Etaamb.openjustice.be
Decreet van 01 april 1999
gepubliceerd op 07 mei 1999

Decreet houdende organisatie van het toezicht op de gemeenten, de provincies en de intercommunales van het Waalse Gewest

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
1999027352
pub.
07/05/1999
prom.
01/04/1999
ELI
eli/decreet/1999/04/01/1999027352/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 APRIL 1999. - Decreet houdende organisatie van het toezicht op de gemeenten, de provincies en de intercommunales van het Waalse Gewest (1)


De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : TITEL I. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en begripsbepalingen

Artikel 1.Dit decreet regelt het gewone administratieve toezicht : 1° over de gemeenten van het Waalse Gewest, met uitzondering van de gemeenten van het Duitstalige taalgebied en de stad Komen-Waasten;2° over de provincies van het Waalse Gewest;3° over de intercommunales waarvan het ambtsgebied onder het Waalse Gewest valt.

Art. 2.In de zin van dit decreet wordt verstaan onder : 1° het bestuur : het Directoraat-generaal Plaatselijke Besturen van het Ministerie van het Waalse Gewest;2° de akte : de administratieve beslissing die onder het toezicht valt en die in extenso vermeld wordt;3° de bewijsstukken : alle documenten en bijlagen waarmee de administratieve akten bewezen kunnen worden;4° de toezichthoudende overheid : de Regering of de bestendige deputatie. HOOFDSTUK II. - De behandeling van de akte die aan de toezichthoudende overheid voorgelegd wordt

Art. 3.Binnen een termijn van drie dagen vanaf de ontvangst van de akte wordt die, samen met de nodige bewijsstukken door de toezichthoudende overheid gericht aan het bestuur.

Het bestuur moet die behandelen voor rekening van de toezichthoudende overheid. Het kan, op eigen initiatief of op aanvraag van de toezichthoudende overheid, zowel ter plaatse als per brief, alle inlichtingen en elementen laten verzamelen die nodig zijn om de akte te behandelen.

Na de behandeling maakt het bestuur een samenvattend verslag op. Dit verslag bevat de inlichtingen en elementen verzameld tijdens de behandeling, alsook het advies van het bestuur. HOOFDSTUK III. - De berekening van de termijnen

Art. 4.Het begin van de termijn is de dag waarop de akte, samen met de bewijsstukken, door de toezichthoudende overheid ontvangen wordt.

De dag van de ontvangst is niet inbegrepen in de termijn.

Art. 5.De vervaldag wordt meegerekend in de termijn. Als die dag echter een zaterdag, zondag of feestdag is, valt de vervaldag op de eerst volgende weekdag.

In de zin van dit decreet worden de volgende dagen gelijkgesteld met een feestdag : 1 januari, Paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, Pinkstermaandag, 21 juli, 15 augustus, 27 september, 1, 2, 11 en 15 november, 25 en 26 december, alsook de bij decreet of bij besluit van de Regering vastgestelde dagen. HOOFDSTUK IV. - De motivering

Art. 6.Elk beroep is met redenen omkleed.

Elke beslissing van de toezichthoudende overheid is uitdrukkelijk met redenen omkleed. HOOFDSTUK V. - De kennisgeving en de bekendmaking van de toezichtbeslissingen

Art. 7.Kennis wordt gegeven aan de betrokken overheid en, in voorkomend geval, aan de belanghebbenden, van elke beslissing van de toezichthoudende overheid.

De kennisgeving mag op straffe van nietigheid niet gestuurd worden na de vervaldag van de termijn.

In de gevallen bedoeld in artikel 21 mag die op straffe van nietigheid niet gestuurd worden vóór het verstrijken van de in dit artikel bedoelde termijn.

Art. 8.Behalve in de gevallen bedoeld in artikel 17, § 4, wanneer de toezichthoudende overheid de termijn verlengt, wordt haar beslissing bij uittreksel bekendgemaakt, naargelang het geval, in het Belgisch Staatsblad of in het Bestuursmemoriaal. HOOFDSTUK VI. - Het ter plaatse sturen van een bijzondere commissaris

Art. 9.De toezichthoudende overheid mag, bij besluit, een bijzondere commissaris aanwijzen wanneer de gemeente, de provincie of de intercommunale verzuimt de aangevraagde inlichtingen en elementen te verstrekken of de voorschriften van de wetten, decreten, besluiten, regelingen of statuten, of van een in kracht van gewijsde getreden rechterlijke beslissing uit te voeren. De bijzondere commissaris is bevoegd om alle maatregelen te treffen in plaats van de in gebreke gebleven overheid, binnen de grenzen van het mandaat toegekend door het besluit waarbij hij wordt aangewezen.

