, teneinde de internationale rol en de functie van hoofdstad van Brussel te bevorderen;

Overwegende dat deze initiatieven moeten uitgevoerd worden in overeenstemming met het Gewestelijk Ontwikkelingsplan dat gericht is op de noden en de aspiraties van de inwoners via een stadsproject waarbij de wil tot evenwicht, vooruitgang en solidariteit verzekerd wordt;

Rekening houdend met de vergadering van het Samenwerkingscomité van 21 januari 1998 waarop het aangepaste programma 1997, de programma's 1998 en 1999 van het samenwerkingsakkoord werden besproken.

De Federale Staat, vertegenwoordigd door de heer Jean-Luc Dehaene, Eerste Minister, door Mevr. Magda De Galan, Minister van Sociale Zaken, door de heer Michel Daerden, Minister van Vervoer, door de heer Jean-Pol Poncelet, Minister van Landsverdediging en door de heer Jan Peeters, Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu; en Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, vertegenwoordigd door de heer Charles Picqué, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, door de heer Jos Chabert, Minister van Economie, Financiën, Begroting, Energie en Externe Betrekkingen, door de heer Hervé Hasquin, Minister van Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Vervoer, door de heer Rufin Grijp, Minister van Openbaar Ambt, Buitenlandse Handel, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en door de heer Eric André, Staatssecretaris belast met Openbare Werken, het Grondbeleid, het Patrimoniumbeheer en de Renovatie van Verlaten Bedrijfruimten, Zijn overeengekomen hetgeen volgt : Doel

Artikel 1.Deze bijakte nr. 3 bij het samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 heeft tot doel een aantal initiatieven bedoeld in artikel 43 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 te bepalen, teneinde de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel te bevorderen.

Budgettaire verplichtingen

Art. 2.De alinea's 1 tot en met 4 van het artikel 2 van de bijakte nr. 2 van 22 mei 1997 worden vervangen door volgende bepalingen : De Federale Staat waarborgt voor de jaren 1998 en 1999, de respectievelijke vastlegging van 2,04 en 2,08 miljard frank teneinde deze initiatieven te financieren.

Indien de gewaarborgde vastleggingen van 2,04 en 2,08 miljard niet worden gerealiseerd, garandeert de Federale Staat de overdracht van de niet vastgelegde kredieten naar het jaar volgend op dit waarin de budgettaire vastlegging oorspronkelijk was voorzien.

Het ordonnanceringsniveau van de uitgaven moet toelaten de genomen vastleggingen te ordonnanceren teneinde alle vastgelegde werken binnen een normale en redelijke termijn te kunnen uitvoeren.

De gesplitste kredieten, vastgelegd in het kader van het samenwerkingsakkoord van 15 september 1993, van zijn bijakten nr. 1 van 29 juli 1994, nr. 2 van 22 mei 1997 en deze bijakte nr. 3, en die niet werden geordonnanceerd in de loop van de vorige jaren en dit jaar, moeten in de daaropvolgende jaren worden geordonnanceerd.

Voor sommige, als dusdanig in het hierbijgevoegde programma 1999 aangeduide initiatieven, kan een vervroegde vastlegging (geheel of gedeeltelijk) worden genomen onder voorwaarde dat de programmatie van deze werken geen ordonnanceringen in 1998 noodzaakt.

Het totaal bedrag van de vervroegde vastleggingen mag 800 miljoen niet overschrijden.

Programma metrowerken (verbinding metroring via overstapparking; ontsluiting Kleine Ring) De alinea 5, eerste streepje, 2e alinea "Maximaal toegelaten budget op het samenwerkingsakkoord : 500 miljoen per jaar" wordt vervangen door volgende bepalingen : Het initieel programma van 500 miljoen/jaar voor de jaren 1998, 1999 et 2000 wordt herverdeeld als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Een protocolakkoord hetwelke de rechten en plichten van elk van de partijen bepaalt zal hiertoe opgesteld worden tussen de Federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Beschrijving van de initiatieven

Art. 3.Het budgettair programma van de initiatieven voor de jaren 1998 en 1999, alsook de actualisatie van het programma voor het jaar 1997, opgenomen in de tabellen gevoegd bij de huidige bijakte nr. 3, maken integraal deel van uit van de huidige bijakte.

Art. 4.De artikelen van het samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 en zijn bijakten nr. 1 van 29 juli 1994 en nr. 2 van 22 mei 1997 die niet werden gewijzigd door deze bijakte, blijven van toepassing.

Brussel, 29 januari 1998, in 2 originele exemplaren.

Voor de Federale Staat : De Eerste Minister, J.-L. DEHAENE De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN De Minister van Vervoer, M. DAERDEN De Minister van Landsverdediging, J.-P. PONCELET De Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, J. PEETERS Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, Ch. PICQUE De Minister van Economie, Financiën, Begroting, Energie en Externe Betrekkingen, J. CHABERT De Minister van Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Vervoer, H. HASQUIN De Minister van Openbaar Ambt, Buitenlandse Handel, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, R. GRIJP De Staatssecretaris belast met Openbare Werken, het Grondbeleid, het Patrimoniumbeheer en de Renovatie van Verlaten Bedrijfruimten, E. ANDRE

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^