Art. 10.Voordat een bijzondere commissaris ter plaatse wordt gestuurd, moet de toezichthoudende overheid : 1° bij aangetekende brief een met redenen omklede waarschuwing aan de bedoelde overheid richten, waarin uiteengezet wordt wat van haar verlangd wordt of welke maatregelen ze verzuimt te treffen;2° die overheid in dezelfde waarschuwing een bepaalde en redelijke termijn opleggen om de aan haar gerichte aanvraag te beantwoorden, haar houding te verantwoorden, haar standpunt te bevestigen of de voorgeschreven maatregelen te treffen.

Art. 11.De kosten, lonen of wedden betreffende de vervulling van zijn opdracht zijn ten laste van de personen die in gebreke gebleven zijn in de uitoefening van hun functie of mandaat. Die kosten worden ingevorderd, zoals inzake belastingen op de inkomsten, door de ontvanger van de directe belastingen nadat de toezichthoudende overheid het bevelschrift uitvoerbaar heeft verklaard.

TITEL II. - Algemeen vernietigingstoezicht HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Art. 12.Alle andere akten dan die bedoeld in artikel 16 vallen onder het algemene vernietigingstoezicht. HOOFDSTUK II. - De procedure

Art. 13.§ 1. De Regering kan de gemeente, de provincie of de intercommunale eisen dat de akten, waarvan hij de lijst bepaalt, samen met hun bewijsstukken worden overgemaakt. § 2. De Regering kan de akte geheel of gedeeltelijk vernietigen, waarbij een gemeentelijke, provinciale of intercommunale overheid de wet schendt of het algemeen en gewestelijk belang schaadt.

De akte wordt als zodanig beschouwd als die de beginselen van behoorlijk bestuur schendt of als die tegenstrijdig is met het belang van elke hogere overheid. § 3. Bij gebrek aan beslissing binnen een termijn van dertig dagen vanaf de ontvangst van de akte, kan die niet meer vernietigd worden. HOOFDSTUK III. - Het beroep van de gouverneur betreffende de akten van de provinciale overheden

Art. 14.De gouverneur is verplicht zijn beroep in te dienen bij de Regering tegen de akte waarbij een provinciale overheid, die in deze hoedanigheid handelt, de wet schendt.

Het beroep van de gouverneur moet binnen tien dagen vanaf de ontvangst van de akte worden ingediend en betekend aan de provinciale overheid en aan de belanghebbenden.

Art. 15.De Regering mag, binnen dertig dagen vanaf de ontvangst van het beroep van de gouverneur, bovenvermelde provinciale akte geheel of gedeeltelijk vernietigen wegens schending van de wet.

Bij gebrek aan beslissing binnen de vastgestelde termijn, wordt het beroep beschouwd als afgewezen.

TITEL III. - Bijzonder goedkeuringstoezicht HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Art. 16.§ 1. De akten van de bestendige deputatie die vallen onder de goedkeuring van de bestendige deputatie, betreffen de volgende voorwerpen : 1. de gemeentelijke begroting, de begroting van de gemeentebedrijven, de budgettaire wijzigingen en de overdrachten van uitgavenkredieten;2. de personeelsformatie en de administratieve en geldelijke statuten van de gemeentelijke ambtenaren, met uitzondering van de bepalingen betreffende het gesubsidieerde onderwijzend personeel en de pensioenregeling van de gemeentelijke ambtenaren;3. de regelingen betreffende de gemeentelijke belastingen;4. de herschikking van de aangegane leningen;5. de leningswaarborgen;6. de jaarrekeningen van de gemeente en van de gemeentebedrijven;7. het beroep op gemeentelijke bedrijven, de oprichting van autonome gemeentebedrijven en de overdracht van het beheer aan een publiek- of privaatrechtelijke vereniging of vennootschap;8. de deelneming aan een publiek- of privaatrechtelijke vereniging of vennootschap die de gemeentelijke financiën kan verbinden. § 2. De akten van de provinciale overheden betreffende de volgende voorwerpen worden ter goedkeuring aan de Regering voorgelegd : 1. de provinciale begroting, de begroting van de provinciale bedrijven, de budgettaire wijzigingen en de overdrachten van uitgavenkredieten;2. de personeelsformatie en de administratieve en geldelijke statuten van de provinciale ambtenaren, met uitzondering van de bepalingen betreffende het gesubsidieerde onderwijzend personeel en de pensioenregeling van de provinciale ambtenaren;3. de regelingen betreffende de provinciale belastingen;4. de herschikking van de aangegane leningen;5. de leningswaarborgen;6. het beroep op provinciale bedrijven, de oprichting van autonome provinciebedrijven en de overdracht van het beheer aan een publiek- of privaatrechtelijke vereniging of vennootschap;7. de deelneming aan een publiek- of privaatrechtelijke vereniging of vennootschap die de provinciale financiën kan verbinden. § 3. De akten van de organen van de intercommunalen betreffende de volgende voorwerpen worden ter goedkeuring aan de Regering voorgelegd : 1. de statuten van de intercommunale en hun wijzigingen;2. de jaarrekeningen;3. de samenstelling van de raad van bestuur en van zijn eventuele organen alsook van het college van commissarissen;4. de algemene bepalingen betreffende het personeel;5. de herschikkingen van de aangegane leningen;6. de leningswaarborgen. § 4. Wat betreft de akten bedoeld in § 1, 1° tot 5°, in § 2, 1° tot 5° en in § 3, 1°, 4° tot 6°, mag de goedkeuring geweigerd worden als die de wet schenden of het algemeen en gewestelijk belang schaden.

De akten worden als zodanig beschouwd als de beginselen van behoorlijk bestuur schenden of als ze tegenstrijdig zijn met het belang van elke hogere overheid.

Wat betreft de akten bedoeld in § 1, 6° tot 8°, in § 2, 6° en 7°, en in § 3, 2° en 3°, mag de goedkeuring alleen wegens schending van de wet geweigerd worden. HOOFDSTUK II. - De procedure

Art. 17.§ 1. De in artikel 16, § 1, bedoelde akten worden, samen met hun bewijsstukken, binnen vijftien dagen vanaf hun goedkeuring aan de bestendige deputatie overgemaakt.

De in artikel 16, § 1, 1° tot 3° bedoelde akten worden gelijktijdig aan de bestendige deputatie en aan de Regering overgemaakt. § 2. De in artikel 16, §§ 2 en 3 bedoelde akten worden, samen met hun bewijsstukken, overgemaakt aan de Regering binnen vijftien dagen vanaf hun goedkeuring. § 3. De bestendige deputatie of de Regering, naargelang het geval, mag geheel of gedeelte van de akte die hun goedkeuring behoeft, al dan niet goedkeuren.

Wat betreft de akten bedoeld in artikel 16, § 1, 1°, en § 2, 1°, mogen de toezichthoudende overheden ontvangstenvooruitzichten en uitgavenposten inschrijven; ze mogen die verminderen, verhogen of afschaffen en materiële vergissingen verbeteren. § 4. De bestendige deputatie of de Regering, naargelang het geval, neemt haar beslissing binnen dertig dagen vanaf de ontvangst van de akte en van haar bewijsstukken.

De termijn waarbinnen de rekeningen van de gemeenten en intercommunales moeten vastgesteld worden, bedraagt echter 100 dagen voor die van 1998, 70 voor 1999, 50 voor 2000 en 30 voor 2001.

De bestendige deputatie of de Regering, naargelang het geval, mag de termijn verlengen die haar gesteld is om haar bevoegdheid uit te oefenen met een maximale duur die gelijk is aan de helft van die termijn.

Bij gebrek aan beslissing binnen de gestelde termijn is de akte uitvoerbaar onder voorbehoud van de toepassing van hoofdstuk III. HOOFDSTUK III. - Bijzondere regels betreffende de akten van de gemeentelijke overheden Afdeling 1. - Het beroep van de gouverneur

Art. 18.§ 1. De gouverneur moet een beroep indienen bij de Regering wanneer : 1° de bestendige deputatie de wet schendt door één van de in artikel 16, § 1 bedoelde beslissingen al dan niet goed te keuren binnen 10 dagen vanaf de bekendmaking van dit besluit;2° de bestendige deputatie zich niet heeft uitgesproken over één van de beslissingen die de wet schendt, op de vervaldag van de in artikel 17, § 4 bedoelde termijn, binnen tien dagen na die vervaldag. Kennis van dit beroep wordt gegeven aan de bestendige deputatie en aan de gemeente binnen de in het eerste lid vastgestelde termijn. § 2. Het beroep van de gouverneur schorst de beslissing die de goedkeuring behoeft. § 3. De Regering mag geheel of gedeelte van de akte al dan niet goedkeuren binnen dertig dagen vanaf de ontvangst van het beroep.

Bij gebrek aan beslissing in de gestelde termijn wordt het beroep beschouwd als afgewezen. Afdeling 2. - Het beroep van de gemeentelijke overheid

Art. 19.§ 1. De gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waarvan de akte het voorwerp is geweest van een besluit waarbij die werd geweigerd of gedeeltelijk goedgekeurd, mag een beroep indienen bij de Regering binnen tien dagen vanaf de ontvangst van het besluit van de bestendige deputatie. Kennis van het beroep wordt uiterlijk op de laatste dag van de beroepstermijn gegeven aan de bestendige deputatie en, in voorkomend geval, aan de belanghebbenden. § 2. De Regering mag geheel of gedeelte van de akte al dan niet goedkeuren binnen dertig dagen vanaf de ontvangst van het beroep.

Bij gebrek aan beslissing in de gestelde termijn wordt het beroep beschouwd als afgewezen. Afdeling 3. - Het beroep van het gemeentelijk personeel

Art. 20.Elk personeelslid dat het voorwerp is geweest van een beslissing waarbij hij werd afgezet en die de toezichthoudende overheid niet heeft vernietigd, mag daar een beroep tegen indienen bij de Regering. Het personeelslid dat het voorwerp is van een beslissing waarbij hij wordt afgezet, wordt onmiddellijk in kennis gesteld van de datum waarop kennis van die gemeentelijke beslissing gegeven wordt aan de toezichthoudende overheid, alsook van het gebrek aan vernietiging, door die overheid, van de beslissing. Het beroep moet uitgeoefend worden binnen dertig dagen na het einde van de vernietigingstermijn.

Het personeelslid geeft de toezichthoudende overheid, alsook de gemeentelijke overheid, uiterlijk op de laatste dag van de beroepstermijn, kennis van zijn beroep. Afdeling 4. - Het recht van de regering om de zaak aan zich te trekken

Art. 21.Wat betreft de in artikel 16, § 1, 1° tot 3°, bedoelde akten, mag de Regering zich het recht voorbehouden de eindbeslissing te nemen en stelt de bestendige deputatie en de gemeentelijke overheid daarvan in kennis binnen 20 dagen vanaf de ontvangst van bovenvermelde akten.

Art. 22.Als de Regering zich het recht heeft voorbehouden de eindbeslissing te nemen, overeenkomstig artikel 21, geeft zij kennis van haar beslissing binnen 20 dagen na het verstrijken van de termijn waarover de gemeentelijke overheid beschikt om het in de eerste afdeling bedoelde beroep in te dienen.

TITEL IV. - Het jaarverslag

Art. 23.De Regering richt het Waals Parlement een jaarverslag betreffende de uitoefening van het toezicht, uiterlijk op 31 maart volgend op het boekjaar waarop het betrekking heeft.

Het jaarverslag bevat statistische gegevens betreffende de uitoefening van het toezicht door de verschillende overheden, alsook een overzicht van de rechtspraak in de loop van het boekjaar.

TITEL V. - Opheffings- en slotbepalingen

Art. 24.Het decreet van 20 juli 1989 houdende organisatie van het toezicht op de gemeenten, de provincies en op de intercommunales van het Waalse Gewest, wordt opgeheven.

Art. 25.De beraadslagingen, besluiten, beslissingen en akten die de in artikel 1 bedoelde gemeenten, provincies en intercommunalen genomen hebben vóór de inwerkingtreding van voorliggend decreet, blijven vallen onder de door artikel 24 opgeheven bepalingen.

Art. 26.De Regering neemt de nodige maatregelen voor de uitvoering van voorliggend decreet.

Art. 27.De Regering treedt in werking één maand nadat het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 1 april 1999.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, M. LEBRUN De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, B. ANSELME De Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, W. TAMINIAUX De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, G. LUTGEN De Minister van Onderzoek, Technologische Ontwikkeling, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION _______ Nota (1) Zitting 1998-1999. Stukken van de Raad 401 (1997-1998), nr. 14.

Volledig verslag. Openbare vergadering van 23 februari 1999.

Bespreking. - Stemming.

^